N°. 56.
MIDDELBURGSCIIE
COURANT.
1827.
Donderdag
NIEUWSTIJDINGEN
den 10 Mei.
NEDERLANDEN.
e. 1
ZEE-TIJDINGEN.
DUITSCHLAND.
MUNCHEN den 26 april. Z. M. de koning is heden namiddag na
des ochtends nog den staatsraad gepresideerd te hebben, op reis
gegaan naar Rome. Des avonds is ook de koningin vertrokken naar
Altenburg.
FRANKFORT den 4 mei. Al de tijdingen uit Konstantinopel ko
men daarin overeen, dat de Porte halstarrig weigert om van eenige
vreemde bemiddeling of tussche 11 komst in de Grieksche zaken te hooren,
on dat de reis-effendi zelfs geen acht geslagen heeft op de aanmerking,
die hem door den Engelschen drogman, den heer Chabert, gemaakt is,
dat de bevrediging van Griekenland volgens het protocol der conferen
tie van den 4 april des vorigen- jaarSonherroepelijk door Rusland en
Engeland besloten is. Men verzekert, dat Frankrijk tot het genoemde
protocol is toegetredendoch dat de Oostenrijksche en Pruissische mi
nisters tot nog toe slechts de Porte hebben aangeraden, om het oor te
leenen aan de voorstellen van Rilsland en Groot-Brittanje.
De Engelschc generaal sir Riehard Church is den 13 te Aegina
aangekomen en den 15 naar Poros gezeild, van waar hij naar Castri te
ruggekeerd isten einde alles te beproeven om de twee partijen die de
nationale vergadering der Grieken scheidenbijeen te- brengen. Men
denkt dat' hjj het bestuur van al de zaken van Griekenland op zich
zal nemen, en men gelooft, dat hij met lord Cochrane slagen zal, om
de partijen van Aegina en Castri te verzoenen en de nationale vergade
ring te Poros te doen vestigen.
Den 18 maart werd een geheel huisgezin, te Steinkirchendoor
het gebruik van waterscheerling of dolle kervelvergiftigd welke de
knecht te huis had gebragt. Men had dezelve voor selderij-wortel ge
houden en met aardappelen gegeten. De knechtwelke spoedig na den
maaltijd naar het land was gegaan, stierf, bij gebrek aan dadelijke ge
neeskundige hulp, aau de-gevolgen der vergiftiging, doch het overige
huisgezin, uit zes personen bestaande, werd in tijds gered.
De hertog van Anhalt-Dessau heeft, bij een besluit van den 14
april 11., de vereeniging van de Protestanten en Lutherschen in zijn her
togdom doen al kondigen. Ook ia vele andere plaatsen is deze vereeni
ging tot stand gebragt.
GROOT-BRITTANJE.
LONDEN den 5 mei. De heer Peel heeft zich dingsdag in de zit
ting van het huis der gemeenten breedvoerig geuit over de redenen
welke hem genoopt hadden zijnen post neder te leggen en verklaard, dat
die alleen bestonden in het verschil van denkwijze, dat tusschen hem en
den tegenwoordigen eersten minister over de zaak der Katholieken
heerschte. Tevens heèft hij zich geregtvaardigd van het vermoeden te
gen hem en zijne andere ambtgenooten Ontstaan als of het vragen van
hun ontslag een gevolg geweest was van eene onderlinge afspraak, om
niet langer in het ministerie te blijven. Sir Francis Burdett heeft be
tuigd dat hij voornemens was het gouvernement te ondersteunen. Sir
Thomas Lethbridge is als lid der oppositie opgetreden en heeft denwensch
geuit, dat de krachten van het nieuwe ministerie omtrent het vraagstuk
der Katholieken zonder uitstel beproefd mogten worden. De heer Daw-
son, gewezen onder-secretaris van binnenlandsche zaken, heeft aan de
leden, die de oppositie verlaten hebben, verweten, dat zij zulks uit
eigenbelang en tot het bekomen van ambten hebben gedaan. De heer
Brougham heeft zich en zijne vrienden tegen dezen aanval verdedigd.
