Woensdag 28 October 1914. 29Hl* Jaargang N\ 2019. voor de Zuidltollandsche en Zeenwsehe Skilanden. TttMHiu flu Oorlog. De Europeesche Oorlog. An tirevo lutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, BUITENLAND. 0FFICIËEL GEDEELTE. PLAATSELIJK NIEUWS. ES»r' Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSDIJK. Advertentiën 10 Cent per regel en */s naai. Reclames SO per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor de Redactie kestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te eenden aan den Uitgever ÜÏTGBYEK Telefoon Interconn. Wo. S. ii. Het Onderwijs in al zijn geledingen mag geen schade lijden door mobilisatie. Dat 't door oorlog schade lijdt is dan pas waar, als de mannen-onderwijzers worden of zijn opgeroepen en de scholen door granaten zijn getroffen. Zeer zeker zijn er door mo bilisatie ook vele leerkrachten weg, maar dat procent kan 't peil van 't onderwijs nog niet doen dalen, temeer waar gepoogd wordt door dubbelen ijver te behouden, wat schijnbaar verloren zal gaan of waar getracht wordt door aanvoer van eertijds inimobiele of onwerkzame krachten 't ver leden verlies te vergoeden. Jal de toestand des Volks en des Lands kan zoo worden, dat 't Onderwijs in alle takken enorme schade lijdt, maar zoolang de toestand is zooals hij nu is, mag de Minister zeggen »In Nederland zal geen honger geleden worpen»; maar hij zal er ook bijvoegen»In Nederland zal geen kind te vergeefs om onderwijs vragen». En alles wat vanwege Rijk, Provincie of Gemeente geschiedt om Middelbaar of Hooger On derwijs op peil te houden, mag voor geen cent schade lijden. Neenl die praatjes van self-made-men, van zelf-gevormde menschen, die er zonder onderwijs toch wel bovenop komen, doen geen opgeld meer. Wat is een «self-made- men». Een Europeesche leeglooper en bali- klaver, die in Amerika zoo maar eens in een jaar of wat rijk wordt? 't lijkt nergens na. Ja, soms hoort ge van den een of anderen werkman, die in zijn vaderland maar knecht was in dit of dat en in Amerika werd hij de rijke millionair. Wat is een self-made-men? Heusch niet iemand, die aan alle beschaving en kennis gespeend is; die te dom was om nog koeienwachter te wezen. Maar 't woord beteekent slechts, dat de persoon enkel en alleen op eigen intelli gentie (verstand) heeft kunnen steunen zonder zoogenaamde «kruiwagens», zonder «bescherming» van rijke vaders of ooms of bloedverwanten zonder «hulp» van vrienden en kennissen zich heeft moeten opwerken. Een self-made-men is geen domoor, geen imbecile, geen tobber in geestesleven; in tegendeel, 't is een man, die denkt en dacht, maar in Amerika pas den bodem vond, waarop zijn ideeën levensvatbaar konden opschieten. Amerika was voor zoo'n man de in Europa ontbrekende teelaarde, waarin zijn gedachten konden ontkiemen; zijn energie zich kon uitwerkenzijn gaven zich konden ontplooien op die wijs en langs dien weg en met zoo weinige mid delen als waarover hij als Europeaan of geboren Amerikaan beschikte. Daar en daar alleen was 't mogelijk voor zoo'n self-made- men om zich te openbaren in al de volheid van zijn intelligentiein al 't karakteristieke van zijn aanleg. In Amerika bestaat een statistiek over die self-made-men. En wat blijkt dan? Wat blijft er dan nog over van 't praatje, dat ieder, die wil, in Amerika gefortuneerd kan worden enz.? Dit blijkt: 71 pCt. van die self-made- men hébben een universitaire opleiding genoten; 16 pCt. heeft een middelbare school doorioopenen slechts 9 pCt. heeft zich tevreden moeten stellen met lager onderwijs terwijl 2 personen op de 170000 eigen vorming heeft gezocht en gevonden tonder schoolopleiding, Ziedaar nu de werkelijkheidAl die zich omhoog gewerkte menschen hebben op eene enkele na hooger, middelbaar en lager onderwijs genoten en slechts 2 op de 170000 hebben zichzelf geleerd en zijn zoo naar boven gekomen. Wel een bewijs, dat in 't Land der