MIDDELBÜRGSCHE
C O U R A
N°- 13.
Diogsdag
1839.
29 Jaiiuarij..
EXTRACT.
publicatie.
ïlctocrlaubschc Iljaiibcl-Iïïaatöciiajjjjij.
NIEUWSTIJDINGEN.
29ttit0citlau&.
(6root-23irittftMjc.
Jxanfcrijfc.
iüe&crlanbcn.
/Jö» Aï>
De alionnemcnts-prijs (icier Courant is 2 ^5 voor drie maanden, en franco per Post f 3*
De abonnementen worden vonr niet minder dan drie maanden genomen, en de beta
ling geschiedt comptantof bij het einde van ieder vierendeel jaars.
De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vddr 10 uren, indien
men dezelve in het eerst uit te geven No. wil geplaatst hebben.
De Advertcntien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelijks-
Geboorte- en Doodbekendmakingen waarvan de prijs van één tot zes regels is 1 5q
en voor icderen regel daarboven 22 Cents.
Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, ajzoo het regt van zegel wordt betaald.
Bij Vonnis van de Tweede Kamer der Arrondissements-
Regtbank te Middelburg, Provincie Zeeland, vonnissende in
Correctionele Zakenin dato den tweeden November acht-
tien honderd acht-en-dertigis de Persoon van DANIËL
AARTSEN LAKO oud 29 jaren geboren te Heillewo
nende re Aardenburggewezen Winkelier aldaarter zake
van enkele Bankbreukdoor geene aanteekeningen te hebben
gehouden van zijne dagelijksche Huishoudelijke uitgaven
en op den vierden en vijfden dag vóór zijn aangegeven fail
liet, openbaren verkoop te hebben doen plaats hebben van
zijne Winkelgoederen uit den aard der zaak tegen verlies
en beneden de Inkoopswaardealsmede door zijne Koop
mansboeken hoogst ongeregeld te hebben gehouden
contradictoir veroordeeld tot eene gevangenzetting voor den
tijd van twee maanden en in de kosten van den Processe
krachtens artikel 8, 586 ie en 3e alinea, 587 3e alinea
en 592 van het voormalig Wetboek van Koophandel, mits
gaders artikel 402 2e alinea van het nog vigerend Wetboek
van Strafregt.
Gezien bij ons Officier van
Justitie te Middelburg,
N. J. van EEKELEN.
Voor Extract
De Griffier der Arrondisse-
ments-Regtbank te Mid
delburg
J. H. KOOLHAAS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG ontvangen hebbende eene Circulaire van den
Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincievan den 26
dezer maand Provinciaal Blad no. 10), houdende aanbe
veling tot het nemen van erkennings-docuinenten voor de
binnenkomst der Vesting VIissingen, brengen bij deze ter
kennisse van alle In- en Opgezetenen die daarbij belang mog-
ten hebben dat voortaan stiptelijk de hand zal worden ge
houden aan de vroeger bestaan hebbende verordeningenvol
gens welke niemand in de Vesting Vlissingen kan worden
toegelaten, dan voorzien van een Binnenlandse!) Paspoort;
dat voor de Ingezetenen van het eerste District, bij
voortduring, in plaats van het Binnenlandsch Paspoort, zal
worden genoegen genomen met eene Veiligheids-Kaart, ter
wijl elk een die zich daarvan niet heeft voorzien binnen
gemelde Vesting niet zal worden toegelaten, en eindelijk dat
tot afgifte der bovenbedoelde Veiligheids-Kaarten aan allen
die zulks verlangen mogten dagelijks Zon- en Feestdagen
uitgezonderd des voormiddags van negen tot twaalf uur
•aan het Bureau der Plaatselijke Policie ten Raadhuize de
zer stad zal worden gevaceerd.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplaktmitsga
ders in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 28
Januarij 1839.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT VAN GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare
A. M. B E C I U S
Secretaris.
