r 132.
MIDDELRURGSCHE
Woensdag
1872.
COURANT.
5 Juni.
L
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
l>e prijs per 3/m., franco, is f 3.50.
Middelburg J Juni.
HET VERSCHIL ONDER DE LIBERALEN.
In den treurigen politieleen toestand van ons land,
achten wij het plicht nogmaals stil te staan bij het con
flict dat tusschen de liberale regeering en eenige leden
der liberale partij in de tweede kamer gerezen is, niet
om verwijten te doen of beschuldigingen uit te spreken,
die verbittering, geen verbetering wekken, maar om te
onderzoeken waar de oorzaak van het geschil tc vinden
is, opdat wellicht het conflict zelf niet slechts wegge
ruimd worde, maar strekke tot versterking der liberale
partij.
Bestaat er eenig principieel verschil rasschen de zoo
genoemde „geavance.erd'Miberalen en lien die geen expli
catie!' bijvoegelijk naamwoord noodig achten om hunne
politieke beginselen te qualificeeren of aan te kondigen?
Wij beantwoorden deze vraag, wat politieke quaestiën
aangaat althans, stellig ontkennend. Alle eischen dooi
de zoogenoemde „geavanceerd"-liberalen op lioogen toon
gesteld, alle denkbeelden door hen ontwikkeld met een
aplomb alsof ze splinternieuw en zoo pas door hen uit
gevonden warenalle waren sedert jaren reeds opgeno
men in het programma der voorwaartsstrevende rich
ting, of waren de dadelijke en noodzakelijke uitvloeiscis
van hetgeen de liberale par'ij in Nederland reeds tot
stand gebracht had. Slechts werden die eischen gesteld
en die denkbeelden ontwikkeld met zekere zenuwach
tigheid die niet wachten kon op eene beraden oplossing,
en met zekere heftigheid die tot onbillijke beoordee
lingen en overdrijving voerde, beiden toe te schrijven
aan den leeftijd der zoogenoemde „geavanceerde-libera
len en aan het gebrek aan practische ondervinding,
aan dien leeftijd eigen.
Wij zouden ons echter bedriegen, zoo wij ons hier
mede afmaakten van het niet tc loochenen conflict. Het
vindt zijne oplossing niet in zekere andere wijze van
doenin heftigheid en onberadenheideigenschappen
waarvan men, zooals de bekende uitdrukking luidt,
met den dag geneest. Er is ook een principieel ver
schil, geen politieke beginselen rakende, maar een Ver
schil van opvatting aangaande een constitutioneel vraag
stuk, eene quaestie van parlementaire praktijk, waar
omtrent het noodig is dat men elkander wel verstaat.
Velen beschuldigen den heer Thorbecke en de be
schuldiging dagteekent niet van heden of gisteren, maar
werd reeds door liberale mannen uitgesproken jaren
lang vóórdat de „geavanceerd"-liberalen zich hadden
vertoond dat hij de eischen van den parlementairen
regecringsvorm miskent, dat hij geene zuivere opvatting
heeft van het overleg der regeering met de wetgevende
vergadering of liever met de partij welke haar in die
wetgevende vergadering steunt, dat zijne ministeriën
noch zijn gevormdnoch gewerkt hebben overeenkomstig
de beginselen eener partijregeeriugzooals die in andere
constitutionccle rijken, met name in Engeland, wor
den gevolgd. Een ernstige beschuldiging, omdat zij met
een der moeilijkste en tevens teederste punten van het
constitutioneel staatsrecht, de verhouding tusschen regee
ring en volksvertegenwoordiging in verband staat, en
daarom ernstig en zonder hartstocht moet worden be
sproken. Wij zullen eerst zien wat er van die verhou
ding tusschen de regeering en hare geestverwanten in
het parlement is, om daarna de gegrondheid der be
schuldiging zelve te onderzoeken.
Het beginsel eener partijregcering brengt mede dat
geen enkele maatregel van gewicht genomen wordt en
vooral geen wetsontwerp ingediend vóórdat het door
den betrokken minister, als zoodanig, aan de overwe
gingen der partijgenooten in de wetgevende kamer is
onderworpen geworden en door dezen goedgekeurd is.
Neemt men dit beginsel aan, dan kan het ook geen
twijfel lijden of eene regeering, die geen ander over
leg met. de vertegenwoordiging pleegt dan hetgeen bij
de grondwet is voorgeschreven, die het stelsel der
caucus want daarop komt de partijregcering inder
daad neder niet huldigt, handelt tegen zijnen geest.