On mogelijkheden iets toch nog mogelijk is: nl. dat men, zonder kennis, blijft wie men is. Want wat beteekent 2 op 170000! Ellenbogentaktiek I ja, die kan een mensch naar boven helpen als je in een boom met verwarde takken zit, op buit op vrucht; als je in maagdelijke bosschen pionier of wegbereider moet zijn; als je in woesten strijd tegen Natuur en Elementen overwin naar wil blijvenals 't geweld veroverin gen moet doen op onbéschaving en woest heid en geestelijke en zedelijke wildernis. Maar eenmaal in den beschaafden Staat aangeland, houdt die ellenbogentaktiek op en Kennis en Macht wordt 't devies waarmee de vooruitgang en volkswelvaart zijn overwinningen viert. En zoodra, neenal lang vóór den oorlog uitbreekt, moet dat onderwijs 't cement zijn van 't Staatsgebouw. Reeds vóór de oorlog uitbreekt. Want dat Land staat in den oorlog sterk, dat vóór den oorlog zijn volk de bronnen heeft leeren kennen, waaruit in tijden van gevaar te putten is. Is een volk door zijn onderwijs op een zeker hoogte punt van kennis en welvaren gekomen staat door dat onderwijs èn de fiuantieele èn de geestelijke èn de zedelijke èn de economische kracht van dat volk hoog welaaneen machtig groote vijandenschaar is dan pas in staat dat volk te vernederen en dan nog maar voor een tijd. Nooit voor immerMaar waar de volks ontwikkeling schipbreuk leed, is de schrik des vijands soms voldoende om een inzin king tot stand te brengen, die door geen verheffing ooit meer wordt gevolgd. De kennis was zwakde ambitie flauwhet zelfbewustzijn gering; de hoop op nieuwe toekomst door nieuwe energie vervlogen zoo'n volk kan dan nog een tijd lang tegen een vijand ellenbogentaktiek oefenenmaar zonder hooger ideaal gedragen, zinkt het. toch weg. De Schoolmeester heeft ons Land gered zei Bismarck na 1870. En al lijkt dat nu pretentieus, en al zou 't een schoolvos nog pedanter maken dan hij volgens den volks mond al is, er ligt in dat woord een reus achtige waarheid, door de» feiten bewezen (Wordt vervolgd), DE ALGEMEENE TOESTAND is als gisteren en eergisteren. De beslissende slag wacht nog. Toch meldt een Duitsch officieel bericht, dat de Duitschers een aanzienlijke troepen macht over de IJser wisten te brengen, ter wijl ook het Fransche legerbestuur toegeeft, dat zij ten N. van Dixmuiden eenig terrein verloren. Zij noemen het echter 't onvermij- delijkeheen en weer schuiven van degevechts- lijn, die in haar geheel onveranderd blijft. Van België rest nog een heel klein smal strookje grond in handen der Belgen en Franschen, nl. ten Zuiden van Nieuwpoort. Voor hoelang? Nu tegen het scheepsge schut der Engelschen de zware artillerie der Duitschers in stelling is gebracht en reeds een drietal schepen der Engelschen zijn ge zonken, waarop de anderen het hazenpad kozen, zal dit niet lang meer duren. Blijkbaar is Duinkerken en Calais het doel der Duitschers, om dan met hun 52 cM. geschut het geheele Kanaal te bestrijken. Dan hebben niet meer de Engelschen de heerschappij over het Kanaal maar de Duit schers, Ook op het Oostelijk oorlogstooneel rus ten de wapenen niet en wonderlijk zijn de snelle vorderingen door de Oostenrijkers ge maakt. Zelfs zouden zij heel Hongarije van vijanden hebben gezuiverd, waardoor de voor sprong door de Russen in Galicië verkregen bijna geheel is ingehaald. Bij Warschau, waar in de stad reeds het kanongebulder hoorbaar is, schijnt de strijd evenwel nog niet beslist. Ten Oosten van Serajewo (de Bosnische hoofdstad) boeken de Oostenrijkers een overwinning. En in spanning wordt ook hier het verder verloop van den strijd tegemoet gezien. Van Duitsche zijde. Een toegezonden officieel communique van het Duitsche gezantschap luidt Luitenant Pfeil, van het derde reserve regiment onbereden artillerie, heeft op den dag van den intocht der Duitsche troepen in Antwerpen van den toren van de kathe draal geconstateerd dat tegen half vijf 