N". 58.
MIDDELBURGSCHE
iJF COURANT.
Dingsdag
NI E UrrSTIJ DINGEN.
DÜI T S C H L AN D.
DRESDEN den 5 mei. Onze geëerdë én wel beminde monarch is de
zen ócluend ontslapen. Deze smartelijke gebeurtenis dompelt de ko
ninklijke familie van Saksen in den diep6t'eh róUW. Koning Frederik
August waS den 23 december 1750 geboren, en had dus den ouderdom
van 76 jaren en ruim 4 maanden bereikt. De oudste broeder des ko-
nmgsAnton Clement Theodoorheeft de teugels vati het bewind aanvaard.
GROOT-BR1TTANJE.
LONDEN den 8 mei. De parlements-zitting van gisteren avond was
vooral opmerkelijke wegens de door den heer Canningin de kamer der
gemeenten, gedane aankondiging, dat hij voornemens was om in de eerst
volgende bijeenkomst van het parlement(óe tegenwoordige daarvoor te
ver gevorderd Zijnde,) voor te stellen de benoeming van een financieel
comité, zoo als driemaal onder het bestuur van mr. Pitt, en daarna in
l8to onder mr. PerceVal-en in 1817 onder lord Bexleyhad plaats gehad,
eh aan welk comité zou worden voorgesteld al wat in eenig verband
Stond met de inkomsten van dit land. De heer Canning voegde, ten
opzigte van den staat des lands, hierbij, dat, zonder aan verwachtin
gen te willen voedsel geven welke daarna zouden kunnen teleurgesteld
worden hij voor zich -zeiven overtuigd was van verschijnselen te zien
van eene trapswijze, langzame, maar hij herhaalde ditduidelijk
zigtbare verbetering; en om die reden, onder anderen, met het vast
voornemen om den financielen toestand des lands in een volgend jaar on-
tler de oogen te zien, meende hij dat hij zich het best van zijhen pligt
Zou kwijten met, gedurende den verderen loop van het tegenwoordige;
jaar, dien toestand zoo rustig en ongestoord mogelijk te hondendoor te
vermijden alle buitengewone maatregelen en alles wat eenige strekking
zou kunnen hebben tot beroering of opwekking van den spécnlatie-geest.
Ten slotte kondigde hij nog aan,' dar hij, tenzij buitengewone omstandig
heden zulks verhinderdenvoor Pinkster met zijn financieel plan voor
het loopend jaar zou voor den dag komen.
De opgemelde aankondiging van een voor te stellen comité in eene
•volgende bijeenkomst van het parlement, is vooral van dien kant vaïige-
wigt, dat zij een sterk gevoel van bestendigheid te kennen geeft van den
kant des genen die ze doet: hij moet zich daartoe vast in den zadel reke
nen. Wij kunnen voorts zeggen dat die aankondiging, en over het ge
heel wat de heer Canning gezegd heeft, met veel toejuiching gehoord
js, en dat vele parlements-ledendie in den beginne in twijfel ston
den welke partij te kiezen zich rondborstig aan de zijde van het nieuw
ministerie beginnen te scharen.
Uit Lissabon heeft men berigt, dat de prinses-regentes erg ziek
geweestmaar gelukkig wederom hersteld was. In geval zij was komen
te overlijden zonden de ministers, of zich weerspannig tegen de consti
tutie hebben moeten gedragenof de regering in handen hebben moeten
geven van de ergste vijandin der constitutie; want volgens de bepalin
gen derzeive moetgedurende de minderjarigheid van den souverein het
rijk bestuurd worden door een regentschap, en behoort het regt daartoe
«sn de naatste meerderjarige betrekking van den souvereinen de beide
zitrcers der regences nog geen 25 jaren bereikt hebbendezou er dus
om bij de constitutie te blijvengeene andere keus overgebleven zijn
dan een regentschap te vormen van de ministers van binnenlandsche
Zaken en justitie, benevens de twee oudste staatsraden, met de koningin
weduwe als presidente aan het hoofd.
Er zijn hier gisteren berigten uit Griekenland ontvangen, yolgens
welken eindelijk op den 2 april II. bij Athene eene volkomene overwin
ning op de Turken behaald isin welke zij 3600 man benevens al hun
ne bagage en ammunitieen de Grieken niet meer dan 250 man verloren
hebben. De Turken zouden dienvolgens tot 5 uren van Athene terug
getrokkenen waarschijnlijk spoedig genoodzaakt zijn om Griekenland
geheel te ruimen. De generaal Church' was als opperbevelhebber der
Grieksche landmagten lord Cochrane :als opperbevelhebber der zeemagt
erkend, en laatstgemeldedie reeds 24 zeilen onder zijn bevel telde,
was op het punt om op eene expeditie uit te gaan, waarvan men de bes
te uitkomst verwachtte.
