MlfiDELBUMSCHE C 0 AIV m 1852. Donderdag 8 Januarij. Jicötuvcu ctt Qbmtniötvaticti. ttriL.iS'M'axim EJV'i iifJVG De Burgemeester en Wctliouriers van Middelburg- iSiuucnlanbddtc 2Ttjbi«0cii. TE EO EL :*ï- 3 /TIO Y /L/: MILITIE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van MIDDELBURG, brengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat, ter voldoening aan de bepalingen, voorgeschreven bij de Wetten van 8 Jamiarij 1817 en van 27 April 1820, betreffende de Nationale Militie, op den 2 Januarij aanstaande zal worden ge opend het Register van Inschrijving tot de loting voor dezelve Militie. Dat dit Register dagelijks (uitgenomen des Zondags), des namiddags van 12 tot 3 uren, op de Secretarie zal gereed liggen tot en met den 20 derzelfde maand dat hetzelve alsdan opgemaakt en door het Hoold van het Bestuur onderleckend zal worden, en dat de zoodani- gen welke daarna worden bevonden in hunne verp'.igting nalatig te zijn gebleven tot en met den 28 Januarij nog op het Register zullen worden gebragtdoch met ecne boete van 5 tot 100 Gulden gestralt moeten wordenen dat de nalatigen, die eerst na den 28 Januarij zullen worden ontdekt, dadelijk gearresteerd moeten worden, om tol de dienst te worden ingelijfd, zonder tot het aanvoeren van eenige reden van vrijstelling te kunnen worden toegelaten. Er worden mitsdien alle Jongelingen hun domiciiium of vaste woonplaats binnen deze Gemeente hebbende welke op den eer sten Januarij 1852 hun negentiende jaar zullen zijn ingetreden en hetzelve niet hebben volbragten dus alle die in het jaar 1833 ge boren zijn, bij deze opgeroepen en aangemaand om zich op voor schreven plaats en uren vrfór den 20 der maand Januarij aanstaan de, ter inschrijving in het Register aan te dienen, met overlegging van een extract tot opgave van den datum hunner geboorte; gelijk de Ouders, Voogden, Curators of Gemagtigden van afwezigen worden opgeroepen, om hunne Kinderen of Pupillen binnen den bepaalden tijd ter inschrijving aan te geven en alsdan aan het Gemeente-Bestuur zoodanige onderrigtingen te verschaffen of te doen verschaffenals van de Lotelingen zeiven zouden kunnen worden verlangd 5 wordende voorts aan al de Jongelingen die hun negentiende jaar zijn ingetre den bij deze te kennen gegeven dat zij zich na den 1 Januarij 1852 noch vóór den Junij daaraanvolgende tot geene vrijwillige Militaire Dienst bij de Armee te Land of ter Zee kunnen of mogen verbinden naar aanleiding der bepalingen dienaangaande, vervat in Art. g4Litt. gg der Wet van den 8 Januarij 1817; terwijl al verder tot voorko ming van alle misvatting, welke zoude kunnen ontstaan met betrek king tot de verpligtingen die bij de bestaande Wetten worden voor geschreven aan de belanghebbende Ingezetenen dezer Gemeente bij deze, wordt onder het oog gebragt: 1.) Dat alle Jongelingen, in den jare 1833 alhier geboren, en alhier hunne woonplaats hebbende mocLen worden ingeschreven zon der onderscheid ol voor hen al dan niet eenige reden van vrijstelling kan worden bijgebragt. 2.) Dat gehuwden en afwezenden ook in de inschrijving moeten worden begrepen, en dat de gehuwden hunne bewijsstukken bij den Militie-Raad moeten overleggen, op hetzelfde tijdstip, hetwelk lot overlegging van andere bewijzen van vrijstelling bepaald wordt. 3.) Dat de Üaders Voogden en Regenten verpligt zijn, hunne Kin deren of Pupillen in persoon, of door iemand daartoe gemagtigd, te doen inschrijven, en daarin nalatig blijvende, verbeuren zullen de boeten bij de bestaande wetten bepaald. 