Woensdag 80 September 1914 29s1" Jaargang jS:*. 2011. voor de Znidltollandüclie en Keeawidie Eilanden. Si Europssschs Oorioi. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, UIT DE PERS. BINNENLAND» Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afeonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSDIJK. Alle stukken voor «Se Redactie bestemd, Advertenties en verdere Adiiiinist.rsaiie srraneo toe te aseiiden aan den Ullage ver. BUITENLAND. UITGEVER Telefoon Intercom*. Mo. Adverteiïtiën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 gar regel. Boekaankondiging 5 Cent per regal en 4/s saaaL Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Ghroots letters eu vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beskan. Mvertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nur. Werkverschaffing door 't Rijk! Een wijziging in clu begrooting is ge bracht om Weikversehaffiug, die beter is dan geldnitdeeling en onderstand, te kun nen bewerkstelligen. Althans de Memorie van Toelichting luidt aldus: «Ten gevolge van de thans bestaande «buitengewone omstandigheden is geduren- »de den eerstvolgenden tijd een ongunstige «economische toestand der bevolking te ver- «wachten, voornamelijk doordat de wer- «keloosheid veel grooter omvang zal ver- «krijgen dan anders in 't najaar en in den «winter gemeenlijk 't geval is. In verband «hiermee is 't noodzakelijk maatregelen te «nemen om door werkverschaffing juist in «dit jaargetijde deze te verwachten werke- f «loosheid zooveel mogelijk te verminderen. «Daartoe zullen niet alleen alle werken, die «thans onder handen zijn, zoo krachtig mo- «gelijk moeten worden voortgezet, doch te- «vens zullen zooveel mogelijk nieuwe wer- «ken onmiddelijk moeten worden aange- vangen, waarbij voornamelijk dient tewor- «den gelet op die soort werken, waarbij «veel handenarbeid kan worden aangewend. «Dientengevolge is verhooging van het 9de «hoofdstuk der Staatsbegrooting noodig. Wat moet er dan gebeuren? De artt. wijzen er op. Aanleg van het Wilhelminakanaal ter verbinding van de Zuid-Willemsvaart en de rivier de Mark onderling en met de ri vier de Amer wordt verhoogd met 5 ton. De visschershaven te IJmuiden te on derhouden, herstellen enzwordt verhoogd met 2 ton. Maar met deze 2 werken alleen wil de Minister niet volstaan; daarom zegt hij: Aangezien verschillende werken in uitvoe ring zullen komen en voor een groot deel daarvan niet is te bepalen, welke sommen daarvoor nog in den loop van dit begroo- tingsjaar zullen kunnen worden besteed, is 't niet doenlijk alle artikelen te vermel den, die verhooging zullen behooren te on dergaan om de ontworpen maatregelen tot uitvoering te brengen. Het ligt in de bedoeling niet alleen wa- terstaatswerkeitf die 't Rijk zelf uitvoert, krachtig ter hand te nemen, doch ook de werken tot wegaanleg, waarbij veel han denarbeid wordt gevorderd, waarvoor ten deele aan onderscheidene provinciale en andere bestureu, rijksbijdragen zijn uitge trokken. Al deze werken zullen niet alleen de algemeene verkeersbelangen dienen, maar zijn in de gegeven omstandigheden ook van economische beteekenis. Ook met de spoorwegmaatschappijen is overleg ge pleegd. Voor hddr werken, die ook zij zul len doen uitvoeren, wil de Minister uit 's Lands schatkist gelden voorschieten aan die Maatschappijeneerstens omdat die Maatschappijen minder ontvangsten hebben door de Mobilisatie en dus schaarsch bij kas zijn en tweedons, omdat de werken met contante betaling moeten worden uit gevoerd; immers, anders bij langer of