MIDDELBÜRGSCHE COURANT. Aanbesteding. Maandag 3 Februari. N° 30. 1872. Het GEMEENTE-BESTUUR van Maamstede, eiland Schouwen, zal op Vrijdag «len 16en Fe bruari 1972, des middags te 12 urenin de raad kamer te Haamstede, onder nadere goedkeuring AANBESTEDEN: Bet maken van eene HAVEN voor de ge meente Haamstede in de inlaag van het district üoudekerke van den polder Schouwen. Het bestek ligt ter inzage in de gemelde raadkamer en is op franco aanvrage tegen betaling van ƒ0,20 to bekomen bij den bockhandelaar VAN D1SH0ECK te Zierikzee. De aanwijzing geschiedt gedurende vier dagen voor de besteding, des morgens te 10 uren, terwijl nadere inlich tingen to bekomen zijn bij den Heer LABRIJN te Zie rikzee en den Dijkbaas W. BOOT te Haamstede. Haamstede, 26 Januari 1872. C. M. BOLLE, Burgemeester. W. VIS, Secretaris. Öimwüanö. Middelburg 3 Februari. de herstemming op aanstaanden dinsdag. Merkwaardig was de wijze waarop in Mei 1871 de heer m'. J. Snijder bij herstemming tot lid der provin ciale staten van Zeeland werd gekozen. De beer Snijder werd tot die betrekking gekozen met de meerderheid van een enkele stemof liever nog van geen enkele stem, want het stembureau besliste dat door de onre gelmatigheid die bij de stemming heeft plaats gehad, art. 8 van de provinciale wet moest worden toegepast en de heer Snijder daardoor als de oudste in jaren moest geacht worden gekozen te zijn. Die verkiezing heeft hier een krachtigen indruk ge maakt. Wat ieder vooruit even goed wistwat reeds zoo bonderdmalen in couranten en op vergaderingen tot vervelens toe herhaald was: dat van een enkele stem de uitslag zou kunnen afhangen, werd nu aanschouwe lijk voorgesteld met eene welsprekendheid zoo groot als alleen het feit ter zijner beschikking heeft. Dat het zou kunnen gebeuren wist men dat het gebeuren zou, neen dat kon men zich niet deuken dat zou al te toe vallig zijn! Ondertusschen het is gebeurd, en menigeen gevoelde toen spijt dat hij die ecno was aan wiens verzuim om te eteminen de beslissing te wijten was. „Had ik niet vergeten te stemmen dan zou de beslissing anders geweest zijn", zoo hoorde men toen, zoodra de uitslag der stemming bekend was, uit veler mond. De indruk van het gebeurde was toen 'recht krachtig zeiden wij. Was hij ook duurzaam? Men kan het, althans voor Middelburg, moeilijk beweren,als men betoog slaat op het getal kiezers dat sedert aan verkiezingen heeft deelgenomen. Men kan het moeilijk beweren, als men zich herinnert dat eenige maanden later bij eene her stemming op iemand vele stemmen minder werden uit gebracht dan bij de eerste stemming. Voor dat feit was geene enkele andere reden te vinden dan de onverschil ligheid der kiezers, die zich trouwens gewoonlijk bij een herstemming duidelijker vertoont dan bij een eerste stemming. En toch is de kans dat weinige stemmen mogelijk wel een enkele stem dc beslissing geven, bij eene herstemming zooveel grooter. Moge nu een herinnering aan het in Mei gebeurde tengevolge hebben dat men trouw ter stembus kome en niet ruim de helft der kiezers het aan hun buurman overlaten om zijn-plicht te doen, maar ook wij hebben er ditmaal met nadruk dien wensch bij te voegen dat ieder moge stemmen naar zijn eigene overtuiging! Zoo licht toch, zegt men wel eens, kan men zich bij het invullen van zijn biljet laten influenceeren door de zucht om iemand genoegen te doen. Zouden er dan waarlijk kiezers zijn die aldus redeneeren: „Ik zou eigenlijk liever A hebben, maar als iku zoo veel pleizier doe door B te stemmen, och dan wil ik dat ook wel doen," en er dan binnensmonds