§.50 G lane Dmntl. Zaterdag *'9 Augustus 1914 Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES i iv P 298te Jaargang N\ 2002. upoiis. ia? voor de ^uidlftollafiflsclfte en Keeiiwselie Skilanden. Ai^ $m:m kerk. 4 msa Em Het Nationaliteitsbeginsel. g R. C. F. I LEE-Moom. BIJENTEELT. LANDBOUW. UIT DE PERS. laarnis. 9 Telephoon 4. "eciea.7547 Leze Courant verschijnt eiken Woensdag en Katerdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent, W BOEKHOVEN. SOMMELSDIJK. om. 8215 en koopt bij ikaarasch in de Hooi- s. Ook mijne spotgoedkoop, t overtroffen ontroomende co en op proef. gang Hotel Restaurant „HET GOUDEN HERT". Rotterdam. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT Nu de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij haar diensten op ons eiland zooveel heeft gewijzigd, meenen we onzen lezers een dienst te doen, door de loopende treinen, zooals die thans zijn, hieronder een plaats te geven. Van 00LTGENSPLAAT—Hellevoetsluis—ROTTERDAM. Van ROTTERDAM -Hellevoetsluis—00LTGENSPLAAT. Van OUD DORP naar Hellevoetsluis en R OTTERDAM. Van ROTTERDAM naar Hellevoetslnis en OUDDORP. eel, voor en achter ebiesd voor fl 28.50 ,36.,40.,45. ine fl 62.50. Buiten- 1.00 enz. Lantaarns lies eoncnrreerend ROTTERDAM. 1 n, Bessensap, en, Sigaretten. TELWERK. prijzen, i OTMKTIB T'ffiSefwe» Imtercinua. Mn. AdTOffÉeatiëa ld sent per regsi es maal, Reeknal iÖ per regah Eoekaankcitdiging I Cent per regel en VasaaaJ- DienstsMtnvragon es Dienstaanbiedingeri 50 Oent per plaatsing, Groota letters en vignetten ■worden berekend naar de plaatsruimte dl-, ij ba?,laan; Advertenties* worden ingewacht tot Dinsdag- ea Yrgdagmor^ea 1 aar. Alle stukken voor fle Redactie bestemd, AOvertentieu en verdere Atiatlnlatraite tr&aieo toe te ae-tide» aan de** üiccever _ch wat daar ge- gulden. Veeren gulden. Kapok ermeubelen en n cadeau en koo- 11, 10 y TELIJKE ngenaaid dit boek, rgang. t pracht- elijkheid sbeelden enmatter Armen- kalender lies ont- kondigd. ek extra S STEP- omgaand boekhan- I if Zooals Mancini dat voorstelt nl. elke taal en zij, die dezelfde gewoonten hebben, be- hooren tot één Natie en de Oorlogen moeten dan maar zoolang duren, dat Stam bij Stam, Ras bij Ras zich heeft gevoegd; die stelling is absoluut onhoudbaar. Waarom? Omdat daarin met de Historie en 't door die Historie gewordene niet is gerekend, v Zoadat dan alle Vorstenliuwelijken van vroe ger en lator dagen moeten worden miskend. Omdat dan alle Traktaten eu Vredesverdra gen van weleer als scheurpapier kunnen worden weggeworpen. Omdat de wijzer van den Tijd dan eeuwen en eeuwen achteruit gezet moet wordeD. Omdat bij slot van re kening geen enkele Staat recht van bestaan meer heeft, want ze zijn allen als inwo ners een mengelmoes. In Nederland wonen Nederlanders; maar ook Duitschers, Fran- schen, Engelschen, Italianen enz. van oor sprong. Volgens Mancini zouden die er uit moeten. Maar de eigenlijke Nederlanders zijn Franken en Saksen en Batavieren en be- hooren bij Duitschland, vanwaar althans Saksen en Batavieren gekomen zijn. Neenals 't Nationaliteitsbeginsel zóó opgevat moet wordenwe zijn het met den Franschman Thiers eens, dan heeft geen enkele Staat recht van bestaan mèer. En plat uitgedrukt: Ga dat nu ook eens uit zoeken, wat oorspronkelijk een zelfde taal sprak. Zoo, met dat beginsel, zóó beleden en toegepast, verwoest men de huidige Sta ten en staat heel Europa jaren en jaren in lichter laaie; dan kan de heele kaart van Europa verbrand en een nieuwe gefabri ceerd worden. Wat is dan 't Nationaliteitsbeginsel? Is 't dan niet de natuurlijke Eenheid van Ras of Stam, Geslachten en Familiën in taal, godsdienst, zeden en gebruiken, geloof en Godsvereeringin