korter krediet, zullen er geen aannemers opdagen't is geld bij de visch. Daarom zal 't Land aan die spoorwegmij. voorschie ten 7 millioen, 't Zijn dus groote bedragen, die de schat kist uitgaan; maar ze zijn alle productief d. w. z. de winst er op komt terecht, als alles maar weer gaat marcheer en. En de kanalenaanleg, èn de haven van IJmuiden, en de wegenaanleg enz. brengen hun winst op als verlevendigend 't verkeer. Voor ons zijn belemmeringen van den invoer in nor male tijden en volop kanalisatie en spoor verkeer, de uitstekende middelen tot inland- sche welvaart en bloei. Over invoerrechten kunnen we nu zeer gevoegelijk zwijgen maar dan blijft toe te juichen het andere middel: Opening van wegen. En vooral nu, met 't oog op werkeloosheid en werkver schaffing juichen we 'tplan van harte toe. Armoe voorkomen staat veel hooger dan armoe lenigen. Kieswet en Mobilisatie, De heer Albarda, sociaal-democratisch Kamerlid, heeft een zeer goed werk verricht door den Minister te vragen, maatregelen te willen nemen tot afwending van de ge volgen van de tegenwoordige buitengewone omstandigheden, ten aanzien van 't Kies recht. Dat is geen uitsluitend socialistische kwestieneen, ze geldt alle partijen, zo is echt nationaal; er zit totaal geen „muziek" indoet aan geen partijbelang denken. 't Is waar, wat hij zegt: door de Mobi lisatie zouden de kiezerslijsten op 15 Mei 1915 heel wat minder kiezers kunnen tel len dan ze nu hebben. Heeft ieder landweer man of milicien zijn belasting betaald? Zullen er evenveel of minder woningkiezers zijn Grootboekkiezers Spaarbankkiezers Hoevelen zullen niet ondersteund worden door een instelling van weldadigheid of door een Gemeentebestuur? Zullen die menschen met hun bedeeling nu tevens 't kiesrecht verliezen. Zullen ze met hun wintersoep hun kiesrecht inslik ken? Die vragen zijn ter zake. En 't antwoord van den Minister was in ordenl. er komt een wetsontwerp ter voor koming van verlies van kiesrecht als gevolg der tegenwoordige buitengewone omstandig heden. Afwachten dusi Heuglijke ommekeer. Het staken der politieke vijandelijkheden houdt natuurlijk niet in, dat we niet dank baar er nota van zouden nemen, als onze tegenstanders blijkbaar inzien dat ze een on zer vooraanstaande mannen verkeerd hebben beoordeeld. Zoo vergaat het den heer Idenburg. Daar is heel wat over zijn hoofd losge barsten, dat we nu maar niet herhalen zul len. De herinnering b.v. aan een hartstoch telijk artikel in de (groene) Amsterdammer, kort na de verkiezingen van '13 en waarin een telegrafische terugroeping van Idenburg werd geëischt, zouden onze schoone kolo niën niet verloren gaan zulk een her innering alléén kan reeds volstaan. Doch wat zijn nü de feiten In 't laatst dezes jaars zijn Idenburg's vijf jaren om, na welke een landvoogd gewoon is ontslag te vragen en na welke hij zulk een ontslag ook wel heeft verdiend. Ook Idenburg wenscht dit te doen. Zijn echtge- noote kwam reeds naar Holland. Maar wat wil nu 't gerucht? Overigens zéér begrijpelijk? Dat min. Pleijte met aandrang van hem de opoffering vragen zou, om in deze veel bewogen dagen voorloopig aan 't bewind.te blijven, tot de Crisis voorbij is. En nu dóet zich daarbij 't sterk sprekende feit voor, dat in de vaderlandsche pers geen enkele pen zich daartegen verhief, dat ieder voelt: ja, zóó moet het en dat in de allervrijzinnigste Indische pers het „Leve Idenburg!" luide wordt aangeheven. Hoor b.v. De locomotief: „Gouverneur-Generaal Idenburg heeft gedurende zijne landvoogdij meermalen gelegenheid gehad zijn rustige maar sterke staatsmanschap te toonen en het is on voorwaardelijk een voorrecht voor de ko lonie om in deze tijden van groote zorgen het bewind in handen te weten van een man, die hier van allen, ook van de niet- Europeanen,^het volle vertrouwen heeft." Moeilijk kan het mooier. 