bijvoegen „Azal; toch wel gekozen worden?" Wij gelooven niet dat zulke kie zers bestaan, wel dat er naast onverschillige ook weifelende en wankelende kiezers zijn, cn op dier plichtsgevoel doen wij bij deze een beroep maar dat er onder ons kiezers zouden gevonden worden, zóo onuoozel, zóo dwaas als wij hier sprekend invoerden, neen dat is niet denkbaar; zij zouden dan immers gelijken op inwoners van zekere stad uit welker ge schiedenis wij een enkele episode in herinnering willen brengen. „Men maakte toebereidselen voor schitterende feesten! Groot was de opgewondenheidluide klonk het gejubel! Men had er dan ook reden voor, want de zoo geliefde vorst zou, na op een machtigen vijand de zegepraal te hebben behaaldop zijne rondreize door het rijk ook de stad waarvan sprake is de eer van een bezoek gunnen. Het edelste, het beste wat men hem kon aanbieden werd bijna nog te gering geacht. Men wilde hem voorzetten hem en zijn hofstoet de heerlijkste spijzen; men wilde hem schenken den voortreffelijksten wijn dien de land streek opleverde. Van overheidswege werd dan ook aangezegd dat elk der inwoners een flesch van den kost baarsten wijn die in zijn bezit was, zou schenken in een groot vat dat op het marktplein geplaatst was. Ieder deed nu gelijk hem bevolen was; alleen een enkele een slimme dacht, dat hij wel met een flesch water volstaan kon; op een zoo grooten voorraad zou dat geen schade doen. Maar ziet, de uitkomst was een geheel andere dan men verwacht had. Toen de ge wichtige dag was aangebroken, bleek dat velen gedacht hadden als die enkele. Men meende krachtigengeuri- gen wijn te schenken, maar men zag zich bedrogen, men tapte waterbijna niets dan water Bij de aanstaande bijeenkomst der tweede kamer is de stand der werkzaamheden als volgt: 1° Bij den aanvang van het winter-reces was over de volgende wetsontwerpen door de commissie van rappor teurs het eindverslag uitgebracht, als: a onteigening van den spoorweg van Zevenbergen naar Zwaluwe; b verandering der grenzen van de gemeenten Eindho ven Woensel en Tongelrec vervanging van de arti kelen 414—416 van het wetboek van strafrecht door I andere bepalingen (coalitiën van arbeiders). Ook is het eindverslag uitgebracht omtrent het door de commissie I van redactie ontworpen reglement van orde, welkregle- ment alzoo, evenals de hierboven genoemde wetsont werpen vatbaar is voor beraadslaging. 2o Wetsontwerpen, waarover door de commission van rapporteurs het voorloopig verslag is uitgebrachten waarop de regeeringsantwoorden gaandeweg worden tegemoet gezien: a voorziening tegen besmettelijke ziekten; b regeling van den dienst en het gebruik dei- spoorwegen; c bedreiging van straf tegen de vernieling en de ontbruikbaarmaking van schepend algemeene belasting op de inkomsten, ter vervanging van het patentrecht en van den accijns op het geslacht; e nadere bepalingen omtrent het vuur-, ton- en bakengeld; wijziging der wet van 28 Augustus 1851regelende de bevordering, het ontslag enz. der militaire officieren bij de landmachtg bekrachtiging van eene provinciale 3" Wetsontwerpen nog in de afdeelingen te onderzooken a Tarief van in-, uit- en doorvoer in Nederlandsch-Indië b aauleg van spoorwegen op Java; c regeling der naam- looze vennootschappen d wijziging der wetten betref fende de nationale militie; e regeling en voltooiing van het vestingstelsel; buitengewone aanschaffing van artillerie-materieel, draagbare vuurwapenen en verbete ring van het kazernement; g onteigening voor den aan leg van een verbindingsweg tusschen de Vondelstraat en den