M
N". 6.
MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Zaturdag
NIEUWSTIJDINGEN.
f*«r
V V
<-iW<
DUITSCHLAN D.
WEENEN den 31 december. De Oostenrijksche Beobachter behelst
heden de volgende berigten
Volgens tijdingen uit Zante van den 1 december, was Ibrahim-pacha
den 5 november met 5000 man van Tripolitza, waar hij 1000 man be
zetting achtergelaten hadte Modon aangekomen. Twee dagen na zijne
aankomsthad de plegtige opening plaats van eenen vroeger te Modon
aangekomen firman van den grooten heeralsmede de verdeeling der ge
schenken, die hij voor Ibrahim en eenige andere bevelhebbers bestemd
Ibrahim ontving eene rijk met diamanten bezettesabelwelker
waarde op 10,000 daalders geschat wordt. Den 10 november zond Ibra
him een korps naar Arkadie, hetwelk 4 dagen daarna met 150 gevangenen
en eenen aanzienlijken buit, bijzonder aan slagtvee, terugkeerde. Ibrahim
scheen te Modon de aankomst der Egyptische expeditie (die den 1 de
cember te Navarino aangekomen is) te willen afwachten. Dezelve is
den 23 november van Alexandria vertrokken, en bestaat uit 36 oorlogs
vaartuigen, 16 Turksche en 26 Europischè transportschepen. Zij schijnt
alleen levensmiddelen en krijgsbehoeften naar Ibrahim te zullen brengen.
GROOT- BRITTAN JE.
LONDEN den 5 januarij. lieden avond is Z. K. H. Frederik broe
der des koningshertog van IJork en Albary, na eene lange en smarte
lijke ziekte, tot groote droefheid van Z. M. en de geheele koninklijke
familie, in den ouderdom van 63 jaren, overleden. Daar deze prins tot
troonsopvolger bestemd was, verwekt deze gebeurtenis, hoewel lang
voorzienveel sensatie. De opvolger zijner regten is de hertog van
Clarenceoud 62 jaren.
SPANJE.
MADRID den 28 december. Donderdag is hier eene order uit Frank
rijk gekomen aan de Zwitsersom dadelijk Spanje te verlatendit be
vel werd geheim gehouden en eenige dagen later kwam er contra-order.
Men zegt, dat, toen de generaal d'Arbaud-Jouqueswelke het bevel
voert over de Zwitsers, den koning van de eerste order kennis gaf,
Z. M. hem antwoorddedat de a Zwitsersche regementen in zijnen dienst
waren, en hij met den koning van Frankrijk overeengekomen was, dat
zij bij zijnen persoon zouden blijven.
Men verhaaltdat er aan het gouvernement voorgesteld is om Ma
drid te doen ontruimen aan alle degenen, die bekend staan als liberalen
of bij de nationale militie gediend hebben. Zoo men hiertoe besluiten
mogtzouden meer dan 10,000 menschen Madrid moeten verlaten.
F R A N K R IJ K.
PARIJS den 7 januari]De minister van justitie heeft in den Moniteur
een lang artikel doen plaatsen ter beantwoordinc der menigvuldige aan
merkingen op de concept wet tegen de vrijheid van de drukpers. Deze
wet wordt daarin eene wet van regtvaardigheid en liefde genoemd. Reeds
zijn er een aantal petitiën aSn de kamer der gedeputeerden gerigt van lie
den welke tegen deze regtvaardigheid en liefde van den minister be
scherming inroepen.
Het Jourral des Débats geeft bij deszelfs no. van heden een bij
voegselhetwelk bevat: 1. Een artikel uit den Moniteurvan den 5,
betrekkelijk de voorgedragene wet, omtrent de drukpers; 2. een' brief
van den prefect van politieaan den redacteur van het Journal des Dé-
bats waarbij deze, op grond van art. 8 der wet van den 9 junij 1819,
wordt gerequireerdin zijn blad te plaatsen het artikel over de vrijheid
van de drukpers3. dat artikel zelf, bevattende een betoog ter verde
diging van de voorgedragene wet.
Het ligchaam van gemeld Journal bevat wederom een scherp artikel
zoo tegen het onderhavig ontwerp van wet, als tegen den aan den re
dacteur gerigten eisch om het artikel van den Moniteur in zijn blad op
te nemen welken maatregel hij onwettig verklaart.
De zaak van den heer Pauquetverantwoordelijken uitgever van
den Cnurrier Franfais wegens het plaatsen van eene redenering tegen
de zoo veel geruchts makende voorgedragene wet omtrent de drukpers
beeft gisteren voor de regtbank van correctionele politie gediend. De
eisch van het publiek ministerie is, eene maand gevangenis en 10,000
franken boete.
