IERLAND. ZEETIJDINGEN. ADVERTENTJ EN De ondergeteckende verzoekt op zijnen naam niets te borgen of af te geven aan den Persoon van JAN van GILST Schoenmaker te Oostsouburgalzoo hij voor geene betaling instaat. feen afgelegen woonde. Reeds des avonds van laatsgetnelde dag is het der policie van Utrecht gelukt, de drie daders „.^gevangen binnen laatstgenoemde stad te doen opbrengen. Van Brussel den 2 junij wordt gemeld: Ingevolge eene kabinecs-order, welke door den minister van oorlog npg niet is bekend gemaaktmaar echter inder daad is genomen, zal eerlang de ontbinding van de 6de, 7de en 8ste escadrons bij de kavallerie plaats hebben zoo dat elk. regement tot op 4 escadronsieder van 90 man zal worden verminderd. Deze maatregel is toepasselijk op de zeven kavallerie-regementenwelke een deel van het Belgische leger zijn, hetgeen eene bezuiniging van 3000 paarden uitmaaktwelke onmiddelijk zullen worden ver kocht. Van den anderen kant, zollen met den 15 dezer maand de campagne-vïvres ophouden, en de officieren der kavallerie voortaan slechts de gewone fourage-gelden ont- vaugen. Een dergelijk besluit is insgelijks ten aanzien van de artillerie en der infanterie genomenook zullen de paarden der adjudanten-majoors worden afgeschaft. De generaal Daine zijne verplaatsing uit Venlo gevraagd hebbende, zal een ander officier naar die vesting worden ge zonden ten einde den inventaris aldaar op te makenen over te gaan tot de naderende ontruiming dier stad en over gave aan de daartoe door Z. M. den koning der Nederlan den gemagcigden." In den nacht van den 30 op den 31 mei heeft weder eene ontvlamming van gaz of zoogenaamd feu grison in eene Belgische steenkolenmijn plaats gehad. Het is de mijn van Bayemontte Marchienne-au-pontniet verre van Charle- ?oy. Op het «ogenblik der uitbarsting bevonden zich 116 werklieden in de mijngangen101 hunner zijn nog bij tijds ontsnapt, doch de overige 15 zullen waarschijnlijk omgeko men zijn. Vier-en-twintig uren na het ongeluk was het nog niet mogelijk geweestom tot den gang waarin deze on- gelukkigen arbeidden door te dringen. De bestuurder van het geheele mijnwerk de heer Goffartdie op de eerste tijding van de ontvlamming in de mijn was afgedaaldis •op het punt geweest van daarin te verstikken. Te Parijs is zondag II. de volgende telegrafische tijding ontvangen uit Marseille den 1 dezer Men meldt van Tarsus, dat de vijandelijkheden nog niet waren begonnenmaar dat de Turken de Egyptische •grenzen naderden en dat Ibrahim al zijne magt vereenigde om denzeiven krachtdadig te ontvangen. Men schrijft van Aleppo, dat de Turksche troepen de Euphraat waren gepasseerd en dat Ibrahimwiens leger met den dag sterker wierdhen tegen trokdoch dat de sultanop de aanvraag der ambassadeurstegenbevel aan den seraskier had gezonden." (Vervolg en Slot.) Zonder woning, zonder kleederen, zonder voedsel sleept •de arme zijne ellende rond. In alle mogelijke gedaanten ziet men dit afzigtelijk schouwspel over het gansche land ver spreid; die armoede is het eerste schouwspel hetwelk men bij zijne aankomst ln Ierland ontmoet en hetwelk, van dat .oogenbiik af, den reiziger niet meer verlaat, maar zich al gedurig aan hem voordoet, dan eens in de gedaante van den verminkte, die zijne wonden ten toon spreidt, dan weder •in die van den met lompen bedekten bedelaar. Men ziet, men hoort niet anders dan akeligheid en gekerm. Het materiele aanzien van het land is volkomen aan dit tafereel van het personele beantwoordende. Terwijl het overoud kasteel zich na een bestaan van ze ven, eeuwen grootscher en prachtiger voordoetdan bij des- .zelfs eersten bouw ziet men van afstand tot afstand het schamele hutje vervallen en instorten om nimmer weder hersteld te worden. Verbazend is het aantal bouwvallen hetwelk gansch Ierland bedektniet zoo zeer van die trot- sche bouwvallen, die enkel voor de onvervvinnelijke hand -des tijds bezwijken: deze, waar men dezelve vindt, behoo- ren aan het rijke Ierland; maar bouwvallen van die verblijf plaatsen der