MIDDELBÜRGSCHE COURANT. N° 29. Zaterdag 1872. 3 Februari. Middelburg 2 Februari. Daar de reeds gebleken velerlei afkeuring van het door de provinciale staten van Zeeland in November jl. vast gestelde reglement op het gebruik en de instandhouding der kunstwegen in Zeeland, hoofdzakelijk, ^t^etreft de bepaling omtrent de breedte der velgen van de wielen, aanleiding geeft tot het vermoeden dat de belangen van den landbouw daardoor worden bedreigd, heeft het hoofdbestuur der Maatschappij tot bevordering van land bouw en veeteelt in Zeeland zich met eeü adres gewend tot gedeputeerde staten dezer provincie. Ofschoon zich onthoudende van elke a-prioristische beoordeeling of veroordeeling van.jDovenbedoelde bepa ling, herinnert het hoofdbestuur aan^cfe voorspelling van een der af ge vaardigden uit het hoofd-kiesdjstrict Sluis bij de beraadslagingen over bet reglemen^uitgesproken „dat de voorstandera van het nieuwe systeem zullen worden teleurgesteld, omdat de slechte toestand der wegen niet veroorzaakt wordt door de mindere breedte dervelgen, maar het gevolg is van de constructie der we gen en van de, bij vochtigen toestand, beweeglijkheid van den ondergrond." Deze meening, mede uitgesproken door een afgevaardigde uit het hoofd-kiesdistrict Middel burg, nader bevestigd door een afgevaardigde uit het hoofd-kiesdistrict Hulst, ja zelfs door een lid van gede puteerde staten tot op zekere hoogte toegegeven, door geen enkel lid der vergadering tegengesproken, veel minder wederlegd, heeft op het hoofdbestuur vooral diepen indruk gemaakt omdat dc spreker, tengevolge van de vroeger door hem bekleede betrekking, speciaal op de hoogte van het onderwerp te achten zijnde, beter gehoor of althans eene poging tot wederlegging van zijn beweren had verdiend, terwijl het gewicht dezer voor spelling niet weinig wordt vermeerderd nu tal van prac- tische mannen niet schromen hun afkeurend oordeel daaraan toe te voegen. Mocht later deze voorspelling bewaarheid worden, dan zou aan tal van nijvere, maar volstrekt niet alle even welgestelde ingezetenen noode- loos een last zijn opgelegd, die voor zeer velen in hooge mate drukkend moet worden genoemd. Op grond ook van de ver uiteenloopende meeningen te dezer zake verzoekt het hoofdbestuur gedeputeerde staten het onderwerp tot klaarheid en de gemoederen tot rust te willen brengenen daartoe officieel en in het openbaar te onderzoeken: 1° Of wagens met breede velgen volgens het reglement, zonder bepaling van een maximum van belasting, aan de kunstwegen, met name de grindwegen in doorweekten staat verkeerendeminder nadeel berokkenen dan de thans gebruikt wordende wagens met smalle velgen, wier natuurlijk lichtere bouw van zelf eene minder zware belasting toelaat? 2° Of het met het oog op de bedoeling van het reglement niet noodzakelijk zal zijn den deelbaren last evenals den ondeelbaren boven 5000 kilodoor wagens met breede velgen te vervoeren, aan eene controle te onderwerpen en zoo jaof het dan onmogelijk is ook zonder weegbruggen op geringere lasten controle te houden, wanneer men meent dat te kunnen doen op vrachtenboven 5000 kilo? 3° Of de meerdere breedte der velgen op wegen of bouwland in vochtigen kleurigen toestand verkeerende zooals ten tijde van den oogst of de bemesting der lan derijen niet weinig voorkomt, niet zooveel meerder trekkracht dan de thans gebezigde door aanhechting der slib vereischen zal, dat het thans gebruikelijke tweespan onvoldoende en de uitoefening van het bedryf voor velen ondoenlijk worden zal? 4<> Het vermoedelijk bedrag der tot verbreeding vereischte uitgavenopdat blijke of de verwacht wordende besparing van onderhouds kosten der wegen daartegen opweegt. 