No. 76.
MIDDELBURGSE
COURANT,
Donderdag
A o. 1772.'
den Jury*
c O R
Z W E E D E N-
RUSLAND-
as ti a, den 18. Mey.
S I C A- de* t tot dat de Graaf van Licbtenflein voor hem Borg
De Aaolo aak waarmede de bleef. Men moe' zeer kwalyk ooderrigt zyn, wanneer
Graaf de 'Vter&c»/".ie Generaale Vergadering der Sta
len van dit Eiland geopend heeft, luide dus:
Myne Heeren!
DJ Na'uur heeft ons de grootfte Voordeelen gefchon
M ken; des Haai hei enkeJ aan ons Nut uit dezelve te
trekken. De eerfte Schrede, welke gy te doen heb, is
den Vrede en de Rust binnen het Land te herftellen.
Om eet) tooalzn-S wenschlyk Doel te bereiken, heb ik
0 nodig door uweZurgen enRaadgevingen geholpen te wor
den en hoe aangenaam my ook de Glorie van daarin
gedaagd re hebben wezen moge zal het my gevoeglv-
ker zyn dezelve met u tedeelen, dan d>en Roemalleen
,e genieten. De vreemde Natiën konnen niet van ons
oordeelendan het geen zy van ons horen melden,eo
tot ons Ongeluk konnen wy ojet ontveinzendat de on
gehoorde Euveldaden van een deel Schelmen, door dit
gantfche E land verfpreid veeie buitenlandfe Nieuws
papieren vervuld hebben met Ber gten d ezeer ongun-
ft'g voor de Ingezetenen van 't zelve zyn. Tonen wy
dan door uw Gedrag den Affchuw, weike hunne Bui-
tenfpoorlgheden inboezemenen laten wy de kragtda
0 digfte Maatregelen neemeo ter Uuroejing dier Wan-
ys gedrogtenten einde wy gene Twyföliog nopens onze
0 Manier van denken Plaats doen houuen. Een lang Ver
0 blyf in dit Eiland geeft my eemg Regiom myr. zal
ven aan te merken ais een Lid des Lighaams van de Na
men den Graaf Czernicbew, in dit Geval tot een Voor
beeld hy brengd, dewyl de Zaak, welke men aaovoerd,
nooit is voorgevallen. Die Graaf is van (Vtentn vertrok
ken in bet Begin vaBi76a.cn niet in dat van 1763,ge«
lyk in de bovengemelde Memorie gezegd word: ook zya
zyn Goederen nooit in BefLg genomen en bygevolg heefc
oy geen Borg noodig gehad.
Ten anderen, welke Toepf,sfing kaD men togmaken vatt
dit Gewaande Voorbeeld in het Geval, het welk volgers dia
Memorie in Gefcbil is? Hei Gelchil betreft een geacce—
d.teerd Minifter, zyn Verblyf hebbende aan een Hof, vat*
het welk hy terug geroepen word, en geenzins van een.
Minifter, die zig voor eeoigeo Tyd in een Stad ophoud»
aiwaareenHof .s en tot het welke ny geen andere Betrekking
beeft, dan waartoe de Wellevenbeid verpligt en van het weilc
hy ook niets anders verwagtwant een ieder weetdat dia
Graaf >n bet Jaar 1761 benoemd werd tot het Congres»
bet welk men voornemens was te dugsburg re nouden
en hy zig om geen andere Reden aao het freener Hof op
hield dan om gereed te zyn van naar duitburg te ver
trekken, ingevalle dat Congres mogt Voortgang hebben*
Stokholm, den 8. Juny. De Plegtigheden van
de Krooomg der Koning en Koningin zyn op de volgends
Wys toegegaan
tie te zyn, en myne Gevoelens jegers haar verzeke-l De Koning reed in Procesfie, in een Zilver-Laken
'en my, dat zy nooit wraken zal een Titel, die my zoo'Kleed, dat hy,toen hy nog Krooo-Prins was, gedragen
dierbaar is. In deze Vergauenng zult gy zien, myn bad, en't welk me: Zilvere Kroonen en Vlammen door-
Heeren, dat 'sKonings Goedheid hem gebragt heeft tot ,ftlkten met Pointt ePEfpagne bezet was. De Stevels
het gunftjg aanneemen van alle de Begeertens, door u waren van Zyden Stof, Purperverwig van Kleur, en ge-
0 voorgedragen en welke hy geoordeeld heeft u voordelig borduurd met Kroonen. Boven Zyne Majefteit wetd een
Kostbaar Gehemelte door den Prefident en de Am'tnan-
nen gediagen. De Pnnfen Carel en Fredrsk ddoïfb
reden met open Vorstelyke Kroonen op't Hoofj, en met
Vorstelyke Mantels bekleed. Haar Majefteit de'Koningin
wasfn Zilver Laken, met Ktoooen doorweven uitged>fcht,
en zat in eeu Koets met 8 Paarden befpattnen. Haar Kleed
was ryk met Goud en Zilver geborduurd en gegarneerd.