Naar onze meening is het beginsel der partij regeer ing
echter lijnrecht in strijd met den in Nederland toege-
pasten constitutioneelen regeeringsvormen wij ver
heugen er ons oprecht in dat het c««cz/.s-stelsel tot
heden door geene enkele regeering van ons land in
practijk is gebracht.
Wij spi eken van den constitutioneelen regeeringsvorm,
„zooals dig bij ons is toegepast", omdat wij willen
afwijzen elk beroep op hetgeen in andere constitutio-
neele staten gevonden wordt. Wij geven toe dat er in
de Vereenigde staten van Noord-Amerika eene partij-
regeering bestaat, wij erkennen dat men in Engeland
de beginselen eener partij regeering in practijk brengt,
maar wij ontkennen dat die voorbeelden van eenigen
invloed kunnen zijn op Nederland. De Vereenigde
staten niet omdat zij eene republiek zijn en Nederland
eene monarchie isEngeland niet. om den eigenaardigen
socialen toestand des lands.
Wij weten dat er in theorie weinig verschil bestaat
tusschen den republikeinschen regeeringsvorm en de
constitutioneele monarchie; in beiden berust de grond
kracht bij de natie, die zich zelve regeert, en komt
de beslissing bij een verschil van onder op in plaats
van van boven af. Maar het evenwicht der machten
in den staat, de we der keer ige controle waardoor de
bevoegdheden beperkt en misbruiken geweerd worden,
en waarin juist de grootc verkieselijkheid van de con
stitutioneele monarchie boven de republiek gelegen is,
verbiedt dat het ministerie, geroepen om met den
koning te regeerenniets meer zij dan de gemachtigde
van de meerderheid der volksvertegenwoordiging, dan
het orgaan van eene bepaalde partij. Partij regeering
leidt tot partijdige regiering; naar het belang der
regeerende partij en van "Ge personen die haar samen
stellen wordt meer gevraagd dan naar het belang des
lands, groote maatregelen worden onmogelijk, doch
allerlei misbruiken en oneerlijkheden woekeren voort,
zooals de Vereenigde staten en de ongelukkige repu
blieken van Noord- en Midden-Amerika ons duidelijk
maken. Ook in Engeland zelfs in Engeland
zouden de nadeelen eener partij regeer ing zich doen ge
voelen, ware daar het krachtig correctief niet aanwezig
eener breed georganiseerde aristocratie, tegelijk bolwerk
voor de kroon en voor het gemeen belang des lands,
eene aristocratie die, evenals de roodzijden draad door
al het touwwerk der Engelsche marine, door alle weef
selen der EDgelscke politiek hencnloopt, als een richt
snoer voor vorst en volk. Maar in een land als het onze,
waar geene aristocratie als instelling in wezen is,
waar zelfs geen elementen gevonden worden om er eene
te vormen, al wilde men, maar waar daarentegen,
blijkens onze geschiedenis van vóór 80 jaren en de ge
schiedenis van den laatsten tijd, in ruime mate de poli
tieke hartstocht en het overwicht van persoonlijk
of partijbelang boven landsbelang voorhanden zijn,
bestaat geenerlei correctief tegen de gevaren eener
partij regeering en zou de Amerikaansche demoralisatie
alras de straf van het Amerikaansche stelsel medebren
gen. In het door de conservatieven aangepredikt per
soneel gouvernement van den vorst is allerminst een
geneesmiddel te vinden; wij behoeven niet vele jaren
in onze geschiedenis terug te gaan om ons te overtui
gen dat dit stelsel conflicten in het leven roept en ver
bittert, in plaats van ze op te lossen.
Zoo afkeerig als wij zijn van partijregeering, even
gehecht zijn wij aan het beginsel eener parlementaire
regeering. Het kort en kernachtig gezegde van Robert
von Mohl: in een constitutioneelen staat heeft men te
kiezen tusschen eene parlementaire regeering of corrup
tie, vat alle argumenten samen, die voor dat beginsel
kunnen worden aangevoerd. Het parlement, getrouwe
uitdrukking van den volksgeestheeft het rechtja den
plicht, de richting aan te wijzen, waarin het land
moet geregeerd worden. Dit is de natuurlijke weg
langs welken men vooruit kan gaan; volgt men hem
niet, zoo siaat de machine stil; het tegenovergesteld
alternatief, corruptie, bewijst maar al te duidelijk dat
er eigenlijk geen alternatief bestaat, dat alleen eene
parlementaire regeering, eene regeering met de meerder
heid, in den constitutioneelen staat mogelijk is; waar
die meerderheid niet langs de gewone natuurlijke wegen
verkregen woidt, tracht men haar kunstmatig en door
ongeoorloofde middelen te verschaffen, men maakt
eene meerderheid door corruptie, dat is door allerlei
begunstigingendoor intimidatiedoor pressie, enz. enz.
