1° 79. MÏDDELBURGSCHE Woensdag 1872. COURANT. 3 April. Difc blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2cn Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m.franco, is ƒ3.00. Middelburg 2 April. ONZE POLITIEK. Wanneer wij liet oog slaan op onze binnenland- sche aangelegenheden, dan rijst allereerst de vraag: wat tot hervorming van ons rechtswezen sedert 1848 is tot stand gekomen? Hierop past een treurig antwoord. Hoewel bijna ieder opvolgend minister van justitie zijn wetsontwerpen nopens rechterlijke organisatie, rechtsvordering en strafvordering aan de stat en-generaal indiende, leven wij nog altoos onder eene op vreemde beginselen steunende en op andere dan onze nationale behoeften en toestanden ingerichte wetgeving. Ons parlement, hoezeer in meerderheid liberaal, deed niets af, ofschoon ieder zijner leden overtuigd zal zijn dat onze tegenwoor dige rechtsinstellingen ver verwijderd zijn niet slechts van de volmaaktheid, maar van de meest bescheiden eischen van onzen tijd. In plaats van goedkoop en snel, is ons burgerlijk recht, niette genstaande de vele ambtenaren, duur en langzaam. Bekorting der instanties en termijnen vereenvou diging van procedure, inkrimping van personeel met ruimer bezoldiging zijn hier allereerste ver- eischten. Met het strafrecht ziet het er nog veel treuriger uit; het Napoleontisch strafstelsel, de ongelukkige preventieve gevangenis, de onwettige handelingen der politie, ziedaar punten bijna dage lijks onder de oogen van het publiek gebracht, en waarvan de bezwaren niet weg te nemen zijn door partieele wijzigingen van den Code Pénal, door interpellaties in de kamer, nocli door circulaires van ministers. Wetten moeten er zijn, op nationale beginselen gebouwd, waarbij in plaats van liet uit zijn verband gerukt stelsel van den Code Pénal, een met tijd en volksaard strookend stelsel van straf recht wordt ingevoerd, waarborgen worden gegeven tegen het lang voortsleuren van vervolgingen en het misbruiken der preventieve gevangenis, en waarbij de bevoegdheid geregeld wordt der politic. Wij leven onder eene grondwet, aan wier bepalingen in veel op zichten onze politieke toestand ontwassen ismaar in de zaak van het rechtswezen zijn wij het die ach terlijk zijn gebleven. Drie en twintig jaren lang hebben wij verzuimd liet voorschrift op te volgen, 't welk de behoefte aan verbetering op dat gebied uitdrukt. De door ous gewensehte invoering van den alge- meenen dienstplicht, die het leger in een geheel nieuwen socialen toestand brengt, vereischt verder de opheffing' van het forum privilegiatum tnilitum. Alle delicten onder de wapenen bedreven moeten berecht worden door den gewonen strafrechter; alleen kleine overtredingen van discipline worden, ook in vredestijd, door den militairen rechter beoor deeld. Wat in tijden van oorlog recht is, moet eene afzonderlijke wet regelen, tegelijk met den staat van beleg. Ten aanzien der kerkgenootschappen gelde het beginsel van onthouding. Geenerlei inmenging van de regeering in zaken van beheer en godsdienst, geen bekostiging door den staat van een toezicht door de kerk zelve gehoudenaan de subsidiën I worde paal en perk gesteld. De Zondagwet schaffe 1 men af, en belioude (in liet wetboek van strafrecht) alleen bepalingen tot bescherming der vrijheid van I godsdienstoefening van alle gezindten of godsdien stige en kerkelijke genootschappen. Onze tegenwoordige organieke wetten berusten, j 1 ook al toonde de practijk hier en daar gapingen of fouten aan, over beu algemeen op goede grondsla gen; haar gebreken en wij hebben hiermede vooral provinciale wet, gemeentewet en wet op den I raad van state op liet oog' zijn niet van dien aard dat herziening gebiedend vereischt wordt, hij het vele dat nog op wetgevend terrein te doen valt. Wie ons echter niet voldoet, is de kieswet. Ons kiesstelsel eisclit dringend verbetering, zoowel op het punt der kiesbevoegdheid als op dat dei- wijze van stemming. Wij zijn geen voorstanders van het algemeen stemrecht; niettegenstaande de census hier en daar zeer hoog ishebben wij reeds maar al tc dikwijls over gedane keuzen te blozen en leert ook de ondervinding in andere landen dat, j al moge liet algemeen stemrecht in 't afgetrokkene j billijk en rechtmatig zijnde tijd nog in lange niet gekomen is voor de toepassing. Beperking van liet stemrecht is dus noodigmaar geen beperking door het eischen van een census nlleen tot de meer ge- goeden. Wij keuren liet algemeen stemrecht o. a. af omdat de minder ontwikkelde klassen der maat- schappij geen aanspraak hebben op een recht, tot welks uitoefening zekere mate van ontwikkeling en een zelfstandig' gevormd oordeel noodig isop dien- zelfden grond, willen wij het kiesrecht gebracht hebben tot hen die deze noodige eigenschappen be- j zitten. Bekwaamheid en gegoedheid stellen wij dus evenzeer als grondslagen voor kiesbevoegdheidwij willen haar verleenen niet slechts aan de betalers van zekeren census, maar aan de ontwikkelden in den lande (mannen)ook al betalen zij dien census niet. Noem alle gegradueerden aan eene inrichting van liooger of middelbaar onderwijs, hoofdonderwij- j zers, ambtenaren van zekeren rang en gij zult al voortgaande eene volledige lijst vormeudie den i wetgever