MIDDELBURGSCHE O O U II A JV T. N°. 120. Zalurdag 1839. 20 Octoher. JfVau fcrijfc. SÜ&lAAtr^chuumig.. N LEU WSTÏJDIN GEN. iSelgic, De abonitcm(ntt'S-|irijs deter Courant is f 2 75 voor tlrie maandenen franco per Post f 3. De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de beta ling geschiedt comptant, of bij het «inde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens voor 10 ure, indien men dezelve in het eerst nit te geven No. wil geplaatst hebben. De Advertcntien worden berekend tegen 22 Cents de regelmet uilzondering van Uuwelijks- Geboorte-en Doodbekendmakingen, waarvan de prijs van ééa tot zes regels is f 1 ,5o en voor iederen regel daarboven 22 Cents. Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, alzoo het regt van zegel wordt betaald. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG, brengen bij deze ter kennis van de In- en Op gezetenen, dat, op den 18 November aanstaande en vol gende dagen eene Algemeenc Brandschouwing aan al de Hui zen, Pakhuizen en Gebouwen door de Generale Directie over het Brandwezen, vergezeld van den Heer Commissaris van Policie zal worden gehouden en manen mitsdien een ieder aan 0111 voorschrevene Ambtenaren en derzelver be trekkingen behoorlijk te erkennen, in zijne Woningen en Ge bouwen toe te laten en inspectie te laten nemen, mitsga ders derzelver uitspraak omtrent het aanleggen verbeteren en veranderen der Vuurplaatsenschoonmaken van Schoor- steenenverleggen van Brandstoffen als anderzins ten spoe digste na te komen en in alles zich uaauwkeurig te gedra gen overeenkomstig de bestaande Reglementen van Policie en op het Brandwezen zullende op de nalatigen en over treders gestretigelijk worden toegepast de straffen en boeten bij gemelde Reglementen bepaald en vastgesteld. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 25 Oc- tober 1839. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare, A. M. BECIUS. De COMMISSIE tot uitdeeling van SPIJS aan Min vermogenden te Middelburgaan de Ingezetenen dcrzelve Stad. Veelgeachte Stadgenooten l Niet zonder huivering zien voorzeker vele van onze be hoeftige Medeburgers het naderen van den barren Wintertijd de behoeften zijn dan groot en de verdiensten gering: en hoewel wij ons mogen verheugendat door de bemoeijenis- seti zoo van het Bestuur dezer Stad als van andere edele M enschenvriendengelegenheden zijn geopend tot het ver schaffen van werk aan Minvermogenden zoo is desniette genstaande de schaar niet onbelangrijk welke wederom met dankbare harten op uwe bekende milddadigheid het oog ves tigen waaronder menschen van gevorderden ouderdom en ge brekkige lieden eene voorname plaats bekleeden voegen wij hier tevens bij de vrees, dat onderscheidene Levensmiddelen gedurende dezen Winter schaars immers duur zullen zijn behoeft het dan wel betoog, dat het van het hoogste belang is dat wij weder als voorheen door uwe hulp worden onder steund is er dan wel opwekking noodig om onze meer- gegoede Stadgenooten gereed te doen staan onze opofferingen door ruime bijdragen te onderschragen Gaarne houden wij ons van het tegendeel overtuigd en ten einde aan die verwachting te voldoen, zullen wij ons daarmede onledig houden onder medehulp onzer Commissa rissen welke zoo wij vertrouwen zich daaraan niet zul len onttrekken, In afwachting derhalve van ruime bijdragen, zullen wij eerlang de vrijheid nemen eene lijst van inteekening en bil jetten ter invulling aan uwe huizen rond te zenden ten einde een ieder dë gelegenheid te geven om aan de begeerte van zijn hare të voldoen, en ons ln staat te stellen om dien voorraad op te doen welken