Eindelijk heeft de heer Canning in eene zeer belangrijke aanspraak de
oorzaken ontwikkeld, die hem aan het hoofd van het ministerie hebben
geplaatsten verklaarddat hij eerst den koning geraden hadom een
ministerie te vormendat geheel in Zr. Ms. gevoelen omtrent de zaak
der Katholieken deelde, en'dat hij, ingevolge van die raadgeving, be
sloten had zijn post neder te leggen, om dat zijne denkbeelden over dit
gewigtig punt niet veranderd waren en daarmede niet strookten. Toen
het later bleek, dat zoodanig bestuur niet kon daargèsteld worden, had
hij voorgeslagen 0111 een gouvernement te vormen volgens het plan van
dat van lord Liverpool, en hierin werd hij belet door het bedanken van
zes leden van het kabinet. Hiervan had hij den koning kennis gegeven,
hem verklarende, dat Z. M. nu een anderen weg kon inslag, doch dat,
zoo hoogstdezelve hem in den post liet, waarin hij hem geplaatst had,
alle uitstel nadeelig zou zijn. De koning had hem hierop zeer vleijend
geantwoord en hem in zijnen post bevestigd. Omtrent het verschil over
de vorderingen der Katholieken, zeide de heer Canning, dat die zaak
door de verandering van het ministerie in kracht gewonnen had, doch
ep denzelfden grond stond als tijdens het ministerie van lord Liverpool;
dat elk lid van het ministeriedes goedvindende, die zaak in het kabinet
of in het parlement ter tafel kon brengendoch in dat geval dit voor
zichzelven moest doen en nooit zijne ambtgenooten kon verbinden, om
zijne gevoelens daaromtrent aan te hangenen dat derhalve deze gewig-
tige zaak iii denzelfden toestand verkeerdewaarin zij zich sedert 1812
bevonden had. De heer Canning is buitengewoon door het huis toegc-
jtiichd en diezelfde eer is ook den heer Peel te beurt gevallen.
In het huis der lords hebben lord Eldon gewezen lord-kanselierde
hertog van Wellington graaf Bathurstgraaf Wcstmorcland en lord Mel-
ville deredenen opengelegd, waarom zij het ministerie hebben verlaten
«ir zich geregtvaardigd van de blaam, die op hen scheen te rusten, dat
zij te zamengespannen zouden hebben om te belettendat de koning de
teugels van het bestuur in handen van den heer Canning zou leggen.
Lord Goderich te voren de heer Robinson heeft aan het huis verslag
gedaan van hetgeen er bij het daarstellen van het nieuwe ministerie plaats
heeft gehad.
Er heeft zich in beide kamers tegen het nieuwe ministerie eene op
positie gevormd, welke vrij sterk schijnt, en met veel bitterheid te.
werk gaat, er rond voor Uitkomende, dat het nieuwe ministerie zoodanig
is zam'engesteld dat het geenszins het vertrouwen van de natie hebben
kan. In de kamer der gemeenten schijnt zich de heer Peel aan het hoofd
der oppositie gesteld te hebben.
Er is hier tijding, dat er weder een beduidende opstand in Chinii
uitgebarsten is en het in Forfflosa zeer onrustig is. Ook in Cochin
China zijn oproerige bewegingen ontstaanzoodat de koning van dat
land een gezantschap naar Bankok heeft moeten zendenom de Siam-
mers te beletten van hulp aan de rebellen te leenen. Tusschen Siam en
den Engelschen afgezant moet, volgens couranten van Singapore, een
misverstand zijn gerezen.
FRANKRIJK.
PARIJS den 4 mei. De aanvallen tegen het ministerie in de opposi
tie-bladen worden van dag tot dag heviger.
De koninklijke ordonnantiewaarbij de gevraagde demissie van den
hertog de Doudeauville minister van 'skohings huis, wordt aangeno
men, en de benoeming, ad interimin deszelfs plaats van den baron
de la Boillerie intendant van de schatkist der kroonziet thans het
licht. Het gerucht van het bedanken van den minister der marine, de
Chabrolwordt tot nog toe niet bevestigd.
-e Rouen is de liber-ale kandidaat, de heer Bignon, tot gedepu
teerde gekozen en wel met ySo stemmen van de 9^7waaruit het kies-
collegië bestond. De heer Duvergier de Haurannemede kandidaat van
van de liberale partij, heeft 153 stemmen gehad, zoo dat van een zoó
aanzienlijk getal kiezers niet meer dan 44 hunne stemmen hebben gege
ven aan lieden, die het ministerie toegedaan zijn.
BRUSSEL den 7 mei. Héden worden de zittingen der Staten-Gene-
raal gesloten.
RAALTE (prov. Overijssel) den 28 april. In den afgeloopen nacht
is, in de nabuurschap Tij eraanin deze gemeente, eene "bouwmans
woning, met huisraad wagens, bouw- en melkgereedschappen enz.;
door brand vernield. Van zestien stuks veehebben niet meer dan twee
melkkoeijen en t\kée paarden kunnen gered wordenhet overige met
twee varkens en twintig biggen is eene prooi der vlammen geworden.
De vrouw van den landman R. de Ruiter, zijne negen kinderen, bene
vens twee dienstboden en eene bij hem inwonende bejaarde vrouw zijn
ter naauwernood het gevaar ontvloden aan hetwelk hij zelf zoo deerlijk
gewond is ontkomen, dat men voor het behoud van zijn leven vreest.
