MIDDELBÜRGSCHE F 210. Woensdag 1S72, COURANT. 4 September. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m. franco is f' 3.50. Middelburg 3 September» Heden raiddag te 12-j- uur stoomde voor de eerste maal een spoortrein van hier naar West-Souburg. Hij voerde derwaarts tie afgevaardigden van den Geuzen- bond te Antwerpenhet rauzickgezelschap Accelerando en een zeer groot aantal belangstellenden in hetgeen daar te verrichten viel, namelijk de onthulling vaneen monument ter herdenking van don in 1598 overleden Philips van Marnixheer van St. Aldegonde. De lit was kort, maar zeer lang de stoet die zich door het recht feestelijk versierde, met eerepoorten, vlaggen, groen en bloemen getooide dorp naar de begraafplaats begaf. Vooraf bracht de beer van der Taele, schepen van Antwerpen, dank aan het gemeentebestuur van West-Souburg voor de vergunning om eene kleine buide aan den grooten Marnix te brengen. Later, toen eene onafzienbare menschenmassa zich op het kerkhof rond de nog omsluierde gedenknaald geschaard hadbetuigde dezelfde spreker zijne erkentelijkheid aan alle Noord- Nederlandsche broederen, die thans waren opgekomen, om hulde te brengen aan den edelen Marnixdien grooten held, die vóór drie eeuwen Ncêrland's vrijheid bevochten en verworven heeft, ten koste zelfs van zijn leven. De heer van der Taele stipte verder de groote ver diensten van Marnix aan en noodigde den heer de Geyter, van Antwerpen uitdie verdiensten meer in het breede uiteen te zetten. Nadat bet muziekkorps zich nogmaals had laten hooren, voldeed de heer de Geyter aan dat verzoek en hield eene rede even warm als die van zijn voorganger. Aan toejuichingen ontbrak het den spreker niet, allerminst bij uitdrukkingen als waar mede hij aanving: „Een volk dat zijn groote mannen in eerehoudt kan niet vergaan!" en ook die waarmede hij besloot: „Nederland, zoowel Zuid- als Noord-, wil niet vergaan!" Spreker wierp voorts een terugblik op de geschiedenisom daardoor te helderder de verdien sten van Marnix van St. Aidegonde in wat hij dacht en wrocht, zoo in het algemeen als voor de zeventien Nederlanden in het bijzonder, te doen uitkomen, en hem hulde te brengen als een geleerde en geletterd man, welsprekend redenaar, kundig- diplomaat, moedig veld heer en achtenswaardig edelman. Onder het spelen der muziek werd nu het omhulsel van de gedenknaald weggenomen, zoodat zij zich in haren pyramidalen vorm vol eenvoud aan aller oog vertoonde. Aan de eene zijde bevindt zich het opschrift: „Antwerpenaren togen door Zeeland en richten deze grafzuil op ter eere van hunnen grooten burgemeester. 3 September 1872." Aan den anderen kant leest men: „jRepos ailkurs. Aan Marnix." Tal van boucjuetten werden het gedenkteeken toe geworpen, terwijl middelerwijl de schooljeugd, onder leiding van haren hoofdonderwijzer den heer C. van de Beest, het Wilhelmuslied zong. Daarna hield de heer Soetbrood Piccardt uit Goes eene welsprekende rede, waarin hij mede de hoogst gewichtige verdiensten van Marnix in het licht stelde, doch tevens met allen nadruk aandrong op de noodza kelijkheid om, in navolging van het streven en den geest vau Marnixniet alleen in anderen te roemen maar zelf te handelen, opdat de schande die ons aan kleeft worde uitgewischt. Ook de twee woorden waar mede het werk van Marnix gekenmerkt wordtgaven den redenaar ruimschoots stof tot belangrijke opmerkin gen; die woorden zijn: vrede en vrijheid, vrede en vrijheid in de ruimste beteekenis, maar met toepassing van het „repos ailleursEn waar het niet allen gege ven is te doen wat Marnix deed spoorde hij aan tot navolging, zij het ook van verre. Met een groet en eene belofte van werkzaamheid aan de schim