ym N". 74. MIDDELBURGSCIIE COURANT. Donderdag den 21 Junij. NIEUWSTIJDINGEN. DUITSCHLAND. HAMBURG den 12 De brieven met den laatsten post van Ber lijn ontvangen waren oorlogzuchtigen men hoopte, dat binnen veertien dagen het manifest der verbonden mogendheden ten opzigte der Grieksche zakenhet licht zou zien. FR ANKFORT den 14 junij. De neerlaag der Grieken voor Athene bevestigt zich helaasvan alle kanten. Na de bemagtiging van het klooster St. Spiridionbij Pyreushadden de Grieksche bevelhebbers hun plan van aanval veranderd zoodanigdat de hoofdaanval zou geschie den in den rug der Turksche positienvan den kant der vlakte ten oosten van het Olijvenbosch tusschen dat bosch en den berg Hymet- tus. In den nacht van den 5 op den 6 mei werden dienvolgens 320e man in de havens van Pyreus en Falera ingescheept, en bij het aanbre ken van den dag bij het voorgebergte van Coalisoostwaarts van Fale ra ontscheept lord Cochrane en de generaal Church waren op dat punt om de operatien te besturenterwijl Karaïskakivan eenen anderen kantmet het gros der Grieksche legermagtde Turksche positien van voren zou aantasten. Na Penige. gevechten die in den beginne niet ongunstig schenenwerd de brave Karaïskaki volkomen geslagenen kwam hij met de keur zijner benden om. Wat de ontscheepte troepen betreftdeze waren naauwelijks een half uur in de vlakte doorgetrok ken toen zij door de Turksche kavallerie en een geregeld korps infan terie behoorende tot de kort te voren door Reschid-pacha van Kon- stantinopel ontvangen versterkingenaangetast werden. Het gevecht duurde hier slechts van des morgens 8 tot 10 uren, toen het ein digde in eene volkomene verstrooijing der gelande troepen, welke 2000 man, en daaronder 7 generaals en 18 Philhellenen aan dooden gekwet sten- of gevangenen benevens verscheidene vaandels en stukken kanon verloren slechts een -klein aantal bereikte den oever en kon zich op de ten anker gebleven schepen werpen lord Cochrane zelf moest zich al zwemmende naar een dier schepen redden. Alle hoop op ontzet van den Acropolis verdwenen zijnde, bewoog lord Cochrane den Franschen admiraal de Rigny om tusschenbeide te tredenten einde aan de be zetting eene eerlijke kapitulatie te bezorgen, en Reschid-pacha bewil ligde ook daarin, onder beding, dat de bezetting de wapenen zou ne- derleggenmaar deze laatste, geen vertrouwen stellende op de Turken, verklaarde liever met het laatste gedenkteeken van het oude Griekenland in de lucht te vliegen en bleef zich den 16 nog verdedigen. Den 13 doorliep lord Cochrane de eilanden van den Archipel om nieuwe ver sterkingen te vragen. Van eenen anderen kant heeft zich het kasteel van Tomesetegen over Zante, den 17 mei aan Ibrahim-pacha overgegeven, en zijn de gevangenen, ten getale van 500 man, benevens 1500 vrouwen en kin deren door hem naar Patras vervoerd van waar die Egyptische veld heer zich naar Korinthe op weg begeven heeft. GROOT-B RITTANJE. LONDEN den 10 jttnij. Woensdag avond heeft lord Goderich aan de lords verklaarddat het ministerie de hand van de voorgedragen koren- wet aftrektna dat dezelve door het amendement van den hertog van Wellington geheel van-beginsel is veranderd. Gisteren avond was er een meer dan gewoon getal pairs in het hoo- gerhuis bijeenwaarschijnlijk uit hoofde dat de hertog van Wellington het voornemen had te kennen gegeven, om de derde voorlezing van de graan wet voor te stellen, en men dus belangrijke debatten verwachtte. Toen ecliter de zakendie aan de orde van den dag stondenafgedaan waren sloeg de minister lord Goderich voor, om het huis tot maandag te adjourneren en ofschoon de hertog en zijne vrienden tegenwoordig warenvroeg geen der edele lords het woord en scheidde de vergade ring op het verlangen des ministers. Lord Teynham heeft hi het huis der lords eenige ophelderingen ge vraagd omtrent de onderhandelingen over het ontruimen der Spaansche vestingen door de Fransche troepen, geloovetide, dat er geen twijfel be stond of de bezetting van Kadix en andere plaatsen van Spanje moest be schouwd worden als bewijs eener vijandelijke gezindheid van den kant van Frankrijk jegens Engeland. De minister van buitenlandsche zaken lörd Dudley en Ward heeft geweigerd op deze vraag te antwoorden