't Gejammer in mineur van verleden jaar sloeg thans om in een forschen majeur-lof- zang, die fortissimo sluit. Nogeens: met de gebruiken tijdens een „Bestand" is het zeker niet in strijd, dat men den politieken tegenstander gelukwenscht, gelijk wij gaarne doen, met dezen heugelij- ken ommekeer. Friesch Dagblad. Oordeel niet, maar bid om den vrede. Onder bovenstaande hoofdje schrijft „de Zeeuwsche Courant." Met meer dan gewone belangstelling grijpt thans jong en oud naar de courant. Wie an ders geheel onverschillig is voor dagblad- lectuur, of hoogtens een oogje werpt in de advertentierubriek of even vluchtig de markt prijzen doorloopt, zit nu de courant als 't ware te spellen van a tot z. En geen wonder. Een machtige ontroering heeft ieder aan gegrepen. Men moest wel van steen zijn, als men bij wat thans zoo dicht in onze nabij heid plaats grijpt, onbewogen kan blijven. Vooreerst toch voelt ieder, dat de tusschen de groote mogendheden aangevangen strijd van wereldhistorische beteekenis zal zijn, ja dat er maar zelden een oorlog is gevoerd, die met dezen op één lijn kan worden ge steld. Keizerrijken en Koninkrijken en Repu blieken zijn in den strijd gemengd, De mach tigste naties der aarde leveren nu hun man schappen om elkander ten doode toe te be kampen. Te land en ter zee woedt de oor logsdemon. De bewapening der troepen is weergaloos. Het aantal krijgslieden ontelbaar. De kosten loopen in de milliarden (60 mil lioen gulden per dag). Het is een strijd om de macht, zoo ver bitterd en zoo hevig, dat het schijnt alsof een van beide groepen vernietigd en ver pletterd zal moeten zijn eer de andere van vrede zal willen hooren. Maar niet alleen de groote historische be teekenis van dezen oorlog is het, die zelfs den meest tragen man wakker maakt en naar de courant doet grijpende ellende, die ons dag aan dag op allerlei wijze geschetst wordt is zoo groot, dat onze warme belang stelling in het lot van vele duizenden steeds meer opgewekt wordt.Steden worden verwoest, dorpen maakt men tot rookende puinhoopen, bruggen blaast men op en tunnels verspert men, eeuwenoude kunstgewrochten, waarop heel de beschaafde wereld trotsch was, gaan in vlammen op .en dat alles maar en kele uren over onze grens. Dagelijks worden wij door al de berichten, die wij hooren lezen, als het ware geslin gerd. Nu eens rijst er toorn in ons op, dan weer heeft het medelijden de overhand. Het is een tijd van geweldige spanning, zooals zelfs de oudsteu onder ons nog nim mer hebben doorleefd. In zulk een tijd is het buitengewoon moei lijk om rechtvaardig te blijven in zijn oor deel. Wij, gewone burgers, in de diploma tieke en militaire wereld volslagen vreemde lingen kunnen ons in deze dagen nog geen oordeel aanmatigen over wat er geschiedt. Het is alles zoo verward en duister; de el kander bestrijdende mogendheden doen zóó hun best om elkander ook door het versprei den van allerlei valsche geruchten zwart en gehaat te maken de op het slagveld vertoe vende reporters zijn zóó afhankelijk van de omgeving waarin ze verkeeren, dat alles ten slotte één groote chaos wordt, waaruit we niet wijs kunnen worden. Wij weten zelfs niet, van wie deze eigen lijk is uitgegaan, wie de stokebranden zijn geweest, welke de naties