's mid dags van het rort Tête de Flandre, evenals uit loopgraven, die zich zuidelijk langs de Schelde bevonden, en uit zeeschepen, die zich op de Schelde bevonden, de westelijke stadsgedeelten, in het bijzonder de Grande Place en de kathedraal, beschoten werden. Luitenant Pfeil nam herhaaldelijk shrapnell- schoten waar, onmiddellijk vóór de kathe draal en granaatschoten in de nabijheid van het raadhuis en de kathedraal. Dezelfde offii- cier heeft op denzelfden dag des voormid dags uit achtergelaten equipementstukken en wapenen afgeleid dat Engelsche troepen in de door hen bezette kasteelen Meimhof, Troyente en Pulhof groote verwoestingen hadden aangericht. Zeer waardevolle meubel stukken waren geheel stuk geslagen, groote schilderijen en portretten, zoomede lederen en fluweelen meubelen, waren stuk gesneden, kasten dooreengerommeld en hun inhoud in het rond gesmeten. In een lederen sofa stak nog een Engelsche sabel. Van 't Westelijk oorlogsterrein. Het Berliner Tageblatt schrijft dat men in 't Noordwesten van Frankrijk twee oorlogs- tooneelen te onderscheiden heeft, die wel is waar dicht bij elkander liggen, doch welker gevechten op verschillende strategische plan nen berusten: het Noordelijke aan de zee (voor Nieuwpoort) langs het Yserkanaal tot Yperen, en het Zuidelijk daarvan gelegen gevechtsterrein van Bailleul-Armentières, plaatsen ten Westen van Rijssel. Op het eerstgenoemde terrein komt het er voor de Duitschers op aan de hindernissen uit den weg te ruimen, welke hun opmarsch langs de kust, eerst naar Duinkerken en dan naar Calais en Poulogne, tegenhouden. De Duit schers hebben vorderingen gemaakt. De zware artillerie van de Engelsche monitors houdt hen niet meer tegen, meent het Berlijnsche blad, en het voegt er aan toe: '„Wij zullen aan dit optreden van uit zee wel spoedig door bijzondere tegenmaatregelen een einde weten te maken". Al geven de leiders der bondgenooten de Duitsche vorderingen niet openlijk toe, zoo blijkt toch dat ze rekening houden met een aanval op Calais. Op het Zuidelijk gevechtsterrein (Bailleul-Armen tières) noodzaken de Duitsche troepen de Franschen en Engelschen om hnn linker vleugel, die tot Nayon loopt, daar samen te trekken en beletten dezen daardoor recht streeks deel te nemen aan den strijd om het bezit van de kust. Ook op dit terrein, na melijk ten Westen van Rijssel, hebben de Duitschers eenig succes behaald. Het Berl. Tageblatt verwacht dat de Duitschers spoe dig grooter resultaten zullen bereiken dan het bezetten van de lijn Balleul-Estaire-La Bassée. Dan zal ook duidelijk blijken welk verband er bestaat tusschen de beide ge vechtsterreinen. In de kelders van 't raadhuis te Antwerpen, hebben tijdens het bombar dement tal van personen een toevlucht ge zocht en verkregen. Iemand, die er bij was, verhaalt in de N. R. C.: In den kelder is nog voor honderden meer plaats dan voor hen, die er zich reeds be vinden. Onder een hecht betongewelf een schilderachtig verslagen groepje menschen. De schepenen van Antwerpen, statig geble ven, en met klaarblijkelijke groote kalmte in het midden op een rij stoelen. Langs de wan den op stoelen, bedden en over planken ge legde matrassen, eenige dames, kinderen en mannen. Er heerscht berusting bij velen, ze nuwachtigheid bij sommigen, die onmiddel lijk over kan slaan in wanhoop. Een vreeselijke knal wordt gehoord. In een hoek 'n vreeselijk gegil; men hoort een lichaam vallen en ziet een vrouw in eene crisis met armen en beenen slaan. Het is dezelfde dame, die zooeven epn reddings boot voor zich alleen wilde hebben. Alsof dit een sein is, beginnen alle vrouwen en sommige kinderen te jammeren; het is nut teloos en afschuwelijk. Gedurende eenigen tijd denkt men in een gekkenhuis te zijn. Alles bedaart weer, behalve de dame, die met mannenkracht moet worden gekalmeerd, en wier snikken nog geruimen tijd aanhoudt. De eenvoudiger vrouwen