MIDDELBURGSCHE t -W COURANT. N". 16. Dingsdag NIEUWSTIJDINGEN. ^'bjlït.w ':3\ den 6 Februari}. PORTUGAL. LISSABON den 13 januari]De infant don Miguel heeft zijnen broeder don Pedro IV alle de papieren toegezondenwelke de re bellen uit Spanje aan hem gerigt hadden. Onder dezen behoort de uit- noodiging om zich bij hen te voegen, de eed van getrouwheid, door de rebellen gezworen enz. De prins betuigt zich plegtig tegën alles, wat op zijnen naammaar zonder zijne goedkeuring moi>t verrigt zijn. Alle deze stukken zijn aan ons gouvernement medegedeeld en het Oos- tenrijksch gouvernement heeft er mede een afschrift van doen overhandi gen aan deszelfs ambassadeur te Lissabon. SPANJE. MADRID den i3 januarij. In zijn laatste ultimatum heeft Engeland van Spanje gevorderd de betaling van 300 millioen realen, de vergoe ding der onkosten door den inval der oproerlingen in Portugal veroor zaakt en eindelijk tot waarborg voor de onzijdigheid van Spanje de plaat sen Ciudad-Rodrigo Bsdajoz Santona en St. Sebastiaan. FRANKRIJK. PARIJS den 28 januarij. In de kamer der gedeputeerden is giste ren lang beraadslaagd over de petitie van den graaf van PfafFenhoffen die vermeent ecne aanzienlijke som gelds van den koning te vorderen te hebben, als eene schuld door Z. M. gedurende zijn verblijf buiten Ts lands gemaakt. De minister van financien heeft aangetoond, dat die vorderingen als ongegrond verworpen waren, tijdens'de kamer dertig millioen toegestaan had tot betaling der schuldendoor de prinsen bui ten 's lauds "gemaakt en dat de overleden koning alleen uit goedheid aan den bovengenoemden graaf eene jaarwedde en eene som Van 150,000 fr. in eens Uit de civiele lijst had doen betalen zonder daardoor eenigzins het regt dezer schuld te erkennen. De kamer heeft inët eene zeer groo- te meerderheid van stemmen tot het ter zijde leggen van dit smeekschrift besloten. De ministerielet) kondigen met eene zekere tevredenheid aan dat de bureaux der gedeputeerden aanmerkelijke veranderingen hebben ge maakt in het Ontwerp op de wet van de drukpersveranderingen die naar hun oordeel, alle de in 't midden gebragce zwarigheden van de zoo- danigen als welke alleen het mislrü7|~,tfachtën te bedwingenuit den weg nemen. De liberalen mcenen, dat de wet voor geene verbetering vatbaar is, en gronden zich op het gevoelen van den raadsheer Cottu, welke zulks, naar hun oordeel, klaarblijkelijk in zijne beoordeeling van het ontwerp, heeft aangetoond, en Zich tevens hoogelijk heeft beklaagd over dit nieuw blijk van de toegefelijkheid van het ministerie ten aan zien van de congregatie. De tijd zal leeren wat daar van worde, maar dit is zeker, dat in de tegenwoordige omstandigheden de steeds toenemende invloed van de Jezuiten en van die partij, welke Frankrijk op eenen Spaanschen voet wenscht te schoeijen, alleen door de vrijheid der drukpers wordt tegen gewerkt en beperkten datnaar mate die vrijheid wordt verkort deze invloed zal toenemenen de bedoelde partij eerlang in staat stellen om het masker geheel en al af te werpen, en dat geen, 't welk zij door geene kunstenarij kan bereiken met geweld te dwingen. De graaf de Montlosierdie moedige aanklager van de onwettig hij ons bestaande orde der Jezuiten, is eergisteren van hier vertrokken om naar het departement van Puy-de-Dome weder te keeren. Voor zijn vertrek heeft hij de eer gehad bij Z. K. H. den hertog van Orleans te dineren. Gisteren heeft de prins de Polignac zijn afscheid genomen bij den koning en de verdere leden van het koninklijke huis. Heden morgen ten 2 urenis Z. Exc. naar Londen vertrokkenom zijnen post als ambassadeur van Frankrijk weder te aanvaarden. Het publiek is en blijft steeds onzeker over de ware reden der zoo onverwachte overkomst diens ministers. PARIJS den 29 januarij. Het gouvernement heeft gisteren avond nogdoor middel van de telegraaf, berigten uit Madrid ontvangen van den 22 dezer, volgens welke niet alleen Beira, maar ook de provincie van Tr'as-os-Montes geheel van insurgenten gezuiverd was, en de beide plaatsen Chaves en Braganza wederom door de constitutionele Portu gesche troepen bezet waren. De marquis de