MIDÖELBURGSCHE
COÜRAN T.
Gemeente-Belastingen.
N° 74.
Woensdag
1872.
27 Maart.
Kohier voor de plaatselijke directe belasting
op de inkomsten over 1872.
De Burgemeester en Wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat het kohier voor de plaatselijke directe belasting
op de inkomsten, over het jaar 1872, waarvan de heffing
is goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 23" De
cember 1871 n*. 31, ingevolge art. 264 der gemeentewet,
voorloopig door hen is vastgesteld en gedurende veer
tien dagen, aanvangende Dinsdag den 26 Maart a.,
voor een ieder op de gemeente-secretarie zal zijn ter
lezing nedergelegd en aldaar in druk verkrijgbaar ge
steld, tegen betaling van 25 cent per exemplaar.
Hiervan is op heden afkondiging geschied waar het
behoort.
Middelburgden 25 Maart 1872.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
SCHORER.
Do Secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
töinmnlanü.
Middelburg 26 Maart.
Bij besluit van den raad der gemeente Serooskerke
(Walcheren) is benoemd tot secretaris dier gemeente de
heer m'. F. M. C. van Deinse, advocaat te Middelburg.
Bij resolutie van den minister van financiën van den
25" dezer is bepaald, dat het ontvangkantoor der directe
belastingen en accijnsen te 's Gravenpolder c. a. (Zee
land), waaraan een vast traktement van f 1200 's jaars
en f 360 bureaukosten is verbonden, in de achtste
klasse blijft gerangschikt. Staats-cour
De vorige week meldden wij dat te Goes eenige hee-
ren de leiding op zich genomen hadden van een feest op
1 April a., althans wanneer zij de noodige medewerking
mochten ondervinden. Zoo men zich met die medewer
king had gevleid, dan is men in zijne verwachting deer
lijk teleurgesteld. Bedoelde heeren maken namelijk bij
advertentie in de Goesche courant van heden bekend,
dat „bij gebrek aan genoegzame geestdrift, die zich door
geldelijke bijdragen uit, het voorgenomen eeuwfeest te
Goes zal moeten worden uitgesteld tot een vol
gende eeuw."
Het gezamenlijk bedrag der giften, door 63Goesenaren
bijeengebracht, is f 93.75, met inbegrip van f 20
door éen persoon geschonken. De commissie zal die gel
den onder dankbetuiging aan de inschrijvers terugzen
den, en acht zich gerechtigd haar taak neder te leggen.
Gisteren is te Amsterdam de buitengewone vergade
ring van aandeelhouders in de stoomvaartmaatschappij
Nederland gehouden, die zeer talrijk bezocht was. Een
voorstel van vijf Rotterdamsche aandeelhouders, waar
van de hoofdstrekking was om voor de maatschappij
geen vaste cargadoors aan te stellen, werd uitvoerig
besproken. De heer Fransen van de Putte stelde daarna
voor, om de voorgedragen wijziging der statuten, voor
zooveel betreft artt. 3 tot 8, goed te keuren en alzoo toe
te stemmen in de voorgestelde leening van 34 millioen;
en voorts om uit de aandeelhouders eene commissie van
5 leden te benoemen, die, in overleg met het bestuur,
vóór of op 1 Juni a. een voorstel tot wijziging der statuten
zou doen. Dit voorstel werd bij acclamatie goedgekeurd
nadat de Rotterdamsche heeren het hunne hadden inge
trokken. Alleen over het voorstel der leening werd hoof
delijk gestemd, wasrvan de uitslag was dat het met
334 tegen 27 stemmen werd aangenomen.
Tot leden der bedoelde commissie zijn benoemd de
heeren Pincoffs, Fransen van de Putte, jonkheer C. Hart-
sen, N. G. Pierson en P. H. Holtzman.
In de heden gehouden zitting der provinciale staten
van Zuid Holland werd, bij derde stemming, tot lid van
gedeputeerde staten gekozen mr. C. W. Hubrecht te
Leiden.
