NIDDELBURGSCHE C O A N T. N°. 156. Zalurdug 1839. 28 December. NIEUWSTIJDINGEN. IDititschlaub. JxAufsrtjfL ilcbcvlantcn. rjr -jg De abonriements-prijs dezer Courant is 2 y5 voor drie maanden, en franco per Post f 3. De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de beta ling geschiedt comptant, of bij liet einde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vddr 10 ure, indien men dezelve in het eerst uit te geven No. wil geplaatst hebben. De Advertentien worden berekend tegen 22 Cents de regelmet uitzondering van Huwelijks- Geboorte-en Doodbekendmakingen, waarvan de prijs van één tot zes regels is f 15o en voor iederen regel daarboven 22 Cents. Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, alzoo het regt van zegel wordt betaald. FRANKFORT deri 22 december. Volgens brieven uk Weetien scheen de vereffening der Oostersche geseWHe# geen voortgang te maken. Men zeide dat de pacha meer dan ooit besloten had aan de vorderingen der groote mogendheden niet toe te geven, en dat hij op bedreigingen van den Engelschen consul-generaal zeer trotsch had geantwoord. Een der Duitsche dagbladen behelst eene redenering over de Oostersche zaken, hoofdzakelijk ten betooge strek kende, dat de bemoeijingen der mogendheden bereids twee goede gevolgen hebben gehad, namelijk het ophouden der be staande spanning tusscheti Engeland en Rusland en de oogen- blikkelijke bescherming der Porte tegen de zucht van den onderkoningom van zjjne in Syrië behaalde overwinning misbruik te maken. PARIJS den 23 december. De koning heeft heden de zit ting der kamers met deze aanspraak geopend Mijne heer en de pairs, mijne heer en de gedeputeerden Sedert het einde uwer laatste zitting is de rust binnen 's landsdie uw trouwe bijstand heeft helpen bevestigen niet meer gestoord geworden. Ik heb door een getuige, die mij hoogst dierbaar is, nieuwe bewijzen van het vertrouwen en de genegenheid der Franschen ontvangen. De oudste mijner zonen heeft bij het dit jaar bezoeken van een aanzienlijk gedeelte des rijks overal op zijnen weg de ontwikkeling van den arbeid den voortgang der nijverheid den eerbied voor de instellingen en de gehoorzaamheid aan de wetten gevonden. Mijn hartdat levendig getroffen is heeft in de nationale verknochtheid die mijnen zoon omringd heefteene verpligting te meer voor zijne broeders en voor hem zeiven gezien, 0111 zich al tijd en overal aan de dienst van het vaderland en de eer van Frankrijk toe te wijden. Mijne betrekkingen met de vreemde mogendheden heb ben hetzelfde vredelievend en welwillend aanzien behouden dat het algemeen belang van Europa gebiedt. Onze vlag heeft, met medewerking van die van Groot-Brittanjeen getrouw aan den geest van die eendragt, welke altijd zoo voordeelig voor de belangen van beide landen is, over de onafhankelijkheid en onmiddellijke veiligheid van het Otto- manische keizerrijk gewaakt. Onze staatkunde brengt steeds mede om het behoud en de onschendbaarheid van dat rijk te verzekeren welks bestaan zoo hoog noodig is voor het handhaven van den algemeenen vrede. Onze pogingen zijn ten minste geslaagd in het doen staken van den loop der vij andelijkheden in het Oosten dien wij hadden willen voor komen en welke de verwikkelingen mogen wezen die uit het verschil van belangen ontspruitenvoed ik de hoop, dat de overeenstemming tusschen de groote mogendheden weldra tot eene billijke en vreedzame oplossing zal leiden. In den toestand van Spanje is eene groote verandering bewerkt en zoo het mij al leed doet u nog niet te kunnen melden dat de burgerkrijg, die zoo lang dat rijk heeft ver woest,. geheel uitgedoofd is, heeft echter die oorlog datge- wigt verloren, hetwelk ongerustheid kon verwekken over de bestendigheid van