4.) Dat de straffen op het niet voldoen aan de verpligtingen be trekkelijk de inschrijving, zijn vermeld in de Artikelen 33, 65, 64, 65, 66, 67, 68 en 166 der Wet van den 8 Januarij 1817 en in Art. 10 en 11 der Wet van den 27 April 1820. 5.) Dat nopens de woonplaats of het domiciiium van inschrijving bij Art. 56 der Wet van den 8 Januarij 1817 het volgende is bepaald: n De wettige woonplaats of domicilie, voor de inschrijving hier- boven vermeld, wordt gehoudenvoor hen die ongehuwd zijn, de b woonplaats der Ouderen, en bij overlijden van beide, die van den cerstbenoemden 'Voogd; voor de gehuwden de plaats alwaar zij hun bestaan hebben;in twijfelachtige gevallen omtrent gehuwden, zal b voor de wettige woonplaats gehouden worden die plaats, alwaar zij s op den 1 Januarij van elk jaar, tot de uitoefening van ecnig beroep, Patent hebben bekomen, of wel voor het middel van het Personeel i) en Mobilair, of dat hetwelk in de plaats daarvan zoude mogen 8 worden geïntroduceerd, beschreven zijn, en voor zoo verre zij daar b in niet beschreven zijn, noch Palent hebben bekomen, de plaats, b waar zij zich bevinden; met deze verdere bepalingen, dat zij, die b in een vreemd Land, uit Ouders, ter oorzake van 'sLands dienst b afwezend of anderzins op reis zijnde, buiten het Rijk zijn geboren, b zullen worden ingeschreven binnen de plaats alwaar zij hunne wettige n woonplaats hebben; dat Jonge Lieden, door hun Vader of Moeder b Voogd of Curator achtergelaten, en geen tiestaan hebbende, op de b lijsten van die Gemeente zullen worden gebragt, alwaar hunne Ou- b ders, eerst in rang benoemde Voogd of Curator, het laatst hunne b woonplaats hebben gehad en wanneer deze woonplaats niet bekend b mogt zijn, of dat dezelve buiten het Rijk is gelegen op die van de s plaats alwaar zij zich bevinden. b Zij, die geene Ouders, Voogden of eigen bestaan hebben, zullen b worden ingeschreven op de plaats alwaar zij zich bevinden. b De Gealimentcerden en Kinderen in Godshuizen en liefdadige Ge- n stichten zullen worden ingeschreven in de plaatsen, alwaar de Gods- B huizen zijn gelegen of de alimentatie geschiedt. b Ten opzigte van de Gevangenen, welke in de jaren der loting val- b len zullen de Regenten der Gevangenissen verpligt zijn, voor den 10 Januarij aanstaande, aan het Bestuur van de Gemeente, alwaar b die Gevangenen hunne vaste woonplaats hebben, eenc naauwkeurige n opgave te doen van alles wat hetzelve voor de opschrijving noodig b heeft te weten, met bijvoeging der misdaad, waarvan zij beschul- digd of om welke zij veroordeeld zijn geworden en van den tijd voor s denwclkcn zij zijn geconfineerd." 6.) Dat bij het laatste lid van Art. 09 van evengemclde Wet nog ■wordt bepaald: i> Tot de Gemeente, in welke iemand, bij net intreden van des» b zelfs 19de jaar, voor de eerste klasse zal zijn ingeschreven, hij, b met betrekking lot de Nationale Militie zal blijven, werwaards B hij zijn domicilie, gedurende den tijd dat llij in de jaren der Mili- b tic valt mnge overbrengen." En eindelijk, 7.) Dat Buitenlanders, welke zich, als Ingezetenen van het Kijk binnen deze Gemeente met der woon hebben gevestigd overeenkomstig Art. 6 der Wet van den 27 April 1820, zich, voor zooverre zij nog in de jaren der Militie vallen insgelijks binnen den bepaalden tijd moeten aangeven tot inschrijving in dat