IIDDELBURGSCHE C O U B A IV T. ]X°. 105. Donderdair BESTUREN en ADMINISTRATIEF. 184!?^ 2 September. NIEUWSTIJDINGEN. NOTIFICATIE. MA A TS CHAFF IJ rERPACIITIAG TOLLEN. JTEDERL. BAISDEL-MAATSCHAPPIJ. JVankfijk. noatinr'"?''"*"''"'*^—g De STAATSRAAD, GOUVERNEUR van de Provincie 7FFLAND brengt bij deze ter kennis van de belanglieb- Sn^'^d^at' door'ziini ^xc den Opperhoncv.ter n^^^^ overleg van Hun Edel Groot Achtbaren de Gedeputeerde Suten! is bepaald, dat in deze Provincie, voor d>t jaar ITTroote lalt zal geopend zijn op Woensdag den 8 Sep- ?eir aansuande 'mitsgaders dat, met betrekkmg tot de Tg^Jagt op het Publieke Jagtveld in het iste 3de, 4de en -^de District is vastgesteld i^pr Dat dezelve slechts tweemaal 's weeks, ^1/m het iste District des iVoensdags en Zaturdags, m het 3°^ District des Maandags en Frijdagsen in het 4de en 5de District des Dingsdags en Frijdags zal mogen uit- geoefend worden. b. Dat niet meer dan vier hazen telken reize zullen mo- een gevangen worden. Dat geene vereenigde Jagt met lange Honden zal mo- gen gehouden worden, en dat degenen welke d,e Jagt uitoefenen, steeds 1000 Ellen of ongeveer ééne Ne- derlandsche mijl van elkander verwijderd zullen moe- Dat'voons" niet zal mogen worden gejaagd op Gronden waarop nog Graange^^'assen oï Peuhrnchten te velde staan en de Oogst nog niet zal zijn afgeloopen wordende de E,- genaren van privatieve Jagtengrenzende aan de zee ot rivieren, aandachtig gemaakt, dat dezelve, mede aan de zijde van die wateren, behooren afgepaald te worden en wijders de belanghebbenden onderrigtdat degenen, die Wild zullen wenschen te vervoeren naar Provinciën alwaar de Jagt nog niet is geopend zichtot het bekomen van Concent-biljettentot dat einde bij de Houtvesters zullen kunnen vervoegen. Deze Notificatie zal in het Provinciaal Blad geplaatst, en in den gebruikelijken vorm aan de Plaatselijke Besturen ter affixie toegezonden worden. Middelburg, den 31 Augustus 1847. De Staatsraad, Gouverneur voornoemd, VAN VREDENBURCH. TOT BEVORDERING VAN LANDBOUW EN VEETEELT IN DE PROVINCIE ZEELAND. VEREENIGDE VERGADERING der Afdeelings-Bestu- ren in Walcheren van voornoemde Maatschappij op Maan dag den 6 September aanstaande, in het lokaal op de Groenmarkt, des voormiddags ten tien ure. Eene verdere behandeling van het voorstel tot eene verbeterde mrigting der Pachtcontracten in Zeeland zal een voornaam deel der werkzaamheden uitmaken. Middelburg, 2 September 1847. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG verwittigen bij deze een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat op Donderdag den 16 September aanstaande des voormiddags ten elf ure ten Raadhuize zal worden overgegaan tot de Verpachting van den TAUX der TOLLEN op den Straatweg tusschen de Steden Flissin- gen en Middelburg; zullende d'^e conditien dier Verpachting van heden af, ter Griffie van laatstgemelde Stad voor een iegelijk ter lezing liggen. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg den 30 Au gustus 1847. Burgemeester en Wethouders voornoemd, PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare, A. M. BECIUS. De DIRECTIE maakt bekend dat de IVAJAARS- ITT- DI60- EN COCHENILLE-TEILISGEiy der Maatschap pij van 1847, zullen gehouden worden op de dagenen plaatsen en bestaan uit de hoeveelheden hieronder gemeld Te AMSTERDAM, op Maandag 17 September 1847, 499 Heele Java INDIGO, ligg. aldaar. 1907 Halve en Kwart Kisten 140 Kisten Java COCHENILLE, liggende aldaar. Te ROTTERDAM, op Donderdag 30 September 1847, f° ^uT V rv.. Java INDIGO, ligg. aldaar. 