NEDERLANDEN.
BRUSSEL den 7 januari/. Morgen zal de Tweede Kamer hare
werkzaamheden hervattenmet de belangrijke wet op den meer gelijk-
uintigen omslag der grondlasten in de sectien in overweging te nemen.
Men vleit zich dat de vergadering met het begin van de volgende week
over de wet op de schutterij zal kunnen beraadslagen, en men verzekert
van zeer goeder hand dat voor den 20 het ontwerp van wet op de or
ganisatie van. de regterlijke magc aan de Kamer zal worden voorgedragen.
Men verneemt uit Rome, dat de paus den kardinaal Capellari en
den prelaat Capacciui heeft benoemd, om met den Nederlandschen am
bassadeur, graaf de Celleste onderhandelen.
De genoemde ambassadeur heeft, op den 21 december, een luisterrijk
feest gegeven, hetwelk 15 kardinalen, het corps diplomatique en de
aanzienlijkste inwoners en vreemdelingen der stad hebben bijgewoond.
Dit feest is gegeven in het paleis Rospoli. Aan het einde der groote
zaal hing de beeldtenis van onzen Koning, geschilderd door den Gend-
schen kunstenaar Maes. Het getal der feestgenooten beliep 900.
ARNHEM den 8 januarij. Eén tieurig voorval bewijst op nieuw,
dat onbedachtzame omgang met schietgeweer de schrikkelijkste gevolgen
kan hebben. Marinus Fundering, kleedermaker te Wilpgaat den 31
december II. bij zijnen buurman een geweer ter leen vragen, om daar
mede nieuwjaar te schieten. Deze zegt hem, dat hij er een inde sme
derij zal vindenhetwelk hij den vorigen dag zijnen knecht had gege
ven, om het schoon te maken, Fundering gaat het geweer daar halen en
neenu het mede naar huis. Bevindende, dat het slot des geweers eenig-
zins stroef gaat, wil hij dit verhelpen; terwijl hij hiermede bezig is,
komt zijne zwangere vrouw de deur in. Naauwelijks heeft deze den
voet over den drempel gezet, of het geweer, hetwelk men dacht dat on
geladen wasgaat loshet scherpe schot treft de vrouwwelke dade
lijk ter neder zijgt, en na weinjge oogenblikken den geest geeft. De
man, die met deze vrouw sinds een jaar in den gelukkigsten echt leef
de, is radeloos wegens dit ongeval. De volgeude' bijzonderheden ver-
den i3 Januarij.
dienen nog vermeld te worden: de man, van wien het geweer geleend
is, had hetzelve in langen tijd niet gebruikt, en wist mede niet datjhet
geladen was; de knecht, die hetzelve zou schoonmaken, werd daarin
verhinderd, doordien hij tot andere bezigheden geroepen werd, en het
geweer is afgegaan, schoon zich geen kruid op de pan bevond.
'sGRAVENHAGE den 10 januarij. De staat der heerschende ziekte
in de provincie Overijssel is bij voortduring gunstig; hoezeer in de at*,
geloopene week te Blokzijl nog vier personen zijn overleden, vermin»
dert echter het getal zieken over het algemeenen er komen weinig
nieuwe zieken bij.
I35ste KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE LOTERIJ.
V y F D E KLASSE.
Prijzen van 1000 en daar boven.
5de Lijst. No. 3313, een prijs van 1000.
18763,iooo.
7de15667, pi ooo.
7939 1000.
8steGeene.
9de en laatste Lijst. No. 31868 een prijs van f 1000,
6657 eene premie van - 2500.
BESTUREN Etr ADMINISTRATIEN.
OPROEPING voor de NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
Hoofdplaats van de Provincie Zeelandbrengen bij deze ter kennisse
van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat, ter voldoening
aan de bepalingenvoorgeschreven bij de Wetten van den 8 Januarij
1817 en van 27 April 1820, betreffende de Nationale Militie, op den
1 Januarij aanstaande zal worden geopend het Register van inschrijving
tot de Loting voor dezelve Militie.
Dat dit Register dagelijks uitgenomen des Zondags, des namiddag»
van 12 tot 3 uren, op de Secretarie zal gereed liggen, tot en met den
20 van dezelfde maand; dat hetzelve alsdan opgemaakt en door het
Hoofd van het Bestuur onderteekend zal worden, en dat de zoodanigeit
welke daarna worden bevonden in hunne verpligting nalatig te zijn ge
bleven tot en met den 28 Januarij nog op het Register zullen wor
den gebragt, doch met eene boete van 5 tot 100 gulden gestraft moe
ten worden, en dat de nalatigen die eerst na den 28 Januarij zullen wor
den ontdekt, dadelijk gearresteerd moeten worden, om tot den Dienst
te worden ingelijfdzonder tot het aanvoeren van eenige reden van vrij
stelling te kunnen worden toegelaten.
