Woensdag 26 Augustus 1914.
29ste Jaargang 2001.
voor de Knidltollaiidsclte en Zeenw§ehe Eilanden.
'I
De Europeesche Oorlog.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
BUITENLAND.
Wat Is dat toch:
Nationaliteit
UIT DE PERS.
Deze Courant versohijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
W. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Advertentiën 10 Cent per regel en */s maal. Reclames SO per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */B maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar.
Alle stukken voor «Ie Hedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie tranco toe te eenden aan den Uitgever,
Nu cle Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij haar diensten op ons eiland zooveel heeft gewijzigd,
meenen we onzen lezers een dienst te doen, door de loopende treinen, zooals die thans zijn, hieronder
een plaats te geven.
Van OOLTGENSPUAAT - Hel levoetsluis -ROTTERDAM
Van ROTTERDAM--Hellevoetsluis ^OOLTGENSPUAAT.
Van OUDDORP naar Hellevoetsluis en ROTTERDAM.
Van ROTTERDAM naar Hellevoetsluis en OUDDORP.
5^
UITGEVER
Telefoon Interconm. Mo.
Ooltgensplaat-steigerv.
-dorp
Den bommel
Achthuizen
Oude Tonge
Nieuwe Tonge
Middelharnis-dorpa.
n v.
-havena.
Middelharnis-haven
Ilelievoetsluis
Rotterdam
w 4,55
45 5,08
a 5,13
5 5>23
5,34
5,45
5,50
73 5,58
6,07
6,37
8,17
7,45
7,58
8,03
8,13
8,24
8,35
8,40
8,50
9,05
9,35
11,15
1,23
2,03
2,10
2,21
2,32
2,42
2,53
2,58
3,08
3,18
3,48
5,26
4,31
5,47
6,-
6,05
6,15
6,26
6,37
6,42
6,52
7,03
7,33
9,13
8,38
8,41
8,54
8,59
9,09
9,20
9,31
Rotterdamv.
Ilelievoetsluisv.
Middelharnis-havena.
Middelharnis-havenv.
-dorpa.
Nieuwe Tonge
Oude Tonge
Achthuizen
Den Bommel
Ooltgensplaat-dorp
-steiger
6,20
6.31
6,41
6,52
6,57
7,10
6,27
8,25
8,55
9,-
9,10
9,35
11,13
IJ ,43
11,53
12.03
12.04
12,16
12,26
12,38
12,43
12,57
1,10
3.18
3.28
3.29
3,40
3,50
4,01
4,06
4.19
4,22
4,45
6,23
6,53
7,-
7.10
7.11
7,22
7,32
7,43
7,48
8,01
8,30
Ouddorp v.
Goedereede
Stellendam
Melissant
Dirksland
Sommelsdijk
Middeiharnis-dorp a.
v.
-haven. a.
Middelharnis-havenv.
Hellevoetsluisa.
Rotterdama.
4,46
bi 4,55
S 5,06
1 5,20
5,32
5,43
§•5,46
5,51
5,59
5 6,07
6,37
8,17
7,40
•7,49
8,-
8,14
8,26
8,37
8,40
8,45
8,55
9,05
9,35
11,15
1,54
2,03
2,14
2,28
2,40
2,51
2,54
2,59
3,09
3,18
3,48
5,26
5,38
5,47
5,58
6,12
6,24
6,35
6,38
6,43
6,53
7,03
7,33
9,13
8,31
8,40
8,51
9,05
9,17
9,28
9,31
Vooral bij de vrouw spreekt het gewaad,
wat de Engelschen noemen, volumes.
In wat de vrouw onbekleed laat, of door
de dunte van wat ze draagt heen laat zien,
leest de kenner haar in 't Hart.
Rotterdam
Hellevoetsluis
Middelharnis-haven
Middelharnis-haven.
Middelharnis-dorp
Sommelsdijk
Dirksland
Melissant
Stellendam
Goedereede
Ouddorp
6,20
6,24
6,32
6,43
6,56
7,07
7,15
9,35
11,13
11,43
11,50
12,
12,03
12,06
12,17
12,29
12,43
12,54
1,03
3,17
3.27
3.28
3,31
3,42
3,54
4,08
4,19
4,28
4.45
6,23
6,53
6,59
7.09
7.10
7,13
7,22
7,33
7.46
7,57
8,05
We moeten onze Nationaliteit handhaven.