wij behoeven om met vrucht de gewone werkzaamheden aan te vangen die wijten be hoeve van onze minbedeelde Stadgenooten, blijmoedig op ons nemen. Middelburg, den 24 October 1839 De Commissie voornoemd D. J. de Superville, President. S. de Wind. S. Bomme Thesaurier. H. du Buisson Becius Secretaris. J. van Reigersberg Versluys. A. J. van den Broecke. P. N. SCHORER. Met dankzegging heeft de ondergeteekendeuit de collecte ?n de Koorkerk, op den 20 dezer, ontvangen de som van •vier Gulden in een pakje met het opschriftvoor het Bij- bed-Cenoot'schap bij Ds. Hurgronje. Middelburg, den 22 October 1839. A. I. SNOUCK HURGRONJE. Het BESTUUR der Middelburgsche Afdeeling van de Maatschappij tot bsvo iidkiung df.u toonkunst mankt bekend dat de nieuw gebouwde CONCERTZAAL •alhier zal worden geopend en ingewijd op Woensdag den 30 October 1839; dat daartoe bij invitatie-biljetten op naam zullen worden uirgenoodigdi®. de Aandeelhouders in de Negotiatie voor den opbouw dier Concertzaal, en 20. do ■Leden der Afdeeling Middelburg van genoemde Maatschappij dac tot voorkoming van alle wanorde, niemand zal worden toegelaten dan zij die van zoodanig invitatie-biljet voorzien zijn en dat de deelneming aan het Lidmaatschap van de ge noemde Maatschappij voortdurend zal opengesteld zijn "bij den Conciërge der Concertzaalbehalve op Woensdag den 30 dezer. NB. De ingang voor een ieder zal zijn in de Abdij. Op last van her. Bestuur voornoemd G. A. FOKKER, Secretaris. PARIJS den 20 october. In het ministeriele ochtendblad vindt men thans een vrij breedvoerig vertoogtot strekking hebbende, om te doen zien, dat de Fransche regering gec- neilei belang heeft, 0111 don Carlos op haar grondgebied ce houdenen dat bet haar geheel onverschillig moet zijnof die vorst zich te Rome bij don Migttel gaat voegenof zich naar Salczburg begeeft. Er wordt daarbij vooruicgezecdat don Carlosnu hij eenmaal zijnen vooruaamscen steun, die in de bevolking der Barkische provinciën bestond voor goed verloren heeftden burger-oorlog in Spanje niet kan hervat tendac Cabrerazoo deze zich niet onderwerpt, toch weldra tot den rang van aanvoerder eener rooverbende moet afdalen en dac de tegenwoordigheid van don Carlos alhier slechts tot wel geheel scbadelooze, maar toch onnoodige eerbewijzen en harcstogtelijke betuigingen van de zijde der Fransche legitimisten aanleiding geeft. Men kan dit vertoog als de voorbode van het verleenen van passen aan don Car los en zijn gezin beschouwen. Men wil dat onze regering daartoe te eer zal overgaan, omdat sommige vreemde mo gendheden daarop aandringen. In de onderscheidene bladen der hoofdstad vindt men een aantal uittreksels uit de verhooren, die de vrouw heeft ondergaan welke een steen in het rijtuig des konings heeft geworpenalsmede een verslag van de bevinding der genees- heeren welke haren toestand hebben onderzocht. Uit een en ander schijnt stellig te blijken, dat deze vrouw, die 31 jaren oud isin hare verstandelijke vermogens gekrenkc is. Zij is voor weinige maanden keukenmeid geweestdoch was thans buiten dienst. Van eene, som van 400 franken die zij vroeger had overgewonnenwas haar door bedrog de helft ontvreemden dit schijnt tot hare verstandsverbijs tering te hebben bijgedragen. Zij verbeeldde zich gestadig door kurassiers vervolgd ce worden en hare verbittering te gen den koning was dan ook grootendeels daaruic voortge sproten, dat deze in weerwil van hare schrifcelijke aanvra gen geene moeite deed om haar van dit lastig gezelschap te bevrijden. Overigens heefc zij smarc betuigd van aan de koningin eenig leed te hebben gedaan. Ofschoon zij