MIBDELBURGSCHE COURANT. 1852. Zaturdag N° 24 April. :ir ftc&tuveu ca Clbmuüött\iticiu KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. iunuenlattbdtfte QTijbiugcn. 33uitettlanbdrftc ^ijbtngctn tUJml'.ll .-!• Ij De Burgemeester en "Wethouders van Middelburg maken bekend: Dat de vergadering, tot het kiezen bij herstemming van drie Leden voor de nieuwe Kamer van Koophandel en Fa brieken te Middelburg zal worden gehouden op Vrijdag den 30 April 1852, op het Raadhuis dezer Gemeente, op de Boven-Achterzaal (ingang langs den Achtertrap); Dat de inlevering der Stembiljetten door de Kiesgeregtig- den in de ter vergadering aanwezige Stembusaldaar zal aanvangen des morgens ten 9 ure en voortduren tot des middags ten 12 ure na welk laatstgenoemd uur geene Stem biljetten meer aangenomen zullen worden dan van de Kie zers in de zaal tegenwoordigterwijl onmiddellijk daarna met de opening der Biljetten zal worden aangevangen. Dat de herstemming zal plaats hebben tusschen de heeren C. L. Wagner, H. J. DronkersB. BommeM. Salomon- son C. J. van Uye en W. F. Haman. Middelburg, den 21 April 1852. De Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT VAN GRYPSKERKE. De Secretaris M. F. LANTSILÉER. JIIDDELBtlie, 33 April. De algemeene jaarlijksche collecte voor het fonds ter aan moediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden, heeft verleden woensdag, in de onderscheidene binnen- en buitenwijken dezer stadopgebragtde som van driehonderd elf gulden vijf-en-veertig en een halve cent. Door de Nederlandsche handel-maatschappij zijn bevracht 32 schepenwaaronder voor Middelburg het barkschip Zie- rikzee, kapitein Ochtman. Z. M. de koning is maandag morgen ten 8 ure te Har- lingen aan wal gestapt, en heeft zich dien dag over Franeker naar Leeuwarden begeven alwaar hoogstdezelve onder het vreugdebetoon eener overgroote menigte, des middags ten vier ure zijne intrede heeft gedaan. Bij koninklijk besluit van den 17 dezer zijn tot rid ders der orde van den Ncderl. Leeuw benoemdde heeren P. Vreede Bik, gouverneur van Celebes en onderhoorighe- den, en J. van Gogh, luitenant-ter-zee 1ste klasse. Men zegt, dat het wets-ontwerp op het armbestuur, bij de hervatting der zittingen van de tweede kamer der Staten-Generaalin de eerste plaats zal worden behandeld. De minister van financien heeft bepaalddat zij die zich tot eene eerewacht vormen, en daartoe, gelijk ook tot de voorbereidende oefeningen die daarvoor noodig zijn, van paarden bedienen, die niet of voor de 1ste klasse in het personeel aangegeven zijn, geene moeijelijkheden aangaande de belasting zullen ondervinden. Men verneemtdat II. M. de voormalige koningin van Spanje, Maria Christina, in den loop van den zomer eene reis naar Holland zal doenen dat zij door haren echtge noot den hertog de Rianarèszal worden vergezeld. Men verzekert, dat door H. M. de koningin van Spanje aan onze regering het aanzoek zou zijn gedaandat twaalf Spaansche artillerie-officieren bij het wapen der artillerie in Nederland zouden mogen worden ingedeeldten einde zich in dit rijk verder in dat wapen te kunnen oefenen. Eenigen tijd geleden hebben Spaansche officieren verschillende landen doorreisd, om den staat van dit wapen der artillerie na te gaan. Het isten gevolge van dat onderzoekdat het oog op Nederland gevestigd isom aan het opgevat voornemen gevolg te geven. Uit dien hoofde is het verzoek aan Ne derland gedaan. Het zou naar men verzekertingewilligd zijn. Eerlang zouden de aangewezen Spaansche officieren hier te lande aankomen. Eergisteren is onverwacht te Breda gearriveerd Zijne Excellentie de minister van marine, ten einde de aldaar gevestigde vereenigde inrigting tot opleiding van kweeke- hngen voor zee- en landmagt in oogenschouw te nemen. Reeds