De parlementaire regecring maakt natuurlijk eene
nauwe aansluiting van het ministerie en de partij waar
toe het behoort, waaruit het is voortgekomen, waarop
het steunen moet, noodzakelijk. Overleg, niet uitgesteld
totdat het grondwettig formeel overleg met. de staten -
gencraal gepleegd wordt, maar voorafgaand overleg over
ingrijpende maatregelen, een onderling vaststellen van
het ministerieel programma bij de optreding vooral, ziedaar
wat naar ons oordeel voor het ministerie plichtmatig en
voor de natie wenschelijk is. Daardoor toch zal de
regeering winnen aan kracht in het parlement, aan
macht dus om het goede te doen en aan prestige in het
land, welke voordeelen geheel verloren gaan wanneer ze
hare eigene geestverwanten uit gekwetste, eigenliefde
tegen zich in opstand viadt, en door hen belemmerd
wordt in deu arbeid. Door zoodanig voorafgaand over
leg, waaraan wij zelfs wenschen zouden dat de geest
verwanten buiten het parlement, die uitmunten door talent,
politieke verdiensten of invloed deelnamen, wordt de
band tusschen regeering, vertegenwoordiging en natie
versterkt, ten nutte van alle partijen.
Maar men overdrijve niet. Het voorafgaand overleg
tusschen de ministers en hunne geestverwanten in de
kamer is hier te lande wel eens overdreven. Er be
staan voorbeelden van ministers die zich niet tevreden
stelden met over de grondslagen van in te dienen wets
ontwerpen hunne vrienden in de tweede kamer te raad
plegen, maar het samenstellen der wetsontwerpen aan
kamerleden opdroegen. Al moge deze afwijking van den
regel eenigermate gerechtvaardigd worden door de
geringe legislatieve krachten, in sommige Haagsche
bureaux te vindenzoo heeft het toch een allernadee-
ligst gevolg; de minister wordt de marionet in handen
der volksvertegenwoordigers-wetsontwerpers en verliest,
daar hij in plaats van den eersten de tweede persoon
wordt, zijnen invloed op het parlement. Dat de sa
menstelling van gewichtige wetsontwerpen aan deskun
digen wordt opgedragen is voortreffelijkmaar dan
kieze men hen buiten de kamers. Aan de volksverte
genwoordigers zijner richting deele de minister alleen
de grondtrekken zijner in te dienen voorstellen mede,
hij hoore de bedenkingen en bezwaren, en overlegge
dan in hoeverre hij daaraan kan en mag toegeven.
Wij verlangen dus geene regeering die voorgeeft zich
boven de partijen te stellen en alle door de grondwet
niet uitdrukkelijk voorgeschreven aanrakingen met het
parlement minacht, maar ook niet eene regeering die
niet verder ziet als het belang harer partij en harer
geestverwanten
In hare o vei oenstemming omtrent hoofdpunten met
de meerderheid der volksvertegenwoordiging moet zij
hare krachten en haren steun vinden, maar zij verlage
zich niet tot commissie van uitvoering der bevelen
harer partij. Ware dat het ideaal der parlementaire
regeering en in Amerika streeft men er al zeer
naar henen dan behoorde men niet de besten uit
eene partij tot de regeeriug te roepen, niet hen die het
beste konden leiden, maar hen die het best geleid
konden worden; de eigenlijke leiders der partij behoor
den dan op de banken der volksvertegenwoordigers te
blijven zittenom van daar uit aan de zaakgelastigden
der partij voor te schrijven, in welken geest zij te
regeerenwelke maatregelen zij te nemenwelke wetsont
werpen zij voor te dragen zouden hebben. Ook van dit
stelsel hebben wij eenige ondervinding opgedaan; zij
heeft, dunkt ons, geen bemoedigend resultaatgegeven.
De toestand van den heer Thorbecke zoo meldt
men ons heden uit den Haa is zeer zorgelijk; de
krachten nemen voortduren d