hebben het mees te zelfbedwang; zij denken terstond aan ha re kinderen, schijnen zich te schamen, en liefkoozen de kleintjes. Sommige „hoogere" dames schijnen zich al wonderlijk aangesteld te hebben Tot de dames dringt de geur van een ci- garet uit een zijgang door. Eene van haar, die voor het overige met een van schrik aardkleurig gelaat al den tijd onbeweeglijk heeft gezeten, protesteert tegen dezen inbreuk op de welvoegelijkheid. Zij is enkel nog maar doodsangst en etiquette. Een spoorwegambtenaar beschrijft in de Wochenschrift für deutsche Bahnmeister een gepantserden Duitschen trein. Hij bestaat uit ongeveer 20 van hooge kanten voorziene open spoorwegwagens, die rondom een bijna tot aan de spoorstaven reikende lichte pant sering van stalen platen dragen. Op ongeveer 15 centimeter afstand van de zijwanden is van binnen een tweede wand van dikke rechtop staande platen aangebracht, de tus- schenruimte is met kleine steenen opgevuld. Deze tusschenruimte is van achteren met zandzakken voorzien. Over de wagens heen is op manshoogte een wagenzeil gespannen. Tusschen dit dek en de zakken zand blijft een kleine ruimte over voor het aanleggen der geweren. De aan alle zijden gepantserde locomotief bevind zich midden in den trein. Daarop staat behalve de machinist en de stoker ook de technische leider van den trein, een spoorwegingenieur. De wagens zijn be zet met infanterie-troepen en machinegeweren. De Strassburger Post geeft een beschrijving van een rit met zulk een trein. Een officier deelt het volgende mede„Ik ben hier com mandant van een gepantserden trein en heb daar Vrijdag een verkenning tot 30 Kilome ter voorbij onze voorposten mee ondernomen om de Belgische troepen in het Westen op te zoeken. Ik reed midden tusschen het ge regelde Belgische sneltreinverkeer door, nam de post van den juist in het eindstation aan gekomen trein in beslag en achtervolgde een tweeden trein op het Belgische traject nog drie stations verder, tot ik op sterke afdee- lingen infanterie en op pas uit den trein ge laden troepen stiet. Daar vernielde ik de spoorlijn enz. Op den zeer snellen terugrit derailleerde de trein 10 kilometer voor onze voorposten. Een Belgische wielrijders-pioniers compagnie, die op onze heenreis door de bevolking gewaarschuwd was, had achter mij de lijn opgeblazen. Hun aanval uit de verte door hunne achtergelaten troepen werd door mijne soldaten afgeslagen. Wij herstelden een paar spoorstaven in anderhalf uur tijds en kwamen weer behouden bij onze troepen terug. Bij het déraillement werd ik, daar ik op den voorsten wagen stond, tegen de pantsering geslingerd en aan de rechterknie verwond. Ik blijf echter, zij het ook hinkend, als commandant van den gepantserden trein dienst doen en heb Zaterdag tusschen onze en de Belgische vuurlinie in het gevecht met mijn trein de spoorstaven van een spoorweg station, die zevenmaal gesprongen waren, in twee uren hersteld om weer een verkenning te kunnen doen, die ook zeer goed gelukte. Pas het Belgische artillerievuur, waaraan de trein niet mocht blootstaan, verdreef ons. INVORDERING 'S RIJKS DIRECTE BELASTINGEN. De BURGEMEESTER der Gemeente SOM- MELSDIJK maakt bekend, dat de kohieren van de personeele belasting No. 3, en 3 B, over het dienstjaar 1914, invorderbaar ver klaard op den 21 October 1914, aan den Ont vanger ter invordering zijn ter hand gesteld en ieder daarop voorkomende belastingschul dige verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. SOMMELSDJJK, den 23 October 1914. De Burgemeester, BOUMAN. In zijn vergadering van 3 October jl. be sloot den Flakkeeschen Boerenbond óók een schrijven te zenden aan de Nederlandsche suikerfabrikanten, dit schrijven luidde: „Aan den Zuid-Nederlandschen suiker- fabrikantenbond, secretaris den theer von Franck te Bergen op Zoom. Het Hoofdbestuur van het Centraal Be stuur van Flakkeesche Landbouwvereeni- gingen