tegen elkander in het harnas hebben gejaagd. Sommigen geven de schuld aan Rusland, anderen aan Oostenrijk, niet weinigen steken het op het Duitsche „militairisme", en weer een vierde groep is er van overtuigd, dat Engeland de hoofdschuldige is Wie zal het nu reeds uitmaken Wij durven het niet. Regeert in Rusland niet de vredestsaar, die den stoot gaf tot de 's Gravenhaagsche Con ferentie Zou de grijze monarch der Do- naurijken zoo zware verantwoordelijkheid op zijn meer dan tachtigjarige schouders heb ben durven laden Was Wilhelm van Duitsch- land niet altijd den man, die den vrede lief had en meehielp om dien nu 44 jaren lang te bewaren Zou Engeland het niet oprecht meenen, wanneer het zegt alleen ter wille van de schending der Belgische neutraliteit naar het zwaard gegrepen te hebben 't Zijn altemaal moeilijk te beantwoorden vragen. Toch is het goed ze te stellen, opdat men zich steeds beter bewust worde, dat het nu nog geen tijd voor definitief oordeelen is. Wij wandelen nog in raadselen. Wij zien niets dan bloed en vuur en rookdamp. Wij hooren slechts den donder van het ge schut, het krakend in puin storten van tal- looze eerbiedwaardige monumenten, het loe ien der vlammen, en last not least het smar telijk kermen der duizenden bij duizenden gewonden. Als gij rustig ter nederzit met uw vrouw en kinderen, bij het vele of het weinige dat gij het uwe moogt noemenals gij omringd zijt van zooveel liefde en aanhankelijkheid; dan komt die ontzaglijke tegenstelling voor uw geest als gij u verplaatst op de slagvelden en onder hen, die van have en goed beroofd, met den waanzin op het angstig gelaat, weg vluchten van hun eenmaal zoo vriendelijke woning, waar zij in vrede leefden en die nu verwoest is en geworden tot een plaats der verschrikking. Daarom oordeel nog niet. Wacht daarme de, tot gij alles beter op een afstand kunt zien. Wees voorzichtig met uw sympathieën en antipathieën ten aanzien der krijgvoerende mogendheden. Maar doe één ding wel. Bid tot uw God voor die jongelingen en jonge mannen, die ver van huis en haard in duizend gevaren strijden moetenvoor die ellendigen, welke van alles zijn beroofd. Bid om den vrede. Geen Keizer of Koning heeft dien vrede in zijn hand. De toekomst is zelfs voor den machtigste op aarde onberekenbaar. Maar de Koning aller koningen is machtig om aan het geschokt Europa den vrede te hergeven. Wie in Hem gelooft, die smeeke Hem dat Hij den demon des oorlogs toeroepe: Tot hiertoe en niet verder. De Koningin aan de grens. Een lezer van „De Soldatencourant" schrijft uit Zundert. We hebben haar gezien, onze Vorstinne, we zullen het niet licht vergeten 't Was Zaterdag geworden, dien dag zou den we wellicht voor het laatst hier in Zun dert, regimentsoefeningen worden gehouden. Staag droop de regen neer, met eentonig zacht getik neervallend op de zadels der ver zamelde cavaleristen Er was geen stemming!. 't Vooruit zicht, den killen najaarsregen gedurende den inarsch als metgezel te hebben, doornat thuis te komen deed afbreuk aan de vroolijke stemming die altijd heerschten het voor uitzicht werd bewaarheidDe lange zwij gende colonne rukte op langs den verlaten straatweg naar SchGeen zang, geen muziek, slechts het hoefgekletter, vermengd met het bekende geklik-klak der sabels tegen de sporen verried dat een cavalerie-colonne daar voorschreed 1 Er was geen stemming 1 Doch plots, als een bliksemflits uit den helderen hemel, komt het bericht dat onze geëerbiedigde Vorstin onze troepen zou in- specteeren I! Hoe?. Wat??. de Konin gin???. In dit