Dat moet Nederland doen; Belgie, Frank
rijk, Duitschland, ja elke Staat. Maar feit
is, dat Vasthouden aan zijn Nationaliteit
één der oorzaken van Oorlog is. Elk volk
A staat dus voor dit dilemmaHet moet zijn
nationaliteit handhaven èn als 't dat doet,
is er aanleiding tot oorlog.
Maar wat moet een Volk dan doen? Die
nationaliteit loslaten? Doch dan krijg je
ook op den duur oorlog, omdat dan 't
stelsel van Evenwicht of Overwicht wordt
vernietigd. Ja't, is een eigenaardige zaak
die Nationaliteitsidee! Er zijn al heel wat
woorden aan zoek gemaakt en 't laatste
zal nog wel niet uitgesproken zijn.
Een Franschman van naam heeft eens
gezegd, dat het Nationaliteitsbeginsel kind
der Revolutie en van 't Liberalisme is.
Een Italiaan, schrijvende over 't Volken
recht, heeft dit beweerdde menschen ver
doelen zich naar een algeraeene natuurwet
in Rassen en deze weer in verband met
de natuurlijke gesteldheid des Lands (ber
gen, rivieren) in stammen en natiën. Maar
juist door dat gescheiden leven dier Natiën,
de één vóór en de andere achter een zelfde
gebergte, kwam er aandrang om zich bij
elkaar te voegen. Men was één Volk, sprak
één Taal, had dezelfde levensopvattingen
en levensvormen en levensuitingen, maar
door dat gebergte of dien keten van ge
bergten of die groote rivieren behoorde het
eene stuk der Natie tot 't koninkrijk A. en
't andere stuk tot 't keizerrijk B. Nu werd
de aandrang om ééu Natie te zijn, èn on
gescheiden, zóó groot, dat 't koninkrijk aan
't, keizerrijk, of andersom, den oorlog ver
klaarde; het stuk lands achter 't gebergte
of achter de rivier werd overrompeld en
bij den Vrede aan 't koninkrijk b.v. toebe
deeld. Ziezoo; nu was de gescheiden Natie
één. Vóór en achter 't gebergte was nu niet
alleen evenals vroeger éen taal en één
spraak, maar 't was nu een Eenheiden de
Bergen scheidden niet meer; nu liep dat
eene stuk van de Natie geen gevaar meer
om door een vreemde taal beheerscht en
door een vreemd volk ingeslokt te worden.
Maar gelden dan geen tractaten meer?
Geen Staatsverdrag en geen Staatswil?
Als nu toch bij Tractaat of Staatsverdrag
de twee stukken eener Natie afzonderlijk
moesten blijven; het eene bij 't koninkrijk
vóór 't gerbergte eo 't andere bij 't kei-
ierrijk achter 't gebergte; mag men dan
maar die Tractaten verscheuren onder de
leus: Alle stukken eener Natie, waar ze
ook zich bevinden, behooren bij elkaar.
Wat Hollandsch spreekt, behoort bij Hol
land. Wat Duitsch spreekt bij Duitschland;
wat Fransch spreekt bij Frankrijk enz. En
de Italiaansche schrijver zegt: Met staats
verdragen en staatswil heeft een volk niets
te maken, maar wel met zijn natuurlijke
organisatie van taal en spraak en gewoon
ten en zeden.
En wanneer er Tractaten bestaan, die
deze natuurlijke organisatie in den weg
zijn getreden, dan moeten de oude staats-
verbindingen door die tractaten vastgelegd,
maar kort en goed ontbonden worden. Ver
dragen en tractaten, die de onvervreemd
bare rechten van een Natie verkorten,
moeten ontbonden en verscheurd worden;
door Oorlog als 't niet goedschiks gaat.
Zijn door vorstenhuweüjken natiën ver
brokkeld, of stukken her- en derwaarts
verspreid, dan hebben die natiën recht ten
oorlog, om 't gedeelde weer tot eenheid te
krijgen. En zijn de nationaliteiten weer bij
elkaar, na bloedigen strijd van jaren of
eeuwen dan moeten de oorlogen ver
dwijnen; want dan is Ras bij Ras geko
men, Stam bij Stam, Natie bij Natie, Volk
bij Volk dan zou oorlog broederstrijd
zijn en rassenverdelgiDg en gruwelijke
moord. Ja, dan was oorlog: Moord. Maar
zoolang de natiën en stammen en rassen
niet Een zijn, is de oorlog verplicht, om
dat ze de verspreide stukken eener natie,
eens staras samenbrengt als zonen van 't
zelfde Huis, uit een wortel opgeschoten.