En worden mitsdien alle Jongelingen hun domicilium of vaste woon
plaats binnen deze Stad of derzelver Ambachten hebbende, welke op
den 1 Januarij 1827, hun negentiende jaar zijn ingetreden en hetzelve
niet hebben volbragt, en dus allen die in het jaar 1808 geboren zijn,
bij deze opgeroepen en aangemaand, om zich op voorschreve plaats en
uren, vóór den 20 Januarij aanstaande, ter inschrijving in het Register
aan te dienen met overlegging van een Extract tot opgave van den datum
hunner geboortegelijk de OudersVoogdeii Curators of gemagtigden
van afwezigen, worden opgeroepen om hunne Kinderen of Pupillen,
binnen den bepaalden tijd ter inschrijving aan te geven en alsdan aan
het Plaatselijk Bestuur zoodanige onderrigtingen te verschaffen of te
doen verschaffen als van de Lotelingen zeiven zouden kunnen worden
verlangdwordende voorts aan alle de Jongelingen die hun negentiende
jaar zijn ingetredenbij deze te kennen gegevendat zij zich na den
1 Januarij 1827, tot op den 1 September daaraanvolgendetot geenen
vrijwilligen Militairen dienst bij de Armee te Land of ter Zee kunnen of
mogen verbinden, naar aanleiding der bepalingen, dienaangaande vervat
in Art. 94 litt. gg der Wet van den 8 Januarij 1817; terwijl al verder
tot voorkoming van alle misvatting, welke zoude kunnen ontstaan, met
betrekking tot de verpligtingen die bij de bestaande Wetten worden
voorgeschrevenaan de belanghebbende Ingezetenen dezer Stad en Am
bacht, bij deze wordt onder het oog gebragt:
i°. Dat alle Jongelingen, in den jare 1808 alhier geboren, en alhier
hunne woonplaats hebbende, moeten worden ingeschreven, zonder on
derscheid of voor heu al dan niet eenige reden van vrijstelling kan
worden bij gebragt.
20. Dat gehuwden en afwezenden ook in de inschrijving moeten wor
den begrepenen dat de gehuwden hunne bewijsstukken bij den Militie-
Raad moeten overleggen, op hetzelfde tijdstip, hetwelk tot overlegging
van andere bewijzen van vrijstelling bepaald wordt.
3°. Dat de OudersVoogden en Regenten verpligt zijnhunne Kin
deren of Pupillen, in persoon, of door iemand daartoe gemagtigd, te
doen inschrijven, en daarin nalatig blijvende, verbeuren zullen de boeten
bij de bestaande Wetten bepaald.
40. Dat de straffen op het niet voldoen aan de verpligtingenbetrek
kelijk de inschrijving, zijn vermeld in de Art. 53, 63, 64, 65, 66»
67, 68 en 166 der Wet van den 8 Januarij 1817, en in Art. 10 en It
der Wet van den 27 April 1820.
5°. Dat nopens de woonplaats of het domicilium van inschrijving bij
Art. 56 der Wet van den'8 Januarij 1817, het navolgende is bepaald:
De wettige woonplaats of domicilie voor de inschrijving hierboven
vermeld, wordt gehouden: voor hen die ongehuwd zijn, de woon-
plaats der Ouderen, en bij overlijden van beiden, die van den eerst
benoemden Voogd; voor de gehuwden, de plaats alwaar zij hun be-
staan hebbenin twijfelachtige gevallen omtrent gehuwden zal
voor de wettige woonplaats gehouden worden die-plaats, alwaar zij
op den 1 Januarij van elk jaar tot de uitoeffening van eenig beroep
Patent hebben bekomenof wel voor het middel van het Personeel eij
Mobilair, of dat, hetwelk in de plaats daarvan zoude mogen worden
geïntroduceerd beschreven zijn en voor zoo verre zij daarin niet
beschreven zijn noch Paterrt hebben bekomen de plaatswaar zij
zich. bevindenmet deze verdere bepalingendat zij die in een vreemd
Land, uit Ouders, ter oorzake van 's Lands dienst afwezendof an-
derzins op reis zijnde, buiten het Rijk zijn geboren, zullen worden
ingeschreven binnen de plaats alwaar zij hunne wettige woonplaat»
f/
'v.
6de22098,- 1000.