1643 Halve en Kwart Kisten J De Directie geeft bij deze aankondiging de verzekering, dat zij, vóór hare gewone Voorjaars-Veilingen van 1848, geene andere Indigo en Cochenille dan de bovengemelde par tijen aan de Markt zal brengen. De Notitien met de Veil-conditien zullen in tijds worden uitgegeven. Amsterdam, den 16 Augustus 1847. VAN DER OUDERMEULEN, President. T. SCHUURiMAN, Directeur fung. Secr. FRANKFORT den 28 augustus. Het Oostenrijksche re geringsblad meldt, ten aanzien der thans zoo veelbesproke ne Italiaansche aangelegenheden, dat aan Oostenrijk bij het traktaat van Weenen het regt is toegekend om bezetting te leggen in Ferrara en Comachio; dat daarvan steeds een spaarzaam gebruik is gemaakt, doch dat men in den laat- sten tijd om redenen welke het overbodig is te ontwik kelen heeft gemeend de bezetting van Ferrara met een ba- taillon en een half eskadron te'moeten versterkendat deze troepen deels in de citadel, deels in de kazernen der_ stad, die hun steeds ten dienst hebhen gestaan, zijn gehuisvest; dat in den nacht van den eersten dezer maand een üos- tenrijksch officier door een hoop gemeen volk is aangerand, en dat de bevelhebberbi.i de steeds aangehitst wordende opgewondenheid der gemoederen het allezins noodig heett geoordeeld, om tot behoud der rust en tot zekerheid zijner --roepen des nachts patrouilles uit te zenden dat wel is waar daartegen is geprotesteerd, doch dat op dat protest met is gelet, om dat dit regt den bevelhebber op geenerhande wijze is ontnomen en dat sedert deze dienst ook ongestoord is voortgezet. „1 f Volgens bijzondere berigten uit Zwitserland heersent onder de groote meerderheid der bevolking het kennelijk verlangen om geene middelen van bedwang tegen het Son- derbond te bezigen, en daardoor den landsvrede te storen; dat deze stemming inzonderheid wordt waargenomen m de kantons, in welke de bevolking van een gemengden aardis, en dat de landdag uit dien hoofde nog altijd naar middelen zal rfmzien om het geschil op eene vredelievende wijze te beslechten. Ofschoon de regering nog niets wegens het aanhouden van krijgsvoorraad voor de verbondene kantons bestemd, heeft verordend, zijn in Zurich eenige kisten met kartetschen die naar Lucern moesten vervoerd worden in beslag genomen. LONDEN den 28 augustus. Gisteren morgen is hier op de Theems een droevig en treffend ongeluk gebeurd. De stoomketel van eene der boote» welke die rivier bevaren, en voor een halven stuiver per hoofd een groot aantal men- schen van het eene gedeelte der stad naar het andere over voeren is gesprongen kort voor het uur van vertrek ter wijl reeds eene groote menigte passagiers (volgens sommigen omstreeks 150) zich aan boord bevonden. Het grootste ge deelte van die personen is, terwijl het middenste gedeelte der van ijzer vervaardigde stoomboot uit een sloeg, mede weggeslingerd deels op de kade, deels in het water. Zelfs op geruimen afstand van de plaats des ongevals veroorzaakte de ontploffing zulk een' hevigen schok dat de grond dreun de en de gebouwen als bij eene ligte aardbeving geschud werden. Van alle kanten snelde terstond hulp aan, om de in het water liggende personen, welker aantal op 40 i 5° be groot werd, te redden, met dit gunstig gevolg dat de mees ten dier ongelukkigen vrij spoedig opgevischt werden. Slechts twee personen zijn levenloos uit het water getogen maar vele andere hebben ligtere of zwaardere wonden bekomen. Twaalf dezer verminkten zijn terstond in een naburig hospi taal gebragten daarvan is een nog in den loop van den dag overleden. Nademaal bij het opkomen van den vloed