vroegtijdig heeft Zijne Excellentie, begeleid door de heeren gouverneur en kommandant der akademieeen aantal leerzalen bezochtalwaar in verschillende vakken onderwijs aan de adelborsten gegeven werden vervolgens onder scheidene praktische oefeningen met de zee-batterij in het want enz. bijgewoond. Al de goederen, zoowel roerende als onroerende, in den omtrek der stad lilburg gelegen, en nagelaten door Z. M. Willem II, zijn thans verkocht, en hebben te zamen ruim 142,000 opgebragt. De Drentsche Courant bevestigt nu, dat de heer J. W. Bakeeerste ingenieur der Drentsche kanaal-maatschappij de uitvoering op zich zal nemen der spoorweglijn van Utrecht naar Rotterdam. Vergadering van den Gemeenteraad te Middelburg. Zitting van 21 april. Afwezig de heer van Uyewegens ziekte. De voorzitter benoemt de heeren van SonsbeeckFak Brouwer en Eekker tot onderzoeking der gerectificeerde geloofsbrieven van het on langs benoemde lid van den gemeenteraadden heer Z. Snijder. Zij worden in orde bevonden en dus die heer als zoodanig toegelaten. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Wordt gelezen het rapport der commissie op de ingekomen beden kingen van gedeputeerde Statenbetreffende de postenuitgetrokken voor het amortisatiefonds, de stads wisselbank en het brandwezen. De heer Siffle' vraagt het woord en doet in eene uitgebreide memo rie zijne zienswijze ten dezen kennen. De heeren Vis, Yerbrugge en Fak Brouwer houden, evenals de heer Siffle, eene herziening van de ordonnantie op de wisselbank nog dit jaar noodzakelijk. De heer Verbrugge merkt aan, dat de stad ten dezen borg in den blinde is en dat om een gering en wisselvallig voordeel van tweevijfde. Bij stemming worden de voorstellen der commissie ten dezen alge meen aangenomen, behalve het voorstel der amortisatie, waar de heer Siffle tegen is. Aan de orde zijn de veranderingente brengen in het instituut van middelbaar ouderwijs. Die veranderingen zijn de volgende: Het instituut blijft stedelijk iustituut van middelbaar onderwijs, onder eene commissie van toezigt, zamengesteld uit twee leden van het ste delijk bestuur en twee leden uit de plaatselijke school-commissie. De vakken van onderwijs blijven dezelfde, doch het ontvangen van onderwijs in het Engelsch, Hoogduitsch en de wiskunde is niet ver- pligtend. Het onderwijs wordt gegeven door den hoofdonderwijzerbijgestaan door de noodige door hem te bezoldigen hulponderwijzers. De hoofdonderwijzer geniet eene jaarwedde van 600 uit stads kas te voldoen. De schoolgelden zijn gesteld a f 54 'sjaars voor de ge wone vakkenen i f 6 's jaars voor ieder der facultatief gestelde vakken. De heer Fokker, hierna het woord vragende, merkt aan, dat zijns inziens het instituut op eene te grootc schaal blijft ingerigt, en dat door de ontstane concurrentie het toch niet zal voldoen aan de ver wachting. De heer Siffle erkent, dat men verkregen regten moet eerbiedigen, maar dat bij hem ook bezwaar bestaat, om op den duur die gelden toe te staan. De heer Vis vereenigt zich met dit gevoelen. De voorzitter repliceert, dat er in dezen geen middelweg bestaat; dat de hoofdonderwijzer in der tijd als zoodanig is beroepen; dat het met de waardigheid der regering eener stad niet overeenkomt eene dergelijke aangegane verbindtenis zoo voetstoots te verbreken. De heer Verbrugge doet opmerken, dat de schoolgelden veel te hoog waren gesteld dat als die nu verminderen misschien de gesteld heid van het instituut beter worden zal maar datnaar zijn inzien, de plaatselijke schoolcommissiein geval van achteruitgangverpligt is kennisgeving daarvan te doen aan het plaatselijk bestuurten einde alsdan andere maatregelen worden genomen. De heer Fokker, aanmerkende dat dit besluit tijdelijk isneemt hiermede genoegen. De