MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 9. Zaturdag 19 Januarij. 82Wrt»iir0chuvpiug. NIEUWSTIJDINGEN. SOwitschlattb. JfrAttffVijfc. jücberlanbcn. Dc akonnemcnts-prijs dezer Courant is ƒ2,75, voor drie maanden, cn franco per Post f 3* I)e abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de beta- ling geschiedt comptantof bij het einde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vöör 10 uren indien men dezelve in het eerst uit te geven No. wil geplaatst hebben. De Advertcntien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelijks- Geboorte- en Doodbekendmakingen waarvan de prijs van één tol zes regels is f 1 5o en voor iederen regel daarboven 22 Cents. Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn alzoo het regt van zegel wordt betaald. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG, ontvangen hebbende eene circulaire van derf Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie Provinciaal Blad 110,2), herinneren de belanghebbende In- en Opgeze tenen, aan de Strafbepalingen bij art. 471 4, van het nog--vigerend Wetboek van Strafregt, gesteld op dezulken die langs openbare Wegen Bouwstoffen of andere voorwer pen (waaronder ook moeten begrepen worden onbespann^n' Laadbouwers Voertuigen) neerleggen, waardoor het vrije of veilige gebruik van den Weg wordt benomen, met aanbeve ling, 0111 z^i voor deze overtreding te wachten, terwijl daarop een wakend oog' zal worden gehoudenen zijdie zich daaraan schuldig maken voor de bevoegde Regtbank zullen worden vervolgd. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 18 Januarij 1839. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Édel Achtbare, A. M. B E C I U S. DIAKENEN der Nederduitsche Hervormde Gemeeiife mogen nogmaals de edele gevers of geefsters voor de navol gende giften hunnen opregten dank betuigen, als: Vrijdag 11 dezer, in de Kerk-collecte van W. P. f 10, en Woensdag 16, bij den eerst-ondergeteekende van P. 26. Diakenen voornoemd, A. de LANDMETER, Preses, M. J. BOONE, Scriba. Vere, den 17 Januarij 1839. KERKVOOGDEN der Hervormde Gemeente Verema ken bij deze met waar gevoel melding van de gift h f 30 in derzelver Kerk-collecte gedurende de godsdienst.oefening van laatstleden Zondag ontvangen zijntke^.- ingevolge daarbij uitgedrukt verlangen, daarvan uitgereikt aan Armverzor- gers en Diakenen voor de Soep-inrigting door dezelve Col- legien onder gunstige medewerking voor de Behoeftigeu al hier daargestelden aan Diakenen met kennisgeving van het daarbij ten hun-ed. opzichte bepaalde. Behalve de gewone herstellingen aan het Kerkgebouw vor dert hetzelve op het onverwachts eene buitengewone en belang rijke som en eene vrij meer aanmerkelijke zal binnen weinige jaren noodzakelijk zijn terwijl dit alles intusschen met eeni- ge uitzondering, door eenen hoofdelijken omslag moet ge vonden worden. Wie dan ook in dezen iare en vervolgens dit Kerkgebouw binnen treedtdoor Gods gunstige beschikking daartoe be kwaam gemaakt zijnde, gedenke de collecte gedurende de godsdienst-oefening, welke tot ondersteuning der behoeften is daargesteld ten goede alzoo Kerkvoogden in hunne be zwaren ondersteunende, ontvangen zij bemoediging in dezé huhnen werkkringen de Algoede verleene den gevers zijne genade Kerkvoogden der Hervormde Gemeente Vere, W. M. SNIJDER, Vt. Ter ordonnantie van dezelve, C. de STEUR, Secretaris. Vere, den 16 Januarij 1839. DIAKENEN bij de Hervormde Gemeente te Vere hebben met dankbaar gevoel ontvangen: in de Kerk-collecte van den 13 dezer, des voormiddags, eene extra-gift van f 10, en bij dezelfde godsdienst-oefening nog