noodweer? Onge- loofeiijkl! Geklets! en alras bewees de we der intredende stilte, dat ook ditmaal „de huzaren den dienst weer hadden uitgezocht". Weldra echter mochten wij van onzen com mandant de bevestiging van het gerucht vernemen en we hebben haar gezien onze Vorstinne, we zullen het niet licht vergeten In dichte drommen stonden de regimenten opgesteld, diepe stilte heerschte, aller oogen gevestigd op de commandanten die het gunsti ge oogenblik berekenden waarop zij met hun ongeduldige mannen in het gevecht zouden ingrijpenEen enkel teeken slechts en en voorwaarts stormden de drommen, vast aaneengesloten, met de sabel in de vuist den tegenstander tegemoet. 'n Prachtmoment I Voor de blikken van Hare Majesteit ont plooide zich voor zoover de neergutsende re gen dit toeliet, het zeldzame en indrukwek kende schouwspel eener cavaleriecharge En toen gebeurde het Ordonnansen renden af en aan, commando's weerklonken en in een muurvaste linie van honderden meters lengte, stormden in woes- ten galop, de huzarenregimenten in de rich ting van Hare Majesteit. Was het bezorgdheid van onzen beminden generaal toen deze, naast Hare Majesteit staande, de hand waarschuwend ophief, ten teeken van halt? Had deze fiere krijger,zijn jongens kennend, wellicht een voorgevoel van hetgeen komen moest, van hetgeen onver mijdelijk gebeuren zou Wij weten het niet maar uit die aansnellende, blauw-zwarte mas sa donderde een gejubel los zóó overweldi gend, zóó onuitsprekelijk welgemeend, een niet te weerhouden, niet te stuiten vreugde kreet spontane hulde aan Haar, de beminde Köningsvrouwe, de onvermoeide Weldoen ster in deze bange dagen. Dien jubelkreet vertolken „Majesteit, hier zijn weReken op ons 1" Niemand zal dien dag licht vergeten We kunnen heden over het oorlogsnieuws kort zijn. Zoowel Duitschers als verbondenen staan als een muur tegenover elkander, zelfs op sommige plaatsen slechts 100 meter van elkaar. Het blijkt dat de Duitschers een kunststuk hebben verricht door zich een stelling te maken welke door den vijand als o/meem- baar wordt genoemd. De Times heeft voor eenige dagen daarop reeds de aandacht gevestigd en thans komt de Manch. Guardian, ook een Engelsch blad, een beschrijving geven in gelijken geest. Zij zegt: Zij hebben de kunst van zelfversterking opgevoerd tot een hoogte die nooit tevoren op die schaal is bereikt, en zij hebben daar door een stelling, die van nature van gewone sterkte was, gemaakt tot een vesting-linie, sterker en van meer weerstandsvermogen dan een gebouwde linie van staal. Ze zal dus wel zéér sterk zijn, als de vij anden zelf, terwijl de krijg nog in vollen gang is, komen vertellen, dat ze feitelijk voor onneembare stellingen staan! Wel handhaven dus de Duitschers hun krijgskundigen roem. Sterke forten, als er rondom Luiken Namen liggen, namen ze in weinige dagen. Terwijl ze zelf in 'topen veld zulke versterkingen weten aan te leggen, dat een millioenenleger er tevergeefs z'n tanden op stuk bijt. Of de Dnitschers dan niets anders van plan zijn, dan zich te verdedigen in hoofdzaak, jal Toch hebben zij óók hun punt van aanval, waar zij hopen door te breken: de forten- 1 nie rondom Verdun. De Duitsche generale staf meldt, dat de aanvallen op de sperforten ten Zuiden van Verdun sedert 23 September begonnen zijn. Voor die aanvallen zijn zware batterijen aan gelegd tegenover de Fransche werken, waarin waarschijnlijk de kracht der 42 cM. mortieren zal worden beproeid op de stalen koepels van de forten. De laatste telegrammen melden reeds dat enkele