MIDDELBURGSCHE COURANT. F 81. 1872. Vrijdag 5 April. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m.francois f 3.50. Middelburg 4= April. ONZE POLITIEK. Wij braken onze beschouwingen bij het koloniaal vraagstuk af, in welks midden wij gevallen waren door het bespreken der financieel» verhouding tus- schen den Nederlandschen staat en zijne overzee- sche bezittingen. De eigenlijke koloniale quaestie reduceert zich tot een vraag van financieel beheer en tot een economisch vraagstuk. Tol oplossing der eerste vraag wezen wijzooveel ons bestek toeliet, den weg; het economisch vraagstuk is evenmin moeilijk te vinden. Zal men het oud en verouderd cultuurstelsel op Java volhouden en aldus langs indirecte wegen, niet zonder eenige dwang op de bevolking, willekeur en dwang zijn natuurlijke en noodwendige gevolgen van staats- landbouw en door ambtenaren bestuurde industrie de bijdrage zoeken die den staat van Indië toe komt dan wel zal men ook in het Oosten den weg inslaan die onder alle hemelstreken cle zekerste is, die tot welvaart en ontwikkeling leidt? Plet ant woord valt gemakkelijkhetzij men de vraag aldus stelle of wel in dezen vormbehooren alleen de belangen van de schatkist de koloniale politiek van Nederland te beheersclien, of wel moet de regee ring zicli zoowel daar ginds als hier te lande af vragen wat haar plicht jegens de bevolking mede brengt, en dien plicht vervullen met inachtneming van den bijzonderen toestand des lands? Hierin ligt eigenlijk de koloniale quaestie. De tegenstel ling van liet verouderd en een nieuw koloniaal systeem is in dit dilemma te vindende keuze naar den besten weg kan verder niet twijfelachtig zijn. Maar met die keuze is niet alles gedaan. Ons parlement heeft voor een twaalftal jaren hij de ver werping der begrooting van den minister Rochussen reeds gekozen; en toch verdient liet op verre na den lof niet van getoond te hebben dat liet werke lijk op den nieuwen weg besliste stappen voorwaarts wil doen. Ook de pogingen der regeering bleven uit, of waren krachteloos; inderdaad past op liet koloniaal debat in de staten-generaal het woord parlafje dat Tliorbecke voor eenige jaren tot veler ergernis uitsprak. Men moet wel in het oog houden dat de bevol king onzer bezittingen bestaat uit twee scherp afgescheiden deelen, de eigenlijke inlandsche (Azia tische) bevolking en de Europeesclie maatschappij, gevormd door de alom verspreide ambtenaren van den staat, en door industrieelen en kooplieden. Niet alleen bestaat de verplichting om op den eigen- aardigen toestand en geheel verschillende belangen dezer beide elementen bij <le wetgeving te letten; op ieder gebied moet de staat steeds voor oogen houden welke verplichtingen liij jegens de eene of andere categorie der bevolking- te vervullen heeft, welke eischen hij in billijkheid aan beiden stellen kan. Nu is het treffend met hoe ongelijke maat Nederland hier meet. Terwijl voor cle belangen van industrie en handel (getuige de suikerwet!) zeer onbekrompen gezorgd wordt, staat de zorg- voor welvaart en ontwikdeling van den inlander ver op den achtergrond; en deze onbillijkheid wordt nog zooveel te schreeuwenderwanneer men in het oog houdt dat de eiscli om bij te dragen in de staatshuishouding bijna uitsluitend aan den inlander wordt gesteld. Terwijl de inlandsche be volking èn door verschillende heffingen èn dooi de cultuurdiensten wordt gedrukt, zijn de Euro peanen op Java van alle directe belastingen vrij, dragen zij niet verder bij in de kosten dei- gemeenschappelijke huishouding dan door de ver ponding, het onbeduidend recht op de paarden en de in- en uitgaande rechten. De reden voor deze verregaande onbillijkheid is misschien te zoeken in de omstandigheid dat de Europeanen in Indië beschikken over dagbladen, wier stern zeer luid klinkt en zeer invloedrijk schijnt; den inlander ontbreekt 't daarentegen aan organen en aan ver standige voorstanders zijner belangen. Dit moet anders worden. Het gelieele Indisch financieel stelsel rust op een vicieus, onzedelijk beginselzoodra het land een billijk plantloon voor de koffie betaalt, valt het zoogenoemd batig slot niet alleen weg, maar een deficit zal verschijnen. Allereerst is daarom voor Indië noodig verbete ring- der financiën; men voere een patentbelasting voor de Europeanen in (thans betalen haar alleen de inlanders), men ga krachtig voort met de her ziening van de landrente, en bestede de opbrengst of verhoogde opbrengst dezer middelen tot afschaf fing van alle heerendiensten en tot geleidelijke, stelselmatige verliooging van liet plantloon. Voor den aanleg van spoorwegen en verbetering van havenwerken zij men niet beschroomdzoo noodig buitengewone middelen tc zoeken; het krediet van Nederland blijft daarbij natuurlijk borg. Daarne vens ondersteune de staat onbekrompen eene ver standige kolonisatie van uit Nederland naar Java en Sumatra. Voor alles zorge men voor liet onder vijs van den inlander; wat daarvoor tot heden gedaan werd beduidt hoegenaamd niets in verhou ding tot liet verzuimde. Verder ga men voort op den weg dien de minister de Waal, door de scheiding der administratieve van de rechter lijke macht, insloeg; men besnoeie de bevoegdheid der hoofden van gewestelijk bestuur en