den constitutionelen troon der koningin Isabella II. Het meerendee! der noordelijke provinciën is bevredigd en alles doet hopen dat de oostelijke het ook wel dra zullen zijn. Die belangrijke uitkomst is het werk der verstandige politiek van de regering der koningin-regentes en van de standvastige dapperheid van het Spaansche leger, on dersteund door de hulp, die haar mijn bestuur en dat van hare Brittannische Majesteit verleend heeftvoor de trouwe uitvoering der tractaten van 1834. I11 Amerika vervult de Mexicaansche regering de ver- bindtenissen van hettractaat, door mij met dat gemeene-best gesloten. Het sluiten der havens van de Argcntijnsche re publiek houdt nog een onzer eskaders bezig. Er is eene nieuwe scheepsmagt naar dat verwijderde punt gezondenom de genoegdoening, die zij ons verschuldigd is, te verhaasten. In Afrika vorderen nieuwe vijandelijkheden eene beslis sende demping. Onze dappere soldaten en onze kolonisten aan welken mijn zoon door zijne tegenwoordigheideen blijk kwam brengen van mijne zorg voor hen, zijn trouwe loos aangevallen. De vooruitgang onzer etablissementen in je provinciën Algiers en Constantine is de ware beweegreden van e'enen onzinnigen aanval. Die aanval moet gestraft, en eene hOrI>a!'n£ er van onmogelijk gemaakt worden opdat niets de «ontwikkeling van voorspoed stuitewelke de Fran- sche heerschappij waarborgt aan een landhetwelk zij niet meer zal verlisten. Nieuwe troepen zijn reeds naar Afrika övsr<"»bra"t, eiKmiddelen van allerlei aard worden gereedge maakt oin den duur van den oorlog te bekorten door denzel- ven met nadruk door te zetten en opdat voortaan de inwoners van Algiers en de inlandsche volkstammenwelke aan Frank rijk getrouw zijn, overal eene voldoende bescherming vinden. De met deze bedoeling onmiddellijk bevolen uitgave, zal aan de goedkeuring der kamers onderworpen worden. Ik vertrouw dat zij den bij u altoos verzekerden bijval zal erlangenwan- j neer het de eer van onze wapenen en het blijvend belang van Frankrijk geldt. De toestand van onze finantien gedoogt om in deze nieuwe lasten te voorzien. De questie over de suiker welke de kamers in hunne laatse zitting onbeslist hadden gelaten, heeft gedurende hun ne afwezigheid eene voorloopige beslechting moeten onder gaan. Een ontwerp van wet betreffende dit onderwerp zal u worden voorgelegdten einde de algemeene met de bijzon dere belangen in overeenstemming te brengen. Maatregelen tot verbetering van het lot der onder-ofH- cieren en soldaten zullen u voorgesteld worden. Gij zult u bezig te houden hebben met het maken van de noodige schikkingen betrekkelijk de organisatie van den staatsraad, den letterkundigen eigendom en het openbaar on derwijs. Andere voorstellen zullen ten doel hebben: het tot stand brengen van een stelsel van burgerlijke pensioenen, de uit voering van groote spoorweg-liniende verbetering onzer comunicatien te water, het beheer der gevangenissen en de invoering van het penitentiaire stelsel. In uwe verschillende werkzaamheden zal uwe verlich te vaderlandsliefde altijd zoeken wat kan medewerken tot vermeerdering van den algemeenen voorspoed en tot beves tiging van het behoudende grondbeginsel onzer instellingen. Dezelve te handhaven binnen de gevestigde grenzen isdepligt mijner regering; het geluk van zulks te hebben volbragt zal de zachtste belooning voor mijne ijverige pogingen zijn. Reeds zijn bijna tien jaren verloopensedert de groote gebeurtenis welke mij op den troon riepen sedert gij voor de eerste maal mij "hebt ondersteund met die medewerking en hulp welke ik op nieuw van u kom vragen. Het is met u het is in het midden van u dat ik zoo gaarne Frankrijk geluk vvensch met deszelfs ge'ukkige vordering in die loopbaan van be schaving en wettige vrijheidwelke eenige onrustige en onver- zadelijke driften nog steeds pogen te verstoren gedankt zij de Voorzienigheid en uwe regtschapene medewerking, hunne pogingen zullen onvermogend blijven, en deze laatste sporen van de voorbij zijnde wanordelijkheden zullen verdwijnen voor het gezond verstand en den nationalen wil." De geheele rede is met de grootste aar-Jacht aangehoord, en onderscheidene zinsneden zijn er zeer van toegejuicht. Alles is in de beste orde afgeloopen en de rust dezer hoofdstad door niets gestoord. 