sperforten zijn gevallen en de Duit schers tot St. Michiel zijn doorgedrongen en deze plaats hebben bezet. Gedeeltelijk* reeds over de Maas zegt het laatste bericht, vandaar dat de bres in de Fransche versperrings-linie al breeder wordt. Zoo is thans dus de toestand. De F.ran- schen hebben geprobeerd de rechtervleugel der Duitschers om te trekken, wat volgens berichten mislukt is, en de Duitschers trach ten bij Verdun—Toul door te breken, wat langzaam maar zeker geschied. Wie zal het eerst zijn doel bereiken? Daaraan hangt veel, hangt alles af. En zoo duurt de strijd aan beide vleugels der legers voort, terwijl in het centrum de Duitschers probeeren vooruit te komen en een wig te drijven in het hart der vijandelijke troepen. Een mooie schets over den toestand gaf Het Centrum voor een paar dagen. Het blad schreef Van het uitgestrekte meervoudige oorlogs veld zijn de berichten schaarsch. De vernieling der drie Engelsche kruisers was het belangrijkste wapenfeit in de laatste dagen gemeld. Maar over den strijd te land verneemt men niet veel. In het Westen is nog altijd geen beslissing gevallen en schijnt het een voortdurend wringen en dringen tegen elkander te zijn. Alleen 2 sperforten bij Verdun zijn gevallen. En van het Oostelijk strijdtooneel hoort men nog minder positiefs. Volgt daaruit dat de wapenen rusten, dat men zich bepaalt tot verkenningen, tot het samentrekken en nieuw opstellen van strijd krachten, tot voorposten-gevechten en po gingen, om als in een moderne schaak partij kleine voordeden te behalen, die, hardnekkig vastgehouden, straks tot groote winst kunnen leiden Of worden de belangrijkste verrichtingen geheim gehouden, en zal de in spanning wachtende wereld eerst bizonderheden ver nemen, zoodra de legeraanvoerders daarvoor het oogenblik gekomen achten? Voor al deze vragen zijn redenen aan te voeren. De veldslagen hebben een groote verande ring ondergaan, sinds zij niet uieer in één dag worden beslist, en het front zoo uitge strekt, de troepenmassa zoo ontzaglijk is geworden, dat een land als het onze daar voor nauwelijks plaats zou bieden. Dagen-, zelfs wekenlang duurt thans een slag, maar het is duidelijk, dat daarin hiaten moeten voorkomen, dat dezelfde menschen niet dagen achtereen met dezelfde inspanning kunnen doorvechten en dat het krijgsgeluk over een front van een paar honderd kilo meters afwisselend zal zijn. De uitputting is er niet minder groot om, en wellicht heeft men ook daarvan een symp toom te zien in het uitblijven der berichten. De geweldige offers die over en weer worden gevorderd, zullen ten slotte beide partijen wel nopen de gruwzame worsteling te staken. De volken verliezen te veel bloed en wel vaart, om dezen strijd lang in groote hevig heid te kunnen voortzetten. En wat men met het harde zwaard niet van elkander heeft weten af te dwingen, zal ten leste moeten wordon bepaald en geregeld door beraadslaging en overleg. Rest de vraag, of die beraadslaging zal worden gevoerd door tusschenkomst van een onpartijdige mogendheid, dan wel door een Europeesch Congres. Bij de groote verscheidenheid van kwes- tiën schijnt in de toekomst het samenkomen van een Conferentie onvermijdelijk. Maar hoelang nog Van het Oosten zoo goed als geen positief nieuws. (Zie verder Telegrammen. Uit België. Men schrijft uit Vlaanderen: Het gevecht ten zuiden van de Schelde tusschen Aalst en Quatrecht heeft Zaterdag den geheelen dag geduurd. Nadere bijzonder heden zijn er niet over te krijgen, maar het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 1