geve op de hoofdplaatsen, of waar de Europeesclie bevolking tot zeker cijfer geklommen is, zekere mate van zelfregeering door oprichting van gemeentebesturen, niet onder de orders van den resident of hem ter raadpleging toegevoegd, maar met bepaalde attri buten; met eene plaatselijke begrooting en de be voegdheid om ter voorziening in lokale behoeften, bijv. opcenten op de patent-belasting (zoo van Europeanen als van inlanders), en op het hoofdgeld der Cliineezen te heffen. Langs dezen weg zal de Indische begrooting aanzienlijk kunnen ontlast wor den; veel werken van plaatselijk nut zullen onein- j dig beter en spoediger verricht, veel takken van dienst, bijv. het zoo verwaarloosd politiewezen, beter georganiseerd worden dan onder liet gouver nemen ts personeel der residenten. Ook ten aanzien eener in waarheid Nederland- sclie kolonie, tot heden als stiefkind behandeld, Surinamevolge men eene vrijgevige politiek. Daar overheerscht het planters-element alles; enkel en alleen aan de belangen der planters worden regee- ringsmaatregelen getoetst; aan de toekomst dei- kolonie denkt men niet. De planters vreezen met groote vreeze dat met den geheel vrijen arbeid (na 1 Juli 1873) hun suikerplantages te gronde zullen gaan. Het werk is er zwaar, de behandeling niet best; zoodra de dwang tot werken vervalt, die vroeger wettig' op de slaven en (dank zij de welwillende medewerking der ambtenaren van liet staatstoezicht.) ook later onwettig- op de ge- emancipeerden werd uitgeoefend, vreest men met recht dat de vrije arbeiders liever andere bezighe den zullen zoeken. Daarom dringt men aan op immigratie, toevoer van zoogenaamde vrije arbei ders, die zich tot eenige jaren plantage-arbeids ver binden en door politiegeweld tot werken kunnen gedwongen worden. Met deze bedoeling is immigra tie niets anders dan vermomde slavernijde regee- ring mag haar niet zelf ondernemen noch begun stigen, gelijk verlangd wordt; ze behoort daarente gen uiterst gestreng toe te zien dat de planters de voor eigen rekening ingevoerde immigranten naar belmoren behandelen. Geheel andere middelen tot regeneratie dier kolonie moeten worden aangevat: bevordering- eener verstandige kolonisatie vanJNeder- landers, het trekken der overbevolking van som mige Antillen naar Suriname door afstand van gronden en andere voordeelenontwikkeling einde lijk van den vrijen nijveren burgerstand uit de geëmancipeerden gesproten, bij wiens welvaart de toekomst van Suriname te zoeken is, doch die dooi de eigen baatzuchtige plantersregeering geminacht Wordt en verwaarloosd. Vlissiugen heeft een zoo feestelijk aanzien alsof de groote herinneringsdag reeds was aangebroken. Uit meest alle woonhuizen wapperen de vlaggen en vele zijn bo vendien met groen en lofwerk versierd. Een groot deel der straten, pleinen en kaaien zijn met masttakken beplant; hier en daar worden eerebogen opgerichtop de Groote markt verrijst een nette muziektempel; voor vele ge bouwen ziet men reeds toebereidselen voor de illumi natie en zoo getuigt alles van de zucht der ingezetenen om het feest zoo luisterrijk mogelijk te vieren. Reeds verscheiden avonden gaf zich de feestvreugde lucht door liet afsteken van voetzoekershet schieten met pis tolen enz. Maandag avond werd reeds eene zanguit voering van de kinderen der Christelijke school gegeven, die getuigde van den volhardenden ijver waarmede de hoofdonderwijzerde hee.x H. F. van Rosmalenzich toelegt om zijne leerlingen ook liefde voor het schoone in te plantenen Dinsdag avond werd in bet schoollokaal een dramatische voordracht gehouden door den heer P. K. Dommissepredikant te Oostburgwelke de wor ding der hervormde kerk in Vlissingen, ten onderwerp had, afgewisseld door den zang (gemengd koor) van een vijftiental muziekliefhebbers; voordracht en zang hebben uitstekend voldaan. Woensdag avond heeft eene herhaling plaats gehad van de zanguitvoering van Maandag, terwijl heden avond weder eene voordracht gehouden wordt, afgewisseld met zangwaartoe de genoemde muziekliefhebbers op dringende uitnoodiging zich nog eenmaal bereid hebben verklaard. Het deco ratief der school, door den hoofdonderwijzer zelf ont worpen, was zeer schoon. De leden der sociëteit de Unie brengen heden avond met fakkels en muziek eene ovatie aan het standbeeld van de Ruijter, en uioi-ge'n avond zal tot inleiding van het feest in den Prinsen tuin een concert worden gegeven door het muziekkorps van het regiment veld-artillerie. Overigens vermeldt het feestprogramma muziek-uitvoeringen door verschil lende korpsen te geven. Wij kunnen er nog een paar nommers, buiten de bemoeiingen der feestcommissie vallende, aan toevoegen, n.l. de feestrede in den voor middag in de Groote kerk te houden en de inspectie dei- schutterij en parade van het garnizoen. In een buitengewoon nommer van het Algemeen nieuws- en advertentieblad van Zeeuwscli Vlaanderen op oranje-papier gedrukt, worden verslagen gegeven van de feestviering op den len April te Neuzen, Axel, Zaamslag en Hoek. De deelneming aan het feest was in die plaatsen algemeen en er heerschte een recht vroolijke vaderlandslievende stemming. Godsdienstige herdenking van de gebeurtenissen in 1572, gevolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1