N#. 3a.
MIDDELBURGSCIIE
COURANT.
Donderdag
den i5 Maart.
NIEUWSTIJDINGEN.
D -U-I T S C li L A N r>.
BERLIJN den 6 maart. Z. Mi' de koning heeft, na hoogstdeszelfs
tot algemeene vreugde plaats hebbende herstel zijner beenbreuk
de navolgende kabincts-order aan het stnats-ministerie uitgevaardigd:
„llij gelegenheid van het mij, vóór eenigen tijd, overkomen ongeval,
heb ik uit alle de provinciën der monarchie zoo vele treffende bewij
zen van deelneming ontvangen dat het mij tot een streelend genoegen
strektmijnen dank daarvoor te kennen te geven. Indien iets de ernsti
ge beschikkingen des Hemels mogt kunnen verzachten, zoo zouden het
teekenen der liefde van een getrouw volk zijn ,_welksJve7Rnochtheid aan
mijnen persoon en mijn huis zich, door alle tijdsomstandigheden hean
in het geluk zoo wel als in het ongeluk-, op eene voldoende-wijze be
waarheid heeft.
Ik gelast het staats-ministerie dit ter kennis van het publiek te
brengen."
FRANKFORT den 6 maart. Door buitengewone gelegenheid haeft
men berigten van Konstantinopelvan den 8 Tebruarij. Op de monde
linge voordragten van de zijde van Rusland en -Engelahd ten behoeve
der Griekenheeft de reis-elfendi reeds een weigerend antwöord gege
ven. De Engelsche gezant heeft daarop eene schriftelijke nota overhan
digd welke, naar men zegt, in zeer krachtige bewoordingen is vervat,
en waarop nu antwoord wordt ingewacht. Men heeft echter minder hóof
op een goeden uitslag dan voor eenigen tijd wijl er voor de Porte, 'ter
aanzien vati Griekenland weder meer gunstige geruchten loopen. De
medewerking van den eerlang verwacht wordenden Ru-ssisch'érigezant
den marquis van Ribeaupierre blijft nog over; doch indien er geent
andere redenen zijndie de Porte bewegenzal zij wél tot' geen ge-
wenscht besluit komen.
Luidens andere berigten van Konstantinopel, mede Van den 8 11.had
de Engelsche gezant zijne aanzoeken ter bevrijding vati Giekënlnnd ver
nieuwd, en door middel eener, dezer dagen, aan de Porte overhandig
de nota, de voorloopige staking van alle vijandelijkheden te water en te
land gevorderd. Men was zeer nieuwsgierig om te weten, welk ant
woord de Porte op deze nota geven zoude, dewijl tot dus ver nllemón'
delinge behandeling van dit stuk, hetzij door den heer Minciaky, hetzij
van de Engelsche zijde gedaanzonder eenig gevolg was gebleven.
Mei) verzekertdat Engeland en Rusland aan het bloedvergieten in
bet Oosten grnstiglijk een einde willen makenen men kan dienvolgens
verwachtendat de heer de Ribeaupierrewelke reeds te Adrianopel
was, en, den ii februarij, te Konstantinopel zon aankomen, het voor
meld aanzoek van Engeland met nadruk zal ondersteunen.
F R A N I{ K IJ K.
PARIJS den 9 maart. De koning heeft, den prins van Hohenlohe tot
cle waardigheid van maarschalk van Frankrijk verheven. Deze prins is
niet de bisschop, welke als wonderdoender in Duitschland en elders is
bekend maar behoort tot zijne familie. Het is aan hem dat het vreem
de legioen behoort, bekend onder den naam van Hohenlohe, hetwelk de
policie te Brest heeft vervuld toen verscheidene jonge lieden zijn in
hechtenis genomen, omdat zij de Tartuffe gevraagd hadden op het oogen-
blik dat de missionarissen aldaar aankwamen.
Volgens berigten uit Lyon, van den 4, heeft aldaar een droevig
ongeluk plaats gehad door het springen van den ketel in eene nieuw
gebouwde stoomboot. Een groot aantal aanzienlijke personen had zich
op dezelve verzameld, om de eerste proef, welke met het vaartuig zou
genomen worden, bij te wonen, doch op eens had eene schrikkelijke
uitbarsting plaatswelke de stoomboot met geweld vaneen scheurde.
