iBUEGSCHE C O II A ITT. N°* 10. Dingsda 1839. 22 Januarij Jfvanfcrijfc. VS ;- \~~ii - i QUnbe0tebitig. NIEUWSTIJ DINGEN. SDuttöcliIaab. (ÈScooGiStrittaujc. (r bs De abonnements-prijs dezer Courant is f 2 y5 voor drie maanden, en franco per Post ƒ3* De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de beta- ling geschiedt cómptant, of bij het einde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Advertentien behoort tc geschieden des morgens vodr 10 uren, indien men dezelve in het eerst uit te geven No. wil gcplaat3t hebben. De Advertentien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelijks- Geboorte- en Doodbekendmakingen waarvan de prijs van één tot zes regels is f j 5o en voor iederen regel daarboven 22 Cents. Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, ajzoo het regt van zegel wordt betaald. Op Woensdag den 30 Januarij 1S39, des voormiddags 11 ure, zal op het Stadhuis te AllNEMUIDEN, door de Commissie van Toezigt over de Sluis aldaar, worden aan- besteed De Afdamming Droogmaking en Ontgraving dier SLUIS, mitsgaders het onderhoud en de weder opruiming der Dammen en het aanvullen van het Sluisgebouw. Het bestek der Werken zal ter lezing liggen in het Loge ment bij de Wed. Stroekente Middelburg; terwijl voorts inlichtingen te bekomen zijn bij den Heer President der Commissie, te Arnemuiden, en, den Ingenieur van Diggelen te Middelburg; zullende drie dagen vóór de Aanbesteding de aanwijzing in loco geschieden. De Belastingschuldigen in het Stedelijk Middel der LAN TAREN-BRANDSPUIT-en NACHTWACHT-GELDEN, welke tot heden nalatig zijn gebleven in de voldoening van hun verschuldigde, over de dienst des afgeloopen jaars 1838, worden voor de laatste maal aangemaand tot eene onveiv wijlde voldoening derzelve, en zulks wel vóór of op den 25 dezerten einde zich niet te zien blootgesteld aan de mid delen van vervolg, bij de wet voorgeschreven. Middelburg, den 21 Januarij 1839. De Collecteur van voorschreven Middel, DE TROIJE Nz. FRANKFORT den 15 januarij. Te Petersbn'rg wil men weten, dat de nieuwe Engelsche gezant aldaar, marquise» Uanricardeeene diplomatieke nota heeft overgereikt, tot betoog dienende, dat de uitrusting der Engelschen in Oost- Indieom shah Soojah in zijne eischen op den troon van Alghanistan te ondersteunenmet geenerlei vijandelijke be doelingen tegen Perzie gepaard is. Ie Berlijn zijn den 12 dezer, des morgens omstreeks half 9 ure, vrij hevige schokken van aardbeving gevoeld geworden. Het geregtelijk onderzoek naar de gedragingen der zoo genaamde klaauwmannen in het Zwitsersch kanton Schwijz is ten einde gebragt, zonder gronden tot bepaalde veroor deeling opgeleverd te hebben. Desniettegenstaande zijn de gevangenen nog niet in vrijheid gesteld, en hebben de hoorn mannen of aristocraten de nieuwe beschuldiging tegen de klaau wmannen te Arth fngebragtdat zij zamengezworen zouden hebben om al de aanhangers hunner tegenpartij bij nacht van het leven te berooven. Uit Posen wordt geschreven, dat de afloop van het geregtelijk onderzoek, en mitsdien ook het vonnis in de zaak van den aartsbisschop den heer von Dunin vertraagd wordt doordien de leden van het domkapittel te Gnesen weigeren in die zaak getuigenis af te leggen. Men voegt er bij, dat, volgens de deswege bekomen last der hooge regeringde bestaande wèts-bepaiingen tegen degenen die weigeren in regten getuigenis afteleggen, ten aanzien van de leden van het domkapittel zullen worden toegepasten dat alzoo deze geestelijken indien zij volharden uiogcen in hunne weerspan nigheid te dezer zake in hechtenis genomen zullen worden. Naar luid van bijzondere brieven uit Berlijn moet zich dezer dagen een zeer voornaam en nabij den troon geplaatst persoon stellig hebben verklaard voor het nemen van