kunststuiting en andere geestelijke en stoffelijke openbaringen van de bewoners eener streekin karakter één in deugden of ondeugden één; in geestes kracht en lichaamssterkte één. Naar onze overtuiging is werkelijk dat een Natie, wat zóó samengevoegd is. Groen van Prinsterer zegt„Nederland als Natie door eigen afkomst, taal, godsdienst en zeden gekenmerkt"En op een andere plaats: „De Nederlandsche Natie Wat is een Natie een stam of geslacht door ver menigvuldiging en na ook vreemden op genomen en met zich vereenzelvigd te heb ben met behoud van eigenaardige trekken allengs tot Volk aangegroeid. Haar af komst: Duitsch, Germaansch. Haar taal? het Nederduitsch of Hollanschgeen be dorven dialectmaar echt Duitsch, tak van den Teutoonschen stam, in onderschei dene tongvallen over Engeland, Zweden, Denemarken en geheel Duitschland ver breid een tak zuiver bewaard en eigen aardig ontwikkeld" Maar zie hier nu 't groot verschil tusschen Mancini en Groen. Mancini zou, consekwent de bepalingen van Groen over een Natie, toepassend, zeggenAls de Nederlandsche Natie een stuk is van Duitschland, En geland, Denemarken blijkens afkomst en taal, dan eischt het Nationaliteits beginsel, de natuurlijke eenheid, .dat Nederland, Duitschland, Engeland en Dene marken één ondeelbaar Land gaan vormen. Eu w->er consekwent doo'"P0,,edenePTd1 tou --J. ^_u- men dan een oorlog tusschen Engeland en Duitschland; Engeland en Nederland; De nemarken en Duitschland onzin achtenzij zijn door taal en afkomst broeders en oor log tusschen deze Staten zou dan geen oorlog, maar Broedermoord zijn. Waarom staat dan Groen lijnrecht tegen over Mancini, hoewel ze beiden erkennen een-natuurlijke Eenheid in taal en afkomst bij een „Natie?" Hierin zit 't verschil: Groen erkent wel een natuurlijke eenheid, maar ook de ontwikkeling der Historie door God zelf gemaakt; maar ook de heiligheid van verdragen en traktaten; maar ook het Recht Gods en der Volken om nd een rechtvaardigen oorlog te hou den wat men door krijgsmansbloed en krijgsmanseerna heldenmoed en zegen op de wapenen heeft verkregen; maar ook het Recht van de Overwonnenen om zich voortaan lijdzaam en gewillig te willen schikken onder het schut van den Over winnaar. Ook de wil der overwonnenen spreekt hier een ernstig woord mee. Maar Mancini rekent daar niet meeeen heid van taal moet 't cement der Staten zijn en is die gemeenschappelijke taal er, dan moeten alle stukken van zoo'n Natie, of ze dicht bij elkaar of veraf liggen, tot één worden door oorlog. Schud en stoot en druk dan Europa net zoo lang, dat 't Romaansche Ras bij 't Romaansche komt 't Germaansehe bij 't Germaansche't Sla vische bij 't Slavische. Frankrijk en Italië en Spanje Een. Duitschland, Nederland, Engeland, Zwe^ den, Nd. België Een. Rusland en Servië en Bosnië Een Gedempte tfoerensteiser 63A, fiüll Direct nabij de Hoofdsteeg, f 1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 10595. Aanbevelend, Het tlner leder aanbevolen adrc«. Oorlogscijfers. In den Fransch-Duitschen oorlog, 1870 1871, waren de volgende getallen merk waardig Duitschland bad bij den aanvang der operaties 384000 man met 1194 kanonnen. Frankrijk 250000 man en 924 kanonnen. Op 1 Maart 1871: 630000 man met 1742 kanonnen en Frankrijk 584000 met ka nonnen. Over de grenzen gingen naar Frankrijk: 30101 officieren, artsen en beambten en 1113 254 manschappen. Verloren door Duitschland aan gesneuvelden28728, waar onder 1871 officieren: gewond: 88543; ver mist: 12879 man, waaronder 102 officieren. Duitschland verloor totaal 129700 man, waaronder 6157 officieren. Het verlies der Franschen was niet te schatten. De volgende cijfers zijn bekend: in krijgsgevangenschap 11860 