Zaterdag 31 November 11)14 Mte Jaargang N\ 2036 voor de Znidhollandsche en Keeawsehe Eilanden. An tirevo firs, aan IN HOC SIGNO VINCES W. O EK HO VE N Een verkochte Ezelskop. „HET GOUDEN HERT" OP MM UITKIJK. BIJENTEELT. Daze Courant verschijnt elkea Woensdag en Zaterdag» Abonnementsprijs per drie ssaanden f% p, p. 50 Celt. Buitensland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar ifsonderlljke Busamers 5 Ceat. I Boaks»tó.©adigiïüg I Cent gas regel aa */j i MeasÉaaavrageH es Bieiistaaabiediugoai SO Oaat gas glaatefag- Ij Groote letters en vignattaa iFoirdon berekend naar de plaatsrnfoate dis t --wisar; A^ertesstlêa -s or-ie a iaga^aebt tot Dinsdag- sa Vr^dagaaoggea 16 uht. ij die zich ww aboxmeeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. üotaerdana. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f |1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 10595. Aanbevelend, g H. G. F. Y. L LEE-Dom fJÜT&SSVKBj BOMMELSDIJK, fefefiooa SEteE*c©aasa, Ski, Adverteató§a 10 as-at regei *4 Maal, Eaelaissea 80 ïsar i^d. All© sgofrkeo voor de K&edaetie nesdemd, Advertentiën en verdere Administratie itmco me s,c aende» den ufurove? Z Wat kan 't water aan d3 lippen komen door oorlogstoestanden. Zie 't eens aan Samaria, toen Benhadad 't belegerde om 't uit te hongeren. In 2 Kon; 625 staat 't Uitzettende feit voor ieder te lezen pt En daar werd groote honger in Sa maria; want zie, zij belegerden het, tot dat een ezelskop voor tachtig zilverlin gen was verkoeht. Een ezelskop! voor 60 gld.; of voor 100 gld. als m8n den zilverling taxeert op 25 stuivers, En dus een kop van een on rein dier. Lees maar Lev. 11 3, waar sprake is van klauw verdeeling en her kauwen. 't Moet er dus wel gespannen hebben, dat de Samaritanen voor 100 gld. zoo'n onrein kakebeen afkloven. En toch, hoe groot de nood was, nog oneindig grooter was de genade Gods; groot, oneindig groot, zelfs bij 't roekeloos eedzweren van een diepsehuldigen Joram, toen hij dreigend op den muur, op den stadswal dus, den vinger opstak tot Israels God: Zóó doe mij God en zóó doe Hij daartoe, indien 't hoofd van Eliza, den zoon van Safat, heden op hem zal blijven staan 1 Oneindig groote genade, zelfs bij 't spotten van den hoofdman, op wiens hand da koning leunde, die stout en brutaal durfde zeggen »Zie, zoo de Heere vensteren in den hemel maakte, zonde die nl. door Eliza voorzegde verlossing kunnen geschieden?, want de uitredding zou komen. Maar ondanks dat woeste dreigement tege^j 't leven van den Godsprofeet; ondanks de rage spotternij van dien hoofdofficier met de Almacht des Heeren, des Gods van Israel: één ding stond ook vast; en let daar op; let op dat allesbeslissende vers; let op den heelen ommekeer in Israel; in vers 32 staat het en er mag niet overheen gelezen als ware het een kleinigheidwant 't beslist alles Eliza zat nu in zijn huis en de oudsten zaten bij hem. Daar buiten hongersnood; daar buiten een moeder, die haar kind heeft gekookt om haar honger te stillendaar buiten een woedenden en onmachtigen en goddeloozen koning, moordenaarszoondaar buiten een ezelskop te koop aangeboden voor 1C0gld; daar buiten een leger van duizenden Syriërs, loerend op buitdaar buiten 't Koningshuis eh de Baaispriesters en 't zondige Baai- navolgende volk; maar daar binnen: Eliza nu zat in zijn huis en de oudsten zaten bij hem. Een oase in de woestijn Een zonnestraal in een kerker! Vuurkolom levens rondom den verwoestenden dood! God gezocht in een donkere wildernis Wat doen Eliza en de oudsten 't Zijn de voorbidders