Dan zal er pas reden zijn om een Vredes
paleis te stichten en een Arbitrage Hof op
te richten, want dan zullen er slechts ge
schillen zijn tusschen Zonen van 't zelfde
Huis, tusschen ras- en stamgenooten. En
die broederen* kunnen een scheidsgerecht
instellen. Maar gescheiden natiën moeten
oorlogen tot ze één zijn en lachen om
verdragen en tractaten.
Maar ieder gevoelt, dat, zóó het Natio
naliteitsbeginsel opgevat, heel Europa in
brand komt te staan.
Nederland en Nd. Belgie spreken Hol
landsch, Zuid-Belgie en Frankrijk spreken
Fransch. Derhalve moet Noord-Belgie bij
Nederland en Zuid-Belgie bij Frankrijk.
Zwitserland spreekt voor een deel Duitsch,
voor een ander deel Fransch en voor een
ander deel Italiaansch; derhalve moet de
Zwitsersche Statenbond springen en moeten
Frankrijk, Duitschland en Italië ieder een
stuk hebben.
De Oostenrijkers spreken Duitsch. Oos
tenrijk moet dus weer als van ouds aan
Duitschland komen.
Zoo komt heel Europa in botsing vol
gens dat Nationaliteitsidee! Sterker nog:
De Elzas met Lotharingen waren oorspron
kelijk Duitsch; Frankrijk had ze veroverd
Wat doet Duitschland volgens dat Natio
naliteitsbeginsel in 1870: het neemt den
Elzas en Lotharingen.
Wat doet Duitschland met een stuk van
Denemarken Het annexeert het. Bismarck
paste de leer van den Italiaan toe en voegt
Taal bij Taal, Natie bij Natie en verklaart
in 66 aan Denemarken den oorlog en in
70 aan Frankrijk. Door zoo'n opvatting
van het Nationaliteitsbeginsel moeten de
Turken Europa uit en naar Azie; moeten
de Serviërs deel worden van Rusland en
nooit van Oostenrijk.
Ja, zoo opgevat staan we pas aan 't
begin van een Wereldbrand.
Onder 't hoofdje
Publieke eere
schrijft de Standaard
Valt het te loochenen, dat ook in de klee
ding der vrouw allengs een lichtzinnigheid
was doorgedrongen, die gemis aan degelij-
ken levensernst en aan vrouwelijk eergevoel
verried
Mevrouw Ki. Sanders wijst hierop in het
tijdschriftNetie Frauwen-Kleidung und Frau-
en Kultur, en stelt de vraag, of het nn dan
toch niet tijd wordt, om althans in kringen,
waarin men zichzelf respecteerd, met deze
eerverlagende mode te breken.
Ook bij ons werkte de zucht, om met de meest
doorzichtige tule slechts schijnbaar te dek
ken, en feitelijk zooveel eenigszins gaat van
eigen tint te laten zien; alle vormen en wen
dingen van 't lichaam in het oogloopend te
doen uitkomen en in alles op vlak het te
gendeel bedacht te zijn van wat de heilige
apostel in 1 Tim. 2 9 en elders der eer
zame vrouw op 't harte bindt.
Moet niet zelfs geklaagd, dat men ook in
Christelijk-geloovige kringen zich soms door
deze onheilige vertoonzucht liet medesleepen
en er elkander in poogde te overtreffen
Het staat er zoo met nadruk, dat een
Christenvrouw „ook in haar dracht zijn moet
gelijk het de heiligen betaamt".
In dat woord van Mevrouw Sanders spreekt
daarom een gezonde raad, die ook ten on
zent gehoor vinde.
Verootmoediging voor den Heere onzen
God moet .thans de grondtoon van aller zelf
bewustzijn wezen.
Doch dan werke die grondtoon uit ons in
nerlijk bewustzijn ook in ons optreden door.
Helpen, steun verleenen, leed ondervangen
en verzachten, is uitnemend, maar niets doet
bij de vrouw zoo sprekend uitkomen, wat
haar innerlijk beweegt, als juist haar verschij
ning bij het optreden in 't publieke leven.
De toestand.
De eerste geweldige klappen zijn aan de
Duitsch-Fransche grens al gegeven. De
Franschen hebben in den Boven-Elzas, den
kant van Mühlhausen uit, een nieuw succes
behaald, maar dit kan in geen vergelijk ko
men met de zege der Duitsche wapenen in
Lotharingen, den kant van Metz uit. Als de
officieele berichten uit Berlijn het niet tè
mooi voorstellen, dan zou er zelfs een groote,
in eerste instantie schier beslissende, over
winning op den vijand zijn behaald.