De oorzaakdie dit welvarend huisgezin eensklaps in de diepste armoede
gedompeld heeftis niet ontdekt geworden.
AMSTERDAM den 5 mei. Een koninklijk besluit van den 2 april 11.
behelst de volgende bepalingen
„Art. 1. Er Zal, binnen de stad Amsterdam, een algemeen Rijk»
entrepót worden gevestigd.
„'2. Onze staatsraad, gouverneur van Noord-Holland, wordt gemüg-
tigdde gebouwen en groriden daartoe benoodigdbij minnelijke schik
kingvan de eigenaren over te nemen, en des vereischt wordende,
tot die overnamebij middel van onteigening ten algemeenen nutteover
te gaan.
3. Het berigt en het plan eener deswege te doen* geldleening wor
den goedgekeurd en vastgesteldzoo als dezelve hier nevens zijn gevoegd.
4. Het octrooi en de voorwaardenter oprigting en beheer van. het
genoemde etablissementworden vastgesteldzoodanig als dezelve al
mede aan ons tegenwoordig besluit zijn gehecht."
Bij dat besluit is gevoegd het berigt der in art. 3 vermelde negotia-
tie, ten beloope van een millioen zes honderd duizend guldens, tot vin
ding der kosten voor de daarstelling van het voormeld groot entrepót
te Amsterdam.
's GRAVENHAGE den 4 mei. Door den heer ,7. d'Olislagerlid
van de gewezene hoofd-commissie voor den onderstand der noodlijdenden
door den watervloed van februarij 1825, is, als daarmede speciaal be
last geworden bij Zr. Ms. besluit, van den 9 augustus 1826, no. 101
op den 28 der maand maart 11., de laatste gewestelijke toewijzing ge
schied, van alle de liefdegiften, welke, tot op dien dag, voor den op-
gemelden onderstandnog beschikbaar warenen welke naar de vroe
ger aangenomene verhoudirig onder alle de betrokkene gewesten is toe
gewezen.
Uit eene tevens bekend gemaakte algemeene recapitulatie blijktdat de
geheele opbrengst ten behoeve der noodlijdenden door dien watervloed
heeft bedragen f 1,760,481 84, daaronder begrepen de giften van het
Koninklijk huis, ter som van 148,000, eene gift van wijlen Z. M.
Keizer Alexander van f 100,000, en eene som van ƒ23,900 op last
des Konings uit 's lands kas aangewezen.
Dit fondshetwelk grootendeelsen zoo veel mogelijkblijkens de
specificatie van de uitgaaf, dadelijk na de ramp is toegewezenheeft
eene geheele vergoeding opgeleverd van f 71 5i7fg§ per 100, van
het beloop der door de hoofd-commissie ter evenredige vergoeding aan
genomene schadeen zulks boven en behalve de bijzondere giften en
inzamelingen, welke buiten het beheer der hoofd-commissie verbleven
en in sommige provinciën zeer aanzienlijk zijn geweest.
MIDDELBURG den 9 mei. Heden is de jaardag van H. K. H. Me
vrouw de Prinses Mariannealhier op de gebruikelijke wijze gevierd.
Van Parijs den 6 dezer meldt men
Bij eene koninklijke ordonnantie worden 60,000 man van de klasse
van 1826 opgeroepen.
Bij drie andere ordonnantiën worden wederom 42 vrouwen-kloosters
opgerigt.
Men verzekert dat een groot aantal nationale gardes heeft be/loten
een rekest aan de beide kamers in te dienen, om te verzoeken dat de
minister Corbière, die de ordonnantie van den 29 april heeft gecontra
signeerd in staat van beschuldiging worde gesteld."
136ste KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE LOTERIJ.
TWEEDE KLASSE.
Lijsten. Nömmers.
10de 13063 prijs
8459
33738
Prijzen. Lijsten. Nommers. Prijzen,
f 1000. I 10de 31053 prijs f 25000.
fóoo. I ïide en") 8831 - 1250.
1000. laatste.
27429 prem. - 2500.
VLI5SINGEN den 8 mei. Van den 5 dezer tot heden zijn voor
Antwerpen bestemd, alhier ter reede gekomen:
De Vtouw Aziena, kapt. H.W.Drent, van Havre-de-Gracemet stuk
goederen le Narcissè kapt. G. Caban van Bordeaux de Neptunes kapt.
1'. J. van Gilwe van Duinkerke; les irois Fières, kapt. P. Conton
F Esperaneekapt. F. Monmcr, en le^Foyageurkapt. J. L. Seigward,