het verbrokene vaartuig geheel onder water was geraaktvreesde men dat nog eenige personen binnen in hetzelve jammerlijk zouden zijn omgekomen; maar, toen men des namiddags, na het afloopen van het tijde overblijfselen der stoomboot behoorlijk konde onderzoeken is dit vermoeden niet beves tigd geworden. Intusschen gaat men nog voort met het zoe ken naar drenkelingen in de rivier, omdat, naar men zegt, nog eenige personen, die vermoedelijk op het vaartuig waren vermist worden. Omtrent de oorzaak van het ongeluk is tot dusver niets met zekerheid gebleken. Velen meenen dat het springen van den ketel is toe te schrijven aan de inrigting der stoomwerk- tuigen, met hooge drukking anderen beweren, dat de maat schappij aan welke de boot behoorde niet de vereischte zorg heeft gedragen om de werktuigen in behoorlijken toe stand te houden en dat de aanleiding tot deze achteloos heid in de zeer laag gestelde vracht moet gezocht worden anderen weder meenen, dat ten deze aan niets dan aan een ongelukkig toeval is te denken. Naar gezegd wordt, zal de koningin eene galerij van schilderijen en kunstwerken in het paleis van Buckingham verordenen die op bepaalde tijden voor het pubück zal worden opengesteld. Bij Lloyds is tijding ontvangen van het bij Saugor door brand vernielde Oost-Indisch schip Robarts, nadat het te Calcutta katoen en andere koopwaren alsmede vele pas sagiers, had ingenomen. De passagiers en equipage zijn met de booten gered, maar schip en lading weg. De ramp wordt aan kwaadwilligheid toegeschreven. Uit Lissabon heeft men hier tijdingen tot den 19 de zer. De koningin heeft eindelijk in de vorming van een nieuw ministerie bewilligd, en den heer Rodriga de Fonseca niet die taak belast, maar hem zulke belemmerende voor waarden opgelegd dat hij moei'e zal hebben zich daarvan te kwijten. Een gedeelte van het Engelsch eskader was naar de Middellandsche zee afgereisd. Bij een brand, te Lis sabon uitgebarsten, heeft een jeugdig Engelsch zeeman, die te lang in het brandend gebouw bleef, om eenige goederen te redden, bet leven verloren. Volgens berigten uit Noord-Amerikatot i8 dezer, zou de generaal Scottden 17 julijde stad Mexico, zon der noemenswaardigen wederstand bemagtigd hebben. PARIJS den 25 augustus. Gisteren te middernacht is het lijk van den hertog de Praslin op het Zuider-kerhof ter aar de besteld. Tot laat in den avond hadden er eenige zamen- scholingen plaats gehad in de nabijheid der gevangenis waarbij nog al eenige opgewondenheid werd waargenomen, doch tegen den nacht is de menigte uit een geraakten bij het vervoeren van het lijk liet welk zoo eenvoudig mogelijk geschiedde, was er genoegzaam niemand meer op de been. De dagbladen behelzen eene afteekening van den platten grond van het hotel Sebastianiin hetwelk de moord is gepleegd, met de aanduiding der bloedvlekken in de kamer der herto gin op den weg naar en in het vertrek des hertogs. Uit de regterlijke bescheiden betreffende den toestand van het lijk van de overledene, blijkt, dat haar niet minder dan 30 min of meer zware verwondingen zijn toegebragtwaarvan sommige als allezins doodelijk zijn verklaard.