voorzitter stelt als amendement vooraan de heer M. Gouay secondant aan het instituut, ƒ100 als schadeloosstelling wegens de genomene maatregelen toe te staan mitsgaders den heer Gersen zoo lang hij de betrekkiug van hoofdonderwijzer waarnemen zalvolgens het geconcipieerde te bezoldigen. Algemeen aangenomen. Wordt gelezen eene missive van gedeputeerde Staten, geleidende de goedgekeurde bcgrooting van den schuttersraad. Aangenomen voor kennisgeving. De voorzitter legt over de rekeningen van: 1. den schuttersraad; 2. het gymnasium en instituut van middelbaar onderwijs 3. van de centrale directie van Walcherenbetreffende de kosten aan het haven kanaal. Deze stukken zullen ter visie leggen. Wordt gelezen de beschikking van Z. M. op een request van den heer G. J. Sprenger verkozen lid van den gemeenteraadmaar niet toe gelaten tot die betrekking, wegens het gelijktijdig waarnemen door dien heer van den post van commissaris der stads wisselbank. Het hooger bestuur bevestigt de beschikking van gedeputeerde Staten tot nietver- eeuiging dier beide betrekkingen. De heeren SiffleEekker en Vis blijken bij stemming liet gevoe len aan te kleven, dat, na het voorgevallene, de heer G. J. Spren ger het regt niet meer heeft om te kiezen tusschen zijne betrekking van lid van den gemeenteraad en commissaris der stads wisselbank. De raad evenwel neemt bij meerderheid dit gevoelen niet aan. In de commissie tot het maken eener verordening omtrent de vaste commissien, worden benoemd de hoeren van de Graft, Verbrugge, FokkerIlekker eii de voorzitter. De voorzitter geeft kennis dat de kleine werf verhuurd is voor 100 en het huis in de giststraat voor/64. Aangenomen voor notificatie. Wordt gelezen een request van J. II. Mullertot het oprigten eener gaz-fabriek. De voorzitter merkt aandat reeds vroeger door dien beer dit zelfde verzoek is gedaandoch dat toen het bestuur met eene andere concessie in besprek was. De voorzitter vraagt, of men gazverlichting wenscht? Overgelaten aan eene commissie, bestaande uit de heeren burgemeester en wethouders, Salomonson en van Uije. De voorzitter deelt mededat het jaarverslag der gemeente ter visie zal leggen voor de leden. Bij monde van den heer Verbrugge wordt het rapport uitgebragt tot onderzoek van het al of niet raadzame der vernietiging of der wijziging van artikel 3 der additionele bepalingen op het reglement van policie. Die heer van gevoelen zijnde, dat de gemeenteraad het regt heeft de strafwetgeving op dit punt aan te vullen en zoodanige verordeningen vast te stellengeeft eene gewijzigde redactie van artikel 3 aldus lui dende Behalve de daartoe van stadswege benoemde en andere door de policie tot uitoefening van het beroep van omroeper of aanplakker gemagtigde personen zal niemand eene bekendmaking mogen omroepen of eenig stuk, hetzij gedrukt, hetzij geschreven of ook eenige teeke- ning aanplakkendan na bekomen magtiging der policie." Wordt aangehouden. Aan de orde isherstelling Dambrug. De heer van de Graft merkt aandat deze zaak zijns inziens al leen bij leening, van acties ad 100, tegen 3 percent, tot stand is te brengen. Hij geeft dit middel aan als het eenige zijns inziens om deze zaak ten einde te brengen, zonder bezwaar der inwoners. De voorzitter vond bezwaar om de stad verder te belasten. Hierna wordt de vergadering gesloten. Vergadering van den Gemeenteraad te Goes, Zitting van 21 april. De notulen der voorgaande vergadering worden gelezen en ge arresteerd. De voorzitter deelt aan de vergadering mede, dat de heer J Bis- secuw door burgemeester en wethouders is benoemd tot griffier ter secretarie, en vraagt of de raad geene bedenking heeft dnt de be noemde de openbare vergaderingen van den raad bijwonc, waartegen door niemand bedenking wordt gemaakt. 