De DIRECTIE maakt bekend, dat door haar zullen ge
veild worden:
Te ROTIERDAMop Dingsdag den 26 Februari'j 1839
J8984 Kranjangs en Kanassersj Java SUIKERliggende
140 Kisten aldaar.
4189 Kranjangs en Kanassers) Dito Dito, liggende te
135 ZakkenDordrecht.
.3632 Kranjangs en Kanassers Dito Dito liggende te
Middelburg.
Waarvan de Monsters, benevens de Notitien met de Veil-
«conditien in cijds zullen worden uitgegeven.
Arrtsterdauiden 25 Januarij 1839.
VAN' DER' HOU VEN President.
KOOY Di'-ecteurfungerend Secretaris.
Middelburg, den 28 Januarij 1839.
De COMMISSIE ter voorziening in den nood der Armen
en Behoeftigenj betuigt bij deze haren dank voor de vol
gende ontvangene giften
Den 16 dezer, van Q ƒ26", en den 22 dito, van X. W.
U f 50.
De Commissie voornoemd
F. Z. ERMERINS, Voorzitter.
DIRK APPEL Secretaris.
De Gecombineerde ARMBESTUREN te Veremogten
zich wederom verheugen in den ontvangst eener gift van
f 20op den 23 dezer bij den eerstondergeteekenden be
zorgd waarvoor zij bij dezen hunnen hartelijken dank be
tuigen.
Vere, den 25 Januarij 1839.
Namens de Armbesturen voornoemd
J. F. C. ZOELLER.
K. ROELSE.
FRANKFORT den 23 januarij. Het dagblad van Augs-
burg behelst het volgende berigc uit Berlijn, 13 januarij:
Om spoedig een gerucht te doen vervallen hetwelk schijnt
te moeten dienen om de trouw der Russische troepen in
twijfel te doen trekken, en 't welk hier in omloop is ge-
bragtmeld ikdat men verbreid heeftdat onder het gar
nizoen van Moscou wanorden hebben plaats gehaddoch
dat het uit ingewonnen inlichtingen gebleken isdac geene
zoodanige wanorden hebben plaats gehad en dac alle des
wege gedane opgaven geheel ongegrond zijn." Voorts
wordt in die zelfde berigt gesproken van een voornemen des
konings van Pruissenom in het aanstaande voorjaar de
westelijke provinciën zijns rijks te gaan bezoeken. Men
meende dat zoodanige togt van Z. M. veel zou bijdragen
tot herstel der rust en eendragt in de genoemde gewesten
en dat bij die gelegenheid welligt eene bijeenkomst van Z.
M. met andere monarchen van het westen van Europa zou
plaats hebben.
Hoe zeldzamer de personen worden die tijdgenooten
van Frederik den Grooten waren en onder zijne zegerijke va
nen voor Pruissens roem en grootheid streden met des te in
niger deelneming vestigen wij het oog op die weinigen die
uit dien gedenkwaardigen tijd nog onder de levenden verkee-
ren. Zulk een man leeft als een eerwaardige honderdjarige
grijsaard nog in deze hoofdstad. Johan Heinrich Puhlman ge
boren den 26 december 1738 te Buxtehude bij Hamburg,
diende van 1756 tot 1763 onder de van Lucknersche huza
ren en streed en bloedde aan twee bekomene wonden in de
veldslagen bij Pruissisch Minden en Roszbacb. Na het ein
digen van den 7jarigen oorlog trad hij in het Tsommersche
infanterie-regementmaakte den veldtogt aan den Rijn mede
en werd na den veldslag bij Jenawelken hij als officiers-be
diende bijgewoond had:n het vervolg bij de invaliden-kom-
pagnie naar Burg, later herwaarts verlegd.
In 'een brief uit Napels van 5 januarij leest men:
De Vèsuvius is dezer dage weder verschrikkelijk in werking
geweest. Op nieuwjaarsdag werd ik des morgens door
eene uitbarsting gewektwelke ik voor een kanonschot hield
het was de Vestivius, welke eene uitbarsting aankondigde.