Register, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren. En opdat een iegelijk hiervan kennis dragc, zal deze worden ge drukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst. Middelburg, den 12 December 1851. De Burgemeester en Wethouders, PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie M. F. L A N T S II E E R. OPROEPING VAN VRIJWILLIGERS VOOR DE NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van MIDDELBURG gelet op de bepalingen, vervat in de Wet op de Nationale Militie, ten opzigte van het leveren van Vrijwilligers voor de contingenten der onderscheidene Gemeenten brengen hij deze ter kennis van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat van heden, tot den 5i der maand Januarij aanstaande, dagelijks, uitgenomen des Zon dags, des namiddags van 12 tot 5 uren ter Secretarie dezer Gemeente zal gereed liggen het Register tot de inschrijving van Vrijwilligers be stemd. En worden mitsdien alle geboren Nederlanders, welke gedurende de laatste vijftien maanden in de Gemeente van Middelburg hebben ge woond, en de vercischten hebben bij de Wet bepaald, met den mees ten aandrang opgeroepen om zich voor de dienst der Nationale Mi litie vrijwillig tc laten inschrijven; zullende aan iederen Vrijwilliger, van wege de Gemeente eene behoorlijke Premie worden toegelegd, zoodra hij door den Militie-Raad zal zijn goedgekeurd. E11 teil einde een iegelijk hitvan kennis drage zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Cou rant geplaatst, Middelburgden 12 December 1851. De Burgemeester en Wethouders PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie M. F. LANTSHEER. maken bekend Dat, volgens art. 11 der ordonnantie voor de heffing der Stedelijke Belastingbekend onder den naam van Lan taarn-, Brandspuit- en Nacht wachtgelden de geheele aan slag van iederen Belastingschuldigeop den laatsten dag der maand December van ieder jaarmoet voldaan zijn en noodigen mitsdien allen die hieromtrent nog in gebreke zijn geblevenuit om het door hem verschuldigde onver wijld ten Kantore van den Heer Ontvanger der Plaatselijke Belastingen aan te zuiveren, ten einde de bijbetaling van onkosten voor te komen welke de aan te wendene maat regelen van dwang ten gevolge zouden hebben. Middelburg den 5 Januarij 1852. De Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie M. F. LANTSHEER. BBelaïarig vait fi"eusioeiten en EReratess op Borgtog- ten ten kantore van den Arrondissements-Betaalmeester te Miildelbui'/j. Diattenen «lep Vederdaitsche Herviii'nide Ge meente berigten, op gisteren avond in de Collecte gevonden te hebbentwee verzegelde Pakjeshet eene met het op schrift: Zendelinggenootschaphet andere ten opschrift voe- i rondeZendelinggenootschap welke beide zijn bezorgd bij Ds. J. J- van Deinse. Terwijl zij dankbaar melding maken van den ontvang van ƒ14,14, zijnde de zuivere opbrengst der Slingerproef, door den heer L. Jansc Bz., in het Auditorium waarvan vroeger door dien heer in deze Courant was an nonce gedaanen waarvoor ZEd. bij deze wordt dank gezegd. Middelburg, den 7 Januarij 1852. Diakenen voornoemd A. SCHIJF, Praeses. J. A. DE WAAL, Scriba. Het BloomscU-ItatlioliJU Armbestuur der Stad VIls- singen betuigt langs dezen weg zijnen hartelijken dank voor de milde bijdragen die zijzoo van hunne Gemeente leden als door de welwillende bemoeijingen van den wel-ed. gestr. Heer van den BrocckInspecteur van het ter dezer Stede gevestigd Belgische Loodswezen hebben