5° Of de verandering der velgen vóór den gestelden termijn op deugdelijken gonder uitvoerbaar kan worden geacht, met het oog op den aanwezigen voorraad van het daarvoor benoodigde en geruimen tijd voorbereiding behoevende inlandsche hout? Ten slotte stelt het hoofdbestuur zoowel den kracht meter der Maatschappij als de persoonlijke medewerking zijner leden tot bereiking van het beoogde doel beschik baar In het nommer der Goessche courant van gisteren wordt gewezen op het bezwaar, dat de koetsiers uit Goes en omstreken bij het ontmoeten van een rijtuig links uithalen terwijl do koetsiers.uit Middelburg en omstre ken gewoonlijk rechts uitwijken. Het gevolg hiervan is, dat men tegen elkander aanrijdt, als niet een van beide tijdig van zijne gewoonte afwijkt. Terecht acht de Goessche courant het wenschelijk, dat voortaan allen rechts uithalen dit is ook in overeenstemming met het voorschrift van art. 49 van het reglement op het beheer en onderhoud en de politie der buurtwegen en voetpaden in de provincie Zeeland. Wel wordt in het slot van dat artikel aan gedeputeerde staten overge laten, om in zoodanige gedeelten der provincie alwaar hieromtrent een andere regel gevolgd wordt, en deze zonder ongerief in stand kan worden gehouden dien voortdurend te laten bestaandoch nu het verkeer over den Sloedam plaats heeft ontstaat dat ongerief ongetwij feld, en zijn er alleszins termen om de bedoelde uitzon dering althans in dit gedeelte onzer provincie te doen ophouden. De bevolking der provincie Drenthe bedraagt, volgens de officieele opgave in de Staats-courant van heden naar de laatste of vijfde tienjarige volkstelling, 54,596 man nen en 51,041 vrouwensamen 105,637. Bij beschikking van den minister van financiën is be paald, dat de navolgende amitenaren bij de administra tie der posterijen hunne functiën zullen uitoefenen als volgtde commies 2e klasse A. Fichet op het spoorweg postkantoor AmsterdamEmmerikBentheim de com mies 2e klasse W. H. Becker ten postkantore te Amers foort; de commies 3e klasse W. F. Viëtor ten postkantore te Utrecht; de commies3« klasse jonkheer J.D.A. Quintus ten postkantore te Maastricht; de commies 3e klasse J. ten Cate ten postkantore te Amsterdam; de surnu merair J. A. Seefat op het bureau van den inspecteur der posterijen te Zwolle; de surnumerair H. van Trojen op het spoorweg-postkantoor Moerdijk. Benoemingen en besluiten. k:dderoedbn. VerguuniDg verleend aan mr. P. G. C. von Geusauraadsheer in het provinciaal gerechtshof in Limburg, tot het aannemen en dragen der versier selen van kommandeur der orde van den Nischan Iftibar, hem door den bey van Tunis geschonkenen aan den met verlof hier te lande aanwezigen officier van gezond heid 2e klasse van het leger in Nederlandsch Indië A. K. W. Arntzenius, tot het aannemen der onderschei dingsteekenen van ridder der orde van het Legioen van eer, hem door den president der Fransehe republiek ge schonken. eereteekenen. Toegekend de bij koninklijk besluit van 22 September 1855 ingestelde medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift, aan J. Westerfeld en C. A. Kamman, te Amsterdam, als blijk van koninklijke goed keuring en tevredenheid wegens de redding van een in de Heerengracht aldaar gevallen manop 18 Septem ber 1871. ministerieeee departementen. Benoemd tot minister van oorlog, met ingang van 5 dezer, de generaal-majoor F. A. T. Delprat, directeur voor het materieel der ar tillerie. Kerknieuws. De heer H. W. Creutzberg, predikant bij de Neder- duitsche hervormde gemeente te Ylissingen heeft voor het beroep naar Herveld bedankt. Beroepen tot predikant bij de'Nederduitsche her vormde gemeente te Haarlem d"\ P. S. van Konkelpre dikant te