ern stige en doeltreffende maatregelen ten aanzien der kerkelijke aangelegenheden.' Men sprak er ook weder meer dan te vo ren van de noodzakelijkheidom versterking van troepen naar de in de nabijheid van Belgie gelegene Pruissische pro-> vinden te zenden. In Bohemen heeft het volgende voorval plaats gehad hetwelk bewijst tot welke uicsporigheden de drift tot het spel leiden kan. De graaf J. B. Gravaliaksky had voor vier jaren het aanzienlijk vermogen van zeven en een half mil- lioen guldens geërfd, Naauwelijks had hijdie toen 35 ja- ren oud waszich in het bezit van dit vorstelijk vermogen gesteld, of hij gaf zich op eene toomelooze wijze aan het spel over. Te Milaan verloor hij ruim ƒ600,000, te Wee- neu een milhoen, te Praag ƒ400,000, te Parijs een millioen voorts op de voornaamste Duitsche badplaatsen als te Ba den, ïesbaden enz., almede enorme sommen. Deze harde les der fortuinwel verre van de noodlottige drift van den graaf Gravallaksky te bekoelen strekte slechts om dezelve nog meer gaande te maken. Reeds met schulden beladen maakte hij zijne roerende goederen tot geld, verkocht ach' tervolgens zijne vervreemdbare domeinenen zelfs de in komsten voor honderd jaren van die goederen, welke zijn majoraat uitmaakten maar ongelukkiglijk verzwolg de groene tafel al het geld dat hij zich verschaffen konde. Tot ar moede vervallendoch steeds door de hoop bezielddoor het spel een gedeelte der verlorene aanzienlijke sommen te rug te erlangen, nam hij zijne toevlugt tot het vreesselijké uiterste om valsche wissels te maken. Te Gratz in Stier marken verhandelde hijbij de heeren Clarenheim en comp. aldaareenen wisselwaarop hij de handteekening van het bankiershuis gebroeders Reynenberger te Weenen had nage maakt. Doch door een zonderling toeval kwam dienzelfden dag een der deelgenooten van da: aanzienlijk huis naar Gratz en verklaarde aan de houders des wisselsdat zij de slagt- offers van een snood bedrog waren. De heeren Clarenheim gaven de zaak bij de policie aan, en het gelukte aan den ijver,van de agenten dezer administratie, den graaf Graval laksky bereids den volgenden morgen 111 hechtenis te nemen. Deze slaagde er echter in, zijne gevangenis te oncvlugten hij verliet Gratz en ging naar Beraunwaar hij den naam vau Karrner aannam. Hij gaf zich voor een schrijnwerkers gezel uit en leefde zoo afgezonderd als mogelijk was; doch hij werd spoedig herkend, in hechtenis genomen, en in den nacht van 19 op 20 december 11. heeft hij zich in de ge vangenis met een zijden zakdoek opgehangen. LONDEN den 16 januarij. Gisteren is weder een kabi netsraad gehouden na afloop waarvan de Fransche Oos- tenrijksche Pruissische en Russische gezanten eene zamen- komst op het bureau van buitenlandsche zaken gehouden hebben. De moord, aan lord Norbury gepleegd, heeft aanlei ding tot eene vergadering der leden van de magistratuur in Kings-County gegevenwaarin eenparig besloten is dat zij met al hunne magt zullen medewerken tot zoodanige maat regelen als meest geschikt bevonden worden om vrede rust en veiligheid in Ierland te herstellen. Tevens ismet eene overgroote meerderheidhet voorstel van den heer BFox aangenomen datnaardien er geringe hoop bestond op den goeden uitslag van een beroep op de uitvoerende magt in dat rijkgenoemde magistraats-personen zich tot het volk van Engeland en den troon om bescherming wen den zouden. Er begint zich in Engelandten gevolge van de over matige hoogte der graanprijzen, meer en meer eene krach tige stem voorde afschaffing der graanwetten te verheffen. Te Londen zoueven als reeds in vele andere plaatsen is geschied, eene volk-vergadering worden gehouden, om over de indiening van een verzoekschrift aan het parlement tot algeheele afschaffing der regten van invoer op vreemd