ondervonden. Tevens maakt hetzelve bij deze ook met erkentelijkheid melding van de ontvangst van een Muntbiljet ad 10 van een' onbe kende ten gevolge van welk een en ander zij in staat geweest zijn op Nieuwjaarsdag de bchoeftigen hunner Ge meente bestaande uit ruim honderd Huisgezinnen met VloeschBrood, Aardappelen, Turf en eene kleine toelage in Gold te bedeelenwaardoor zij vermeenen aan het voorge stelde doelter voorkoming van bedelarij op dien dag zoo veel mogelijk te hebben beantwoord. Hot Armbestuur der Roomsch-Katholijke Gemeente, •Vlissingen2 Januarij 1852. J. B. DE GROOFF Pres. F. WIBAUTSecretaris. Veereden 3 Januarij 1852. Op heden werden aan ons door den Heer J. M. Kuiler alhiernamens een' onbekende uit Middelburgonder het opschrift: voor de Commissie, uitgereikt vier coupons Werk. Schuld, nos. 722, 18096, 18097 en 108893, ad 12,37 j ieder, te zamen 49,50. Wij danken met de vele Armen den onbekenden gever of geefster. Moge Gods zegen op deze Christelijke handeling rusten Deze zoo belangrijke gift verschafte ons het voorregt, om met de uitdeeling van warme Spijs aan de behoeftigen (waar onder de Armen van alle gezindheden) een aanvang tc kun nen maken als zijnde zulks tot heden door gebrek aan de noodige gelden moeten achterwege gelaten worden. De Commissie ter voorziening in de buiten gewone behoeften der Armen, J. C. BH TH, Praeses. M. J. VAN DEN HEUVELScriba. Arnemuiden4 Januarij 1852. De giftenwaarvan met innige dankzegging melding wordt gemaakt bezorgd bij den Heer L. II. de Blaecke dc Ligny, tot ondersteuning der Diaconie-Fondsen den 31 December 's avonds uit. de collecte in de Doopgezindo Kerk, groot ƒ2,50, en 1 Januarij 1852 van oen onbekende ƒ10 en van J. R. een Coupon Werkelijke Schuldno. 86795, groot 12;37gaven het Armbestuur do aangename bozigheidom op den 4 dezer - daarvan eene bedeeling in geld te doen aan hunne Armen die hetzelve nederig en vertrouwend blijft aanbevelen. Het Diakonie-Armbestuur C. DE RIJK, Adm.-Diaken. L. VAN BELZEN. Domburg1 Januarij 1852. Hoogst welkom was aan Armverzorgers van lïombnrg de aanzienlijke gift van 40, in Muntbiljetten, met het op schrift Om buitengewone bedeelingzoodra het noodig zal zijn" aangetroffen in de Kerk-collecte van Nieuwejaars- morgen. Hartelijk wordt den milden gever daarvoor 'dank gezegd en Gods bosten zegen toegewenscht. Terwijl tevens deze gelegenheid aangegrepen wordtom Domburgs Armen ook in het liefderijk aandenken van weidenkenden van het na burig Middelburg aan te bevelen. Namens het Armbestuur W. LEHMAN DE LEHNSFELD. De Commissie ter voorziening- 111 «len buiten- gewonen nood der Armen te lt'estkapelle brengt bij deze hare hartelijke dankbetuiging aan den edelmoedigen gever of geefster, voor de op den 31 December 11. bij den Heer de Blaecke de Ligny ontvangene Russische Coupon no. 13109, groot ƒ50. De Commissie voornoemd, S. W. GABREELSE, Voorz. P. IIUIBREGTSE. J. VAN SIGIIEM_, Secretaris. DIDDELBERG, 3 Jannarij. Met genoegen verneemt men, dat Z. K. H. prins Frederik langzamerhand in beterschap toeneemt. - Zaturdag jl. hebben de hoofd-officieren en zondag al de leden van den hoogen raadbenevens die der overige regterlijke collegien te 'sHage, deel genomen aan het diner bij Z. M. den koning. Maandag avond is er een groot gala-bal ten bove ge houden. Vele autoriteiten en aanzienlijke personen waren genoodigd daarbij tegenwoordig te zijn. Door Z. M. is de staatsraad in buitengewone dienst, G. L. Baud, weder