van Samaria* die daar zijn vertegenwoordigd! Daar worstelen ze in gebeden met Israels Jehovah, of Hij in der tijden nood uitkomst geven wilBenhadads plan wil doen vernietigen en verijdelen en Samaria wil bevrijden van den ijzeren band, dien de Syrische belegeraars om haar ge slagen hadden, 't Waren de bidders van Samaria, die hun knieën nog niet gebogen hadden voor de goden hunner eeuw; die 't niet zochten bij Baal, noch bij Baal- Zebub, den god van Ekron, maar die, ge dachtig aan Israels schoon verleden en historische wonderdaaa; 't nu, ook nu, nu vooral in. deze veege dagen 't alleen en uitsluitend zochten bij den God der vaderen. Daar in dat huis van Eliza wist men van den verkoop van den ezelskop; van 't kooken van dat kindmen wist alles, hoe 't in de stad gelegen wasmaar Eliza en de oudsten wisten nog veel meer, nl. dat bij 't branden van 't gevaar, bij het woeden der zeeën en 't loeien der stormen Israels God met één daad de gansehe ellende kon doen eindigen en den vloek en 't oordeel kon keeren tot herstel van betere toestanden. Zoo, in zoo'n zielsstemming, bij alle wee en afgrijselijk verval zaten daar Eliza en de oudstenEn door geen eed des konings, door geen klagen van Samaria's bevolking, door geen enkel feit kon ingegrepen wor den in dien reusachtigen nood, dan hier door alleen, dat Eliza zat in zijn huis en de oud sten bij hem. Gelukkig Nederland, als er ook nu nog zulke Eliza's woningen in stad en dorp worden aangetroffen. Ook in ons Land prangt de behoefte; en de band om ouzo Erve gelegd door de Mogendheden buiten ons, wordt hoe langs zoo knellender. Zal Nederland in dozen gordel deodgeregen worden? Een harde vraag, zegt ge? Maar is de toestand dau in werkelijkheid anders Toch! al moest zelfs de toestand voor duizenden nog erger worden, dan hij nu reeds is in kommer en gebrek, door wer keloosheid en handelsscha! al moest zelfs in Nederland de ezel gevild worden om hongerigen te spijzigen, toch kan er alleen uitkomst komen, als de Elta's zitten in huis en de oudsten bij hem. Dat bij allen nood dan, ook in onze dagen, de oogen open zijn, niet eerst naar Engelandniet naar Duitschlandniet naar Ru-land, maar naar boven! En dat de Eliza's niet zwijgen Leeiiing of heffing. De Brochureverkoop over de belasting plannen kan gestaakt, 't Volk is voorge licht, dat 't een heffing moest zijn en dat de 250 millioen oorlogskosten uit de zak ken der rijken komen moesten maar minister Treub heeft ander3 beslist. Geen heffing van 250 millioen uit de vermogensbelasting, maar een leening van 275 millioen, waaraan n.l. aan rente en aflossing, 15 jaar achtereen, ieder Neder lander zal meebetalen. Lieten we den politieken harteklop hoe ren, dan zouden we zeggen: Grooter snee door den neus heeft nooit eenige partij ge kregen dan de vrinden van Treub, dan de regeeringsmeerderheid. Maar waar 't geen pas geeft, in deze kritieke dagen van oor logspanning om 'tpolitieke orgel te draaien, daar volstaan we slechts met deze opmer king En liberalen en Socialisten zien zich gewis bitter teleurgesteld. Altijd was hun leus: «Haal het uit den zak der rijken! Haal 't waar 't te halen is! Haal 't naar draagkracht!. En daar komt nu hun Mi nister, die vrijmoedig zegt: «Ik lap je ide alen aan mijn laars.»ik ga niet enkel bij de rijken aankloppen, maar Jan en Alleman zal betalen.» •Dat is een bittere ontgoocheling voor de vrienden, vooral als je nog zelf uit plichts gevoel er over geschreven heb om met alle kracht tegen Treub je te verzetten. De democratische idee der Socialisten en