met het bijschriftvoor de Soep-Commissie mede f 10. Diakenen voornoemd J. M. KUILER, Preses. K. ROELSE, Scriba. s Arnemuiden 17 Januarij 1839. Op nieuw is ons uit Middelburg geworden onder de Let ters M.M., vier Zeeuwsche Rijksdaalders, Hartelijk zij den menschlievenden gever daarvoor dank betuigd. Namens het Armbestuur, J. WANROOY. BERLIJN den 12 januarij'. Van Posen den 1 dezer wordt het volgende gemeld y> De °P ^e" 31 december II. door de Pruissische rege ring bekend gemaakte wederlegging van de allocutie van den Pausen de blootlegging van haar in dezen gehouden en ver der te houden gedragis hier heden ontvangenen heeft hier eenen diepen indruk gemaakt. De aanhangers der rege ring billijken deze officiële verklaring allezins, en verheugen zichdat de regering hierdoor de aan dezelve in de laatste dageu zoo dikwijls en door zoo velen gedane aantijging van zwakheid en lafhartigheid wederlegd heeft; de vrienden van den aartsbisschop daarentegen zijn door dezelve in den hoog- sten graad Ontsteld geworden, en bewaren voor het oogen- bük een ernstig diep stilzwijgen dergelijken maatregel ver wachtte men geenszins. De aartsbisschop van Dunin is voor niemand dan voor zijne vertrouwden te spreken, of schoon hij anders op dezen dag voor een ieder te spreken was. Algemeen is het gevoelen alhier, dat de staat eene verklaring in de onderhavige aangelegenheid schuldig was en dezelve nu duidelijk gegeven heeft; tevens gelooft men, dat 11a zulk eene inleiding binnen kort eene regterlijke uit spraak tegen den heer van Dunin volgen en ook ten uitvoer gelegd worden zal. HAMBURG den 9 januarij. Alhier heerscht eene on beschrijfelijke drukte, veroorzaakt door het water, hetwelk, door den vreesselijken wind, tot eene ongeloofelijke hoogte opgevoerd, in den verloopen nacht overal de grootste schade schade heeft aangerigt. Niet alleen stond de stad zelve onder water, maar bovendien heeft het water, vereenigd met dein de haven opgehoopte ontzettende massa ijsvreesselijk ge woed de grootste schepen zijn op den wal gedreven heb ben door hun gewigt geheele huizen met zich medegenomen derzelver masten zijn als ligte staken afgebroken en even- zoo het paalwerk, dat tot bescherming der haven diende. De nieuwe groote havenmuur die van Hamburg tot Altona opgerigt wordt, is door het aanhoudend gebeuk van golven en ijsschollen grootendeels vernietigd, hetwelk alleen op eene schade van 50,000 mark berekend wordt hoe groot de scha lie over het geheel wel zij, is nog niet te bepalen. In vele straten der oude stad blijft de gemeenschap slechts door schuiten mogelijk. Of men het verlies van menschenlevens te betreuren heeft, kan bij de algemeene wanorde nog niet met zekerheid opgegeven worden. PARIJS den 14 januarij. Zaturdag hebben de gedepu teerden de discussien over de questie van Ancona voortge zet. De minister Molé heeft in een zeer belangrijk advies de geheele geschiedenis van het bezetten van Ancona opge haald en met overlegging van officiële bewijsstukken aange toond dat de Fransche regering daarmede eeniglijk bedoeld heeft een politieken waarborg te verkrijgen die door de waar digheid van het land gevorderd werdtegen de voortduring van het bezetten der Legatien door de Oostenrijkersen zich plegtig verbonden heeft tot het ontruimen van Ancona zoo dra de Oostenrijksche troepen uit de Legatien zouden ver trokken zijn. Alle de elkander opgevolgde ministerien had den dit beginsel aangekleefddoch alleen de heer Thiers had in de maand maart 1836 in eene depeche aan den ambassa deur te Rome geschreven, dat, zoo men hem omtrent de ontruiming van Ancona drong zijn