De machine van deze stoomboot was naar eene nieuwe uitvinding ver
vaardigd en het ongeluk zou aan de ondoelmatigheid derzelve volgens
sommigen, toe te schrijven'zijn. Volgens anderen, zou het ongeval te
wijten Zijn aan de groote onvoorzigtigheid en onbedachtzaamheid van
den opzigter der machine, die de veiligheidskleppen zou toegemaakt
hebben, om het schip goed in de vaart te krijgen. Achttien personen
zijn oogënblikkelijk door deze ramp omgekomen, te weten, elf op de
boot en zeven op de kaaijen twaalf zijn zwaar gekwetst, waarvan kort
daarna twee zijn gestorvenvoorts zijn een aantal andere personen meer
of min gekwetst, die zich naar hunne woningen hebben kunnen laten
brengen en wier getal nog onbekend is.
NEDERLANDEN.
MIDDELBURG den 14 maart. De Arnhemche Courant van den 8
dezer spreekt van de installatie van het museum van wetenschappen en
fraaije letteren te Brusselop de volgendehet vaderlandsche karakter
van den steller kenschetsende wijze
„Het was een uitmuntend denkbeeld, en onzen kunstminnenden Ko
ning volkomen waardieden toegang tot de wetenschappen en fraaije
letteren voor een elk open te stellen op kosten van den staat. Van
daar de loffelijke instelling, in onderscheidene steden des koningrijks,
van museums voor die takken van menschelijke kennis. Dat van Brus
sel is den 3 maart plegtiglijk door den heer burgemeester dier stad
met eene Fransche redevoering gcinstalleerd geworden, in tegenwoor
digheid van eene aanzienlijke menigte toehoordersonder welke men op
merkte Z. Exc. den minister van binnenlandsche zaken, den heer van
Emjckadministrateur voor het onderwijs, onderscheidene leden van de
staten-generaal van den raad van state, enz. Na de aanspraak van
den heer burgemeester, betrad de heer Baroneen Franschmanhet
spreekgestoelte, en hield, in de taal van zijn landeene redevoering
over de voordeden der wetenschappen en der fraaije letterenter aan
vaarding van zijnen post van hoogleeraar in de algemeene letterkunde bij
de nieuwe instelling. Hij gaf vèel genoegen zijne redevoering werd
onderscheidene malen en te regr toegejuicht. Zijn opvolger, de heer
Laats, benoemd tot boogleernar in de nationale letterkunde, was min
der gelukkig. Niet eene enkele toejuiching onderbrak den draad der
Hollmidsche redevoeringwaarmede hij zijnen post aanvaardde, en vele
toehoorders, zoo vrouwen als mannen, verlieten de zaal, terwijl hij
sprak. Dit zijn daadzaken, waarvan wij getuigen zijn geweest, en
waarover wij veel zonden kunnen zeggen. Maar waartoe zoude het die-
ueri Ziet men dan niet dagelijks dat, in het vak van letterkunde, de
Fransche geest meer en meer veld bij ons winten dat het sedert eenigen
tijd, met de Nederlnndsche taal vooral, niet vooruit gaat, in weerwil
van de goede pogingen van den besten der Koningen, wiens wil doof
hen die de landtaal niet verstaan natuurlijk niet met dien ijver wordt
uitgevoerd als wel noodig zoude zijn 0111 het hooge doel van den Vorst
te bereiken."
ZEE-TIJDINGEN.
VLISSINGEN den 13 maart. Den 10 dezer is alhier ter reede ge
komen het schip de Snelheidkapt. As van der Linden, van Smirna naar
Rotterdam bestemd, met stukgoederen.
Van den n dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd alhier ter
rethié -gekomen
Saleiakapt. J. Grimsonvan Yarmouth, laatst van Vere, met bal
last; de Mariakapt. J. Ruurds, van Batavia, met koflij; Hebekapt.
F. C. H. Lawe, van Messina met fruit; Reitiierakapt. G. Meugens,
van Lissabon, met fruiten zout; the Famc kapt. W. Snou van Salem,
met suiker; Maria Levinakapt. G. R, Schippers, van Liverpool met
stukgoederen; de Jonge Johannakapt. E. Ziffer, van Ostendemet bal
last the Atwood (stoomboot) kapt. R. Stranach van Londenmet
passagiers en stukgoederen the Padatig, kapt. E. Rogers van Batavia,
laatst van CoWesmet koffijde Pelikaan kapt. J. H. Ricke met stuk
goederen en Zephyrkapt II. DafF, met ballast, beide van Londen;
the Union kApt. D. Maillandvan Rio-Janeiro, met koffij en huiden;
Dryads, kapt. J. G. Scott, van Charlestown met rijst en katoen; Elisa
kapt. J. 'E. Beekman van Batavia, met koffij Meteore, kapt. H. Hu tr
iest on van Charlestown, met katoen en rijst; de Cock kapt. E. den
Dnytsvan Buenos-Ayresmet ballast; the Dawn, kapt. J. Dranevan
Nieuw-York, en the Marinerkapt. J. M. Zellan van Triest, beide
met stukgoederen the Venuskapt. A. P. Holdresevan Nieuw-Orleans
met katoende twee Vrienden kapt. Th. Hamilton van de Havannah
met suiker en koffijlaatstgemelde moet quarantaine houden.