FRANKRIJK.
PARIJS den 8 mei. De zitting van de kamer der gedeputeerden is
gisteren zeer belangrijk geweest. De algemeene discussie over het bud
get van 1823 is geopend. De heer Lnbbey de Pompières heeft ver
klaard, die financiële wetten niet te kunnen aannemen, indien daarin
geene vermindering van 80 millioenen gemaakt werd van welke hij 20
millioenen alleen op de uitgaven voor het ministerie van oorlog wilde be
zuinigen, en tevens een onverwinnelijk leger oprigten, door hetzelve
nationaal te maken. Hij beschuldigde de ministers, die de nationale gar
de, aan welke Parijs twee malen zijn behoud te danken heeft gehad,
ontbonden hadden openlijk van verraad. De heer Laffitte heeft mede
het financieel stelsel hevig aangetasten zich ook met veel nadruk uit
gelaten tegen het gedrag der ministers omtrent de nationale garde. Het
was niet, zeide hij, door het honen van burgers, die sedert 40 jaren
tot handhaving der orde de wapens gedragen en zelfs aan de vijandelijke
armeen achting ingeboezemd hebbendat de ministers standvastigheid
konden doen blijken. Hij verklaarde zich gereed om de acte van beschul
diging tegen de ministers te teeltenenen hiertoe verklaarden zich ook
de heïïen Benjamin Constant, de Condêre, Thiard, Dupont, Labbey
de Pompières en anderen dadelijk bereid. De heer Burosse heeft ooit
tegen het budget gesprokenals geloovendedat het stelselwaarin het
ministerie halstarrig voortgaat, met de belangen van het land strijdt en
dac de hooge belastingendie geheven wordenFrankrijk in de onmo
gelijkheid zullen stellen, om in buitengewone behoeften te voorzien,
zoo de nood zulks vorderen inogt. De heer de Villèle heeft het bud
get verdedigd tegen de geopperde zwarigheden en na breedvoerig over
de financiële punten gesproken te hebben, heeft hij betuigd, dat hij
geenszins de aanklagte duchtte, waarmede men hem bedreigde, omdat
hij den koning aangeraden had de nationale garde af te dankenals een
maatregel, die gebiedend gevoulerd werd door het belang van Frankrijk,
'dat niet meer in omwentelingen vervallen moet doöf zwakheid der raads
lieden van den troon. De aanklagt zonde hij dus als een eerbewijs aan
zien. De vrienden van deu minister Uebbeu deze taai luid en herhaalde
den i5 Mei,
malen toegejuichtde leden der oppositie namen met deze verklaring
echter geen genoegen; een derzelven, de heer Petou, zeide, dat de mi
nisters door het vernietigen der Parijsche nationale garde Frankrijk cen'e
diepe wonde aan het hart hadden toegebragt, en dat Frankrijk de minis
ters zou oordeelen. De lieer de Thiafsdie zich ook tegen het bud
get heeft uitgelatenzeidedat Frankrijk in een staat van revolutie of
contra-revolutie verkeerde, en dat in dien geest de ordonnantie van de
Parijsche garde het licht had gezien. Dit, zeide hij, is een maatre
gel van gramschap geweest en wordt door alle burgers als zoodanig eh
als de voorbode van nog boózer ontwerpen beschouwd. Wantrouwen
en droefheid hebben het vertrouwen en de vreugde vervangen, en ér
heerscht eene doodelijke stilte, die groote stormen voorspelt."
De vergadering is zeer onstuimig geweest, hetgeen ligt op te maken
is u-it de hevige taalwaarvan zich de sprekers tegen de ministers heb
ben bediend. Heden moeten de disenssien voortgezet worden en mén
wacht nog meerder tooneelen van dezen aard.
De koning ondervindt wederom ecnen aanval van jicht aan de voe
ten, weshalve een voorgenomen uitstapje naar Compiêgne verschoven is.
De Etoile kondigt heden aandat de reis des keizers van Brazilië
naar Europawaarvan door eenige nieuwspapieren gesproken wasgeett
voortgang zal hebben.
Alle heden uit Zwitserland ontvangene berigten bevestigen de over
winning, door de Grieken onder de muren van Athene behaald, alsook
de opheffing der blokkade, door Reschid-pacha.
PARIJS den 9 mei. Gisteren heeft hier, op het plein de Grève,
zekere Asselineau zijn jeugdig leven op een schavot geëindigd. Dodr
speelzucht in schulden vervallenhad hij een zijner vrienden vermoord
en bestolen. Vóór hij zich aai) het verderfelijk spel had overgegeven,
genoot hij, door zijn voorbeeldig gedrag, de achting van allen die hem
kenden. Zijne doodstraf, die hij gelaten, doch met diep berouw, heeft
ondergaanheefc grooten indruk bij de menigte aanschouwers verwekt
men deed-luide klagten hooren tegen het bestaan dier vele speelhuizen
en loterijen, welke wel winstgevend voor het gouvernement zijn, maar
een onberekenbaar nadeel aan de zedelijkheid toebrengen.