Vrijz. Democraten en veler Unielibera len ligt hier tegen den grond. Er is niet mee gerekendZelfs de Invoerrechten wor- Hotel Hestaurant Gedessspte Sloereiï^teiger 63A. öSil Direct nabij de Hoofdateeg, Bei deer seder aaebevoleu adres. den nog verhoogd! Ze moeten om rente en aflossing te dekken voortaan nog met kleine 2 millioen verhoogd worden en dat jn dit Heilige Landje van den Vrijhandel. Hoe ziet er 't ontwerp uit, waarmee Treub zijn vrinden tegemoet treedt In 't kort gezegdEr moet 275 millioen gulden komen; liefst alles vrijwillig door 't Ned. Volk aan den Staat voorgeschoten 15 jaar lang a 5% De intrest en aflossing a, 26 millioen per jaar moeten komen door ver hoogde belastingen. Op de directe belastin gen 20%; op successie ook 20%; op d.e suiker ook 20; op de jenever ook 20; op 't geslacht 10; op wijn 20; op invoerrech ten 10op zegels 50op hipotheekrechten 10 enz Rijk en arm zal er dus van lustenMaar hoe komt een democratische Minister er toe om de lagere standen ook aan te pakken Lees de Memorie van Toelichting, De Mi nister verdedigt zich flink, 't Zijn geen praatjes voor de vaak. We komen er op terug. De vrije vaart op de Noordzee. De Neutrale staten komen hoe langs zoo meer in den prang. En vooral de Skaudi- navische Landen zitten er leelijk tusschen. Geen wonder, dat die van zich afbijten en protesten indienen. Voor de Deensche sche pen is er geen andere uitweg meer dan die rondom Schotland, En 't is dien Lan den dus gansch niet kwalijk te nemen dat ze aansluiting zoeken der betrokken Neu tralen om voor hun belangen op te komen. De Engelsche eu Duitsche mijnen zijn voor de Scheepvaart, voor Handel en Visscherij ontzaglijk gevaarlijk, maar 't was van die Staten eigenbelang. Dat 't er dien Staten beslist om te doen was om de Neutrale Staten expres onaangenaam te zijn, is on aannemelijk; omdat juist de neutraliteit dier Staten op hoogen prijs wordt gesteld. De mijnenleggerii zou, als 't werkelijk op de neutralen gemikt was, wei ia staat zijn om én Zweden én Noorwegen, én Dene marken én Nederland te drijven in de rich ting van een dier mijnenleggende Staten, uit weerwraak natuurlijk, maar dat zou de andere oorlogvoerende partij slecht beko men. Wanneer door de mijnénleggerij de neutrale staten zich eens uit wraak vóór Duitschland gingen verklaren, zou dit voor Engeland een onherstelbare ramp zijn. Daar heeft Engeland ook wel over gedacht. Ge rust mag dus aangenomen, uit oorlogsoog punt bezien, dat Engeland geen mijnen heeft gelegd om de neutralen met opzet aan te tasten. Ook Duitschland niet Maar 't was voor beide oorlogvoerende partijen zelfbe houd, eigenbelang, om elkaar afbreuk te doen en daar worden nu de neutra len 't slachtoffer van. De vraag is dus of Nederland zich bij de protesten zal aansluiten. Er is reeds gezegd: 't is laksch van Nederland, als 't aan die protesten Diet mee doet. We erkennen dat juist daarom kan Nederland meedoen, om dat e8n protest in dit geval volstrekt geen soort uitdaging is tegen een vijand: want we hebben geen vijand, noch in Engeland, noch in Duitschland: we zijn immers neu traal. En nu kan Engeland ons in geenen deele schending der neutraliteit, nu niet, en vroeger niet, voor de voeten werpen 't Kan in ons protest gansch geen daad van vijandschap zien, maar wel een rechtmati ge daad van zelfbehoud voor een econo misch volksbestaan; wel een verzoek om onze neutraliteit gemakkelijk of minder moeilijk te maken dan ze nu reeds is. Toch komt 't ons voor, dat de neutrale Staten, omdat ze klein zijn, de hulp inroe pen van