Zutfen. Marine en leger. De luitenants ter zee 2e klasse M. F. TydemanC. J. de Jong en W. A. Cambierlaatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en van daar den 25" Ja nuari jl. in Nederland teruggekeerd, worden met dien datum op nonactiviteit gesteld. Koloniën. De Nieuwe Kotterdamsche courant bevat het volgende telegrafische bericht, dat den 31" Januari uit Batavia werd gezonden „De rivieren Tji-liwoeng, Tjidé en Tjidjie zijn den 24*1, 25" en 26" Januari buiten hare oevers getreden en daardoor hebben groote overstroomingen plaats ge had in de residentie Batavia. Het water stond te Batavia op verscheidene plaatsen vier voet hoog. Eenige kam pongs waren verlaten, de communicatie met den spoor weg en den tramway was drie dagen afgebroken. Sedert den 28" Januari is het water binnen zijne oevers terug gekeerd en is de communicatie overal hersteld." Rechtzaken. De arronrtissements-rechtbank alhier heeft gisteren de volgende vonnissen uitgesproken. T. Hendriks, oud 28 jaren polderwerker onder Mid delburg, was beklaagd van diefstal van een blauw pilo onderbroek, ten nadeele van P. Koets. De beklaagde gat op, dat hij dien broek bij vergissing tegelijk met zijne eigene kleeren had medegenomen. De rechtbank heeft als bewezen aangenomendat de wegneming heeft plaats gehad, maar niet dat de beklaagde met arglist heeft gehandeld, zoodat hij is vrijgesproken, de kosten te dragen door den staat. Suzanna Burk, oud 56jaren, Maria de Kidder oud 33 jarenen Suzanna de Kidderalle wonende te Ketranchement, waren beklaagd van bet op 6 Decem ber jl. arglistig wegnemen en zich toeëigenen van eene hoeveelheid tarwe, afkomstig van een onder Kadzand gestrand schip en op het strand aangespoeld. Zij zijn de laatste beklaagde bij verstek schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal enonder aanneming van ver zachtende omstandigheden, veroordeeld ieder tot 14 da gen gevangenisstrafalsmede solidair in de kosten. Janna Morel, oud 23 jaren arbeidster te Kadzand, was beklaagd van het op 16 November jl. arglistig wegne men en zich toeëigenen van een op het strand aange spoeld stuk hout, afkomstig van een gestrand schip. Onder aanneming van verzachtende omstandigheden, is zij schnldig verklaard aan eenvoudigen diefstal en ver oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf, benevens in de kosten. Jozias de Rijke, oud 23 jarenJob Vogel, oud 21 jarenen Laurens Koppejanoud 22 jaren alle visschers te Arnemuiden, waren beklaagd ter zake van mishande ling den 26" December jl. in eene herberg te Arnemuiden gepleegd op Janna Huissoon en den landbouwer A. Schuit. Zij zijn schuldig verklaard aan het moedwil lig toebrengen van slagen en stooten zonder dat daardoor ziekte of beletsel om te werken is ontstaanen ieder veroordeeld tot 8 dagen gevangenisstraf., alsmede soli dair in de kosten. Hendrik Huijbregtselaatst wonende te Ylissingen, doch zich thans in België bevindendewas beklaagd van herhaalde moedwillige mishandelingden 29" November jl. gepleegd op J. F. Nuijtens, koopman te IJzendijke, op den straatweg tusscken Groede en Breskens. Hij is aan de hem ten laste gelegde feiten schuldig verklaard en veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf en in de kosten. Willem van Oostenoud 16 jarenarbeider te Big- gekerke, was beklaagd dat hij den 28" December jl. op het erf en ten nadeele van zijn meester P. Kodde, landbouwer te Grijpskerke, moedwillig een melkschaap, hetwelk hij naar de weide moest brengenmishandeld en vervolgensna voorafgaande bedreigingdoor een messteek gedood heeft. De beklaagde, die ook elders wegens mishandeling van dieren schijnt weggezonden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 1