C OURANT. N° 70. 1872. Vrijdag 22 Maart. Middelburg 21 Maart. De leden van de eerste kamer der staten-generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Donderdag 4 April, des avonds te half acht uur. In de zitting der tweede kamer van heden heeft in antwoord op de interpellatie van den heer Nierstrasz, betreffende de deelneming van Nederland aau de te Weenen te houden internationale conferentie om mid delen te beramen tot wering der veepest, de regeering te kennen gegeven, dat aan die conferentie namens Nederland geen deel zoa worden genomen. Van verschillende zijden gaf de kamer daarover haar leedwezen te kennen. Eene motie van den heer Nier strasz om van de regeering overlegging van de in deze zaak gevoerde correspondentie te vragen, werd evenwel met 35 tegen 26 stemmen verworpen. Tegen morgen is o. a. aan de orde gesteld het wets ontwerp tot bekrachtiging eener overeenkomst met de Amsterdamsche kanaalmaatschappijdat tot wijziging van de postwet en eene interpellatie van den heer Fran sen van de Putte, betreffende de stukken over het middel der opium-pacht. Te VliBsingen is men reeds druk in de weer met het maken van toebereidselen tot een luisterrijke viering der gebeurtenissen van 6 April 1572. Nietonaardigishet bij deze gelegenheid eeusnate gaan hoe zoo al honderd jaren geleden het tweede eeuwfeest van dien dag daar gevierd is. Wij slaan daartoe de Middelburgsche couranten op van het jaar 1772 en vinden daarin een vrij uitvoerig verslag, dat wij ten dienste der belangstellenden, zooveel mogelijk metal de eigenaardigheden van spelling, interpunctie enz., hier laten volgen. Het begin van dit verslag komt voor in het nom- mer van den 9«n April; verder wordt telkens een klein gedeelte opgenomen, zoodanig dat eerst bet norn- mer van den 21" het slot bevat, 't Schijnt alzoo dat de lezers omtrent spoedige mededeeüng van gebeur tenissen vrijwat geringer eischen stelden dan tegenwoor dig, of althans dat hunne eischen minder vlug bevre digd werden. Vlissingbh, den 8. April. Eergisteren heeft men alhier het meer gemelde 200 Jaarige Jubel-Feest gevierd. Dien Dag, wegens de Aangenaamheid van het Weer, scheen Jong en Oud uittelokken om dezelve by te woo- nen: En inderdaad men zag aireede met het aanbreeken des Dageraads een Menigte Menscben, Groot en Klein, na Vtissings Muuren van allomme toevloeyen. Eer men binnen dezelve Vesting komen konde, vertoonde zig reeds een Vreugde Teken van een fraaye opgeregte Eere Poort voor de Ingang der Buitenplaats van een onzer Burgemeesterende Wel Edele Agtbaare Heeren Mp. Antkoni Fieler LambrecktsenAmbagts Heer van RiltJiem. Een Menigte op deze Wallen en overal zaara- gevloeid, om de Intrede der Statie te aanschouwen, deeden de Lugt als weergalmen: Blydschap en Verruk king scheenen zig in ieders Aangezigt en Hart geves tigd en geplant te hebben, om dien Dag heugelyk te vieren. Ras hoorde men het Geluid der Trommelen in de Stad van de in de Wapenen zynde en na hunne be stemde Plaatzen optrekkende Burger Compagnien met hunne aan het Hoofd hebbende Officieren. Toen de Tyd naderendewanneer des Morgens om 8 uuren uit Zeelands Hoofd- en Hof-Stad Middelburgvan de Kamers der Edele Mogende Heeren Staaten dier Provintie, in de Abdy, de Plegtige Deputatie, alle in 't Zwart en aldaar by den ander vergaderd, na hier vertrekken zoude, wagte men gemelde Staatie op het Plegtigste af. Een Compagnie in de Militaire Exercitie geooffende vrywillige Jopgelingen, na van 's Morgens ten 6 Uuren onder de Wapens te zyn geweest, in Uniforme op bunue Kosten uitgedost met blajwwe Lakenze Roklcen en jZilvere Knoopen en Witte Koussen