heeft kennis genomen van uwe circulaire dd. 25 September 1914, waarin wordt medegedeeld, dat de afrekeningen der geleverde bieten door uwen bond ge kocht, dit jaar niet zullen geschieden vóór dat alle bieten van deze campagne zullen zijn afgeleverd, met verwijzing naar de desbetreffende bepaling van uw contract. Het behoeft geen betoog dat door deze bepaling een massa landbouwers zijn ge dupeerd, immers is door mededeeling van dit besluit zóó kort vóór de campagne geen gelegenheid geweest voor de betrok ken personen, om zich op andere wijze van de noodige middelen te voorzien, te meer daar nimmer door den kooper van bieten deze bepaling in het contract is na geleefd of toegepast in de bietenbetalingen direct na» aflevering steeds coulant plaats hadden. Hierop heeft het landbouwbedrijf zich meer en meer aangepast. Het Hoofd bestuur voornoemd richt daarom tot u het dringend verzoek om dit besluit alsnog in te trekken en als steeds is geschiedt de afrekeningen met de bietenleveranciers te doen plaats hebben." Het Hoofdbestuur voornoemd De Voorzitter, De Secretaris, (w.g.) J. VAN DER KOOGH. A. W. KEIJZER. Hierop, werd navolgend antwoord ont vangen Bergen op Zoom, 12 October 1914. Ik ontving uw schrijven van 7 dezer en heb de eer u mede te deelen dat ik het in de eerstvolgende vergadering ter tafel zal brengen. Om 'misverstand te voorkomen meen ik echter goed te doen er wel uwe bijzondere aandacht op te vestigen dat in deze zeer buitengewone tijdsomstandigheden het ne men van bijzondere maatregelen op zich zelf toch geen verwondering kan baren. En wanneer men nu den dezerzijdschen maatregel goed bekijkt, dan ziet men dat de suikerfabrikant bietenkooper zich als gevolg van de tijdsomstandigheden genood zaakt ziet zich stipt te houden aan het contract door hem afgesloten met den land bouwer bietenleverancier, terwijl hij gewoon was in gunstiger tijdsomstandigheden in het belang van den leverancier van dat contract af te wijken. Waar thans echter zoo vaak met een beroep op de ongunstige tijdsomstandig heden van contracten afgeweken wordt in het nadeel van medecontracten, mag ik niet ontveinzen dat het mij wel heeft ver wonderd dat uw Hoofdbestuur termen ge vonden heeft om intrekking te vragen van een zoo alleszins billijken en logischen maatregel, waartegen u dan ook geen an der bezwaar inbrengt dan dat de leveran ciers gewend geraakt zijn aan afwijking van het contract in hun belang. De Secretaris, (w.g.) MAING. Aan het Hoofdbestuur van het Centraal Bestuur van Flak keesche Landbouwvereeni- gingen. MIDDELHARNIS. De bakkers alhier hebben de prijs van 'tkropbrood gesteld op 16 cent per kilo, en de prijs van 't witte brood, het welk afgeleverd mag worden op geneeskun dig voorschrift, op 19 cent. Als een bijzonderheid kan gemeld wor den dat door den heer J. van derMeidenog aardbeien geplukt zijn van den kouden grond. Heden, Dinsdag, zijn van hier weder eenige Belgische vluchtelingen naar hun land vertrokken. Een Belgische vluchteling, welke een bezoek heeft gebracht aan zijn land, heeft aan den politie-agent Vermeulen een prach tige Uhlanenveer, en aan den burgemeester een Globe ten geschenke gegeven. STAD AAN 'T HARINGVLIET. In deze ge meente gaan reeds vele vluchtelingen naar hunne geboorteplaatsen terug. Deze week gaan er weer 19. De Burgemeester dezer Gemeente maakt bekend, dat het kohier der Personeele Belas- ling No. 4, over het belastingjaar 1914, in vorderbaar verklaard, op den 23sten Oct. 1914 aan den Ontvanger ter invordering is ter hand gesteld en ieder belastingschuldige verplicht is zijn aanslag te voldoen. OOLTGENSPLAAT. Donderdag a.s. des namiddags 2% uur zal een openbare gemeen teraadsvergadering worden gehouden. De Burgemeester dezer gemeente maakt bekend dat het Kohier No 4 der personeele belasting over het belastingjaar 1914, invor-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 1