MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
F 78.
laandag
1872.
1 April.
Dit blad, verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m. 5 francois f 3.50.
Middelburg 30 Maart.
Moet de verbinding van Walcheren aan den vasten
wal, aan liet Europeesclie spoorwegnet, welke wij
eenige dagen geleden gevierd hebben, in Middel
burg in meer dan een opzicht verandering teweeg
brengen, ook op de Middelburgsche courant zal zij
niet zonder invloed blijven. Mogelijk nam deze reeds
vroeger te weinig deel aan de bespreking der
gemeenschappelijke belangen, maar de omstandig
heden waren daarvoor dan ook verre van gunstig.
Dat hare wellicht te groote reserve zou moeten
geweten worden aan gebrek aan overtuiging, kan
niemand onderstellen van een blad dat sedert tal
van jaren onder dezelfde leiding onafgebroken, zij
het dan ook niet in uitvoerige beschouwingen,
dezelfde beginselen beeft voorgestaan. Ook van te
veel angstvalligheid in het uitspreken harer over
tuiging, waar zij dit nu en dan nuttig achtte, zal
de redactie der Middelburgsche courant, door hen
die aan dat blad eenige belangstelling gewijd hebben
niet wel kunnen verdacht worden. De oorzaak lag
dan ook elders: men zoeke haar grootendeels in
den twijfel of hare zwakke stem wel ver genoeg zou
doordringen om eenig nut* te stichten. Dat zij
in dit opzicht eene overwinning op haar zelve
behalen en dien twijfel naar den achtergrond drin
gen moest, werd haar echter in den laatsten tijd
meer en meer duidelijk. Met name waren het enkele
verschijnselen die op ons parlementair terrein wer
den waargenomen, welke haar levendig herinnerden
aan den plicht dat wie tot den strijd geroepen is,
wie daarvoor de wapenen in handen heeftdeze met
moed behoort te lianteeren, zonder eerst te onder
zoeken in hoeverre zij er toe zullen kunnen bijdra
gen om den vijand te verslaan. Ziedaar de aan
leiding tot ons plan; de mogelijkheid om het
met goed gevolg te verwezenlijken, zien wij in de
gebeurtenis waarvan wij hierboven spraken, en die
er, naar wij hopen, o. a. toe zal bijdragen om
ons tot ruimeren kring toegang te verschaffen.
Toch is het niet tegen den stroom dat de Mid
delburgsche courant wat hare eigene positie betreft
behoeft in te roeienzij behoeft dien in zekeren zin
onder verbeterde omstandigheden slechts te volgen,
want niettegenstaande haar locaal karakter is, bij j
de geregelde toeneming van hei debiet in hare j
meer onmiddellijke omgevingde vermeerdering van I
het getal abonnés ook buiten Zeeland vooral in j
de laatste jaren sterker geweest dan zij had
kunnen verwachten.
Bij hoogere eischen welke de redactie zich thans
meent te moeten stellen, zal haar werkkring in
andere opzichten eenigermate beperkt worden. Aan
verslagen der zittingen van de gemeenteraden van j
Middelburg en Ylissingen zal niet langer zoo groote
uitbreiding kunnen gegeven worden. De volledige I
opgaaf der door de Middelburgsche rechtbank uit
gesproken vonnissen zal achterwege moeten blijven1
maar aan andere rubrieken zullen de lezers aan-
merkelijk winnen.
Dat ook thans de eerste zorg van de Middelburg- j
sche courant wezen zal hare onafhankelijkheid van
karakter te bewaren, behoeft nauwelijks gezegd te
worden. Eene bepaalde partij te dienen ligt even- j
min in haar verleden als in hare toekomsttot geen
enkel lid van het parlement stond of staat zij in betrek-
king. Het zij echter verre dat zij ten opzichte der
politiek haar kracht zou zoeken in isolement, over
welks opheffing in anderen zin zij zich thans zoo
zeer verheugen magde stem waarvoor zij gehoor i
vraagt, is niet die van een enkele, maar van meer
deren; maar zij wensoht zaken en toestanden te
beoordeelen zooals die zich aan haar voordoenafge
scheiden van het belang van personen en ook van
dat van georganiseerde partijen in het parlement.
Onafhankelijkheid van karakter zal vooral noo-
dig zijn waar men zicli voorstelt te onderzoeken
in hoeverre de liberale beginselen hier te lande in
de laatste jaren werden in practijk gebracht; in
hoeverre het welbegrepen belang van den staat
eene andere oplossing der hangende quaesties eischte
dan het Nederlandsch parlement met zijne liberale
meerderheid, meestentijds door een liberaal minis
terie voorgelicht en geleiddaaraan gegeven heeft
in hoeverre, eindelijk, en op welke wijze hetgeen
verzuimd of in ongewenschten zin beslist is nog in
te balen of te herstellen valt.
Wij hopen de meening die wij zullen trachten
ingang te doen vinden, voor te staan met den na
druk die het kenmerk is eener innige overtuiging.
Mochten zij wier politiek wij moeten bestrijden ons
kunnen aantoonen dat wij in bepaalde gevallen in
botsing komen met liet liberale grondbeginselvoor
iedereen, zonder onderscheid voor zoover dit niet
schaadt aan de vrijheid van anderen individueele
vrijheid van beweging en uiting der gedachten,
opening van de ruimste gelegenheid tot ontwikke
ling op elk gebiedwij zullen alsdan bereid zijn
ons ongelijk te erkennen en ons oordeel te wijzigen.
Docli wij vragen overweging onzer woorden zonder
parti-pris. Bij een zoo gewichtige zaak als de toe
komst der liberale beginselen in ons vaderlandmag
coteriegeest gezond oordeel niet vervangen; open
hartigheid, gemeen overleg en vertrouwen moeten
daar de gedachtenwisseling beheerschen.