In het bijvoegsel tot de Staatscourant van heden
worden medegedeeld vier staten, houdende bijzonder
heden aangaande de landverhuizing uit Nederland in
1871. In het geheel zijn dat jaar uit Nederland vertrok
ken 742 hootden van gezinnen en op zich zelf staande
personen, waarvan 112 uit Zeeland. Van laatstgenoem
den waren 20 meer of minder in de hoofdelijke omslagen
beschreven1 wordt opgegeven als welgesteld, 82 als
mingegoeden en 29 als behoef tigen; van 102 was het
doel verbetering der middelen van bestaan en van de
overige 10 het volgefi van familiebetrekkingen. Met
inbegrip der vrouwen, kinderen en dienstboden bedraagt
het aantal landverhuizers 2036, waarvan 321 uit Zeeland.
Benoemingen en besluiten.
schutterijen. Eervol ontslag verleend, op verzoek,
aan J. J. A. de Bock, als 2e» luitenant bij de dienstdoende
schutterij te Goes.
rechtbrlijkb macht. Benoemd tot rechter in de
arrondissements-rechtbank te Rotterdam mr. E. Bergs-
ma, thans rechter in de arrondissements-rechtbank te
Leeuwarden.
Kerknieuws.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her
vormde gemeente teGaast c.a. de heer Clinge Doorenbos,
predikant te Wilhelminadorp.
Rechtzaken.
Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft gisteren
de volgende arresten in hooger beroep uitgesproken.
Petronella Wilhelmina Goossenvrouw van J. Crom-
mich, oud 42 jaren, wonende te Vlissingen, was be
klaagd dat zij in den avond van 4 Januari jl. in hare
herberg te Vlissingen Jannetje C. Jonkers, moedwillig
bij het hoofd vastgegrepen en haar de haren uit het
hoofd getrokken heeft. Bij vonnis der arrondissements
rechtbank te Middelburg is zij schuldig verklaard aan
het moedwillig toebrengen van slagen en stootenzon
der dat hierdoor eenigerlei ziekte of beletsel van te wer
ken is ontstaan, en veroordeeld tot eene gevangenisstraf
van 15 dagen, in eenzame opsluiting te ondergaan, en
eene geldboete van f 8met subsidiaire gevangenisstraf
van éen dagmede in eenzame opsluiting te ondergaan,
alsmede in de kosten der procedure.
Op het door de veroordeelde en den officier van justi
tie ingesteld hooger beroepheeft het hof bovengemeld
vonnis bevestigd, met veroordeeling van de geïntimeerde
en mede-appellante in de kosten, ook op het hooger be
roep gevallen.
Petrus Hendriks, oad 28 jarenpolderwerker
wonende te Veerewas beklaagd dat hij tusschen den
16en en 26en December 1871, ten nadeele van Pieter
Koets, uit de door hem bewoonde keet onder Middel
burg, een blauw pilow onderbroek arglistig heeft weg
genomen en zich toegeëigend. Bij vonnis der arrondis
sements-rechtbank te Middelburg dd°. 1 Februari jl. is
hij vrijgesproken, de kosten te.dragen voor den staat,
doordien niet is bewezen dat de beklaagde het bovenge
melde feit met arglist heefd gepleegd. Op het door den
officier van justitie ingesteld hooger beroepheeft het
hof bovengemeld vonnis bevestigd, de kosten ook in
hooger beroep gevallen, te dragen door den staat.