graan te beraadslagen. De beide huizen die den 4 februa- 1 ij hunne werkzaamheden weder zullen beginnen zullen waarschijnlijk met zulke verzoekschriften worden overstroomd. Zondag avond heeft men hier te Londen het geval gehad dat een groote Bengaalsche tijger uit de menagerie van den heer IVombwell is los geraakt. De menschen wel ke het uier op den Commercial-raad ontmoetten, ontkwa men gelukkiglijk in de naburige huizen, maar een groote bulhond dien hij tegen kwam werd door hem met eenen slag van zijn poot gedood. Hij speelde vervolgens een tijd lang met het lijk en droeg het toen in den tuin van een huis, in hetwelk zich een dienstmeisje alleen bevond. Op het gerucht opende zij, met een licht in de hand, de achter deur doch door het geroep der genendie het wilde dier vervolgden gewaarschuwd sloot zij die even snelen wel zeer gelukkig voor haar, want op hetzelfde oogenblikdeed de tijgei eenen sprong naar haar. Het dier werd vervolgens, door middel van eenen sterken strop, die het om het lijf ge worpen werdvermeesterdbij welke verrigting het nog cenige menschen kwetste. Het werd levend aan zijnen mees ter terug gegeven. Naderhand is gebleken dat de deur van het hok was opengelaten en dat het dier zijnen ketting ge broken had. Men verneemt thans dat er van regeringswe ge eene geregtclijke aanklagte tegen den heer Wombwell ge schieden zal. Een gelijk geval Was te voren met een groo- ten ijsbeer uit zijne menagerie gebeurd. PARIJS den 16 januarij. Blijkens de officiële staten van 's rijks inkomsten, hebben deze in het vorig jaar 650,185,000 francs bedragen, zijnde 35,672,000 francs meer dan in 1836 en 19,890,000 francs meer dan in 1837. In de zitting van de kamer van afgevaardigden van gisteren was de volgende zinsnedebetreffende Zwitserland aan de orde Tusschen uw bestuur en Zwitserland heeft oncenigheid bestaan. Wij verwachten, dat daardoor de oude vriend schapsbetrekkingen der beide landennog door de staatkun dige gebeurtenissen van 1830 bevestigd, niet zullen geleden hebben." Van de ministeriele zijde is geen amendement voorgesteld maar op de geheele weglating van die zinsnede aangedrongen naardien daarin eene zijdelingsche afkeuring van het gedrag der ministers, ten aanzien van Lodewijk Bonaparte, werd uitgesproken en tevens aan dezen eene belangrijkheid ge geven werdwelke hij niet bezat. Het waren de heeren Moreau BaudeLagrange en Debelleymedie voornamelijk al3 veidedigers van het kabinet Optraden. De raadspresideuc heeft aangevoerd, dat het bestuur Lodewijk Napoleon nieC als eenen pretendent, maar als eenen zamenzweerder be" schouwde, dat het de bewijzen in handen haddat die prins, 11a zijnen terugkeer op Arenenbergzijne kuiperijen hervat had; en dat, naardien de gisting, die door deze zaak was veroorzaaktmeer en meer begon te bedaren het wen- schelijk was om daarover in het adres geheel te zwijgen. Daarentegen werd het ontwerp met hevigheid verdedigd door de heeien Passy GulzotOdilon Barrot en den gene raal Larabitop grond dat Frankrijk onvoorzigtiglijk Zwit serland van zich vervreemd had, en dat land dus door be tuigingen van belangstelling moest trachten te winnen. Zij legden het ministerie ten laste, de Oostenrijksche partij in Zwitserland te hebben geruggestennddoor den heer Odilon Barrot werd hen zelfs toegeroependat zij in Zwitserland geineene zaak met het heilige verbond hadden gemaakt. Den genei aal Larabit was het niet genoeg het ontwerp te onder steunen maar hij sprak daarenboven nog eene lofrede uic op den prins Lodewijk, waarover hij echter door den voor zitter tot de orde geroepen werd daar deze het ongepasc rekende lof toe te zwaaijen aan iemand die de rust van Frankrijk verstoord had. Het bleek echter dat deze overi gens omtrent dit punt de gevoelens