natuur lijk in bekrompene omstandigheden leefde, was zij toch nog niet tot volslagene armoede vervallen. Te Perpignan is berigc ontvangendat de graaf cT Es- pagne twee dorpen tusschen Manresa en Barcelona heeft doen in brand stekenen dat hij allen die eenige mededee- ling zijner verrigtingen naar Frankrijk zonden met den dood liet straffen, waardoor men niets verder wist dan dac hij zich van Vicli en Manresa wilde meester maken. Espartero heeft veertigduizend man onder de bevelen van den generaal CDonnell geplaatst, en hem in last gegeven den graal van Morella onverwijld te vervolgen. De hertog zelf zal, met zijne overige troepen, de' gewigcigste pun ten bezetten. Vrij algemeen gelooft men, dat hij trachten zal de bevolking van Arragon meer door zachtheid dan door geweld tot onderwerping te brengen. Berigcen uit Alexandrie van den 7 dezer houden in, dat Mehemed-Alt zich thans te Caïro bevindt, en eene vol- komene gezondheid zoude genieten. Overigens bevatten die berigten niets beslissends omtrent den stand der Oostersche questie. Alles bepaalt zich tot het wisselen van nota's waarinin minder of meerder dringende bewoordingen bij voortduring op de teruggave der Turksche vloot wordt aan- gedrongen. Het vertrek van Caïro van den onder-koning wordt door sommigen toegeschreven aan de vreesdie zich van Mehetned-Ali voor het behoud van zijn leven heefc mees ter gemaakt. Althansmen wil weten dat verschillende agenten van de Porte den last zouden hebben, dien vorst van kant te maken. Eenige dier handlangers moeten reeds ontdekt zijn en hunne straf ontvangen hebben. Ibrahim pacha is nog altijd ce Maraschbereid om op het eerste tee- ken voorwaarts te rukken. De consuls van Frankrijk en En geland hebben ieder aan hunne respective vlootvoogden eene aanvraag gedaan tot bekoming van twee oorlogschepen, ten einde des noods de Europeè'rs te Alexandrie te kunnen be schermen. - De Italiaansche graaf Papafava heeft eene nieuwe zeer zinrijke hydropneumatische machine uitgevondenvan welke men zich niet alleen veel goetls tot het weder in leven bren gen van drenkelingen en gestikten beloofcmaar waardoor men zelfs den steen in de blaas zou-kunnen oplossen. Ook zou dit apparaat, in het groot vervaardigdgebruikc kunnen worden om gazsoortcn uic deze of gene besloten plaats te verdrijvenen dezelve door dampkringslucht te doen vervan gen en dus in bergwerken of fabrijken hoogst nuttig kun nen zijn. Een uit Pouliguen in Bretagneaan een der Fran sche dagbladen gerigte brief deelt de volgende bijzonderheden medenopens eene onlangs plaats gehad hebbende gebeur, tenis De heer de C.een beoefenaar der natuurlijke historie, een ondernemend jager, die aldaar gekomen was om eene' verzameling van zeevogels welke zich op die kusten be vinden bijeen te brengen, was bijna het slagtoffer van zij ne pogingen geworden. De heer deC. begaf zich in eene sloep naar een eilandje, twee mijlen in zee gelegen, dat eigenlijk niets anders dan eene rots is, onder den naam van Pierre Percée bekend. De zeCiieden, die hem derwaats hadden overgebragt vertrok ken met voornemen om hem later van daar terug te halen. Maar des avonds verhief zich een' storm, die 'hem naar eenige vergeefsche pogingen, noodzaakte in Pouliguen te blijven, zoo dat de heer de C.zonder het minste beschutsel, op de kale rots moest vertoeven. De nacht was donker en koudde wind buitengewoon hevigen bij afwisseling viel de regen in stroomen neder. Op de puncige sceenen uitgestrekt zonder eenig deksel zelfs geenen inancel, rillende van koude en doornat, werd de toestand van den heer de C. al hagchelijker cn