officieren, 371981 manschappen. in Parijs capituleerden 7456 officieren, 241686 man. in Zwitserland ontwapend 2192 officieren 88381 man. Samen: 21508 officieren en 702048 man. Van Duitsche zijde werden -gevuurd: 840000 schoten der veldartillerie; 20 mil- lioen schoten met 't geweer. De Duitsche oorlogsbuit bestond uit 5526 stukken vestinggeschut en 1915 stukken veldgeschut en mitrailleuses. Bij Wörth verloven de Duitschers 13%; de Franschen 41% of 10640 van de 82100; en 20100 van de 48500. Bij Gravelotte verloren de Duitschers 10 3%; de Franschen 10 3ook of 21180 van de 187600; en 12270 van de 112900. Bij Sedan verloren de Duitschers 5.5%; de Franschen 42 2% of 8920 van de 154000 en 38000 van de 90000. Er wordt wel eens gezegd, dat in den modernen oorlog meer menschen sneuvelen dan vroeger: 't gaat nu meer automatisch en mechanisch, beweert men't is nu meer een maaien, vroeger een afsnijdentoch geven de cijfers dat niet toe; zie maar: Slag bij Kollen, 18 Juni 1757Oosten rijkers verliezen 15,2%. Pruisen 33 6%. Slag bij Leuthen 5 Dec. 1757. Oosten rijkers verliezen 37,2%, Pruisen 14,4%. Slag bij Leipzig Oct. 1813: Verbonden legers verliezen17 8% Franschen 34%. Percentsgewijs waren de verliezen in den oude ooriogen net zoo groot als nu iu den modernen strijd, 't Was toen ook: afmaaien, 't Aantal slachtoffers was even groot. Be doelt men er mee: de Oorlogen duurden in 't algemeen langer, dan is dat waar. In 3, 4, maanden sneuvelen er thans net zooveel als eertijds in 1 jaar. „Zouden we dit najaar weer suiker voor onze bijen kunnen krijgen?" hebben velen reeds gevraagd. Wij kunnen dezen vragers mededeelen, dat het Hoofdbestuur van de „Vereeniging ter bevordering der Bijenteelt in Nederland" evenals vorige jaren maat regelen genomen heeft ter voorziening in de behoeften der imkers aan gedenatureerde suiker. De Regeering heeft ook reeds op het gedane verzoek vrijdom van accijns ver leend evenwel is het, met het oog op de ernstige tijdsomstandigheden, niet zeker of de suikerlevering zal kunnen plaats hebben, dewijl de suikerhandelaars in de huidige om standigheden geen zaken wenschen te doen. Zoodra echter de omstandigheden dit moch ten veroorloven, zal tot aankoop worden overgegaan en zal daarvan tijdig aan de be langhebbenden kennis worden gegeven. 'tZou vooral nu, in dezen zorgvollen tijd, in het vooruitzicht dat wij ook op stoffelijk gebied een ongunstigen winter tegemoet gaan, een tegenvaller zijn als geen accijns vrije suiker kan worden bekomen. De imker heeft er de laatste jaren al zoo op gerekend. Sinds 1909, toen de honigoogst zoo slecht was, heeft hij er geregeld van kunnen profiteeren, een enkele maal zelfs ook in het voorjaar. Tegen een voorjaars- voedering met suiker en vooral met gedena tureerde suiker verheffen zich echter steeds meer stemmen, en zelfs zijn er die de voe dering met suiker heelemaai uit den booze achten, haar beschouwen als een noodzakelijk kwaad. Men weet dat ten onzent op advies van den Leeraar voor Bijenteelt als denatu- reeringsmiddel peper wordt gebezigd, welk middel ook in Oostenrijk wordt toegepast. Van die gepeperde suiker hebben vele imkers een afkeer, vooral als de menging niet naar behooren is geschied, de peper dientenge volge onregelmatig, soms in kleinere en grootere stukjes, in de suikermassa wordt aangetroffen. Dan kan die suiker op een men- schentong onaangenaam prikkelen en men vreest dan wie zal zeggenten onrechte dat zulk heet goedje ook den bijenvolken geen goed zal doen. Voedert men in het voorjaar weder met zoodanige suiker, dan loopt men gevaar later ook gepeperden honig in de cellen te krijgen. Beperkt men de voe dering tot het najaar, dan zal de suiker in den regel