van den grooten man besloot hij zijne ten zeerste toegejuichte 1 rede. Voorts nam de afgevaardigde van de, 600 a 700 leden tellende, Volksmaatschappij te Brussel het woord, om namens verreweg het grootste deel der ingezetenen van Brussel warmen dank te betuigen voor en ingeno menheid met hetgeen thans is verricht. Deze spreker werd opgevolgd door een 12jarigen ki:aapden jongeu heer C. A. van de Beest, zoon van bovengenoemden onderwijzer. Met gepaste vrijmoedig heid gepaard aan een ferme voordracht, gaf hij in korte woorden zijn dank te kennen voor het prachtig gedenkteeken aan Marnix van St. Aldegonde, waar door Souburg's jeugd nog te meer tot navolging van dien grooten man zal worden aangespoord. „Eere aan Marnix van St. Aldegonde.'" en „Leven de Belgische Geuzen!" was tie uitroep waarmede hij eindigde en die bij de menigte instemming vond. Later ontving hij van die instemming een zichtbaar blijk toen hem, onder .iuide toejuiching der omstanders, namens den Geuzenbond een herinnerings-iusigne werd aangeboden. De heer Julius Vuylsteke, uit Gent, hield mede eene korte toespraak, waarin hij wees op de gewichtige be teekenis van het feit van lieden en het woord „viijheid" in zijn goeden zin aanprees als de lens der Geuzen van de 19c eeuw. Nam ens het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen sprak de heer A. A. Fokker van Middelburg een woord van hulde voor het opgericht gedenkteekenonder verzekering van de instemmiug niet alleen van alle Zeeuwenmaar van liet geheele Nederlandsche volk. Tevens deed hij mededeeliug van een vroeger door het Zeeuwsch genuotschap der wetenschappen opgevat voornemen, om een gedenkteeken voor Marnix op te richten, alsmede van de redenen die er toe ge leid hebben om dat voornemen te lalen varen. Met een „Leve de AntwerpoChe Geuzeubondbesloot hij zijne toespraak. Ten slotte betuigde de burgemeester van Oost- en West-Souburg, jonkheer J. H. Paspoort, namens het gemeentebestuur dank voor het ontvangen monument, waarvoor steeds de noodige zorg zal worden gedragen, De afgevaardigden der verschillende aanwezige vereeni- gingen werden vooris uitgenoodigd om het pioces-ver baal te onderteekenende muziek deed zich andermaal hooren, de kinderen zongen nog een liedhet gedenkteeken werd met kransen getooid, en hiermede was de plech tighcid geëindigd. Do armen en de schooljeugd zijn feestelijk onthaald, terwijl het dorp verschillende toebereidselen vertoonde voor illuminatie en het afsteken van vuurwerk op heden avond. Tegen 2 uren was de spoortrein te Middelburg terug gekeerd. Naar wij vernemen heeft de directie der spoorwegliju Mechelen Neuzen aanvraag gedaanom ook voor het openbaar verkeer een telegraafkantoor tc Axel en te llnlst te mogen opeuen. In de Zaterdag gehouden zitting van den gemeente raad te Arnhem heeft mr. J. J. A. A. baron van Pallandt van Westervoort zijne betrekking als burge meester nedergelegd en afscheid van de gemeente ge nomen. Bij die gelegenheid heeft mr. J. U. de Kempe- naer den heer van Pallandt, namens den raad, in welsprekende bewoordingen dank betuigd voor hetgeen hij in het behing der gemeente heeft verricht en hulde gebracht aan de goede leiding der raadsvergaderingen gedurende de dertig jarendat hij het voorzitterschap bekleedde, terwijl hij hem, als blijk van erkentelijk heid daarvoor, eene groote gouden medaille aanbood. ONDERWIJS, Bij den minister van binnenlandsche zaken bestaat, naar men verneemt, het plan het reglement voor de toe- la tings- en overgangsexamens op de rijks hoogere bur gerscholen te wijzigenen wel in dien zin, dat de ad- missie-examens inperatief zullen worden gesteld, en de plaatsing der leerlingen in de verschillende