Chaves was met degenen die hem hadden willen vol gen op Spaanschen bodem in Gallicie geweken, in het vertrouwen van daar als bevorensopneming en bescherming te zullen vindenmaar uit Madrid had men op dat berigtaan den generaal Eguia, kapitein- generaal van Gallicie een' courier gezonden om hem te berigten, dat hÜ voor een' krijgsraad zou geroepen worden, indien hij de van het Spaansch gouvernement ontvangen bevelen tot ontwapening en verwijde ring der Portugesche uitgewekenen in het geringste overtrad. Van zijnen kant heeft de graaf de Villa-Florin Beira de Spaatische grenzen genaderd zijnde, aan den kommandant van Ciudad-Rodrigo ge schreven, dat hij uitdrukkelijk bevel van het Portugeesch gouvernement ontvangen hadom de grenzen niet te overschrijden. Zoodanig is dan de afloop eener onbezonnen onderneming, die den oorlog over geheel Europa had kunnen ontsteken, indien Engeland niet op staanden voet voldoende maatregelen genomen had om de aanslagen der diplomaten van de congregatie en van de apostolische junta's te ver ijdelen en de ter kwader trouw te werk gaande kabinetten schrik aan ce jagen. Volgens particuliere berigten uit Madrid was voorts de graaf d'Ofalia welken men met eene zending naaj Londen had willen verwijderen, door koning Ferdinand in'den raad der ministers opgenomen, en scheen daarentegen het crediet van den heer Calomarde zeer gedaald te zijn. De redacteurs der courant van Madrid waren ook veranderd. NEDERLANDEN. BRUSSEL den 31 januarij. In de zitting van de Tweede Kamer van heden worden de discussien over de toelating van den heer de Bou- sies als lid der kamer voortgezet. Verscheidene leden spreken nog zqo voor als tegen. Het resultaat der stemming is eindelijk, dat gemelde heer met 62 tegen 33 stemmen wordt aangenomen. Alsnu de beiaadslaging over de wet op de schutterijen aan de orde Zijnde, voeren de volgende leden het woord: De heer van der Gocs zegtdat deze wet slechts eeh geringe last op de ingezetenen legt; dat de-vroeger voorgestelde ontwerpen, aan welke de kamer hare goedkeuring heelt geweigerdmeer bezwarend waren. Hij schetst met weinige woorden de dienst welke de schutterijen, in tijden van vrede en oorlog moet vervuilen, en eindigt met -zich voof de wet te verklaren. De heer Metelerkawp weigert geenszins zijne toestemming aan deze wet; de schutterijen door de grondwet vastgesteld zijnde, acht hij der- zeiver dienst van gewigtzij zijn nuttig zoo wel in tijd van vrede als in oorlog; hij toont de diensten aan welke zij reeds in Holland hebben bewezen; hij onderzoekt de wet in alle hare inrigting en organisatie, welke hij regtvaardigter kan, zegt hij, in een vrij land als het onze, geene wet bestaan, welke minder op de ingezetenen drukt en te gelijk van meer nut isdan deze. Öp verzoek van den heer Donker-Curtius wordt de zitting tot den vol genden dag verschoven. Den 1 februari]. In de voortgezette zitting van heden is even als in de vórige de minister van binnenlandsche zaken tegenwoordig, ten einde de concept-wet op de schutterijen zoo noodig te verdedigen. De heer de Bousies binnengeleid zijnde, doet den gevorderden eed in handen van den voorzitter. De discussie over opgemelde wet hervat zijndeheeft de heer Don- ker-Curtius het woord. De bijna eenparige overeenstemming, zegt hij van de leden dezer kamer ten aanzien dezer wet zoude niet twijfelach tig zijn, indien het gouvernement had toegestaan om het getal man schappen welke deel aan de schutterijen moeten nemente verminderen. Volgens de geuitte meeningen, wordt deze instelling uit twee verschil lende oogpunten beschouwd: vooreerst als bestemd om in vredestijd da publieke rust en orde te handhavenen ten anderen om te dienen tot verdediging des vaderlands in tijd van oorlog. In het eerste geval heeft zij maar weinig raagt noodig; één man van de honderd zou meer dat» voldoende zijn, maar wat het andere betreft, wanneer men let op da magt en gelegenheid onzer naburen en op de uitgestrektheid onzer ves tingen is het gevorderde getal manschappen geenszins overdreven. In- tusscheii rs het, ingevolge den uitdrukkelijken inhoud der grondwet, onmogelijk deze beide