gevoelen te zeggenhij moest verklaren dat de afmarsch der Oostenrijkers niet nood zakelijk het vertrek der Fransche troepen ten gevolge zou hebben, en de meening geuit dat Frankrijk, alvorens daar toe over te gaan, zekerheid verkrijgen moest, dat de Paus aan de Legatien heilzame hervormingen in de regering zou toestaan, en dat dit eigenlijk de bedoeling van Frankrijk ge weest was, toen het tot het bezetten van Ancona besloot. De heei Molé, die deze depeche geheel voorlas, betuigde niet te begrijpen hoe de daarin geuitte meening overeen was. te brengen met de verklaring van wijlen Casimir Périerdie ten aanzien van gansch Europa zich verbonden had de Fran sche troepen over zee terug te laten komen op denzelfden dag dat de Oostenrijkers zouden aftrekken. De minister be toogde hoe het trouw uitvoeren van aangegane verbindtenis- sen de achting bij andere natiën verhoogde, en verklaarde bij die gelegenheid, dat hij de vaste hoop koesterde, dat de stad Cracau in wier lot de kamer zoo dikwerf getoond had belang te stellen, weldra ontruimd zou worden, er bijvoe- gehde dat de trouw, 'waarmede Frankrijk zijne beloften na kwam het ook op beloften van anderen kan doen rekenen. Deze redevoering scheen een meer dan gewonen indruk op de vergadering te maken, dien de heer Guizot dadelijk tracht te doen verminderen door den heer Molé te verwijten dat hij gebruik gemaakt had van officiële bescheiden, die hij ge weigerd had aan de commissie mede te deeien willende dit als eene ongeoorloofde zaak doen voorkomen. De heer Thiers, van wien men verwacht had dat hij dadelijk den mi nister zou geantwoord hebbenverklaarde dat het hem te laat was geworden om nu de zaak van Ancona te behande len en bepaalde zich met enkel te klagen over het onvoeg zame van het mededeelen zijner depeche. De ministeriele leden wilden de zaak in deze zitting afdoendoch de oppo sitie verzette zich hiertegen en verliet eindelijk onder een schrikkelijk gedruisch en rumoer de zaal. De president sloot de vergadering met te zeggendat de kamer niet meer bin nen de kamer was. Heden zijn de beraadslagingen hervat. De heer Guizot heeft tegen het amendement gesproken en de heer Thil was bezig met het ministerie te verdedigen, toen deze berigten afgezonden werden. •r— Zoo de geheele loop der beraadslagingen over het ont. werp van adres, in meer dan één opzigtde ondubbelzin- nigste blijken heeft gegeven, op welk een' verderfelijken weg de coalitie Frankrijk wil brengennergens is deze waar heid in een helderder licht gestelddan bij de behandeling- van de paragraaf, betrekkelijk de ontruiming van Ancona', waarbij de voornaamste sprekers der tegenpartij zich niet' ontzien hebben, om, ten aanhoore van Europa, de leer te verkondigen, dat de heiligheid der traktaten niets beteekent, zoodra het belang van Frankrijk daarmede in strijd is. Het behoeft wel geen betoog, dat zoodanige beginselen den meesten weerklank in de ligt ontvlambare Fransche gemoede ren moeten vindenen men kan dan ook niet dan met be zorgdheid de toekomst te gemoet zien wanneer men man nen, die overigens door uitstekende bekwaamheden uitblin ken zoodanige voor de rust van Europa gevaarlijke stellin gen met al den nadruk eener onmiskenbare welsprekendheid, van het Fransche spreekgestoelte hoort prediken*. Van den anderen kant vr.lt het echter niet te ontkennen dat het ministerie Molémet zeldzamen moed tegen den stroom opvarende zooveel mogelijkden noodlottigen in druk van de revolutionaire taal der tegenpartij poogt te ver zwakken, en daarbij steeds op den voorgrond stelt, de trouw aan het eenmaal gegeven woord. In hoeverre