tot richtsnoer strekken kan. Buiten den census kan men niet blijven. Hoe anders te bande- j len met lien dienoch gegradueerd noch in ambte lijke betrekking, toch genoeg ontwikkeld zijn om van het kiesrecht een verstandig gebruik te maken Het aantal der zoodanigen is onder de tegenwoor dige kiezers zeer groot. Maar hier loopen wij alweer op de grondwet vastmet liaar in de hand (doch stellig tegen haren geest) kan men desnoods door het geheele land heen den census op 20 stellen, maar de bevoegd heid om de ontwikkelden afgescheiden van dien census onder de kiezers op te nemen, de grond- j wet onthoudt ons die. Willen wij het onderwerp i dus goed en eerlijk regelen, dan moet de grondwet j gewijzigd wordenin afwachting daarvan kan door j wijziging van den census-tabel alvast de sclireeu- wende ongelijkheid worden weggenomendie tegen- woordig vele ontwikkelde en nijvere burgers der groote steden achter de kiezers plaatst, en liet kies recht toekent aan een aantal bewoners van het I platte landwier ontwikkeling nog niet eens zóóver j reikt dat ze zelf op liun stembiljet, den naam kun- nen invullen van den man dien zij waardig keuren over 's lands hoogste belangen te beraadslagen in j de tweede kamer. Ook in de wijze van benoeming der kamerleden j moet verandering komen. De vraag of de staten- j generaal tegenwoordig inderdaad liet gansche Neder- j landsche volk vertegenwoordigen laten wij op zijde, I maar vragen ieder oprecht en gemoedelijk liberaal j of de 44 liberalen die de tweede kamer telt tot de j voortreffelijkste zijner partij belmoren? of kan een eerlijk conservatief volhouden dat zijn 16 geestver- i wanten in de kamer waarlijk de 16 uitstekendste conservatieven des lands zijn? zullen de anti-revo- I I lutionairen en ultramontanen niet volmondig toegeven dat er mannen in Nederland gevonden worden, dooi-,voorlijkheidtalenten en ijver voor hunne beginselen meer berekend voor de eer om de repre- sentative men der hunnen te zijn, dan allen, of j althans sommigen hunner geestverwanten in het j parlement? Veel is hier te verbeteren door eenbe- j tere organisatie van bet werk der verkiezingen in I de kiezers-vereenigingenmaar wij gelooven niet I dat de kiezers hier alles kunnen doen. De wet j moet hun te hulp komen, en, door verandering in de wijze van stemming, den draad der verkiezingen uit de handen nemen der enkele weinige leiders, j die haar thans beheerschen. j Vóór alles is op liet. gebied der bmnenlandsche wetgeving' te zorgen voor uitbreiding van liet onder wijs. De regeling van het hooger onderwijs moet eindelijk plaats hebben; daarmede is reeds te lang getalmd, zelfs door ministers die door de stem des volks aangewezen waren om althans deze regeling- tot stand te brengen. Middelbaar onderwijs blijve het onderwerp van de voortdurende zorgen der re- geering. Zij zie toe dat het niet ontaarde in een geestdoodend opvullen der hersenen met onverteer bare geleerdheid, maar zorge dat liet een kracht worde tot nationale welvaart; zij brenge het mid delbaar onderwijs, volgens de bedoeling der wet, meer binnen het bereik van den handwerksman dan thans op vele plaatsen geschiedt; zij organiseere flink en onbekrompen het middelbaar onderwijs van de vrouw, en zij bewijze aan het land eindelijk dc weldaad van een wetenschappelijk landbouw onderwijs. Dat wij op het punt van het lager onderwijsde openbare gemengde school willen handhaven met een onverzettelijk non possumus tegen alle kerke lijke agitatie, behoeven wij wel niet te zeggen. Wij vermelden 't omdat wij oordeelen dat op dit ge bied meer gedaan moet wordenomdat de lagere school naar onze meening niet genoeg' geeft, en ze alleen vruchten kan dragen zoo van den eenen kant gezorgd wordt voor zooveel mogelijk kosteloos onderwijs, en van den anderen gewaakt tegen het geheel schoolverzuim en liet vroegtijdig- verlaten dei- school. Kan dit laatste werk door particulieren worden verrichtzooveel te hetermaar dan steune de staat door doelmatige bepalingen de particuliere krachten. De ontwikkeling van allen, zoo veel de omstandigheden dit slechts toelatenis een zoo onmisbare levensvoorwaarde voor den staatdat hij zicli groote opofferingen voor dit doel opleggende, tegelijk door gepaste maatregelen zorgen moet dat van de gegeven gelegenheid ruimschoots gebruik worde gemaakt. Hoewel Middelburg niet voorkomt, op de lange lijst der gemeenten in ons vaderland waar gisteren de ge beurtenissen van 1 April 1572 op zeer luisterrijke wijze zouden gevierd worden, ontbrak het toch ook hier geenszins aan een blijmoedige, feestelijke stemming. Reeds vroeg in tien morgen wapperden vlaggen en wimpels van de openbare gebouwen en uit de woningen der ingezetenen. Te 8 uren in den morgen en te 3 uren in den namiddag werd liet carrillon van den Ab dijtoren bespeeld. In de verschillende protestantsche kerken waar in den voormiddag godsdienstoefeningen werden gehoudenwerd het feest van den dag door de predikanten met warmte herdacht; in sommigen wer den op het orgel nationale volksliederen gespeeldin eene zelfs het „Bescherm, o God, bewaak den grond!" enz. door al de aanwezigen staande gezongen. Maar vooral voor de schooljeugd was het een feest-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1