beweegredenen te scheiden; inderdaad, wanneet men het verband en de betrekking der onderscheiden artikelen der grond wetöpzigtelijk de schutterijen, overweegt, wordt men overtuigd dat hier niet alken de handhaving der binnenlandsche rustmaar ook dd werkelijke verdediging van het vaderland wordt beoogd." Men móet (zegt hij vérder, na eenige uitweidingen) tusschen de twea volgende resultaten kiezen: of, het is volstrekt noodig dat de natie zi-ch in tijd van vrede oefene of gewenne om hare constitutieonafhankelijk heid en vrijheid te handhavenof, zij moet zich getroosten om onvoori ziens het slagtoffer der driften of der heerschzucht eens vijands te wor» den. Hoe toch zoude men, zonder schutterijen, dien geest van moei ett onafhankelijkheid (ik zeg niet militairen geest)kunnen onderhouden et! bewaren Het gouvernement, zegt hij nog onder anderen, heeft zijne militaire hulpbronnen en magt niet bekend gemaakt; het heeft voorzichtig gehan deld; intusschen is het eene daadzaak die niemand onbekend is, dat de staat van onze nationale militie niet voldoende is om onze vestingen te bewaren en zelfs den eersten aanval des vijands te wederstaanhet is niet dat ik de vermeerdering van het vaste leger wil: de vaste legers zij» meest altijd de satelliten van het despotismus. Doch is het misbruik der magt immer te vreezen wanneer de natie zelve als nationale garde is ge organiseerd? En daar de toestemming der Staten-Generaal bij eene lig- ting in massa gevorderd wordtzoo heeft men zich immers niet te be klagen: kan er een anti-nationale oorlog zijn, indien het de vertegen woordigers des volks zijn welke de burgers oproepen? De spreker zegt voor de wet te zullen stemmen. Hierna spreken nog vijf leden, zoo voor als tegen, waarna de beraad slagingen tot morgen zijn uitgesteld. I11 deze zitting is ook gelezen eene koninklijke boodschap, ten gelel de der 'ontwerpen van wet ter regeling van het tweede gedeelte van het budget voor dit jaar. Ook zijn in deze zitting, alsmede in die van den 29 en 30 januarij, de volgende verzoekschriften ingekomen; als: 1. dat van den heer ,7. J. Vertnqirwonende in het arrondissement Maastricht, waarbij het ver langen wordt te kennen gegeven, dat er een voorstel gedaan moge wor den, strekkende, om eene belasting op de speelkaarten te leggen; van een' wever in het arrondissement Hasselt (Limburg), waarbij hij de afschaffing verzoekt van het toezigt der hooge politie ten laste van de door de criminele justitie vooroordeelden, nadat zij hunne straf hebben geleden; 3. van eenige fabriekanten en verwers van Brussel, ieder in zijnen naam gedaan, zich beklagende over de wetten op het bestuur der regten van in- uit- en doorvoer, en de Kamer verzoekende, eene ver-- meerdering van regten op de buitens 's lands gefabriceerde katoenen voor te stellen4. van 31. de Haaste 's Hageeen tweede verzoek schrift om eene wet tegen degenen welke Gods naam ijdelijk misbrui ken, met klagte dat zijn eerste verzoekschrift aan de Kamer zonder ge volg is gebleven 5. van de inwoners van St. Trond, zich beklagende over de willekeurige verdeeling tot welke de admodiatie (verpachting) van het gemaal aanleiding geeftverzoekende dat de belasting van het gemaal vervangen worde door andere belastingen welke voordeeliger zijn voor de publieke rust en de personele vrijheid. Alle deze verzoekschriften zijn naar de commissie ad hoe verzonden ten fine van rapport. Z. M. heeft bevolen dat het zout voortaan niet anders zal mo gen worden verkocht dan bij het gewigtwordende de thans bestaande maten voor het zout hierdoor voor afgeschaft verklaard. HAARLEM den 29.januarij. Onderscheidene berigten, aangaande Zr. Ms. schip van oorlog Wa ter L o o, behelzen de navolgende bij zonderheden: „De Watf.rl&o is den 12 januarij, even als de Wassenaar, 'gelukkig in zee gekomen, en beeft, bij het veranderen van den wind daar de Joots zwarigheid maakte 0111 met een zoodanig diep gaand schip terug- te keerendadelijk de ruimte gezochtmet dat gevplgda£„de bodem, .bij het toenemen van den storm, zich op eenen genoegzame»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1827 | | pagina 1