—-Men meldt, dat de hertogin de deur van haar slaapvertrek aan de zijde van dat des hertogs met een grendel had afgesloten maar dat men, door middelvan een schroefdraaijerde plaat van dien grendel vooraf had losgemaakt. De bewindslieden hebben de noodige voorzorgen genomen om bij het kisten en begraven behoorlijk te doen blijken van' de indentiteit van het lijk. Welke ook de meening moge zijnnopens het tijdpuntwaarop de hertog het ver gif heeft ingenomen, of de gedienstige hand, die hem dit vergif kan hebben gegeven dit is zekerdat er geene de allemiinste poging is aangewend, om de schuld des hertogs te verbloemen, en hem, ter eere van zijnen stand, als niet regtens overtuigd en derhalve als mogelijk onschuldig te doen voorkomen. Heden komt de kamer der pairsals raadkamer van het geregtshof, bijeen en zal denkelijk moeten worden beraad slaagd over de wending, welke aan de zaak van mejufvrouw de Luzy zal behooren te worden gegeven. De openbare aan dacht is thans bijzonder op deze persone gevestigd, en hare begaafdheden worden hoogelijk geroemd. Zij ontkent eeni- gen berispelijken omgang met den hertog te hebben gehad en verzekert dat bij hr.ie komst in het gezin er reeds groo te tweedragt tusschen de echtgenooten bestond dat de her- to» alleen de opvoeding zijner kinderen wilde besturen dat zij de kinderen nimmer van hare moeder heeft willen aftrek ken en deze nimmer heeft gekrenkt of willen krenken dat deze wel, ten haren aanzien, blijken gaf van wantrouwen, doch daarvoor hoegenaamd geene redenen had. Zij verzekert dat als zij van schuld in dezen kan worden beticht zulks deze isdat zij niet eerder het huis des hertogs heeft verla ten en de geldelijke voordeelen van hare betrekking heeft opgeofferd. Wel verre van te gelooven dat de hertog de moordenaar zoude zijn geweest, moet zij aan de commissa rissen-instructeurs, met blijken van groote aandoeningheb ben verklaard dat zij dit nimmer heeft kunnen denken. Thans wordt verzekerd, dat reeds voor eenige jaren, in het park van een der kasteelen des hertogs, op de hertogin met scherp zoude zijn geschoten dat de hertog destijds bij de huisgenooten reeds als verdacht is voorgekomen van de dader te zijn doch dat deze zaak destijds is gesmoord. Mejufvrouw de Lnz'j schijnt de algemeene belangstelling nogal op te wekken. Men beweert dat er eene menigte brie ven van haar aan den hertog zijn gevonden dat deze veel blijken bevatten van toegenegenheid zoo voor den hertog als voor de kinderen maar geene bewijzen eener berispelijke zwakheid. Men verzekert tevens, dat zij reeds zoude zijn aangezocht, om tegen eene aanzienlijke belooning, zich in Engeland aan het hoofd van een gesticht van onderwijs te plaatsen. Men verneemt, dat de nakomelingen van den hertog zul len verzoeken, dat hunne familie-naam worde veranderd in die van de Choiseul-Sebastiani. De gewone geneesheer van den hertog de Praslin die hem, na zijne gevangenneming, heeft bezocht, wordt ver dacht gehouden van hem het vergif te hebben gegeven. Heden is op de Boulevards voor het Café-de-Paris weder eene doos, met ontbrandbare besranddeelen gevuld te midden eener groote menigtenedergeworpen en ontploft. De dader is dadelijk gevat. Gelukkig is niemand gekwetst. Het geruchtdat de Oostenrijksche troepen uit de stad Ferrara zouden zijn teruggetrokken om zich alleen bij het bezetten van het kasteel te bepalen is niet bevestigd. Het is ook onwaar, dat de bevolking van Ferrara eene dreigende houding zoude hebben aangenomen. iMen v;r!'.aa!de intus schen te Livorno dat de Oostenrijkers zeer op hunne hoe de waren, en niet dan in genoegzamen getale en gewapend op straat verschenen. jMen verhaiilde verder dat eene k'eine afdeeling pausselijke dragonderswelke zich voor eene der poorten vertoonde, om binnen te trekken, door de Oosten rijksche wacht was afgewezen. In Rome heerscht steeds eene niet geringe opgewonden heid onder de menigte. De heer Ferettide broeder van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1847 | | pagina 1