Amerika. Dat dus niet Nederland of Denemarken, maar Amerika de leiding neemt. Want daze groote Staat heeft er ook belang bij. In elk geval moeten de neutralen een gedachtewisseling uitlokken tusschen En geland en Amerika opdat de Noordzee voor de Noordelijke staatjes haar pantser van mij nen wat. losgordt. Want zoo ah 't nu gaat is de Neutraliteit een gevangenschap die het economische leven dood maakt. Ze is nu een stil worgproces als in dagen van de Fransche revolutie den zoogenaamde» conspirateurs of samenzweerders overkwam die nooit weer Parijs'blauwe lichten zagen. XVI. Oud-weewtje kijkt door 't raam. Dit hier is haar eigen, veilig plekje, waar ze nu meer dan twintig jaar gezeten heeft, zoo tusschen schoorsteen en vensterbank 't hoekkastje binnen 't bereik van 'r hand, 't breimandje en 't naaikistje bij 'r optafel, 't boekenrekje boven 'r hoofd. Want 't loopen, dat was uit! Met 'n stoksken scharrelt ze nog zoo wat door huis heen, naar 't keukentje en de kleerkast, met die laatste, mooie Sep temberdagen is ze zelfs nog 'n paar keer buiten geweest en heeft bij 't hek geglun derd tegen de jongens uit de buurt, die vroolijkDag, grootjeriepen maar nu is dat voor maanden uit. De herfst, bindt haar binnen. Eu de koude winter zal straks haar koud bloed nog meer v dikken en haar lichaam verkleumen doen. Of ze nogeens weer met ,n nieuwe lente in Gods gouden zonneglans zich verlustigen zal? De Heare weet hot zij raakt de tachtig al 'n Eentonig leven is 't wél. 't Is nu vijf jaar geleden. dat 'r man stierf en sinds dien tijd huist, ze met 'n meisjes-halfwas - déze heeft ze nu al anderhalf jaar: 'n bést kind! maar veel aanspraak heeft ze niet de tijd is haar om zoo te zeggen voorbijgesneld, tachtig jaar! en liet haar eenzaam zittende oude vrien den zijn weggestorven en nieuwe kwamen er niet bij. Toch is ze dankbaar eu tevree. Ze heeft 'n rustigen levensavond en den hemel in 't verschiet wat wil ze méér 't Leven is druk en moeilijk geweest voor haar en haar man. Toen ze'm trouwde trok ze op den dag zelf bij 'm in, waar-ie z'n joDge winkelzaak had en veertig jaar lang hebben ze 'r samen gewinkeld, zonder ooit één vaeantiedag! Rijk geworden waien ze niet. Toch hadden ze wat overgespaard. En 't was altijd zoo 't doen van 'r man ge weest: als-ie dan weer wat overhad, dan kocht hij 'n huisje, dat-ia verhuren kon. Eerst met 'n flinke hypotheek, waar-ie clan van maand tot maand voor weglegde, om se af te lossen en als dan de laatsteriks» was afbetaald dan kon de «baas» zoo echt genoeglijk de handen wrijven en glimlachte tegen de vrouw»: Ziezoo! dat wordt, als God wil, óns ouderdome-pensioentje! Daar leven we sa men van, als we oud mogen worden en daar leef jij van, als ik er niet meer béu!» Dat mocht-ie van haar niet zeggen! Maar dat zei de »baas» toch. Jawel, kind!» verzekerde hij met ernstig hoofdschudden, »'k b n twaalf jaar ouder dan jij en je bent kerngezond: Ik zal wel 'teerst geroepen worden, denk ik zoo!» En zoo was 't ook gegaan. Vijftien jaar lang hebben ze samen hier «stil» gewoond. De winkelzaak hebben ze verkocht Dat viel tegen, er was te veel concurrentie gekomen in de buurt, zij had den twee oudjeser de laatste jaren niet veel werk van gemaakt, waren met hun tijd niet meegegaan maar vcor hun beiden hebben ze aan de huur van hun huisjes genoeg. Voor 'tgeld, dat de winkel opbracht, kocht de «baas» soliede «stukjes» eu samen hebben ze hier 'n zon- nigen levensavond doorgebracht. Maar nii kijkt oud-weewtje ernstig, 'n Sombere wolk verdonkert de toekomst De laatste jaren