Adriaan Tramper, oud 45 jaren, schaapherder, wo
nende te Hoedekenskerke, en Jan Roose, arbeider,
mede wonende te Hoedekenskerke, waren beklaagd
1 ter zake dat zij te zamen en in gemeen overleg op 1
Januari jl. in den loop van den avond-tegen den bri
gadier titulair der ryksveldwacbt te Hoedekenskerke
P. Walraven en den veldwachter dier gemeente M. Rijks
die hen wegens het schandaal dat zij veroorzaaktenuit
de herberg van A. van der Stil aldaar verwijderde en
hen tot rust brengen wilden, zich feitelijk en geweldda
dig hebben verzet, de eerste door P. Walraven te slaan,
te stompen en de nestels knoop en lis van diens jas af
te rukkende tweede door den gemeente-veldwachter
met geweld aan den hals vast te grijpen. Voorts dat zij
te zamen en in gemeen overleg, op genoemde plaats en
datum, den brigadier-titulair der rijksveldwacht voor
noemd die in de uitoefening zijner functiën hen uit
de herberg van A. van der Stel verwijderde en aan
maande om rustig te zijn moedwillig gewelddadigheden
hebben aangedaan, die bloedstorting en kwetsing
hebben voortgebracht, de eerste door hem te slaan, te
stompen op het hoofd in het aangezicht en tegen het
rechter scheenbeenen hem te bijten in den tweeden
vinger van de rechterhand; de tweede door hem tegen
een muur te werpen, te slaan en te krabben; terwijl de
tweede daarbij tevens de beleedigende woorden uitte:
„Hier heb ik die groomsche paap, kom, oom
Adriaan, help, dan zullen wij hem op zijn dspelen."
De eerste beklaagde bovendien, dat hij op genoemde
plaats cu datum J. H. Verplanke heeft uitgescholden
voor: „dief, je koeien en je schapen vreten half de ge
meente op, je bent een paapdat hij op bovengenoemde
plaats en datum, den brigadier titulair voornoemd,
in het openbaar ter gelegenheid van het uitoefenen
zijner functiën, toen hij hem had aangemaand zich kalm
te houdenheeft uitgescholden voor„dief, smeerlap,
„valsche eedzweerder." Bij vonnis der arrondissements
rechtbank te Goes, dd°. 5 Februari jl., zijn zij schuldig
verklaard, de beide beklaagden aan gewelddadigen en
feitelijken wederstand tegen bedienende beambten, han
delende ter uitvoering der wetten, gepleegd door twee
personen zonder wapenen, het moedwillig toebrengen
van slagen aau een bedienend beambte bij het waarnemen
van zijn dienst, waardoor bloedstorting en kwetsing is
voortgebrachtde eerste beklaagde bovendien aan het in
het openbaar aan iemand toevoegen van smaad-of scheld
woorden de ten laste legging van eene bepaalde ondeugd
behelzendetwee maal gepleegd; de tweede beklaagde
bovendien aau het met woorden beleedigen van een be
dienend beambte in functieen onder aanneming van
verzachtende omstandigheden voor wat den tweeden be
klaagde betreftveroordeeldde eerste tot gevangenis
straf van éen jaar, in eenzame opsluiting te ondergaan,
en tot betaling van twee geldboeten ieder van f 8, met
subsidiaire gevangenisstraf van éen d&g voor elke boete,
mede in eenzame opsluiting te ondergaanen de tweede
tot gevangenisstraf van vijftien dagenin eenzame op
sluiting te ondergaan, alsmede hoofdelijk in de kosten
van het rechtsgeding.
Op het door den eersten veroordeelde en den officier
van justitie ingesteld hooger beroep, heefthet hofboven-
genoemd vonnis vernietigd, en den beklaagde schuldig
verklaard voor wat de beide eerste feiten betreftaan
het op eene openbare plaats uiten van smaadwoorden
behelzende de te laste legging eener aangeduide ondeugd
voor het derde: aan gewelddadigen en feitelijken weder
stand tegen agenten der politie, handelende ter uitvoering
i der wetten, gepleegd door twee personen zonder wapenen;
1 voor het vierde aan gewelddadigheden tegen een agent
der openbare macht, waardoor bloedstorting en kwetsing
is veroorzaakt; en te dier zake, onder aanneming van
verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene
gevangenisstraf van drie maandenin eenzame opslui
ting te ondergaan, en in twee geldboeten ieder van f 8,
met subsidiaire gevangenistraf van éen dag voor elke
boete, mede in eenzame opsluiting te ondergaan, alsmede
in de kosten, zooin eersten aanleg als in hooger beroep
gevallen.