onder verzekering, dat het ministerie die zaak met al de oplettendheid be handelde welke haar groot belang vorderdeen datwanneer de tijd daar zijn zal om zich hierover uit te laten, het zal blijkendat Zr. Ms. ministers in deze hun pligt hebben gedaan. FRANKRIJK. PARIJS den 15 junij. De raadsheer bij het koninklijk geregtshof Cottu heeft een nieuw geschrift uitgegeven, ten betoog van de noodza. kelijltheid om het ministerie te veranderen. Daarin meent hij, dat, se dert de herstelling van de koninklijke regering in iHii, twee partijen bestaandie even vijandig zijn aan het stelseldoor Lodewijk XVIII aangenomen tot bemiddeling en vereeniging, -te weten de voorstanders van het willekeurig gezag en die van het republikeinsch bestuur. Met de eerste partij beweert hijdat het ministerie heult en er op uit is om dé constitutie omver te werpen waartoe dan ook de verlenging boven de vijfjaren van de tegenwoordige leden van de kamer der afgevaardig den moet strekken alsmede het oprigten der commissie in diezelfde ka mer die bestemd is om te waken voor hare regten en ondertusschen ge schriften tegen het charter onopgemerkt laat voorbij gaan. Voorts ziet hij alleen het behoud van den staat in eene gematigde aristocratie, waar aan hij de bescherming en bewaring van het charter wil toevertrouwd hebben. Dit geschrift maakt veel gerucht. "Men spreekt veel over het weder invoeren der censuhr op de dag bladen doch het is vrij zekerdat dienaangaande nog niets in den raad der ministers besloten is. De heer de Mnubreuil is door het koninklijk geregtshof, als schul dig van den prins de Talleyrand vrijwillig en met vooroverleg geslagen te hebben, tot 5 jaren gevangenis veroordeeld, tot welke straf hij ook door de tegtbank van eersten aanleg verwezen was. Van al de getui gen d!e hij had doen dagvaardenzijn alleen de' heeren Leloutre en Roustan, Napoleons oude mameluk, verschenen. Het hof heeft ver klaard, dat de getuigen niet gedwongen kunnen worden om voor hetzel ve te verschijnen, dan wanneer zij ter requisitie Van het pllbtiek minis terie gedagvaard zijn. Roustan heeft op eenige vragenhem door den president gedaan, ten antwoord gegeven, dat hij in januarij 1814 aan den keizer den bekenden diamant de regent en andere jtlweelen, die in de schatkist der Tuilerien waren, overhandigd heeft, en dat hij niet dacht, dat de koningin van Westphnlen diamanten van de kroon heeft gehad. Verder heeft hij gezegd, dat hij belast was geweest met voor de veilig heid van den persoon van Napoleon te wakenen gewoon was in zijne kamer te slapen en ook somwijlen buiten dezelve, doch alsdan dwars voor de kamerdeur, en dat het onmogelijk geweest zou zijn den keizer te vermoorden op het tijdstipwaarop de heer de Montlosier voorgeeft daartoe order gehad te hebbenom dat toen de keizer zich te Fontaine- bleau en te midden zijner garde bevond. De Pilote heeft opgehouden te verschijnenmen verwacht weldra hetzelfde van de Gazette de France en van het Journal de Paris. Nopens Griekenland hebben wij de treurigste berigten ontvangen. Het is maar al te waar, dat 2500 Grieken omgekomen zijn. Bij het vertrek der laatste tijdingen stonden nog 3000 Grieken onder bevel des generaals Church op de hoogten van Falera. Den 16 mei, 10 dagen na de Moedige nederlaag der Griekenhield de Acropolis (het kasteel of de bovenstad van Athene), nog vol. Deze tijding heeft hier een diepen indruk gemaakt. Men verzekert, dat de Fransche ambassadeur te Londen binnen zeer weinige dagen eene overeenkomst moet teekenen tusschen de vijf groote Europesche mogend heden tot bevrediging van Griekenland. Al de berigten uit de Levant spreken met lof over de diensten, door de Fransche oorlogschepen aan de ongelukkige Grieken bewezen. Lord Cocrhane was den 13 mei bezig met de verschillende eilandeuvan den Archipel te bezoeken eu nieuwe versterkingen te vragen. NEDERLANDEN. BRUSSEL den 16 junij. De door Z. K. H. Prins Frederik der Ne derlanden gegeven aanmoediging, alsmede het voorbeeld der maatschap pij van weldadigheid in de Zuidelijke provinciën, zijn geenszins verloren. Behalve den sterken aangroei der te Wortel en Merxplas gevestigde ko loniën van landbouw tot ontginning van een gedeelte der uitgestrekte heiden in de provincie