aan en blauwe Granadiers Mutzen met Zilvcre Plaaten 'er voor en Zilvere Koorde omboord op het Hoofd en op zyn Gra nadiers met Knevels, aan welkers Front zig den Heer Capitein Major dezer Stad de Heer van Houten gelaarsd met een Hoed met een Zilvere Galon op 't Hoofd bevond, trok gemelde Gedeputeerde der Staaten te gemoet, welke Trein zig, aan bovengemelde Hofstede genaderd zynde, uit hunne Koetzen begaf en op het gemelde Hof eenige Ververschingen nuttigde, die aldaar op Order van gemelde Heer Burgemeester voor die Heeren waren toe- gesteld. Na dat dezelve Compagnie Volontairs, voor de Hee ren Gedeputeerde, bij het uittreden uit hunne Koetzen op bet gemelde Lusthuis, had gemancevreerdvatte dezelve aldaar Post, tot dat na weinig Tyds Verloop die Commissie zig weder in de Koetzen begaf, onder het andermaal verrigten van de Mancevres der Volon tairs, als wanneer dat Corps zig in twee Devisien sepa reerde, plaatzende zig de eerste, met den Majoor aan het Hoofd, voor de Trein, waarop voor de Eerste Koets de Zes Zeelands Staate Bood,ens, na hunne rang van Aanstelling, met de Hoed in dh Hand, volgden en agter de laaste de Stads Boodens der Zes in Staats Zitting hebbende Steden, uit ieder Stad eenmede met Ont dekten Hoofde, na Order der Stedensluitende de ande re Divisie die Statie, eh in diervoegen langzaaraerband in Optogt na deze Stad voorttrekkende, op die wijs, zoo als dezelve uit Zeelands Eerste Stad zig begeeven had, zittende in ieder Koets twee Heerengaande ne vens ieder Portier dier Koetsen de Lievery ÏLnegt dier Heeren. Wanneer men nu die luister van onze Bol werken in het Gezigt kreeg, kwam alreeds het Vreugde Geroep te voorschyn. Intussen begaf zig een gedeta cheerde Burger Compagnie na ons Raadhuis, door de in twee Gelederen geschaarde Burgery, aldaar af haaiende de Standaard met de hoed der Vryheyd, gedragen wordende door de Heer A. Louyssen, ver- zeld zynde, aan de Regterzyde, door de Heer Raad P. J. Clgver en, aan de Linkerhand, door de IJeer J. BekkerJunior beyde met hunne uitgetrokke Degens om die Standaard en Hoed voor alle Ongeval te beveyli- gen: Dan zoo marcheerde men met dezelve voort door de in de Wapenen zynde Burgerij heenen om dezelve te Planten op het Hoofd der Middelburgse gemeenlijk ge naamd Gaa-Foorl dezer Stad, in de Hand van het Beeld der Vryheyd, boven op de Poort na de Laodzyde opge. regt. Daar gekomen zynde hield men op dezelve Halte met de daar zynde Wagt, met Blanke Degens. Even zoo dia de Eerste Staatie Koets in het Verschiet onzer Plaats genaderd was stak men boven die Stads Sleutel Neer- lands Vaandel nit en hoorde men van dezelve met Trom petten Geschal het bekende Lied van Wilhelmus van. Nas sau blazeD. En wanneer die Koets in 't opreyden der Brug gekomen was, zwaaide men tot 3 Reyzen roet de Standaard, verzeld gaande met het roepen van Houze, en Plante men dezelve onder een Salut en 't Gebuid^- uit 21 Stukken Geschut, op de Westdyk dezer Staa ge- plaast. Zoo trok men dan ter Poorte in welke ter weder zyde met Nissen, Festons gewyze geschilderd fraay vercierd was, pralende met de volgende Opschriften; Aan de Linkerzyde Hier dreef men Vyand uit Fn haalde Fry he id in H Viervoudig Jubelfeest Van Neérlandsch Heil Begin Vereischlcen Welkoom Groet, Aan Zeelands Achtbare Staten; Ter Regter zyde: Men wagt ze aan 't Outer Boor de Dankbaarheid gesligt Zoo kwyl zig Vlissingen Het lest van de Offer F ligt, Wen H Vorstelyk Voorbeeld is Ten Spoor van de Onderzaten. Bij het Ioryden der Strate, die naar de Markt loopt, en aan weerzyde van welke onze Burgery onder het Ge weer stond, vonden Hunne Edel Mog: een Plegtigen