Haar Koets wierd door de Hof-S almeesteren Ridder Baat
gereden, en de Paatden voor dezeSiaaifie-Koets weiden
door 8 Capiteins geleid. Toen de Koning in de fferfc
kwam, ontving bent de Bisfchop van LinkÖping met deze
om'sLands Welzyn in alle Opzigteo teweeg te brengen Woorden; Gezegend is hy, die komt', in den Naam des
en te bevestigen. Vereetrgen wy derhalven alle onze Po» J heeren. Zyn Majefteit nam, oa dat de Bisfchop van
gingen ,omonze Erkentenis te bewyzen. Dat alles lone, Scara een kort Gebed had voorgelezen, zyn Plaats op
dat wy daarmede vervuld zyn en een Begrip hebben van de den Troon, die voor bem opgerigt was. De Asrts 8 s»
te konnen"zyr. Zoo by my eottigeTwyfFelingen nopens
0 zyne vaderiyk-' Zorgen o»ert>leven, zoude de Keuze
0 Welke hy ter Ve-vulling van de Posten in betRegts-en
Regerings B'ftier gedaan heeft, dezelve konnen doen
verdwynen. Gy geniet reeds de grootfte Voordeelen in
0 Opv lot bet eerfte dier Bellieren en wat het twe-
de aanbelangdgeeftoffchoon het door zynen Aart
niet fpoedig genoeg van Uitwerking zyn kan, alles eg.
0 ter u Hope, dat het niet min voordeelig zal zyn, ver-
0 mus de Perfoonen in welke zyne Majefteit wel nseft
0 wilen zyn Vertrouwen (tellenal bun Viytaanwenden,'
Voordeelen, die wy beginnen te genieten en welke niet
anderskonnen dan geftadig toeneemen door de Befchut-
ting van den Monarch, die ons regeerd;een Monarch,
wiens goeddoende Geaartheid hem de Liefde jegens zyne
Onderdanen doed (lellen boven de Eerbied, welke zyne
Konmglyke Waard gbeidinboezemd. Ik hoop,myn Hee
ren, dat wy In deze Vergaderiog de publieke Rust f jje
Bron van alle Welzyn,op vaste en onveranderlyke Grond-
flagen zullen konnen ves igen. Uw Pügt is het de
bekwaamde M'ddelen te zoeicenom daarin te flagen
en my te oefl'eren in het Gedrag,'t geen ik houden moei,
0 om een onzer Zorgen zoo wtardige Ooderneeming te
0 voleinden. Door de publieke Rust te verzekerenzult
n Ry alle myn Verlangens voldoen vermits ik in uVou-
0 fpoed meer Belang neemdan gy zeiven,"
Petersborg, den 26. Mey. Men heeft alhier in
de buuenlandfcbe Nieuwspapieren en onder anderen in de
Gazet te de Deux Ponts No. 10. Pag. 77 en in de Courier
du bas'Rbin No. 17. gezien de Memorie, weike de Minis-
'er der buiten'andfche Zaaken in Frankryk zou gevoegd
hebben by het Antwoord des Komngs van Frankryk op
verioog der Ambasfadeuren aan deszelfs Hof refile-
rende, betreklyk de volgende Vraag U't hei Regt der Vol-
*eren «kan men uitftelien een Paspoort te verleenen,
het welk een buitenlandsch Minister eischrwanneer hy
op zyn Vertrek (laat eo door zyn Schnldeisfcbers vervolgd
fchop plaatfte zig voor het Altaar, en de Helft der Bis-
fchoppen en Superintendenten begaven Zg ter Zyde.
Haar Majefteit de Koningin werd op gelyke Wyze als d»
Koning door deu Bisfchop ontvangen, en ging toen op
den Troon zittendie voor haar opgerigt was. Hunne
Kontnglyke Hoogheden de Prinfen namen Plaats aan da
Zyde van den Koninglyken Troonen vervolgens werd
de Godsdienst door den Bisfchop Filenius verrgt, welke
zynen Text nam Jofua I. vs. 9. Toen de Predikatie en
het Gezang geëndigd waren, begaven zig de Prinfen naar
den Koninglyken Troon, en geleiden zyn Majefteit naar
'1 Altaar, opeen Zilveren Stoel, welke, met den Bybe!
daar voor, aldaar gefteld was, en boven welken een Ge»
bemelre was vastgemaakt. De Ryks Raden en overige
Amtenareo voegden zig daar rondom heen. Zyn Ma je»
fleit ontdeed zig van zyn Mantel en Ktoon welke opdea.
Altaar gelegd wierden. De Ryks Raad Baron van Du-
ben, en deo Aarts-Bisfchop namen daar na den Mantel
weder van den Altaar, en leiden dien zyn Majefteit ovec
de Schouderen; waar op de Koning voor den Bybel ne-
derknie'.de, waar in de Aans-Bisfcnop de gemelde Plaa'S
uit Jofua had opgeflagen. Zyn Majefteit hield 3 Vingen
op den Bybel, en de Ryks Raad van Dubtn ias hem het
Formulier des Eeds voor. Dit gtfchied zynde, nam do
Aarts-8 sfehop den Zalf Hoorn op, en zalfde zyn Maje
fteit, onder hei ui fpreeken van eeo Gebeddat daar toa
opgefteld was. De fComng ftond toen op, en ging weder
op zyn voorigen Zeiel zitten, waar op de Rvks-Raad
word." In die Memorie heeft men met de uiierfte Ver-Hom de Kroon van den Altaar nam, eo die met Behulp
"V r, -- r» f v. 7
'°nderi|jg her volgend Artykel gevonden: Men beeft
'Br "n Moor beeld van gezien in bet Jaar 1763 in oen Per-
Jfon van denGraaf Ivar Czernichew. dwbasfadeurvatt
tot Rusjfscb Bof, wiens E ff ellen in de/lag genomen izier-
van den Aaris Bisfchop deu Vo'St op het Hoofd zenede.
Vervolgens kwamen ook de overige Heeren Ryks- Radea
eaar bei Altaar, en namen vgn daa' de overige Kenteke
nen vso de Komeglyke Wsardighe.d, d e zy den Koning