wel worden verbruikt en zal dat gevaar niet zoo licht ontstaan. Ook een voe dering met gewone, niet gedenatureerde sui ker, mag in 't voorjaar niet worden toege past, als men later met den honig anderen wil bedienen het te winnen product zal dan toch grootendeels uit suiker bestaan. D i t is de schaduwzijde geworden van de levering en voedering met accijnsvrije suiker, dat sommige (of vele?) imkers er misbruik van hebben gemaakt, de suikervoedering over dreven zijn gaan toepassen en aan hun klan ten mooien, hagelwitten raathonig zijn gaan verkoopen, die feitelijk even weinig met het echte, edele natuurproduct te maken heeft als slechte margarine met natuurboter. Dit is misbruik maken van het vertrouwen, dat de onkundige kooper, dien het natuurlijk om bloemenhonig, den door de bijen vergaarden en verwerkten nectar, te doen is, in den koopman-imker stelt. Suiker voedere men al leen in den herfst om de volken door den winter te helpen en men geve ze nog alleen aan volken, waarvan men mag verwachten, dat ze zich het volgende jaar tot krachtige koloniën kunnen ontwikkelen. C. B. De Minimumwet in den Landbouw. Minimum wil zeggenhet minste. Het vreemde woord minimumwet heeft den prak- tischen landbouwer dit te zeggendat de voedingsstof, welke in de minste hoeveelheid in den bodem aanwezig is, den oogst be paalt. Niet de overvloed dus, waarin wellicht de andere voedingsstoffen aanwezig zijn. Ont breekt één voedingsstof ten deele voor een normalen oogst, dan is in diezelfde mate de groote van den oogst daarvan afhankelijk, en wordt dat gemis door al het andere niet vergoed. Dit wordt in de praktijk zoo vaak vergeten. Men vertrouwt zoo dikwijls nog op hetgeen mogelijk van vroegere bemestingen is ach tergebleven, met weet zijn land „vet", d.w.z. tamelijk rijk aan stikstof, en meent, dat de bemesting nu wel eens een keer kan worden overgeslagen. Of men geeft, daar men 't vo rige jaar nog al royaal is geweest, nu maar eens enkel „slak" of enkel kainiet. Die keuze is niet zelden gansch willekeurig, klakkeloos, 't Kan zeer goed zijn, dat een onvolledige bemesting, een enkel jaar toegepast, niet schaadt, maar dat is moeilijk vooruit te zeg gen. De ondervinding bij desbetreffende proe ven heeft geleerd, dat op zand- en veen gronden althans, welke van nature arm zijn aan plantenvoedsei, de weglating van een of andere stof zich spoedig wreekt. En waar jaar op jaar aan het land te kort wordt ge daan, daar wordt al heel gauw de schade vrij groot, op den duur belangrijk. Men heeft dit eens onderzocht gedurende 13 jaren op een stuk grond te Zevenhuizen (Or.), bestaande uit zand, waarvan in vroe gere jaren het veen was uitgebrand. Gedurende de jaren 1895 tot en met 1906 werden er verschillende gewassen op ver bouwd. 't Veld werd in 16 perceelen van 1 Are, 8 stel van 2, ingedeeld, en in verschil lende richtingen werden proeven genomen. Zoo werd b.v. telkens één voedingsstof: kalk, stikstof, phosphorzuur of kali, wegge laten, om te zien in hoeverre dit invloed had op den oogst. Nu, oogstvermindering was wel teconsta- teeren, bijna al de jaren door. Na 13 jaren kon geconstateerd worden: 1. dat de kalk goed gewerkt had, zoodat de kosten er van ruim betaald werden. Er was een overschot van f 66.—. 2. dat Chilisalpeter zeer gunstig had ge werkt, zoodat weglating er van tengevolge had, dat de netto meer-opbrengst f 526. lager was. 3. dat slakkenmeel buitengewoon gunstig werkte. Werd deze stof uit de combinatie weggelaten, dan daalde de neRo-opbrengst met f 1051.—. 4. dat ook kainiet goed werkte, hoewel niet als „slak". Werd kainiet weggelaten, dan was de netto-winst f 325.kleiner. 5. dat vol stalmest een netto meer opbrengst gaf boven onbemest van f 1018.volledig kunstmest van f 11.42.