'sGRAVENIIAGE den 24 december. Heden waren bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de orde van den dag de beraadslagingen over het ontwerp van wethouden de bepaling van den duur der verantwoordelijkheid van de bewaarders der hypotheken en het kadasteren der scheeps- bewijzen, en magtiging tot vaststelling van een tarief van hunne salarissen Deze wet is na beraadslaging met 33 tegen 16 stemmen aangenomen. De vergadering is geschorst tot des middags ten half drie ure. Op dien bepaalden tijd wordt de vergadering weder ge opend en dadelijke voorlezing gedaan van de volgende in den tusschentijd van de schorsing der zitting ontvangene konink lijke boodschap en ontwerp van wet Edel Mogende Heeren Het besluit van U Edel Mog.om ons te verzoeken de begrooting der staats-uitgaven voor den jare 1840 in nade re overweging te nemen, maakt het onmogelijk die begroo ting en de middelen tot vinding der uitgaven tijdig vast te stellen. Er zijn dus voorloopige maatregelen noodig, ten einde allen stilstand in de dienst voor te komen en de voldoening aan de 00 het Rijk rustende verpligtingen te verzekeren. Hiertoe strekt het nevensgaand wets ontwerpop het welk wij Uwer Edel Mog. spoedige overweging inroepen. En hiermede, Edel Mog. Heeren, bevelen wij U in Godes heilige bescherming. 's Gravenhage den 24 december 1839. Willem." Het ontwerp luidt aldus IVj IVILLEM enz. Alzoo wij in overweging hebben genomen de noodza kelijkheid, om te zorgen dat, tot tijd en wijle de begrooting der uitgaven van het Rijk en de middelen ter bestrijding van dien voor den jare 1840 zullen zijn vastgesteld, *s Rijks dienst aan geen stilstand worde blootgesteld. Zoo is het dat wij den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze: Art. 1. De verordeningen bij de wetten van 21 decem ber 1838 {Staatsblad 110. 47 en 48) daargesteld zullen, met uitzondering der uitkeering van ƒ1,200,000, volgens de laatstgemelde wet door de Overzeesche bezittingen bij te dragen, bij voortduring van kracht blijven, gedurende den tijd van acht maanden *a den laatsten december 1839, of gedurende zoodanigen korteren tijd als dezelve vroeger door andere wettelijke bepalingen mogten zijn vervangen. Art. 2. Tot het vinden der uitgaven zoo die uit de bij laatstgemelde wet toegestane middelen niet kunnen worden gedekt, als die boven de begrooting voor 1839 verder nood zakelijk zijn, wordt, teil behoeve van de schatkist, een crediet geopend van 15 millioen kapitaal werkelijke schuld, rentende 5 ten honderd, in te schrijven in het tweede groot boek der nationale schuldwaaarvan echter voorloopig slechts twee derden beschikbaar worden gesteld, en zal het gebruik van dat beschikbaar gestelde gedeelte nader bij de wet worden geregulariseerd. Art. 3. De tegenwoordige wet zal verbindende zijn met het eindigen van den 31 december 1839. Lasten en bevelen enz." Deze stukken zullen worden gedrukt, rondgedeeld en ver zonden aan de afdeelingen voor de maand october. De voor zitter geeft kennis, dat er maatregelen genomen zijn, opdat de afdeelingen zich reeds dadelijk met deze zaak zullen kun nen bezig houden. De vergadering wordt dienvolgens ge scheiden en de leden begeven zich naar de sectie-zalen. 