nooddruftwelke armoede en gebrek belet heb- ben cenigermate in staat te honden en die, geene herinne ring aan vermaarde gebeurtenissen doende ontstaan, de aan dacht ook niet of weinig tot zich trekken. Maar wie zal durven beslissen wat droever is te zien de .Tceds aldus ingestorte woningof die, in welke een armoe dig gezin zich nog onthoudt. Vestigen wij eene korte wijl het oog op deze laatste. Vier muren, uit gedroogde klei daargesteld, welke de regen zonder moeite tot derzelver vorigen scaat terugbrengt, tot dak een weinig riet, een weinig stroo of eenige •graszoden; tot schoorsteen een open gat in het dak, maar veelal tot uitlating van den rook niet anders dan de deur zelve der woningeen enkel vertrek voor groot-ouders ouders en kinderen, geen huisraad, een enkel slaapleger meestal uit een weinig gras of stroo bestaandevoor het gansche gezin. Daar ziet men dan vijf of zes half naakte kinderenverkleumd op den grond ter neder zitten rond om de stookplaats, waar de weinige asch van het schrale vuur eenige weinige aardappelenhet eenige voedsel van deze soort van ingezetenen van het trotsche Brittanje bedektte midden van het gezin ligt het morsige zwijn die eenige bewoner der stulp die het wel heeftom dat het dier in drek en morsigheid tierd. Dit rondzwerven van eau zwijn, te midden van een gezin, zou men voor een teeken van uiterste armoede ncinen en hierin zou men zich echter vergissen. Zijne tegenwoordigheid is een teeken van nog eenige welvaartwaar men het varken mistis de el lende ten top. Niet verre van de hut bevindt zich een klein akkertje waar de aardappelen worden gepooteenige op elkander ge- stapelde stecncn vormen de omheining. Zulk eene hut is voorzeker geen aangenaam verblijf, en echter is hec nog geenszins dat van den wezenlijke arme in Ierland het is dat van den Ierschen pachter of daglooner. In Ierland bestaat er wel geen middenstand tusschen den rijke en den arme, maar de armoede heeft evenwel nog ha re graden en tinten. Al de mindere klassen, arm zijnde, gebruiken geen ander voedsel dan het minst kostbare in het land te weten den aardappel, maar allen kunnen niet dezelfde hoeveelheid daar van verbruiken de bevoorregten doen driemaal daags' hun maal; min bevoorregten slechts tweemaal; de volslagen armen slechts eens en zelfs zijn er die niet zelden eenen geheelen dag, ja somtijds twee geheele dagen zonder voed sel moeten verblijven. Zulk eene gedwongene langdurige ontbering is verschrik kelijk en echter moeten zij zich die getroostenop straffe van nog erger want hijdie eenmaal meer gebruikt dan zij ne middelen hem toelatenen eene keer minder vast dan hij zoude behooren te doen kan zeker zijn dit in zijne dek king te moeten boeten en gevaar te zullen loopen van kou de om te komen. Dan achook zelfs voor hendie zich die ontbering laten welgevallen is deze voorzorg nog dik wijls te vergeefs en blijven zij ten laatste beide zonder voedsel en tevens ook zonder dekking. In vele woningen is veeltijds maar een enkel kleedings-pak voor twee personen, hetgene den priester uit de parochie verpligtde mis op zondag herhaalde malen toe te dienen want terwijl de een ter kerk gaat, moet de andere te huis blijven tot dat de eersceteruggekeerdhet pak uit doet en hem afstaat, om op zijne beurt ter kerk te kunnen gaan. De Indiaan in zijne wouden en de neger in zijne slaven- kluisters is gelukkiger dan de Iersche burgerdie niet tot den stand der rijken behoort. Beide zijn arm en naakt maar de Ier bewoont een land waar men de weelde kent en vereert. In alle landen vindt men voorzeker armoede en gebrek maar de geheele volksklasse daaraan ten prooi te zien, is een schouwspelhetwelk men niet dan in Ierland ontmoet. Om de Iersche armoede wel te begrijpenmoet men alle begrippen laten varen die ons in alle andere landen den wel gezeten van den behoeftigen stand doen onderscheiden. In andere landen heeft men de gewoonte, hem met den naam van arm te bestempelen, die zich zonder werk ziet en tot bedelen zijne toevlugt moet nemen maar in Ierland zijn