Antwerpenweet mendat partikulieren onlangs aanzienlijke gedeelten van zulke woeste streken in den omtrek der ge meenten West-WezelBrecht en Gorinthenabij den rijwegen half weg tusschen Antwerpen en Bredaverkregen hebben. Reeds is een hun ner, de heer Tassaerc, bezig met het oprigten eener groote fabriek van Chemische voortbrengselen; een andere speculant is voornemens om er onverwijld eene tweede fabriek te bouwen; onlangs zijn er woningen ge zet; andere zijn derzelver voltooijing nabij; aan ontginning, aan het leggen van wegen, aan alles is begonnenzand, geschikt tot het maken van glaswerken potaarde tot het vervaardigen van het beste aarden- werk is op die plaatsjes ontdekt gewordenzoo dat dievoorheen woes te oorden maar waartoe slechts menschen hand vereischt werd, weldra :door nijvere en arbeidzame volkplanters vruchtbaar zullen gemaakt wor den. Deze verbetering zal het noodwendig uitwerksel zijn van onze nieuwe inrigtingen eu van het welbekende stelsel onzes gouvernements. Aldus mogen wij hopendie eenzame plaatsjeswelke het oog van den vreemdeling bedroeven langs eenen weg, met welken de gemeenschap tusschen de aanzienlijksterijkste en meest handeldrijvende steden des Rijks, Brussel, Antwerpen, Dordrecht, Rotterdam, 'sGravenhage en Amsterdam onderhouden wordteenmaal bevolkt en bebouwd te zien. Het ontwerp van het wetboek van strafregt, 't welk in de laatste zitting der Staten-Generaal van gouvernementswege is voorgedragen, om in de aanstaande zitting in overweging te worden genomen, ziet thans het licht. Eenige uitdrukkingen van zeker Brusselsch dagbladals of dit ontwerp moest worden toegeschreven aan den heer referendaris As serheeft den laatstgenoemden aanleiding gegeven om openlijk te ver klaren, dat hetzelve in der tijd is vervaardigd door de hoogleeraren Cras en Kemperde heeren Both-Hendriksen B. Donker Curtius Z. Exc. dep minister Eloutden heer Reuvens en andere hoogverdienstelijke regts- geleerdendat hetzelve, na te zijn overwogen door den staatsraad van het toenmalig koningrijk Hollandin welken de ministers van Maanen Roëll en Appelius en de staatsraden van GennepQueysen en anderen zitting haddendaar te lande is ingevoerd geweest een jaar voor de ver eeniging van dat grondgebied met het gewezen Fransche keizerrijk, maar dat hij het zijne had toegebragt tot de wijzigingen, welke het onderha vig ontwerp heeft ondergaan. Hetzelve bestaat uit 2 boekente zamen bevattende 29 titels en 495 artikelen. De straffen, bij hetzelve voorgesteld, zijn: die des doods (door middel van de koord); de schavotstraf (geesseling en brandmerk, geesseling, het zwaaijen van het zwaard over het hoofd, en te prouk- stelling); de gevangenisstraf (hetzij in een gewoon tuchthuis; hetzij op eene bijzondere plaats, met die vrijheid van gemeenschap, welke de or de en zekerheid veroorlooft; hetzij op eene bijzondere plaats, op wa ter en brood, en in het laatste geval ten langste gedurende 14 dagen); de aanwijzing van zekere landstreek, of plaats, in welke zich de ver oordeelde gedurende een bepaalden tijd zal moeten ophouden de verban ning uit het rijk, uit een deel van hetzelve en ook uit eene bepaalde gemeente; de ontzegging van eenig ambt te mogen bekleeden; de ont zegging, van sommige bepaalde ambten te mogen bekleeden, of sommi ge bepaalde bedrijven te mogen uitoefenen; en de geldboete. In de courant van Batavia van den 7 februarij 11., leest men, on der meer andere besluiten vau Z. Exc. den commissaris-generaaler twee, betreffende concessien van land tot den koffij-bouw voor den tijd van 16 en 20 jaren, welke de bepalingen behelzen, dat de verkrijgers van die concessien zich bij speciale-acte zullen moeten verbinden oin een zeker getal bunders tot den wijn-bouw te gebruiken. 'sGRAVENHAGE den 17 junij. Van Scheveningen verneemt men, datop den 15 dezer, de badkoetsen op het etablissement van den heer Propk zijn in werking gekomen, en d?t reeds op dien dag verscheidene personen het zeebad in hooge zee hebben genomen. Vau jaar tot jaar ondervindt men meer en meer het heilzame nut dier zeebaden, terwijl het getal der vreemdelingen daardoor uitgeloktaanmerkelijk toeneemt. -JC.i h'sSp

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1827 | | pagina 1