„Onder aanvoering van den kroonprins van
Beieren zoo luidt het telegram van den
grooten generalen staf hebben troepen
van alle Duitsche stammen in veldslagen
tusschen Metz en de Vogeezen de zege be
vochten.
„De vijand, die met een sterke strijdmacht
in Lotharingen oprukte, is over de heele linie
met zware verliezen teruggeworpen.
„Vele duizenden zijn gevangen gemaakt en
talrijke kanonnen zijn hem afgenomen. De
geheele omvang van het succes is nog niet
te overzien, daar het slagveld een grootere
ruimte beslaat dan in de gevechten van 1870/
1871 en onze gehééle legermacht er bij be
trokken was. Onze troepen, die bezield zijn
door een onweerstaanbaren drang tot opruk
ken, vervolgen den vijand en zetten den strijd
ook vandaag voort"
En dan voegt een later telegram, óók van
den staf, hier nog aan toe, dat de door de
Duitsche troepen tusschen Metz en de Vo
geezen verslagen Fransche strijdmacht Vrijdag
21 Augustus achtervolgd is. De terugtocht
der Franschen ontaarde in een wilde vlucht.
„Tot dusverre zijn meer dan 10.000 man
gevangen genomen en minstens vijftig stuks
geschut veroverd. De verslagen vijandelijke
krijgsmacht bestond uit meer dan acht leger
corpsen"
In dit bericht van den Duitschen generalen
staf wordt het terrein van den slag aangeduid
als te liggen tusschen Metz en de Vogeezen
en dus zou de strijd geleverd zijn over een
front van nagenoeg 100 K.M. breedte.
De geheele Fransche legermacht bedraagt
21 legercorpsen. De hier verslagen krijgs
macht omvat derhalve meer dan het derde
deel van het Fransche leger.
De Költiische Zeitung zegt in een bespre
king van wat zij de eerste overwinning op
het slagveld noemt: De Fransche opmarsch
moet gelijktijdig hebben plaatsgehad van uit
de omgeving van Toul, Nancy, Lunéville en
Ste. Dié, gedeeltelijk ook over de wegen die
door Fransche sperforten waren versterkt.
Doch het groote offensief is nu gebroken.
Wat niet is gevangen genomen of op het
slagveld ligt, zoekt den terugweg op vader-
landschen bodem weer te bereiken, nagezet
door de overwinnende Duitschers. Wellicht
gelukt ditmaal de door alle krijgskundigen
aangeprezen vervolging tot den laatsten adem
tocht van man en paard. Het Rijn-Marne-
kanaal is een zware hindernis voor de te
rug trekkende troepen, niet minder ook de
smalle wegen door het bergwoud. Men dient
nu af te wachten, of het gelukken zal de
Franschen tegen die hindernissen te verplet
teren
Het cijfer van 10.000 gevangenen, hoe groot
ook, wijst nog niet op een „verplettering";
maar al konden de Fransche legercorpsen
blijkbaar weer terugtrekken min of meer
ordelijk óf in wilde vlucht? een groote
overwinning is toch wel zéér stellig door de
Duitschers behaald. Daar kan het door de
Franschen bij Mühlhausen verkregen succes
niet tegen opwegen. Laten de cijfers spreken
vermeesterd werden daar een Duitsche bat
terij van zes stukken geschut met caissons
en 18 andere kanonnen en 600 Duitschers ge
vangen genomen. En vergelijk hiermêe nu de
Duitsche opgaven over den grooten slag in
Lotharingen.
Van Fransche zijde werd eergisteren alleen
erkend, dat de jongste operaties in Lotharin
gen minder succesvol waren dan in de voor
gaande dagen. „De Fransche voorhoede
stootte op zeer sterke stellingen en werd
door een tegenaanval tot den terugtocht ge
dwongen op de hoofdmacht aan de Seille en
het kanaal tusschen de Marne en den Rijn".
't Zal ons benieuwen, hoe straks de offici
eele lezing luidt over de nederlaag der Fran
sche wapenen,
Met spanning ziet men ook uit naar be
richten uit België, van de Maaslinie dan.
Want ook daar kunnen nu elk oogenblik
geweldige klappen vallen. Te Parijs is men
er volgens bericht van Duitsche herkomst
van overtuigd, dat de verbonden legers van
Frankrijk, Engeland en België (het restant
dan) hun bepaalde stellingen op de Belgische
vlakte hebben ingenomen en al voeling
gekregen hebben met de voorhoede van 't
Duitsche leger. En nu wacht men in adem-
looze spanning op de eerste berichten van
den grooten slag, die waarschijnlijk op het
oogenblik(?) reeds aan den gang is
De Duitschers In Brussel.