—, half en half (half stal-, half kunstmest) van f 1278.—. De kunstmest won het dus van den stalmest met f 124.—, half en half spande de kroon met nog f 136.— boven enkel kunstmest. Uit de resultaten onder 1—4 spreekt de minimumwet duidelijk genoeg. C. B. Nader tot 't Kon niet uitblijven, waar een zoo bloe dige krijg stond gevoerd te worden, waar duizenden en duizenden menschenlevens in de waagschaal werden gelegd, of ook de Kerk zou zich uitspreken. En het is opmerkelijk, hoe in al de kerke lijke bladen een toon gehoord wordt, die den oorlog als zoodanig verfoeit, maar ook in dien oorlog een geesel Gods ziet. Het ver schil tusschen het oordeel der orthodoxe en vrijzinnige bladen moge groot, hun woor denkeus anders zijn, bij beide is een besef van den ernst der tijden, en hoe uit dit wee nieuw leven geboren moet worden. De Synode der Ned. Herv. Kerk nam een voorstel aan, waarin op biddagen wordt aan gedrongen, opdat de vrede mag weerkeeren. Maar ook in dit voorstel wordt gewaagd van den geestelijken zegen, die uit dezen oorlog kan voortkomen. En de bladen maken melding van volle kerken, en wij hebben het zelf mogen aan schouwen, met ontroering, hoe er nog in bangen nood, wanneer de angst het hart uitdrijft tot den Almachtige, een groote schare zich in de bedehuizen opeenhoopt, om te hooren van zonde, gerechtigheid en oordeel. De „Kerkelijke Courant" schreef: „De oorlog is vrucht van de zonde; is rijpwording van het menschelijke kwaad in allerlei vorm. De oorlog is een product der hel: en zijn werken zijn ellende, name- looze jammer, ontaarding, verwildering, wanhoop en ondergang! Maar wij allen hebben deel aan die macht. De zelfzucht, de hebzucht, de hoogmoed, de eigenwaan, de dierlijke driften en zooveel meer, die in den oorlog zich belichamen, zij wonen in ons aller hart. Uit den boezem van de menschheid zelf komt de oorlogsduivel voort, geboren uit de samenvloeiing van al die lagere krachten, gevoed en gekweekt door die menschelijke zonden, totdat hij eindelijk groot en sterk is geworden en Ooltgensplaat-steiger -dorp Den Bommel Achthuizen Oude Tonge Nieuwe Tonge. Middelharnis-dorp -haven. Middelharnis-haven Hellevoetsluis Rotterdam M 4,55 <3 5,08 c 5,13 [5 5,23 o. 5>34 5,45 - 5,50 5,58 te 6,07 6,37 8,17 7,45 7,58 8,03 8,13 8,24 8,35 8,40 AA 9,05 9,35 11,15 1,23 2,03 2,16 2,21 2,32 2,42 2,53 2,58 3,08 3,18 3,48 5,26 4,31 5,47 6,- 6,05 6,15 6,26 6,37 6,42 6,52 7,03 7,33 9,13 8,38 8,41 8,54 8,59 9,09 9,20 9,31 6,27 9,35 4,45 8,25 11,13 6,23 Middelharnis-haven 8,55 11,43 6,53 Middelharnis-haven 9,- 11,53 3,18 7,— -dorp 9,10 12.03 12.04 3,28 7,10 6,20 3,29 7,11 Nieuwe Tonge 6.31 12,16 3,40 7,22 6,41 12,26 12,38 3,50 7,32 6,52 4,01 7,43 6,57 12,43 4,06 7,48 Qoltgensplaat-dorp 7,10 12,57 4,19 8,01 -steiger a. 1,10 4,22 8,30 Ouddorpv. Goedereede Stellendam Melissant Dirksland Sommelsdijk Middelharnis-dorp a. v. -havena. Middelharnis-havenv. Hellevoetsluisa. Rotterdama. 4,46 tl 4,55 •g 5,06 5,20 5,32 a5'43 §•5,46 - 5,51 g 5,59 te 6,07 6,37 8,17 7,40 7,49 8,— 8,14 3,26 8,37 8,40 8,45 8,55 9,05 9,35 11,15 1,54 2,03 2,14 2,28 2,40 2,51 2,54 2,59 3,09 3,18 3,48 5,26 5,38 5,47 5,58 6,12 6,24 6,35 6,38 6,43 6,53 7,03 7,33 9,13 8,31 8,40 8,51 9,05 9,17 9,28 9,31 Rotterdam Hellevoetsluis Middelharnis-haven Middelharnis-haven. Middelharnis-dorp Sommelsdijk Dirksland Melissant Stellendam Goedereede Ouddorp 6,20 6,24 6,32 6,43 6,56 7,07 7,15 9,35 11,13 11,43 11,50 12,— 12,03 12,08 12,17 12,29 12,43 12,54 1,03 3,17 3.27 3.28 3,31 3,42 3,54 4,08 4,19 4,28 4,45 6,23 6,53 6,59 7.09 7.10 7,13 7,22 7,33 7,46 7,57 8,05

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1914 | | pagina 1