Overtoomschen weg te Amsterdam; h nieuwe rechterlijke inrichting. Benoemingen en besluiten. leger. Eervol ontslag uit Zr. M». militairen dienst verleend, met toekenning van pensioenaan den met verlof hier te lande aanwezigen majoor der artillerie bij het leger in Nederlandsch-Indië jonkheer C. H. C. Flngi van Aspermontwegens ongeschiktheid tot het gaan hervatten van den werkelijken dienst, tengevolge van zielsgebreken. Onderwijs. Op de voordracht voor de benoeming van eene hoofd onderwijzeres aan de openbare school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes te Goes zijn geplaatst: mejufvrouwen C. Kreulen te Utrecht; N. M. Bijlte Amsterdam, en E.E.B. Rappard, te Bergen op Zoom. De voordracht voor de benoeming eener eerste hulp onderwijzeres aan dezelfde school bestaat uit: mejuf vrouwen E. E. B. Rappard, te Bergen op Zoom E. J. van Braambeek, te Arnhem, en D.C. Snijders, te Middelburg. Kerknieuws. De heer F. A. Michelsenpredikant bj de Evange- lisch-Luthersche gemeente te 's Gravenhage, heeft eer gisteren bij den kerkeraad dier gemeente zijn ontslag aangevraagd tegen den 1" April a. Marine en leger. In de Staats-courant van heden is opgenomen eene aankondiging van den minister van oorlog, dat met wij ziging in zooverre van den inhoud der aankondiging in de Staats-courant van den 29^ October en den 3en No vember des vorigen jaars, het jaarlijksch toelatings examen voor de adspiranten die tot eene plaatsing als cadet bij de koninklijke militaire akademie in aan merking wenschen te komenomstreeks den 15<0 Juli a. een aanvang zal nemen. De ouders of voogden die verlangen dat hunne zonen of pupillen tot dat examen worden toegelatenbehooren de aanvrage daartoe vóór den len Mei a. aan het departement van oorlog te zenden. Dit jaar worden tot het examen alleen toegelaten jon gelingen die in het tijdvak van 1 September 1852 tot 31 Augustus 1855 zijn geboren. Het volgend aantal plaatsen is dit jaar opengesteld voor den dienst hier te lande: voor de infanterie 40, cavalarie 2, artillerie 14 en genie 5; voor den dienst in Oost-Indiëvoor de infanterie 18cavalerie 2artillerie 8 en genie 12. Gemengde beriekten. De gisteren avond in het Schuttershof alhier gehou den bijeenkomst, tengevolge eener bij advertentie in de courant door de heeren J. P. Nonhebei c. s. gedane oproeping, was zeer talrijk bezocht, niet alleen door be langstellenden maar, blijkbaar, ook door bloot nieuws gierigen. Het doel bleek te zijn de bespreking en de vaststelling van een adres aan burgemeester en wethou ders, waarin leedwezen wordt uitgesproken over het bestaande voornemenom bij gelegenheid der opening van den spoorweg GoesMiddelburg onder anderen op den „Dag des Heeren" een volks concert te doen houden. De ontwerpers van het adres verklaren, „dat ook zij gaarne zouden deelnemen aan de algemeene feestvreugde en de noodzakelijke uitgaven daartoe, maar zoo de Dag des Heeren als een der feestdagen moet worden gebruikt, maakt men hun dit ten eenenmale onmogelijk. Zij kunnen en mogen geen deelnemen aan 't geen, naar hun innig ste overtuiging, ontheiliging is van een dag, door den Heer ons tot gansch andere doeleinden geschonken. En moeten zij het aanzien dat de gelden uit de kassen van gemeente en provincio ook daartoe zullen besteed wor den zij kunnen dan niet anders dan het diep betreuren, dat zij ook van het hunne hebben moeten bijdragen voor eene zaak, die hen en velen met hen in het diepst hun ner ziel Bmart en krenkt." Do conclusie van het adres strektom burgemeester

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1