hagchelijker. Vreesselijke hooge golven braken tegen de rots, en stroom den over dezelve, zoo dat hij verpligc was op den buik te gaan liggen en zich aan de steenen vast te houden. Het water rees al hooger en hooger, zoo dat de heer de C. zich genoodzaakt zag, pogingen te doen om eenen hooger lig gende plaats ce bereikenhij klouterde tegen de rots op doch zijn voet gleed uit en hij viel 20 voeten naar beneden in eene met water gevulde holte, in welke de zee met ge weld instroomde. Niet kunnende zwemmen, zou hij ongetwijfeld ver dronken zijn, ware het niet, dac hij door eene baar werd opgenomen en weder ruggelings op de rots geworpen. Reeds zag hij zich op nieuw in den afgrond gesleurddoch hij gevoelde zich bij zijne kapot van geitenvel vastgehouden aan eenen scherpen hoek van de rots; in dezen'toestand bleef luj eenige minutenhangende boven den vreesselijken afgrond zonder gevoelzonder kracht. Gelukkig kreeg hij zijn bewustzijn weder, greep eenige rotsplanten eu werkte nu met handen en voeten om weder op de rots ce komen hecwelk hem gelukte. Met de grootste vreugde vervulde hem het aanbreken van den dag; maar weldra ontwaarde hij dat, zoolang het weder niet bedaardemen hem niet ter hulp kon komen. Hij kreeg behoefte aan spijs en drank en herinnerde zich op eene, zoo dacht hij, veilige plaats, eene flesch wijn en een stuk brood nedergelegd te hebbendoch na lang zoe ken eindelijk die plek gevonden hebbende, zag hij tot zijne smartdat de flesch was gebroken en het brood wegge spoeld. Nu zocht hij schelpdieren doch aan dat voedsel niet gewoon, stond het hem tegen. Door den nood gedrongen besloot hij nu eene zeeraaf, die hij vroeger geschocen had, te plukken en het raauwe en bloedige vleesch van dezelve te eten. Niet zonder moeite gelukte hem zulks met eenen vleugel; echter leed hij daarna niet meer door den honger. Gelukkig vond hij nog in eene rotsgroeve twee k drie pin ten regenwater. Tegen den middag werd hij door de equipngie van eene vissscliersbooc ontdektdie wegens het ruwe weder in Sc, Nazaire poogde binnen te geraken. Zij hielden hem voor eenen schipbreukelingen gaven er de loodsen der rivier kennis vantwee hunner vertrokken dadelijken des avonds ten negen ure kwamen zij ce Pierre Percée aan maar von den het onmogelijk om den heer de C. aan boord te nemen: de branding was nog te hevig. Ook dezen nacht moest hij nog op de rots doorbrengenen zijn lijden was niet minder dan in den vorigen nachtterwijl zijne afmatting vermeerderde. Bij het aanbreken van den derden dagontwaarde hij de sloep, die hem op het eilandje had gebragt, en eerst na drie herhaalde pogingen en eenen zeer gewaagden sprong van zijnen kant geraakte hij in dezelve, en kwam geheel uic- gepuc en in eenen staat van gevoelloosheidin de haven van Pouiiguen aan." BRUSSEL den 22 october. Dezer dagen hebben de aan- deeien der Belgische bank aan de Parijsche beurs eene aan merkelijke daling ondergaan. De Indépendant gelooft dat men daarover geene vrees behoeft te hebben daar die uit slag niet dan het gevolg is van eene bijzondere speculatie" Nimmer, zegt dac dagblad, heeft de toestand der bank min der aanleiding gegeven tot eenen zoo belangrijken teruggang van hare aandeelen. De ondernemingen dier instelling heb- ben plaats met eene onizigtigheid die al'e kansen van ver lies en zelfs van ongelegenheden schijnen te verwijderen. Men ziet achtervolgens de fabrijken en industriële inrigtin- gen waai in de bank deel heefc, hunnen gewonen loop her vatten, meerdere vastheid erlangen, e:s alzoo gioote waar-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1839 | | pagina 1