Eeren-Terapel. Boven vertoonde zig de Brielsc Maagden de aanzeilende Schepen der Watergeuzen wat lager op de Pinanten een Schip tussen de Klippen in Storm, en aan de andere zyde Noachs Arke; en nog lager aan den eenen kant een Beeld, schetzende de Vreezeen aan den anderen een dergelyk, vertoonende de Hoop, met dit Byschrift De Helpers in den Urielop Stroom des Vyands Vloot, Waar schiep niooit vreemder Hoop? Waar klemde ooit banger Nood? Aan de andere zyde vertoonde zich boven een Temp^ de Flissingse Maagd, de Vrijheid en Godsdienst binnen leidende, met dit Ouderschrift De Burger toaagd en winddat rustige Besluit! Joeg Spanjers Vloot ie rug en dreef de Walen uit. Op de PinanteD, ter wederzydenwaren Hercules en Dallas op Standbeelden opgerigt. Wanneer nu gemelde Pragt aan ons Stadhuis gekomen was, wierd dezelve aldaar door de verdere Heeren onzer Regering, mitsga ders drie Heeren Gedeputeerde nit de Burgery aan de Puye van hetzelve gerecipieerd en na binnen geieydna alvorens door de Vry Compagnie aldaar was Front ge maakt en Post gevat, staande ook aldaar het Guarnizoen onder de Wapenen en formeerde een Kring voor de Koetzen en de Paradeerende Burger Compagnien. Boven de Puye van het Stadhuis was deze Inacripte te lezen. Tot Slaverny geschikt door AlbcCs wreede Lagen Van Magt. van Hulp, van Raad, van Hoop, van Troost ontbloot Durfde egter Vlissings Maagd het dapper moedig wagen Dat ze in Gods Mogenheid door Dwang de Foor ten sloot Tans mag ze in Vrèdes tydals eerste van de Zeeuwen 's Lands eerste Vryheids Dag ten tweedemaal vereeuwen. Wat lager vond men ter eener zyde geschilderd een tedere Maagd, de Dwingelandij en Bijgeloof ouder de Voe ten trappende, en boven Sponte 3p Feliciter a an de ande re zyde een Altaar roet een rookend Reukvat daar op en agter den Altaar een van Steen opgerigte Piramide, en boven Fbcn Haèzer. Toen hun Ed. Mog. uit de Ven sters, op Kussens leggende, verscheenen in Gezelschap van de Edele Achtbare Magistraatdefileerde vervolgens de Burgery voor by, saluerende de Officiers met hunne Spontons en Vaandels, trekkende voorby het saluerende Guarni8oen naar de Kaai af, en zyn zoo uit de Wape nen gegaan. Na eenig vertoeven begaf zich het Hoog Gezelschap in Rang naar de Groote Kerkzynde de Magistraat met Roode Mantels, in welke Kerk ter Receptie van veel aanzienlijke Vreemdelingen ook grooten toestel gemaakt was. De ingang der Kerke was met opgekoppelde Gor- dycen behangen, en met uitspringende vleugelen, als een Eereboog, opgeschikt. Aan de eene zyde was het Stand beeld des Geloofs, en aan de andere een diergelijk van de Waarheid opgerigt. Onder de waarheid las menom dat die Iemand met een Teken van laag Bygeloot wegschopte. Volks Dwaling loeid het Hart, de Waarheid maakt het vry En onder het Geloof Als Kennis Deugden baard in Jesus Hcerschappy. Boven waren de twee Jaargetallen aldus gesteld MDLXXII. MDCCLXXII. In tusschen waren de Heeren Officieren der Burgery in het Heeren Logement geconvoceerd, van waar zy met Cherp en Degen en Coor na de Groote Kerk gingen, door het Choor der Militaire, geschaard staande van de Kaay tot aan die kerk, blyvende aldaar toen Wagt houden. Bij het inkomen van het hoog Gezelschap speelde het Nieuw Orgel en dat Muzyk duurde tot dat hun Ed. Mog. en Ed. Achtb. mitsgaders de Wel. Ed. Gestr. Krygsraad hunne plaatzen bezet hadden en Do. Johan Jacob Brabé in Gereedheid was. Zyn Eerw. liet ter Voorbereiding zingen Psalm LXVIII Vers 14. en 16. en deed de Aandagt der Toehoorderenmet een schets- gewyze, korte en ziDryke Ophelderinge vallen op het 41.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1