MIDDELBURGSCHE C O l H A i\ T. F 222. Woensdag 1872. 18 September. Dit blad -verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2ett Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m. franco is f 3.50. middelburg 17 September. de troonrede. Zij is een droog en weinig behagelijk stuk, de troon rede tot opening van de zitting 18721873 der sftffefi- generaal van het Nederlandsche volk; meer dan eenig ander soortelijk stuk als ware 't moedwilligberoofd van alle oratorische ornamenten en waarin de regeering zelfs de kortheid zóóver wist te drijven dat zij den koning een overzicht van den toestand van dien zeer gewichtigen tak der vaderlandsche industrie, de zee- visscherijenin het minimum van drie woorden in den mond legde. Ook waar er eenige overdrijving plaats heeft, meenen wij echter het recht niet te hebben over soberheid in eene troonrede te klagen. Wanneer men bedenkt hoe verleidelijk het is voor eene regeering om bij de plech tige ontmoeting met de volksvertegenwoordiging eenige holle frases te wijden aan de politiek of grootsche plan nen op het gebied der wetgeving te ontvouwenwan neer men dan de ondervinding raadpleegt en zich te binnen brengt dat de fraaiste programma's nooit tot iets anders geleid hebben dan tot een onvruchtbaar debat, en dat de schoone troonrede-beloften slechts voor een zeer onbeduidend gedeelte plachten vervuld te woidcn, dan prijst men een ministerie dat met een be daard woord en met gemakkelijk te vervullen toezeg gingen de volksvertegenwoordiging tegemoet treedt, omdat men alle kans heeft practische resultaten van zijne werkzaamheid te zien. Trouwens in de korte zinsneden der troonrede vinden wij een programma voor de staten-generaal nedergelegd dat, zoo het door de werkzaamheid der kamers ver vuld wordt, de zitting 1872/73 tot eene uiterst vrucht bare zal kunnen maken. De minister van oorlog kondigt wetsontwerpen aan tot herziening der militie - wet en tot regeling van het vestingstelsel; de minis ter van justitie handhaaft wanneer wij de daarop betrekking hebbende zinsnede wól hebben gevat het hangende wetsontwerp nopens de rechterlijke inrichting, en belooft partieele herziening der wet geving; de minister van binnenlandsche zaken heeft een wetsontwerp tot verlaging van den census in gereed heid en is bezig met het hooger onderwijsde minister van koloniën zal een ontwerp indienen tot subsidieering van particuliere spoorweg-aanleggers in Nederlandsch Indië, en verder treffen wij in de troonrede de frase aan waarin, wanneer ze niet als eene vérité a la M. de la Palisse te beschouwen is, de aankondiging kan gelezen worden van een aantal niet met name vermelde wets ontwerpen; „vele en gewichtig zijn de belangen, die van de wetgevende macht voorziening of nieuwe rege ling wachten." Twee der drie brandende quaestiën van den laatsten tijd, de quaestie van 's lands defensie en der hervor ming van het rechtswezen blijven dus ook op het pro gramma dezer regeering staan, en zij schijnt zich eene oplossing in denzelfden zin waarin hare voorgangster zich die gedacht had voor te stellen. Ten aanzien van het rechtswezen meenen wij dit uit de bovenbedoelde zinsnede te moeten opmaken, ten aanzien der militaire quaestie verklaart de troonrede dat verbetering van het gehalte van het leger door wijziging der militlewet ver kregen zal worden; wij zien hierin dat de minister van Stirum, evenals de heeren van Muiken, Engelvaart, Booms en Delprat, een voorstander is van de afschaffing der plaatsvervanging. Het blijkt echter niet of de minis ter voornemens i3 voor de voor hem noodig geachte reorganisatie van het leger de medewerking der wet gevende macht in te roepen, een uitstekend onderwerp voor debat voor de tweede kamer zoodra het ontwerp- adres van antwoord aan de orde zal zijn. Maar met het vooropstellen