's GRAVENHAGE den 25 december. Gisteren en heden morgen hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal de voordragt tot een crediet enz., gisteren ingekomen onderzocht. Naar men verzekertmoet in het breede gehandeld zijn over de doelmatigheid van die voor dragt in verband met de jongste discussien en besluiten over de finantiele aangelegenheden van den Staat. In hoe verre de tegenwoordige voordragt door de Kamer zal be aamd worden schijnt nog niet te kunnen worden opgemaakt. Velen houden het er echter voordat zij ook tot bezwa ren aanleiding geeft. MIDDELBURG den 27 december. Het strekt ons tot genoegen omtrent Zr. Ms. fregat den Rhijn goede tij dingen te kunnen mededeelen. Hetzelve is den 8 dezer (en niet den 11 zoo als een onzer dagbladen verkeerdelijk op geeft) behouden te Livorno aangekomen. Z. K. H. Prins Hendrikbenevens de état-majorwas welvarende hetgeen inen ook van de overige equipagie kan zeggen. Men was voornemens in het laatst dezer maand naar Napels te zeilen doch men dacht aldaar niet lang te vertoeven. Z. K. H. had ook de stad Pisa bezocht. De Prins was te Genua door den koning van Sardinië met de meeste onder scheiding ontvangen. Van 's Hertogenbosch den 23 dezer wordt gemeld Naar men verneemt zoude het der justitie gelukt zijn de onverlaten welke sinds verscheidene weken angst en schrik onder de ingezetenen van de gemeente Sprang verwekt heb ben op het spoor te komen de hevige verdenkingonder welke eenige personen lagenvan de brandenwaardoor de gemelde gemeente geteisterd werd te hebben aangestookt zoude zich bevestigd hebbenen dientengevolge de perso nen van IV. SchampersSimon Versteegh en Joh. Rrocks allen inwoners dier gemeente, gearresteerd, en de twee laatstgemelden reeds bfj het eerst ondergane verhoor tot eene volledige bekentenis hunner misdaden gekomen zijn." Men schrijft uit Haarlem De aandacht van het bestuur is dezer dagen gevestigd geworden op zekere kwade praktijkenwelke hebben plaats gehad bij het opkoopen van oude zilveren werkenwaarvoor men aan de eigenaren een gelijk gewigt van stukken van 25 centen heeft toegewogen en hen alzoo in den waan heeft gebragt van hun de volle zilveren waarde dier voorwerpen te hebben verstrekt. Zoo is het gebeurd dat men eene zilveren lepel van het gehalte van 900 duizendsten en wegende 66 wigtjeswelke al zoo eene waarde had van ƒ6,27, met slechts 16 stukken van 25 centen heeft betaald en derhalve den verkooper voor 2 27 heeft bedrogen. Men heeft het niet ongepast geoordeeld de belanghebbenden te waarschuwen, om tegen dergelijke praktijken op hunne hoede te zijn." Van Brussel meldt men dat de Belgische bank ten gevolge van schikkingen met het gouvernementhare dis conteringen onverwijld hervatten zou. Te Stuttgart is de uitgave aangekondigd van de Her innering uit het Oosten, door den bekenden diplomaat den ridder Prokesch van Osten op zijne togten door de Ooster sche gewesten geschreven. De hoogleeraar E. Munchdie zich met de uitgave dezer herinneringen belast heeft, kon digt in de dagbladen aan dat zij een waardig tegenhanger zijn van die des heeren de Lamartine. Arnemuiden, den 26 December 1839. Met blijdschap is door onzen Kerkeraad alhier ontvangen uit de bereidwillige hand van den Heer Schaïck Serléeene menschüevende giftten behoeve der Bedeelde Armen onzer Gemeente, eene som van 10 Zeeuwsche Rijksdaalders, on der de letters W. A. Dank zij den onbekenden gever of geefster Hij die eenen blijmoedigen Gever lief heeftze- gene denzelven met overvloedige zegeningen Zijner genade; biddende, dat deze liefdedaad door meerdere moge nagevolgd worden R. HOOGEZANDPredikaat.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1839 | | pagina 1