de armstendegenen die niet bedelen. Er is geen daglooner, die zich daarvan onthoudt, die het evenwel niet zou behoe ven te doen. De Iersche arme is derhalve bij geen arme van eenig ander land te vergelijken. Ja zelfs de Iersche pach ter kan in geene vergelijking met den Eugelschen arme wor den gesteld. De toestand die in Ierland gerekend wordt die der armoede nog niet te zijnzou in ieder ander land voor ondragelijk worden gehouden. In Ierland vermelden de dagbladen jaarlijks op gezette tij den hec beginnentoenemen, woeden en weder afnemen van den hongersnood. In Engeland blijft men die berigten evenwel altijd als overdreven beschouwen, niettegenstaande zoo vele onwraak bare getuigenissen er het maar al te wezenlijke van staven. In 1727, derhalve nu meer dan honderd jaren geleden schreef de primaat Boulteruit Ierland, waar hij de voor naamste agent van Engeland wasalreeds aan het gouver nement Sedert mijne komst in dit land (1725) heeft de hongers nood onder de armen bijna zonder verpozing gewoed. De duurte der granen is verleden jaar zoo verregaande geweest dat duizende gezinnen hunne woningen hebben moeten ver laten om elders een bestaan te gaan zoeken. Zij zijn bij honderden omgekomen." In 1817 verwekte het verregaand gebrek kwaadaardige koortsen door welke niet minder dan een millioen vijf maal honderd duizend personen werden aangetast, en waaronder vijf-en-zestig duizend bezweken. In 1826 is de berekening geweest, dat er twintig duizend ziektegevallen door het slechte voedsel veroorzaakt zijn geworden. In 1832 vroeg men den bisschop Doyle naar den toestand der bevolking in het westen van het rijk. Zijn antwoord wasdie toestand is dezelfde als die altijd is geweest. Als naar gewoonte sterft men er van honger. Bij het groot onderzoek, in 1835, van wege het Engelsch gouvernementomtrent den maatschappelijken toestand van Ierland ingesteld werd de volgende vraag door de commis sarissen aan hunne correspondenten in ieder district gerigt Draagt gij kennis van eenig, in de drie laatste jaren, plaats gehad hebbend sterfgevalwaarvan verregaand gebrek de oorzaak zou zijn geweest?" En het hierop gevolgd onderzoek doet blijken van een aantal sterfgevallen, door niets anders dan door gebrek aan voedsel veroorzaakt. Het verslag van dit onderzoelt vult niet minder dan io boekdeclen in folio, waarvan som mige van 900 bladzijden en waarvan elke bladzijde het ver haal van eenige rampzalige geschiedenis bevat. MIDDELBURG den 3 junij. Heden is alhier binnenge komen the EagleJohn Nicholsonvan Newcastle, met steenkolen. VLISSINGEN den 5 junij. Voor Antwerpen bestemd zijn alhier ter reede gekomen: FreundshajftA. H. Scheepsma van Callundborg, met rogge; de Vrouw Petronella T. Brie ven, van Cuxhaveuen Fahrwoll, C.Aanersen, van Triest, beide met stukgoederenthe PcaceR. Breckonvan Lon den, met koffijAugustaM. H. Lange, van Dantzig; Pt ovidentia M. II. Johnson van Memel; OscarC. Dick, van Gothenburg; MentorT. Pedcrsen van Drontheim, en die Fr au CatharinaJ. B. Zornou van Dantzig, alle vijf met houtwaren; HerculesJ. P. Erick, van Pitiau met lijn- zaad; de CommercieJ. G. Ergelvan Memel, met hout waren; de Jonge PeterJ. Wilt, van Corsocrmet rogge; PolsidonC. Inglessy, van Odessa met tarwe. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze reede naar zee gezeildAnna MargarethaN. Arfsten en ZEoIus, B. J. Koek, beide naar Bremen Caroline P. C. Beekmannnaar Memelalle drie met stukgoederende AtlasM. L. Schmidten de PhoenixJ. A. Bunnemeijer, beide naar Liverpool, met schors en vlas; Fritehof, F. Larsen, naar Memel; AuroraG. Holder, naar de Oost zee; Forenungen W. Brinck naar Riga; die Erwahrtung, C. Scheilenhuberen die beide BruderD. T. Voikmers beide naar Stettin, alle vijf met ballast; LouiseM. F. Wilt, naar Archangelmet stukgoederen; the MaryT. Jackson, naar Cork, met schors; le Petit FclixC. Ia Mauve, naar Bordeaux; Alarm, A. Berditig, naar Memel, en F ÉclairD. J. Salzsieder, op avontuur, alle drie met ballastthe King GeorgeH. Sinnenaar Londenmet ha