dezer twee gewichtige quaestiës duwt men eene andere even gewichtige vraag, de financieele, naar onze meening wel wat veel achter uit. Bij de revue der ministerieele plannen zinkt de minister van financiën tot hetzelfde peil van parlemen taire onbeduidendheid als gewoonlijk en door de natuur der dingen het lot is van de hoofden der departemen ten van buitenlandsche zaken en van marine. Wij erkennen volkomen de moeilijkheden die er in gelegen zijn om in de tegenwoordige omstandigheden een finan cieel plan samen te stellen dat eenige kans van slagen in de tweede kamer heeftwat meer is, wij eischen van den heer van Delden niet eens zoodanig plan, maar 'tkomt ons voor dat men over de financieele aangele genheden des lands wel iets meer in de troonrede had kunnen zeggen dan de bloote mededeeling dat de be lastingen meer opbrengen en dat de heer van Delden de „gewone uitgaven" op de begrooting door de gewone middelen heeft kunnen dekken. Door deze korte mede deeling, die het departement van financiën doet afda len tot de bloot administrecrende departementen, geeft men voet aan den waan, dat deze regeering herziening van het belastingstelsel als niet op haren weg liggende beschouwt, en er zelfs niet aan dacht dat gewichtige volksbelang in ernstige overweging te nemen. Afwachtende totdat de discussie over het adres van antwoord de in de troonrede met een enkel woord aan gegeven bedoelingen der regeering zal hebben verdui delijkt, verklaren wij ons voor ditmaal tevreden dat de ministers op den derden Maandag van September, zooals men 't uitdrukt, niet te veel hooi op hunne vork hebben genomen. Wij meenen die zelf-beperking en gematigdheid te mogen toeschrijven aan een bovendrijven van het element van bezadigdheid en overleg, hetwelk wij met zooveel genoegen in de samenstelling van het kabinet zagen opnemen, aan denzelfden invloed die voor het eerst in een officieel stuk van de Nederland sche regeering deed gebruik maken van de rationeele „nieuwe spelling", in plaats van de tot in 1869 wette lijk en tot heden toe steeds feitelijk door onze regeering met hand en tand vastgehouden spelling van Siegen- beek, Weiland en consorten. In de heden gehouden openbare zitting van het pro vinciaal gerechtshof in Zeeland, voor burgerlijke zaken, werden door jonkheer mr. P. J. F. Rethaan Macaré, vroeger substituut-griffier bij de arroudissements recht bank te 's Hertogenboschde vereischte eeden afgelegd als rechter in de arrondissements-rechtbank te Zierikzee. Bij ministerieele beschikking van 14 dezer is aan van Zeylen en Decker, te Rotterdam, tot wederopzegging vergunning verleend voor een stoomsleepdienst in de provinciën Noord-Biabant, Gelderland, Zuid-Holland en Zeeland. {Staats-courant). Te Wemeldinge is, met 32 van de 50 uitgebrachte stemmen, tot lid van den gemeenteraad gekozen de heer W. de Groene Az. De commissaris des koniDgs in Zuid-Holland is, bij koninklijk besluit van gisteren, gemachtigd tot bijeen roeping van de staten dier provincie in buitengewone ver gadering op 2 October a., ter verkiezing van een lid voor de eerste kamer der staten-generaal, in de plaats van wijlen den heer D. Blankenheym. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. ridderorden. Vergunning verleend aan dr. 0. Pitsch, leeraar aan de landbouwschool teWarffum, tot het aan nemen en dragen der versierselen van ridder der orde van Franz Josephhem door Z. M. den keizer van Oosten rijk geschonken; aan F. C. Donders, hoogleeraar aan de hoogeschool te Utrecht, tct het aannemen en dragen der versierselen van komman deur der orde van Leopold, hem door Z. M. den koning der Belgen geschonkenen aan dr. J. Nolet de Brauwere van Steeland, wonende te Brusseltot het aannemen en dragen der versierselen van kommandeur der orde van Christushem door Z. M. den koning van Portugal geschonken. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw de gepensioneerde kapitein-luitenant ter zee J. J. Boelen. eereteekenen. Toegekend, als blijk van konink lijke goedkeuring en tevredenheid wegens de redding van drie schipbreukelingen ten oosten van den Eem- mond in de Zuiderzee op 27 Augustus jl.de bronzen medaille, ingesteld bij koninklijk besluit van 22 Sep tember 1855, alsmede een loffelijk getuigschriftaan W. Ipen van Zeilen, te Baarn, en H. Vliek, te Putten. hypotheken. Benoemd tot bewaarder van de hypothe ken het kadaster en de scbeepsbewijzen: te Breda, J. Ch. P. M. Pels Rijckenthans ontvanger der registra tie en domeinen te Breda; te Tiel, S. H. Rink, thans inspecteur der registratie en domeinen 2e klasse. registratie. Benoemd tot ontvanger der registratie en domeinen: te Helmond, J. S. Hussem, thans ontvan ger der registratie en domeinen te Grave; te Doesburg, uir. P. J. Pacts, thans ontvanger der registratie en domeinen te Woerdente Kuilenburg, C. A. Yriesendorp, thans ontvanger der registratie en domeinen te Texel; te Groenlo, G. J. A. Huiskes, thans ontvanger der registratie en domeinen te Oirschot; te Oirschot, mr. K. L. van Woelderen, thans surnumerair der registratie en domeinen te TexelS. W. Middelkoopthans surnume rair der registratie en domeinen. notarissen. Eervol ontslag verleend als notaris te Nijmegen, op verzoek, aan H. W. C. J. baron van Wijnbergen. posterijen. Eervol ontslag verleend, op verzoek, aan E. J. Haspels uit zijne betrekking van directeur van bet postkantoor te Wageningen, met vergunning om zijne aanspraak op pensioen te doen gelden. rechterlijke macht. Eervol ontslag verleend, op verzoek, aan mr. L. J. Nepveu tot Ameyde als presi dent der arrondissements-rechtbank te Groningen, met ingang- van 1 October a., en als zoodanig benoemd mr. S. Tjaden Busmann, thans rechter in die rechtbank. Benoemd tot griffier van het provinciaal gerechtshof in Noord-Brabant jonkheer mr. C. R. E. van Rijckevor- sel, thans substituut-griffier bij gemeld gerechtshof. hoog militair gerechtshof. Benoemd tot lid van het hoog militair gerechtshof H. Kempergepensioneerd schout bij nacht. marine. Bevorderd tot ingenieur 2e klasse bij de marine, de adspirant-ingenieur G. Turk; en benoemd tot adspirant-ingenieur der marine, J. F. van Beek en D. van Vliet. leger. Benoemd bij het wapen der infanterie tot majoor, ïespectievelijk bij het 7C en bij het le regiment, de kapitein H. E. J. Ileymans en de kapitein jonkheer A. R. J. Klerk, beiden van het regiment grenadiers en jagers. KERKNIEUWS. Het kiescollege der Neder duitsche hervormde gemeente te Kruiningen heeft, ter beroeping van een predikant, het volgende drietal samengesteld: de heeren H. W. Creutz- berg, te Vlissingen; J. G. Ormel, te Loon op Zand, en G. Doedes, te Biezelinge. MARINE EN LEGER. Naar aanleiding van 's konings besluit van den 14en dezer, wordt Zr. Ms. schroefstoomschip Soestdijk, liggende te Hellevoetsluis, met den 25en dezer buiten dienst gesteld, en de kapitein-luitenant ter zee jonkheer A. C. van Haeften eervol van het bevel over dat stoom schip ontheven; terwijl Zr. M8.schroefstoomschip Schou wen, mede liggende te Hellevoetsluis, met den 26en daar aanvolgende wordt in dienst gesteld, en het bevel daarover opgedragen aan den luitenant ter zee lc klasse C. P. van der Star. Met 1 November a. worden aan de stafschool te Breda geplaatst de le luitenant der infanterie W. G.F. Snijders; de 1° luitenant der vesting-artillerie W. F. Rappard; de 2e luitenant der veld-artilierie I. de Waal en de le luitenant der genie F. J. Haver-Draese. Majoor F. A. H. Tergau, van het 4e bataljon lc regiment infanterie te Leeuwarden in garnizoen is op zijn verzoek op nonactiviteit gesteld.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1