Een half uur daarna zag men eene donkere wolk van rook
en asch opstijgen, welke, bij het schoonste weder der
wereld, dezelfde uitwerking had welke de eleccrieke wolken
vóór het onweder veroorzaken. De asch begon tot in Na
pels te vallen, waardoor men niet zonder ongerustheid was
gelukkig keerde de wind, en de asch werd naar de zee ge
dreven. Den 2 januarij begon de uitbarsting op nieuw en
duurde den geheelen dag. De grond schudde onder de
voeten. Des avonds stond de berg geheel in vuur, en de
lava stroomde tot Porticialwaar zij groote verwoestingen
aanrigtce. Den volgenden dag was de uitbarsting minder he
vig, en des avonds zag men onophoudelijke bliksemstralen
uit den kiacer te voorschijn komen, hetwelk een zeldzaam
verschijnsel is."
LONDEN den 23 januarij. De vijf gevolmagtigde mi
nisters, welke de Londensche conferentie uitmakenhebben
gisteren weder eene bijeenkomst op het bureau van buiten-
landsche zaken gehouden.
De Nederlandsche gezant, baron Dedelheeft 11. zattir-
dag een onderhoud mee lord Palmerston op het bureau van
buitenlandsche zaken gehad.
Bijna dagelijks zijn weder kabinetsraden gehouden aan het
bureau van den eersten minister Melbourne.
De berigten van de zeekust luiden hoogst treurig we
gens de talrijke schipbreuken die aldaar tusschen den 10 en
20 dezer zijn voorgevallen.
In het laatst der voorgaande week zijn op last van
Hr. Ms. gouvernement, een 5tal Britsche linieschepen, be
nevens 2 fregatten en eene oorlogssloep, van derzelver leg
plaats te Sheerness naar Chactam opgebroken. Met doel van
het gouvernement met de verlegging dier schepen, welke nog
onverwijld door een 3tal andere linieschepen naar die zelfde
haven staan gevolgd te wordenis tot dus verre met geene
zekerheid bekend.
PARIJS den 23 januarij. Het thans afgetreden ministerie
was zamengesceld als volgtde graaf Alolépresident van
den raad en minister van buitenlandsche zakende heer
Barthegroot zegelbewaarder en minister van justitie en
eeredienstde graaf Montalivetminister van binnenlandsche
zaken; de heer Martin (du Nord) minister van koophan
del en publieke werken de heer de Salvandy minister van
openbaar onderwijs; de generaal Bernardminister van oor
log; de vice-admiraal Rosamel, minister van marine, en de
heer Lacave-Laplagneminister van financien.
Na twintig dagen lang in de kamer gestreden te hebben
tegeu eene coalitie aan wier hoofd zich de welsprekendste
redenaars van Frankrijk bevondenna op alle betwiste pun
ten te hebben gezegevierd, hebben de ministers hunne pos
ten nedergelegd in de overtuiging dat de meerderheidmet
welke het adres aangenomen geworden is, zich niet'sterk
genoeg bevindt.
De gedeputeerden houden zich thans bezig met een
ontwerp tot hervorming van het reglement harer kamer. De
heer Demonsseaux de Givré heeft daarin groote en bela'nTij-
ke nieuwigheden willen invoeren.
De commissie tot de peticien heeft besloten om aan de
kamer voor te stellen van tot de orde van den dag over te
gaan op alle peticien betreffende eene hervorming in het kies-
regczonder onderscheid of daarbij het algemeen kiesregt of
eene gedeeltelijke verandering in het verkiezings-stelsel ge
vraagd wordt.
De Temps wil wetendat terwijl eene Fransche leger-
magc op de Belgische grenzen wordt zamengetrokkeneene
Engelsche zeemagc op de Schelde zal verschijnen 'om de
uitvoering der besluiten van de Londensche conferentie te
verzekeren.