Van Antwerpen is de Schelde afgekomen, en den 10 dezer van onze
reede naar zee gezeild the Primrose kapt. G. Vollansnaar Huil met
'vlas en klaverzaad; en is de twee Broeders, kapt. J. K. Potjewijd, door
contrarie-wind terug gekomen.
BESTUREN e.y AD MINISTRAT1EN.
AANBESTEDINGEN.
Op den £o Maart 1827, des middags ten twaalf uren, zaldoor den
Heer Commissaris voor de Koloniën te Amsterdam worden aanbesteedt
de overvoer van ongeveer Zestig it Vijf-en-Zcstig Scheeps-lasten Goe
deren naar *s Rijks Kolonie Cura9ao.
Van de voorwaarden dezer aanbesteding kan ook worden kennis geno
men in de Bureaux van het Gouvernement der Provincie Zeeland.
Op den 2Ó Maart 1827 zal, door den Generaal-MajoorDirecteur
van 's Rijks Ijzer-Geschutgieterij te Luik, worden aanbesteed: deleve
ring van het benoodigde gesmeed Ijzer voor de gemelde Geschutgieterij
gedurende den tijd van één jaar ingaande met den dag waarop de aan
besteding zal worden goedgekeurd.
De voorwaarden liggen ter lezing in de Bureaux van het Gouverne
ment der Provincie Zeeland.
Op den 30 Maart 1827 zal, door den Luitenant-Kolonel, Directeur
van 's Rijks Artillerie Stapel- en Constructie-Magazijnen te Antwerpen,
worden aanbesteed de levering van eene partij Constructie-Houtnader
omschreven bij de voorwaarden dezer aanbestedingwaarvan door de
gegadigden in de Bureaux van het Gouvernement der Provincie Zeeland
kan worden kennis genomen.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
in Zeeland, brengen bij dezen ter kennis van een iegelijk, dien zulks
zoude mogen aangaan dat bij den -Raad provisioneel zijn gearresteerd
de Ligger-Rollen der gewone en verhoogde Contributien voor de Dienst
doende Schutterij, over den jare 1825, en dat deze Rollen tot en moe
den 18 dezer, dagelijks, uitgezonderd des Zondags, op de Secretarie
ter lezing zullen liggen, des middags van 12 tot 2 uren, ten einde een
iegelijk in de gelegenhc-id worde gesteld van zich met zijnen aanslag be
kend'te maken; zullende tevens op de Secretarie eene bus zijn geplaatst,
tot den ontvangst der Reciamatien welke de belanghebbenden zouden
mogen, noodig achten tegen hunnen aanslag op voorschrevene Rollen in
te dienen.
Gedaan ten Ilaadhuize der Stnd Middelburg, den 8 Maart 1827.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Voor den Burgemeester afwezig,
VAN SONSBEECK, Wethouder.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtb.
J. F. BIJLEVELD, Secretaris.
PÜBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
Hoofdplaats der Provincie Zeelandbrengen bij dezen ter kennisse van
een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat door den Raad dezer
Stad is gearresteerd en door Zijne Majesteit bij Besluit van den 11 Fe
bruarij jl. no. 183, is goedgekeurdzoodanig als hetzelve nevens dat
Besluit is gevoegdde navolgende
AMPUATIE op het REGLEMENT tot Invordering van het
Additioneel voor de Stad Middelburgte heffen op het Ge
maal goedgekeurd bij Zijner Majesteits Besluit van den t'6
Maart 1823 no. 40, en afgekondigd bij Publicatie van
den 12 Mei daaraanvolgende.
Art. 1. Met den 1 Januarij 1827, zal de Impost op de van buiten
inkomende gebrokene Graanspecien en het daaruit gebakken Brood of Be»
schuitvernield bij art, 4 van het Reglement in het hoofd dezes genoemd
1 1