De correspondent van de Daily Telegraph
te Ostende heeft Zaterdag een onderhoud
gehad met een in België geboren Engelsch-
man, die er na herhaalde mislukte pogingen
in was geslaagd om Zaterdagochtend vroeg
te voet door de Duitsche linies heen te ko
men en naar Aalst te gaan en vandaar per
trein naar Ostende. De eerste Duitscher, dien
hij in Brussel zag, was een officier die door
de stad reed. Donderdagochtend om 10 uur
kwam de Duitsche hoofdmacht uit de rich
ting van Leuven en verdeelde zich bij Ter-
vueren. De artillerie trok Zuidwaarts langs
den weg naar Waterloo, terwijl een andere
groote troepenmacht langs den Boulevard
van de Jardin Botanique voorbij het Noor
derstation de stad uittrok naar Koekelberg.
Juiste opgaven over het aantal Duitschers
waren niet te krijgen, maar naar schatting
waren Vrijdagavond ongeveer 200,000 offi
cieren en manschappen door de stad getrok
ken.
De om Brussel achtergebleven troepen zijn
naar schatting 10,000 man sterk. Tot mili
tair gouverneur van de stad is graaf von
Arnim, de bevelhebber van een legerkorps,
aangewezen.
in zijn beschrijving van de groote tros der
Duitschers, die langs den Boulevard de Jar
din Botanique oostwaarts trok, zegt de zegs
man van den correspondent dat zij bestond
uit ambulances, telegraafkorpsen en dergelij
ke afdeelingen. Uur na uur rolden wagens
van allerlei soort langs den boulevardhon
derden vrachtautomobielen en een onnoeme
lijk aantal door paarden getrokken rijtuigen,
sommige hoog beladen met bagage van of
ficieren, waaronder veel koffers. De uitrus
ting van alle troepen was buitengewoon goed
in orde. Ook de artillerie, die ik naar Wa
terloo heb zien trekken, was bizonder goed
toegerust. Ik heb een poos naast de reeks
van kanonnen geloopen en was verwonderd
over het groote aantal. Ik ben aan 't tellen
gegaan, maar ik heb het niet verder kunnen
brengen dan 231, ik kan zelfs niet gissen
hoeveel er meer geweest zijn.
Het eerste wat de Duitschers deden, na
hun hoofdkwartier te hebben gevestigd in
het stadhuis, was zich in 't bezit te stellen
van de telegraafkantoren. Twee uren na aan
komst te Brussel hadden zij een eigen tele
foonverbinding tot stand gebracht tusschen
het stadhuis en hun slaapkwartieren in het
Hotel Cosmopolitie bij het Noorderstation.
Zij gebruikten daarbij de straatlantaars als
steunpunten. De heele installatie was in an
derhalf uur gereed.
Graaf von Arnim deed in een proclamatie
aan de ingezetenen weten dat hij door de
oorlogsomstandigheden genoodzaakt was le
vensmiddelen en andere benoodigdheden op
te eischen. Hij maande de burgerij ten streng
ste aan niet te schieten of op eenigerlei wijze
onrust te veroorzaken.
In alle hoofdstraten en ook in de aangren
zende straten waardoor troepen kwamen,
mochten de café's niet langer dan tot 9 uur
's avonds openblijven.
Ik hoorde dat de beurs en het hoofdpost
kantoor tot slaapzalen zijn ingericht voorde
troepen. Geen der kazernes is in gebruik
genomen. Men zegt dat de Duitschers vree
zen, dat de Belgen ze hebben ondermijnd.
De Duitsche soldaten hebben bevel gekre
gen alles te betalen en doen dat ook. Zij ge
dragen zich in alle opzichten goed. De offi
cieren daarentegen schaften zich in de win
kels allerlei dingen aan en betalen niet met
geld maar met chèques. De winkeliers hebben
er een hardhoofd in dat zij die papiertjes
ooit in geld zullen kunnen omzetten.
De dagbladen mogen niet meer verschijnen
alleen is aan het Journal de Bruxelles ver
gund, eenmaal uit te komen, om den dood
van den paus en de proclamatie van den
militairen gouverneur te melden.
's Nachts mag niemand Brussel in of uit.
Aalst is slechts door 25 Duitschers bezet
en in Gent heb ik in het geheel geen Duit
schers gezien.
Van een Belg die langs een anderen weg
Brussel had verlaten, hoorde de correspon
dent, dat de Duitschers te Denderleeuw de
spoorbrug en het station in de lucht hadden
laten vliegen, op grond dat de bevolking