1. Wordt voorlezing gedaan eener missive van gedeputeerde Staten ten geleide van de goedgekeurde gemcente-begrooting voor 1852. Voor informatie aangenomen. 2. Ten gevolge der goedkeuring van de gemeente-begrootingde daarop- gebragte sommen voor onderhoud van gebouwen enz. beschik baar geworden zijndewordt de vraag gesteldvan welke werken en leverantien de raad, naar aanleiding van art. 179 i. j° art. 142, gemeentewetzich het vaststellen der plannen en voorwaarden wenscht voor te stellen. De heeren Smallegange, Vervenne en Hachartverklaren geene zwarigheid te maken om die vaststelling geheel aan burgemeester en wethouders over te laten. De heer van den Bosch is van oordeel, dat de gezamenlijke sommen, voor werken van dezen aard bestemd, een te groot gedeelte van de gemeente-uitgaven uitmakenen bijgevolg de zedelijke verantwoorde lijkheid voor hot goed besteden dier sommen te groot is, dan dat de raad zich geheel zou mogen onttrekken aan het onderzoek en toezigt op welke wijze die sommen besteed worden. Wordt besloten de zaak te stellen in handen eener commissieten einde den raad te adviseren. Tot leden der commissie worden be noemd de heeren SmallegangeHochart en Vervenne. 3. Wordt rapport gedaan door de commissie, vroeger benoemd, betreffende eene voorgestelde verbouwing van het gasthuis, overeen komstig de conclusie van de commissie. Wordt besloten aan regenten van het gasthuis eene som van f 1000 té verstrekken. 4. Wordt gelezen eene missive van heeren regenten over de gods huizen ten geleide van eenige statistieke en financiële opgaven. Be sloten de ontvangst dier stukken te meldenen tevens te verzoeken de rekeningen dier administratien voortdurend te mogen ontvangen ten einde een algemeen overzigt over die instellingen te houden. 5. Wordt gelezen eene missive van de plaatselijke geneeskundige commissiehoudende kennisgeving van hot overlijden van den heer doctor J. H. Hecking, president dier commissie, en tevens verzoe kende deze vacature, alsmede die, ontstaan door het overlijden van den heer D. Steendijk, te willen aanvullen. Worden benoemd als leden, de heeren L. C. de Pevalmed. doctoren H. S. Kroll van der lïoekapothecar. Het verzoek der commissie, om tevens eenen pre sident te benoemen, wordt aangehouden tot eene volgende vergadering, ten einde men eerst zoude kunnen weten, of de benoemde heeren zich hunne benoeming hebben laten welgevallen. 6. Wordt gelezen eene missive van den hoofd-commissarisbenevens de rekening van den boekhouder over de vereeniging van werklieden. Deze rekening wordt gearresteerd in ontvang op 803,66, in uitgaaf op 590,94 en het goed slot op 212,72. Wijders wordt besloten datovereenkomstig het voorstel van den heer hoofd-commissaris in liet vervolg ook de gelden zullen verantwoord worden, die door de werklieden verdiend en onder hen verdeeld worden. 7. Wordt gelezen de rekening van het fonds van kazernering. Zij wordt gearresteerd in ontvang op f 97,78 in uitgaaf op 24,10, en het goed slot op f 73,68. 8. Wordt gelezen het bij art. 182 der gemeentewet voorgeschreven uitvoerig en beredeneerd verslag van den toestand dor gemeente, ge durende het jaar 1851. 9. Wordt tot gemeente-ontvanger herbenoemd de heer Jacobus van Benterghem de Fouw. De benoemde binnengelaten zijnde, legt aan stonds in handen van den voorzitter de gevorderde eeden af. 10. Wordt eene commissie benoemd ten einde te onderzoeken en te adviserenwelke gemeente-ambtenaren door den raad en welke door burgemeester en wethouders zullen worden benoem 1. 