dit bestuur op de gedurig toenemende stoutheid der coalitie zal kunnen zegevieren wordt met eiken dag meer en meer een vraag stuk, waarvan de oplossing voor als nog in het duister is gehuld. Geen wonder ook dat de geruchten van ontbinding van het tegenwoordig Fransche kabinet meer veld beginnen te winnen, en dat er zelfs reeds verschillende lijsten in omloop zijn waarop de namen van zoodanige staatsmannen voorko men welke men berekent de meeste kans te hebben 0111 het zelve te vervangen. Onder anderen wil men eenig vertrou wen hechten aan eene combinatieten gevolge waarvan de hertog de Brogltde hecren LamartineGuizotThiers en Duchatel de teugels van het bewind in handen zouden krij gen terwijl als raadspresident de maarschalk Souit zoude optreden, en ook de admiraal Baudin dit uieuwe ministerie inet de te St. Juan d'UHoa verworven lauweren kracht bij zetten. Welke ook de uitslag van cie uiterst hagchelijke crisis waarin Frankrijk verkeertmoge zijn zoo veel schijnt ze ker dat het tegenwoordige ministerie niet dan zeer be zwaarlijk de beraadslagingen over het adres zal kunnen door worstelen terwijl in allen gevalle de mogelijke aftreding van hetzelve noodwendig eene verandering van het tot dus verre gehandhaafde stelsel van gematigdheid schijnt na zich te moeten slepen. Men zegt, dat in den afgeloopen nacht depeches van het hoogste gewigt aan het Russische gezantschap zijn aan- gebragt door den prins Metschutski. Dezelve moeten betrek king hebben op de Hollandsch-Belgische aangelegenheden, en inhoudendat het Peterburgsche kabinet ten stelligste weigertom tot een nieuw uitsteldoor Frankrijk aange vraagd voor de overgave van Limburg en Luxemburgdes- zelfs bewilliging te geven. Meti leest in den Moniteurdat het gouvernement de peches van den schout-bij-nacht Leblanc ontvangen heeft loopende tot den 30 october. Op dat tijdstip was de staat van onze aangelegenheden in Rio-de-la-Piate zeer gunstig zoodat er alle uitzigt bestond dat onze geschillen met de Argentijnsche republiek weldra op eene bevredigende wijze zouden beslecht worden. MIDDELBURG den 18 januarij. De directeur-generaal voorde marine heeft ter kennis van alle daarbij belangheb benden gebragt, dat het zeegat van Brouwershaven om tot noodhaven te dienen thans geheel is afgetond en afgebakend Voorloopig is het opzigt over de betonningbebaking en verlichting van gemeld zeegatvan den 1 dezer af. opge dragen aan den griffier van het kantongeregt te Brouwers haven G. van fVage. De berigten wegens de zamentrekking onzer troepen in Noord-Brabandhebben in Belgie tot nieuwe bewegingen onder de troepen aanleiding gegeven. De kommandant der voorhoede-brigade, generaal Magnanheeft zijn hoofdkwar tier dat te Hasselt was gevestigd naar het kamp van Beverloo verlegd. Een bataillon van het derde regeinent jagers te voet, te Diest in garnizoen is naar het kamp vertrokkenen zou door een bataillon jager-partijgangers, dat te Aalst la°- te Diest vervangen worden; dit bataillon is den 15 Brussel doorgetrokken. Een ander bataillon jagers, in den omtrek van Hasselt gekantonneerdmoest eveneens naar het kamo vertrekken. De bezetting van Hasselt zou door twee eska drons jagers te paard uit Sint-Truijen verstrekt worden Vol gens te Brussel loopende geruchten zou een gedeelte van de troepen der derde d.vis.e, die oorspronkelijk naar het Lu- xemburgsche bestemd waren naar het Limburgsche optrekken. Van Antwerpen den 15 dezer wordt gemeld: van Cussc'ien Ren 10 "re, was eene divisie liandsche leger op de uiterste grenzen tusschen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1839 | | pagina 1