had ze tegenspoed. Eerst de dood van 'r man die haar leven voorgoed in tweeën brak. Toen was ze, 'n paar jaren geleden, de helft van 'r huisjes kwijtgeraakt. Och, zij heeft daar zoo geen verstand van, ze praat ten van een nieuwe Wet en dat die huis jes «onbewoonbaar» werden verklaard nu, royaal zagen ze d'r niet uit, da's waar maar zóó erg was 't toch ook niet enfin ze hadden haar een heele lijst van «verbeteringen» voorgelegd, die veel geld zouden kosten en toen ze dat niet betalen kon, had de «stad» haar huisjes genomen en zij had er haar «geld» voor gekregen, dat veel minder rente opbracht dan totdusver de huur was Ze had er zich overheen gezet. Van 't beetje rente en van de buisjes, die haar overbleven, kon ze er kómen méér begeerde ze niet de Heere was goed en goeddoende over haar Maar nü was 't dan toch tobben 't Ging de laatste jaren al minder goed met 't verhuren, telkens «mot». De «baas», toen dié nog leefde, had er ver stand van. De vrinden zeiden weieens, dat hij 't «ruiken» kon, of-ie aan iemand 'n goeden of 'n slechten huurder hebben zou. Dan lachte hij stil. «Ik kèn mijn volkje», zei hij dan, »'k heb niet voor niemendal veertig jaar achter de toonbank gestaan; daar leer je wat er in de wereld te koop is». Zij kende het «volkje» niet, zij miste die gave van den reuk. «Moeder is véél te goed», zei schoonzoon vaak. En ze wist, dat 'twaar was! Maar och! als er dan weer zoo'n arme snuiter bij 'r kwam en weekelijk praatte over z'n «bloeien van kiuders», of er vromelijk iets over den «lieven Heer» tusschen flanste, dan nam ze 'm som» als huurder, ook al hadden de menschm haar gewaarschuwd. »'t Is ook uw eigen schuld,» zei schoon zoon dan en dat was 't ook wel Och! do menscken waren anders Ze kende den tiid nog dit de buut* ook een band gaf Dat ze tien. twuurg j*ar lang van haat* huurden en nooit misten, maar als er dau ook ziekte was of beval ling of too iets, dan ging je er es héén, je kócht ze es wat, je liet er es wat bren gen ze woonden in je huisje, ze wareu je min of meer eigen maar neen die tijd is lang vcorbij. Hut is nu altijd tobben, manen, draaien, liegen soms Zia, ze kan eerlijk voor God betuigen, dat ze nooit iemand om de huur gezeurd had, als ie beslist niet beta len kón! Maar mi? Je hadt menscaen, die een brokje huur kwamen betalen of 't een fóói was waar je blij mee mocht zijn Zoo was 't allang tobben geweest. Maar nü is 't heelemaal mis. Op haar ouden dag leeft ze aan den rand van 't gebrek eindelijk, daar is 't meisje terug van de Maaudagsche huurreis «Wat hèb je?» vraagt beveud 't oudje. 't Kind legt alles op tafel Vijfentwintig stuivers, rond getal! De tranen verduisteren oud-groetjes oogen. Och, er waren er, die ze 't niet kwalijk nemen kon't Waren nu eenmaal bange dagenMaar ze kende er ook, die geregeld werk hadden, waarde kinders telkens naar de bioscoop giagen, waar de vrouw pas 'n rieuwen winterhoed kocht, waar ze méér inkomen hadden ia de week, dan zij van ha - r huur. Eén had ze 'n briefje gestuurd Ouë wijf morst zich schamen»,bracht 't meisje de boodschap weerom, «dat se nü onu de huur durft manen Wat kon zij arm grootje? Al haar contant geld is nu op Ze zal schoonzoon van avond vragen of-ie haar wat «leenen» wil ah 't móét sal ze bij hen ingaanin 't groote drukke huishouden, hier uit haar knas-lief hoekje weg Maar hard is 't haar: bang! UITKIJK. Kunstraat is in de moderne bijenteelt, dat wil zeggen bij den lossen bouw, onmisbaar. Het bespaart den bijen veel werk; immers,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 1