11. Wordt gelezen eene missive van de plaatselijke school-com missie, betrekkelijk het onderwijs van minvermogenden. Wordt besloten om deze missive te stellen in handen der vroeger benoemde commissietot het onderzoeken van een voorstel tot oprig- ting eener lioogere burgerschoolten einde alsnu over het onderwijs in zijnen geheelen omvang een voorstel aan den raad te doen. 12. Wordt gelezen een adres van H. van den Berge, verzoekende om, op de bestaande voorwaardenvoor 1853 te blijven pachter van het regt tot het trekken der schepen in de haven dezer stad. Wordt besloten het verzoek toe te staan en daarop te vragen do goedkeuring van gedeputeerde Staten. 13. Wordt vastgesteld het kohier van den personelen omslag voor lantaarns-, brandspuiten- en nachtwachtgelden. Eene ingebragte re clame, als te laat ingekomen, wordt ter zijde gelegd. 14. Wordt gelezen een request van den heer G. F. Eeynders, hou dende verzoek omals kooper der zaak en firma F. Kleeuwens en Zoon even als dezete worden aangesteld als stads-drukker. Naar aanleiding van art. 34, reglement van orde, wordt het ver zoek aangehouden tot de volgende vergadering. 15. Wordt overgegaan tot de benoeming van cenen derden ambte naar van den burgerlijken stand. Bij de tweede stemming wordt als zoodanig gekozen de heer J. W. van Kerkwijk. 16. De heer van den Bosch verlof hekomen hebbende om inlichtin gen te vragen omtrent twee puntenvreemd aan de orde van den dag: vraagt la. de reden, waarom tot heden toe die leden van som mige instellingendie daarin krachtens hun lidmaatschap van den ouden raad zitting hebbenen als zoodanig thans hun radicaal verlo ren hebben, niet zijn vervangen of herbenoemd? en 2". of burge meester en wethouders voornemens zijn spoedig vaste commissien uit den raad te doen benoemen belast met het toezigt over de belang rijkste gedeelten van de gemeente-huishouding De voorzitter verklaart zich bereid die heide vragen te beantwoor den, doch stelt, op grond van art. 12 van het reglement van orde, die beantwoording tot de volgende vergadering uit. Daarna wordt de vergadering gesloten. S T A.T EJV- Cr JE IV EB sl jfjt. eerste kamer. Zitting van 20 april. Zijn achtereenvolgens de nagenoemde wets-ontwerpen aan genomen; als: het wets-ontwerp tot goedkeuring der overeen komst met Groot-Brittanje gesloten; tot regeling der scheep vaart-aangelegenheden tusschen Nederland en de Jonische eilanden; dat tot herziening der wetgeving op het regt van patent; dat tot wijziging van den vrijdom van accijns op het binnenlandsch gedisteleerd en dat tot amortisatie van schuld over 1851; het voorlaatste met 31 tegen 2 stemmen, die van de heeren d'Ablaing van Giessenburg en van Beeck Vollen hoven en de overige met algemeene stemmen. Den volgenden dag zou de vergadering beraadslagen over de volgende wets-ontwerpen, als: over de aanhangige 22 wets-ontwerpen tot naturalisatie van even zoovele personen over het wets-ontwerp tot verhooging van hoofdstuk IV der begrooting over 1852 (rijks-politie)en over dat tot uitgifte van muntbiljetten. Zitting van 21 april. Is verslag uitgebragt omtrent de navolgende wets-ontwerpen als: dat tot wijziging van hoofdstuk VI der Staatsbegrootino- voor 1851 (kindergelden enz.); dat tot regeling der afkon du ging van algemeene maatregelen van inwendig bestuur; dat tot vaststelling van het gebruik van het koloniaal batig slot over 1849; dat tot verbetering van den accijns op het °zout; dat tot verbetering van den accijns op de suiker, en dat tot goedkeuring van het verdrag van handel- en scheepvaart met Pruissen en de verdere Staten van het Duitsche tolverbond. De beraadslaging over de vijf eerstgenoemde wets-ontwer pen zou plaats hebben op heden, vrijdag, over het laatstge noemde op morgen, zaturdag. Engeland. Londen 19 april. De kamer der gemeen- ten heeft heden hare zittingen hervat. De heer Anstey gaf zijn voornemen te kennen, om morgen aan te dringen op

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1852 | | pagina 1