van het ministerie niec vooistond, daar hij er bijvoegde, dat de moeijelijkheden ten aanzien van Lodewijk Bonapartevoorgekomen zouden zijnindien men met de regtsvervolgingen tegen hem wegens den aanslag te Straatsburg had laten voortgaan. Bij de hoofdelijke stemming werd de zinsnede betreffende Zwitserland met 221 tegen 208 stemmen verworpen, en zege praalde dus het ministerie met eene meerderheid van 13 stem men. Hierna zijn de beraadslagingen begonnen over de zesde paragraaf, betreffende Spanje. De maarschalk Clausel die het eerst het woord voerdebeschouwde de zinsnede van het ontwerp als onbeduidend. Hij beschuldigde het mi nisterie, ten aanschouwen van hemel en aarde de zaak, waar aan Frankrijk zich verbonden had, bij het traktaat van hec viervoudig verbond, te verlaten, en don Carlos te begunsti gen, daar deze dagelijks onderstand van allerlei aard ontving, en de koningin niets. Na deze korte aanmerkingen werd de zinsnede van het ontwerp met bijna eenparige stemmen aangenomen daar noch de eene noch de andere partij aan dezelve eenig gewigt hechtte. De beide volgende betreffende Polen en Mexicowekten nog geringer belangstelling daar zij zonder eenige beraadslaging aangenomen werden. Laatstgenoemdeoorspronkelijk dooi de commissie opgesteld vóór het bekend worden van den slag voor Vera-Cruz, was sedert door dezelve volgender wij ze veranderd De beleedigingen en plunderingen welke onze landge- nooten in Mexico geleden hebben, vorderden eene schitte rende voldoening. Uw gouvernement heeft gemeend dezelve te moeten eischenhet schitterend wapenfeit van Sint-Juan d UUoa ons leger met nieuwen roem overdekkende, is een regtmacig voorwerp van hoogmoed voor Frankrijk. Hetzelve wasgelukkigSireeenen uwer zonen te zien deelen in de gevaren en in de zege vau onze onversaagde zeelieden." De heer Lacrosse had nog gemeend eene bijvoeging te moe ten voorstellen betreffende de geschillen met de Argentijnsche republiek doch dezelve is zonder beraadslaging verworpen. Alle paragrafen betreffende de buitenlandsche zaken thans afgehandeld zijnde, zoo kwam de heer Amilhau terug op het tweede lid van zijn amendement, vroeger op de eerste paragraaf voorgesteld Onder een bestuurnaijverig op onze waardigheid een getrouwe behoeder van onze verbindtenissen bekleedt Frank rijk in de wereld en in de schatting der volken nog altijd den rang welke aan netzelve toekomt en waarvan het niet kan afdalen. Naardien in deze zinsnede met algemeene bewoordingen het gedrag van het ministerie omtrent de buitenlandsche aange- legenheden goedgekeurd werd, zoo was, gelijk men zich herinnert, dit gedeelte van het amendement ingetrokken, tot dat de bijzondere paragrafen dien betreffende afgehandeld zouden zijn. Juist daarom ook meende de heer Amilhau dat thans nu de^ kamer in de bijzonderheden hare goedkeu ring aan het kabinet gegeven hadhet niet meer mogelijk wasdat zijn amendement verworpen wierd. Ook de heer Cunin Gridaine was van oordeel dat de waardigheid der ka mer vorderde zich zelve gelijk te blijven en het ameudemenc aan te nemen. Deze gevoelens werden echter niet zoodadelijk toegestemd als genoemde heeren schenen te verlangen. De leden der oppositie, met name de heeren Pages, Piscator'ij en Berriler beweerden integendeel, dat het door de debatten genoegzaam gebleken was, dat de tegenwoordige staat van zaken beden kelijk wasen geenszins medebragt dat men nog expresselijk loftuitingen aan het ministerie toekende T,u 1 weinig aanspraak hetzelve daarop 1 lil S °C door hen achtervoigelijk de afSmS ,WC.rden j t t r J wc dl§enandelde punten van buiten- landsche zaken wederom op nieuw doorloopen By het vertrek dezes, lc half iS ure, duurden de beraad,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1839 | | pagina 1