Als een merkwaardig voorbeeld van eene zonderlinge
vereeniging van een zeker aantal mannen van hoogen ouder
dom verhaalt men het volgende
Te Jujurieux, een plaatsje in het zuiden van Frankrijk
noodigde de geneesheer Pition een negental tachtigers aan
eenen broederlijken disch. Al deze grijsaards hadden nog het
volle genot van hunne verstandelijke vermogensook bijzon
der van hunne verterings-vermogens. De oudste telde 89,
de jongste, die tevens de gastheer was, 81 jaren, te za'
men vereenigden zij op zich 784 jaren. Zij waren alle land
bouwers, met uitzondering van den geneesheer, en genoten
den besten welstand."
PARIJS den 24 januarij. Het Journal des Débats be
rigtdat de koning het ontslag der ministers heeft aange
nomen. Omtrent de waarschijnlijke opvolgers van den graaf
Moté en zijne ambtgenootenis men nog steeds in het on
zekere. Bij voortduring blijft men den maarschalk Soult
noemen, als de staatsman die het meeste kans heeft otn
met de zamenstelling van een nieuw ministerie belast te
worden. Ook begint men wederom te spreken van den heer
Thiersdie naar men wil bij den koning zoude ontboden zijn.
MIDDELBURG den 28 januarij. Het Journal de
Paris van den 23 zegt, dat het stellig isdat den 20 de
zer aan den graaf Sebastiani de last is gezondenom
het protocol te teekenen, waarbij aan Belgie een termijn van
14 dagen wordt gesteld, om het volgens de 24 artikelen aan
Holland toekomende grondgebied te ontruimen. De Commerce
bevestigt hec berigtdat de graaf Sebastiani de gewijzigde
24 artikelen heeft geteekend doch het Journal des Débats van
den 25dezer behelst hierover nog geen enkel woord, zoo min
als er uit Londen deswege iets stelligs wordt gemeld.
Den 24 des middags had de koning weder een vrijlang
onderhoud met den maarschalk Soult gehad, die Z. M. had
te kennen gegeven dat hij zondag den 27 meende in staat
te zullen zijn aan Z. M. eenige voorstellen nopens een
nieuw ministerie te doen.
Voormeld dagblad berigt, dat het Spaansche garnizoen van
Melilla, op de Afrikaansche kust, in het begin dezer maand
in opstand is gekomen en zich voor don Carlos heeft ver
klaard. Eenige Engelsche schepen, van de station van Gi
braltar, waren op verzoek van den generaal Palareanaar Me
lilla gestevend om het garnizoen tot zijn pligt terug te brengen.
In de vergadering der Belgische afgevaardigden van&den
22 dezer, is door den minister van financien eene voordraf
gedaan, om het gouvernement te magtigen de zes twaalfde
gedeelten van de grondlasten voor 1839 reeds vooruit te hef
fen. Tot toelichting werd door den minister gezegd dat
de dreigende houding, welke het Hollandsche leger op de
grenzen aangenomen had bij het gouvernement de noodzake
lijkheid had doen ontstaanom ook een zeker aantal verlof
gangers onder de wapenen te roepen en een nog grooter deel
der Belgische magt aan de grenzen zamen trekken. Uit de
ze maatregelen waren natuurlijk voor hec departement van
oorlog groote uitgaven geboren, die voor het oogenblik niec
kunnen bestreden worden door de directe belastingen daar
deze eerst na eenig tijdsverloop inkomen en vooral in de eer
ste maanden van het jaar weinig opleveren. Het was 0111 deze
redenendat de regering gemeend had tot de grondeigenaars
de toeviugt te moeten nemen.
Een buitengewoon talrijk publiek had zich naar deze ver
gadering begeven, blijkbaar in de verwachting, dat het mi
nisterie zoude uitgenoodigd worden om aangaande de staat"
kundige aangelegenheden eenige ophelderingen te geven 'dan
de afwezigheid van den minister van oorlog heeft die uit-
noodiging doen uitstellen. 6
In de zitting van den 23 dezer werd reeds door de com
missie, b,j monde van den heer Dumortier versla" ui°ge-
vangfinTt-eiU _,ho venSetloe™de voordrage van den minister
nantien. Eenparig had de commissie dezen maatregel
toegejuichtdaar dezelve strekken kon ter verdediging van de