Tot deze mededeeling zouden wij ons kunnen
bepalen en nu, zonder meer, overgaan tot de be
handeling van een der vraagpunten van den dag,
ware het niet dat wij er hoogen prijs op stelden
steeds goed te worden verstaan. Hoofdzakelijk dus
opdat het den lezer duidelijk zij waar wij heen
willenwat eigenlijk ons doel iswanneer laterhij
het bespreken van bepaalde onderwerpen, de zucht
om beknopt te zijn niet altijd opzettelijke verwij
zing naar de hoofdbeginselen toelaatgeven wij
in groote trekken eene uiteenzetting van
ONZE POLITIEK.
Onder de beginselen, wier handhaving stellig ieder
politiek man in Nederland moet vooropstellen en
die dan ook in de vlag van ieder nationaal gezinde
partij, liberalen, conservatieven en antirevolutio
nairen, geschreven staat, behoort allereerst de
handhaving van de onafhankelijkheid des lands.
Dit beginsel stelt aan regeering en natie van een
kleinen staat eigenaardige eischen, waarop geen
afdingen mogelijk is. De beide afgeloopen jaren ge
tuigen dat ook in onze dagen van verlichting en
verbroedering der volken het recht van den sterkste
nog even goed als laatste argument geldt als in de
naclit der middeleeuwen. Zoowel de handelingen
der diplomatie met haar tractaten en congressenals
de argumenten van staal en lood in den oorlog, zijn
een consequente toepassing van het beginsel dat de
sterkste doet wat hij wil en dat de zwakkere moet
toezien of het slachtoffer worden. Bij het opvolgend
absorbeeren van vele kleine staten van Europa
schijnt dit beginsel voor de weinige overblijvenden
een dagelijksch gevaar. Wilden wij 't bij deze op
pervlakkige beschouwing laten, moedeloosheid zou
liet natuurlijk gevolg zijn; alle pogingen tot verze
kering van 's lands onafhankelijkheid worden met
dat gevoel hopeloos. Zij die ronduit verklaren of
innig overtuigd zijn, dat Nederland zijn noodlot
van annexatie bij het Duitsche kekerrijk niet kee-
ren kan, en daarom bijvoorbeeld uitgaven voor de
defensie, als volkomen overtollig, afkeuren, han
delen verstandig en oprecht met hun aanstaand vader
land terstond op te zoeken. Zij behooren niet meer
thuis in Nederlanddat de fiere woorden van Groen
van Prinsterer „we willen niet geannexeerd wor
den" als devies moet voeren.
Bij eene aandachtige beschouwing van de in de
laatste jaren volbrachte absorbatie van kleine sta
ten blijft echter voor die moedeloosheid weinig
reden meer over. In Duitschland en in Italië zag
men de wijze waarop zij geschiedde laten wij
thans onbesproken de vervulling eener jaren
lang gevoelde en jaren lang onderdrukte behoefte
aan nationale eenheid: de vorming van het éene
Duitsche rijk, van het éene koninkrijk Italië, zie
daar wat de laatste tijd ons te aanschouwen gaf.
Ligt in dit streven voor ons vaderland gevaar?
Integendeel, onder zekere voorwaarde zien wij er
een waarborg onzer integriteit in. Dezelfde reden
van nationale eenheid die de oplossing van Han
nover, Hessen en Nassau in Pruisen motiveert,
nationale eenheideischt de integriteit en de natio
nale onafhankelijkheid van Nederland. De voor
waarde waarop wij doelen is het versterken onzer
nationaliteit. Hiertoe mede te werken is de eerste
plicht van regeering en natie. In hmnenlandsche
aangelegenheden behoort eene verstandige regeering
in de eerste plaats het oog te houden op alles wat
vereenigt, niet verdeelt; de opvoeding der burgers
van den staat tot zelfstandigheid en volkomen vrij
heid worde zoo veel mogelijk aangemoedigd en
geleidalle uitingen van nationaliteit late men vrij
van eenige belemmering. Ook naar buiten, in de
betrekkingen met andere mogendheden, worde het
zelfde beginsel in aclit genomen. Wij zijn in liet
minst geen vrienden van bravade-politiek, van inter
venties of van eene bemoeizieke diplomatie, maar
wij geven den tegenwoordigen minister van buiten-
landsclie zaken (in zijne verdediging van het be
houd der Nederlandsche missie bij 'den paus) in
't geheel niet toe dat Nederland's roeping op inter
nationaal gebied behoort te bestaan in het navolgen
wat de groote mogendheden doen. Juist in de
tegenwoordige tijden heeft een kleine staat hooge
verplichtingen in den raad der mogendheden te
vervullen. Hij zorge daar tegenover het recht van
den sterkste te staan als vertegenwoordiger van het
recht van het reclit; vooral Nederland met zijn
groot verleden, de bakermat van vrijheid op elk
gebied, koine waardig op waar de eeuwige begin
selen van vrijheid en recht werkelijk worden ge
schonden of bedreigd. Juist de kleinheid van den
staat zal aan zijne stem die moreele kracht bijzet
ten die niet steunt op bajonetten en getrokken ge
schut, maar op overtuiging en rechtsgevoel.
En wanneer eenmaal, om welke reden dan ook,
ons land zelf mocht bedreigd worden door een mach
tiger staatdan moet het gansclie volk dc wapenen
kunnen opvatten om voor huis en haard te strijden.
Geen groot staand leger hebben wij noodig, zooals
waar een impopulaire oppermacht door geweld moet
worden staande gehouden, of waar behoefte bestaat
aan buitenlanclsche oorlogen om van tijd tot tijd
aan de woelzucht eener wispelturige bevolking aflei
ding te verschaffenwij moeten zorgen voor onze