klassen blijft overgelaten aan de vergadering der leeraren. Vaderland). ELOLONTSN. De uit Nederlandsch Indië ontvangen berichten loop en tot den 20cn Juli. Omtrent de expeditie naar Deli leest men in de Java- sche courant: In eene missive van den commandant der expeditio naire troepen in Deli van 10 Juli jl. wordt ten ver volge van het in de Javasche courant van 16 dezer, n° 57, medegedeeld telegram van dien hoofdofficier, van denzelfden datum het volgende gemeld „Bij aankomst ter reede Laboeau-Deli was de Marnix reeds aangekomen en had vijf-en-zeventig man gedebar- queerd, die over verschillende plantages zuidelijk van de hoofdplaats (Liboean-Deli) waren verdeeld." „De kapitein Koops heeft zich te Soengal versterkt en zooveel mogelijk detachementen naar de verschillende plantages in den omtrek gezondeu; enkele plantages zijn aangevallen en zonder hulp der militaire macht door de eigenaren verdedigd." „Heden morgen is noordwestelijk van de hoofdplaats een kampong verbrand; terwijl de controleur zooeven van den adsistent-resident van Siak en onderhoorighe- den, die zich te Singal bevindt, het bericht ontving dat enkele plantages den geheelen nacht gealarmeerd worden.'' „Morgen ochtend te 5 uren begeef ik mij met twee ccmpagnien op marsch naar Soengal, om met den ad sistent-resident te aboucheeren." Te Penang (Straits Settlements) waren, blijkens een telegram van gisteren, 18 dezer, geen nadere berichten uit Deli ontvangen. Men verwachtte op den 20en een stoomschip van daar. In een particulieren brief aan het Bataviasch Han - delsblad gericht, wordt ovec den toestand te Deli en de opst ndelingen het volgende gezegd „Het geheeie land is in opstand; van alle kanten ko men benden aangestroomd, die zich ten doel hebben gesteld, alle plantages te verwoesten eu de gehate blan da's te verjagen. „De kerels hier zijn zoo brutaal als zes; toch ver- toonen zij zich op klaarlichten dag niet verder dan een uur van hier. Zij gaan zeer onhandig met vuurwape nen om, die ze met glas, blik, porselein cn allerlei .gruis laden en in het wilde aischieten. Verder hebben ze zeer lange klewangs. „Het is een ware guerillakrijg. Allenvege omzwer vende benden, die alles vermoorden wat haar op weg tegenkomt. „Wat hun aan wapens ontbreekt, wordt aangevuld door hun stoutmoedigheid en groot aantal; men schat hunne sterkte op ongeveer 10,000 man. Gisteren is weder een zwerm berg-Batakkers de bergen afgedaald om, opgeruid door hunne priesters gemeene zaak met de Delineezen te maken." Over de oorzaken van den krijg zegt de briefschrijver, dat die gezocht schijnen te moeten worden in een fout van de regeering, die bij het sluiten der tractaten wel bedacht is geweest op het voordeel der vorsten en der Deli-maatschappij, maar niet op dat der bevolking, die zwaar werken moet voor weinig of geen loon. Over de troepen van kapitein Koop3 zegt de schrij ver, dat zij zich „kranig" hebben gehouden; vooral moet de luitenant Ponstijn zich bijzonder hebben onder scheiden. De helft dier manschappen was gekwetst. Thans is men bezig, het overgebleven halve elfde bataljon te Meester Kornelis te completeeren uit andere bataljons cn het inarschvaardig te makenzoodat het onmiddellijk kan uitrukken. Van regeeringswege is machtiging verleend tot het graven van eene waterleiding uit de Begaloeh bij Hongkong, afdeeling Ledok (residentie Hagelen) over eene lengte van 22,877 meters, ter irrigatie van een gedeelte van de districten Sapoeran en Kaliwiro. Wordt vervolgd.) GEMENGDE BERICHTEN. Volgens telegram is het stoomschip Conradvan Nieuwediep naar Batavia, in den namiddag van 30 Augus tus Gibraltar gepasseerd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1