Dank zij de Voorzienigheid 1 de voortreffelijke school van kunstett
en handwerken te Chalons zal niet in het lot der nationale garde deelen
zij zal niet door de ministeriele seis worden geveld, maar blijft bestaan.
PARIJS den 11 mei. De zittingen der gedeputeerden van den 8 9 eta
10 zijn niet minder belangrijk geweest dan die van den 7. [Wij zullen
hiervan in ons volgend No. verslag doen.]
De prinses-regentes van Portugal was, volgens de laatste berigten
niet biriten gevaar. Men is met reden bevreesd voor de toekomst, indien
H. K. H. mogt komen te overlijden.
NEDERLANDEN.
BRUSSEL den 10 mei. Z. M. heeft den heer van Idsinga tot lid
der algemeene rekenkamer benoemd.
Men verneemtdat Z. M. den heer staatsraad van Gennep benoemd
heeft tot vice-president van het amortisatie-sijndicaatcn den heer Rej'
phins tot lid van den staatsraad.
De sergeant der sappeurs Dujardt'n, die gisteren zijne 5ojarige
dienst gevierd heeft, heeft bij die gelegenheid van Z.M. de Willems-of-
de met een pensioen van 200 gulden ontvangen. Hij was vroeger reed»
met de orde van het legioen van eer gedecoreerd geworden. Des avonds
heeft hij een ter zijner eer in den tuin van St. George gegeven bal mét
zijne moeder, die binnen kort 100 jaren tellen zal, geopend.
BRUSSEL den 12 mei. Heden zijn Prins Frederik der Nederlanden
en hoogstdcszelfs gemalin naar Berlijn vertrokken.
GRONINGEN den 11 mei. Van den 4 tot den 10 zijn alhier overle
den 21 personen.
AMSTERDAM den 9 mei. Zoo edel als eenvoudig was op gisteren
avond, in onzen stads schouwburg, de aldaar ter gedachtenis Van onze
groote tooneeikunstenaresse, Wattier Ziesenisgevierde lijkplegtigheid.
De stemming der vergaderde keur van onze tooneelbeminnaarsde ver
siering zoo van de zaal als van het voortooneel met rouwfestoenenóp
welke losgelaten lauwerkransen en nederwaarts gekeerde fakkelsden aard
der plégtigheid te kennen gaven de vereeniging op het tooneel van de
in het zwart gehulde kunstreijeu in de onderscheidene vakken om de
tombe en beeldtenis der beroemde kunstenaresse geschaard; de sombere,
aandoenlijke toonen der voorafgaande muziekhet gevoelvolleschoone,
deszelfs onderwerpwaardige dichtstuk, van den dichter Westermandoor
hem zeiven, als een' der vroegere kunstgenooten van haar, wier afster
ven men betreurde, met zoo veel geestdrift uitgesproken; de afwisse
ling van wel ten uitvoer gebragte koren het kiesch gevoel van het pu
bliek, in het kiezen der gepaste oogenblikken van toejuiching; alles le
verde een schoon en harmonieus geheelen deed ten duidelijkste gevoe
len dat niet slechts Amstels' schouwburgmaar de tooneelkunst in het
algemeen een zwaareen meer dan gewoon verlies had geleden.
ZEE-TIJDINGEN.
VLISSINGEN den 12 mei. Van quarantaine zijn ontslagen en naar
Antwerpen opgezeildfAdèle, kapt. M. Michaelsen, William Salthouse
kapt. J. Grace, en Leonidas, kapt. J. Sténtalledrie van de Havannah.
Gisteren is alhier ter reede gekomen de Engelsche stoomboot the Su-
perbkapt. H. Stranach van Londen naar Antwerpen bestemd, met pas
sagiers en stukgoederen.
Nog zijn den 9 en 11 dezervoor Antwerpen bestemdop onze reede
aangekomen: Soeridderenkapt. C. Jenscn van Gothcnburg met hout
waren, the Roverkapt. Wm. Cobbvan Rio-Janeiromet koffij en
huiden.
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 9 dezer tot
heden van onze reede naar zee gezeild
Le Perseveranl kapt. J. Metaycr naar Bordeauxmet stukgoederen
Market Maidkapt. W. Mushens, met haver en les quatres Amis kapt.
J. Croix met boomschorsbeide naar Londen Ilazina Margaretha
kapt. J. R. Schippersnaar Leith met boomschors; le St.Jaqueskapt.
J. L. Vivien, naar Duinkerlte en Syhillckapt. W. Holmes, naar Bol
ton, beide met ballast; rAventurekapt. J. de Visschernaar de Ha-
-j—j—m. - w—