bij continuatie tot ultimo december 1852 benoemd, om zitting te nemen in den raad van state, wanneer hij daartoe door lioogstdenzelve mogt worden geroe pen ter beoordeeling der Oost-Indische aangelegenheden. De vraag geopperd zijnde, of de militairen van Bel°l- schen oorsprong, die, tijdens bet met Belgie in 1839 geslo ten traktaat, in Nederlandsche active dienst waren, noodio- hadden zich te doen naturaliserenomovereenkomstig bet onlangs aangenomen beginsel, eventuëel tot bevordering in aanmerking te kunnen komenis daarop door de regerin" ontkennend geantwoord aangezien de hier bedoelde persol nen, krachtens art. 4 der wet van den 28 julij 1850 (Staats blad no. 4), beschouwd moeten worden te zijn Nederlanders. Z. M. beeft, bij besluit van 20 december 11. bepaald* dat voortaan bij de troependienstdoende in de West-Indien geen officieren zullen worden benoemd of bevorderddan nadat zij hier te lande daarvoor in allen decle bekwaam zul len zijn bevonden, zijnde daarbij tevens de regelen vastgesteld volgens welke dat onderzoek zal plaats bobben. Naar men verneemt beeft de commissiebelast met het redigeren van bet onderwerp voor een nieuw reglement voor het Israëlitisch kerkgenootschap bier te lande, deze taak, welke baar door de onlangs te 's Gravenhage gehou den algemeene vergadering was opgedragen geworden vol bragt. Dit door die vergadering aldus gewijzigd reglement zal worden gezonden aan alle kerkelijke besturen in de Israëlitische gemeenten in bet rijk, ten einde deze hunne aanmerkingen er op kunnen mededeelen waarna het op nieuw door de vergadering zal worden in behandeling geno men, om alsdan bepaald te worden vastgesteld en aan de goedkeuring der booge regering te worden onderworpen. Bij bet departement van buitenlandsche zaken is van den Nederlandscben zaakgelastigde te Lissabon een rapport ontvangenbetrekkelijk het bij de Portugescbe regering be staande plan tot het aanleggen van een spoorweg van" Lis sabon naar de Spaansche grenzen. Daar gezegde regering schijnt besloten te hebben bet bouwen en exploiteren eener zoodanige baan te zullen toewijzen aan die maatschappij welke de bedoelde onderneming op de gunstigste voorwaar den mogt willen aanvaardenen er welligt ook in Nederland personen gevonden worden tot zoodanige onderneming ge negen zoo zal van gezegd rapport, hetwelk eenige bijzon derheden en inlichtingen ten aanzien van opgemeldo aange legenheid bevat, door belanghebbenden kunnen worden ken nis genomen aan liet departement voornoemdalwaar het zelve ter inzage voorligt. Weder deelt de Antwerpscbe Précurseur volgens jaar- lijksche gewoonte, den algemeenen staat der Belgische koop vaardijvloot op den 31 december 11. mede. Daaruit blijkt, dat zij toen bestond uit 158 schepen, 3 minder dan bet jaar te voren, waarvan 88 te Antwerpen, 21 te Ostende, 15 te Gent, 14 te Brussel, 8 te Brugge, 5 te Leuven, 2 te Ham- me, 2 te Mechelen en 2 to Boom te buis behooren. Het Dagblad van 's Gravenhage verklaart van goeder band te hebben vernomen dat de benoemingonlangs ver meld, van den beer ds. Buddingh tot inspecteur-generaal over de Protestantsche kerken en bot schoolwezen in Ncder- landsch-Indie niet beeft plaats gehad. Don 30 december bad te Borger in de Chr. Afg. kerk bet volgend ongeval plaats. De leeraar dezer gemeente, die uit hoofde van zijn zwak ligcbaamsgesteldoorgaans eene

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1852 | | pagina 1