ver; AssumaA. Archer, naar Leith met schors; St. An- toniusJ. P. van Dierendonck naar Riga, en Catharina C. II. Brahmsnaar de Oostzee, beide met ballast; die Gute HojfnungR. R. de Bulir, naar Noorwegen, en la NympheC. Denys, naar Hamburg, beide met stukgoederen. Van deze stad naar Rotterdam de Jonge Abraham P. Brieven met stukgoederen. J-Jeden verloste zeer voorspoedig van een' welgeschapen ZOON, Gijsberta Lionhartelijk geliefde Echtgenoot van ML von PRITZELWITZ van der HORST. Middelburg, den 4 Junij 1839. Eenige kennisgeving. Deden overleed tot onze bittere droefheidna een hevig en smartelijk lijden, ons dierbaar en eenigst Dochtertje ELI- SABETH ADRIANA, in den jeugdigen leeftijd van slechts 3 jaren en 7 maanden. Vlissingen MESLIER, den 4 Junij 1839. L. MESLIER, geb. Adriaanse. Eenige kennisgeving. Daar de uitloting der 5pCcs. oude RUSSISCHE OBLI- G ATI EN, bij de Heeren HOPE CO MI\, ce Amsterdam aanstaande iszoo kunnen diegenendie zich voor de uit lotingtegen eene matige Premie, willen laten waarborgen, zich adresseren bij den Makelaar D. de Feytertot den 15 Junij. Die iets te vorderen heeft van, of verschuldigd is aan den Boedel van wijlen CORNELIS BROEIISE in leven Timmerman, te Serooskerkegelieve daarvan opgave en bataling te doen ten Sterfhuize te Serooskerke, of ten Kan tore van den Notaris van de Graftin de Pijpstraat te Mid delburgvóór den 15 Junij 1839 aanstaande. PUBLIEKE VERKOOPING Woensdag 12 Junij 1839, des namiddags om vijf ure, in de Uitspanning de Zeeuwsche Kolfbaanbuiten de Dampoort dezer Stad, ten overstaan van den Notaris A. Stuart Makkers en getuigen, van een aan genaam en welgelegen BUITENVERBLIJF genaamd GA- TERNISSE, met HuizingZomerhuis en Arbeiders-Woning, Bosch en Tuin, staande en gelegen even buiten de Vlissing- sche Poorc der Stad Middelburg, aan den Buitensingel, ge merkt Lett. E. No. 20, 21 en 23, en bij het Kadaster be kend Sectie H. No. 332 tot en met 337 ter inhoudsgrootte van 25 Roeden en 80 Ellen. In de Grondlasten over 1839 aangeslagen op 26,94, en voor Water- en Dijkpennin- gen op 83 cents. Gemeld Buitenverblijf zal eerst bij opbod en daarna dade lijk bij afslag en mijning worden gepresenteerd. Hetzelve is twee dagen vóór de Verkoopingvan des voor middags 9 tot des namiddags 3 ure, voor een ieder te zien, doch niet dan op vertoon van een Permissie-biljetten Kan tore van opgemelden Notaris te bekomen. De Vinder eener Parel-d'amoure TABAKSDOOS in Zilver, welke heden (Donderdag) over acht dagen, tusschen Middelburg en Vlissingen, verloren is, wordt verzocht de zelve te willen bezorgen bij de Uitgevers dezer Courant waarvoor hij eene vereering van 10 kan ontvangen. Den Persoon, eene goede hand schrijvende, een groot gedeelte van den dag ter zijner beschikking hebbende, wenscht zich dien tijd ten nutte te maken met het bijhouden van Boeken of ander SCHRIJFWERK hetzij aan Huis of bui tens Huis. Iemand daarop reflecterendeadressere zich bij de Boekdrukkers J. Moeris Zoon. Groote Abeele3 Julij 1839. P- van PUl'FELEN. £ene SLEPERIJ en een BOERENWAGEN te koop, bij' C. de Ricke Seispoort. Qp eene aangenaam gelegene Buitenplaats onder Noord- gouwe Eiland Schouwen Provincie Zeeland wordt tegen primo Augustus of later gevraagd een bekwame, liefst on gehuwde, TUINMANS-KNECHT, die de noodige kundig heden bezit om eene fraaije collectie van Bloemgewassen en Heesterszoo voor de warme Kas ais voor de Oranjerie behoorlijk te verzorgen en te behandelen. Deze werkzaam heden moeten zich vereenigen met diewelke het onderhoud van den T11 in en de Plaats betreffen, en daartoe kunnen pro duceren getuigenis van deszeifs bekwaamheidgoed en ze delijk gedrag. Brieven franco aan het adres van den Boekhandelaar J. van de Velde Olivierte ZIEIIIKZEE in Zeelandonder de Lett'er G. Terstond een WAGENMAKERS-KNECHT benoodigd; adres bij J. Bal, te GOES. Een JONGEN op een Winkel benoodigdadres bij den Boekverkooper Hendrikse. ter drukkerij van de gebroeders abrahams.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1839 | | pagina 2