29sl* Jaargang N°. 1966.
voor de Ütiidhollaiüdsele en ISeeuwselte Eilanden.
1G0"
1
Zaterdag 35 April 1914.
An tirevo lu tionair
Orgaan
EEESIE m
Pink jfT4
ring
3
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN,
Treub's Belasting.
R. C. F. y. a. LEE-Ioonen.
OP DEN UITKIJK.
Reclames - Mededeelingen
Ongelukkig zijn d&fgl
armen
1
aarden,
iet
ïerk).
.«STERDAM.
iwsche- en
ksland
Jdels enz.
7611
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Bnitenland by vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Adrertentiën 10 Cent per regel en */8
maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaar..
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nur.
„HET GOUDEN HERT",
üottcrdani.
DINERS 60 cent en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
'fNu*\'iriuifs fSn
ag Great 1913
V
t indien de
ïartje en een
7711
r
-
in gewa-
lm. 15,000
agge
if
i
uitgever
SOMMELSDÏJK.
telefoon latere®*»*». Ko. S.
Alle sSüfekeis v«or de Kedaclïe bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den tiitgrever.
Ten tweeden male vroeg »De Standaard»
aan «De Nederlander om zijn artikelen
over de ingediende wet-Treub in brochure
vorm uit te geven. Tot heden is 't Rotter-
damsche Clir. Hist. Orgaan daar nog niet
toe overgegaan.
Daarom meenen we het tweede artikel
van 26 Maart jl. als een der meest be
langrijke aan onze lezers voor te leggen.
't Is een lang artikel, maar des lezens en
overdenkens ruimschoots waard.
Het luidt aldus:
Treub's belasting op de Volkskracht.
II.
1. De uitsluiting der Kerkelijk
bedeelden.
De eerste Volksgroep, die, tot straf
van hare zelfstandigheid ten aanzien van
de verzorging harer behoeftige ouden, door
den heer Treub wordt uitgesloten van het
genot der door het geheele volk be
taalde zg. ouderdomsrenten, is het onge
veer de helft der volks omvattende gods
dienstige en kerkelijk-georgani-
seerde volksdeel.
Inderdaad zijn, volgens art. 1 van het
Wetsontwerp, zij, die tusschen hun 65ste
en 70ste levensjaar weieens broederlijke
handreiking genoten van de godsdienstige
gemeente waartoe zij behooren, van het
ontvangen van de ouderdomsrente uitge-
fjp/aloten 1), waarmee zij alzoo wil het de
«rechtvaardige» Treub op één lijn wor
den geplaatst met hen, die na hun 60ste
jaar als misdadiger of landlooper zijn ver
oordeeld, of wel zich aan misbruik van
sterken drank plegen te buiten te gaan,
welke catagorieën in art. 2 eveneens deze
Staatsgift onwaardig worden gekeurd.
Nu kan men deze uitsluiting beschouwen
van den bloot materieelen kant, en bere
kenen, hoe groot het bedrag is, dat de
diaconiën daardoor aan de 70-jarigen zullen
moeten blijven spendeeren, dat èn bij de
doorvoering van de wet-Talma èn bij de
invoering van zuiver Staatspensioen zou
vrijkomen, en aan de verbetering van de
verzorging der overige armen zou kunnen
worden besteed.
Doch dit schijnt ons toch niet de be
langrijkste kant der zaak.
De reden waarom wij op deze uitsluiting
een weinig nader ingaan is deze, dat zij
zulk een schel, ontdekkend licht werpt op
den waren aard, op de bedoelingen en op
de practijken der vrijzinnigheid. Het is een
treurig feit, dat het gevaar, dat van de
heerschappij van de «vrijzinnigheid» in al
hare s-hakeeringen dreigt voorde
Christelijke grondslagen onzer maatschappij,
zoo vaak nog zoo weinig wordt verstaan,
zelfs door hen, die tot voorgaan geroepen
zijn.
Nog dezen zomer hebben wij dit ervaren.
Wat spreekt Gij toch van gevaren,»
zoo klonk het ons, ook van geestverwante
zijde vaak tegen, «die ons van de vrijzin
nigen zouden dreigen? Zijn ook aan de
overzijde geen ware Christenen Is 't niet
1) Men merkt ons wellicht op, dat niet slechts
de kerkelijke, maar alle, dus ook de burgerlijke
bedeelden zijn uitgesloten.
Dit is waar, maar de uitsluiting der burgerlijke
bedeelden, zooals ook in Engeland, maar slechts
bij wijze van tijdelijken overgangsmaatregel is
toegepast, is op zichzelf toch nog geen grievend
onrecht, gelijk de uitsluiting der kerkelijke be
deelden.
„Het gaat echter niet aan, in deze zaak ons
land met Engeland op één lijn testellen", zegt de
Memorie van Toelichting terecht. „In Engeland
is de armenzorg zoo goed als geheel overheids
zorg en worden de kosten daarvan door de heffing
eener belasting de bekende poor rate, gedekt.
Voor zoover dus daar te lande de ouderdoms
pensioenen, die aan bedeelden worden uitgekeerd,
de kosten der armenverzorging hebben verminderd,
is dit ten hoogste een verplaatsing van belasting
druk geweest. Wat uit de algemeene belastingen
wordt besteed aan pensioenen voor oude armlas
tigen, komt aan de poor rate betalers ten goede."
M. a. w. ook bij uitsluiting der burgerlijke be
deelden, worden ten slotte alle arme ouden ge
lijkelijk uit de over allen omgeslagen belasting
gelden verzorgd, en de eene volksgroep niet boven
jje andere gepreviligieëerd.
veel meer uwe pQlitiek die, hiermee en
daarmee, onze Kerk bedreigt?» Eu zoo heb
ben velen zich angstig gemaakt, over «ge
varen» voor de Kerk, die slechts in de
verbeelding van liberale courantiers be
stonden; zoo heeft men zich vertoornd over
kleinigheden zich verdiept in nietige twis-
terijen; zich laten diets maken, dat eigen
lijk juist een linksch bewind den vrede en
voorspoed der Kerken verzekeren zou.
Voor dezulken nu kan deze uitsluiting
leerzaam zijnwijl zij hun begrijpelijk ma
ken kan, wat wij met onze waarschuwing
tegen het «vrijzinnig gevaar» eigenlijk be
doelen wijl zij de gelegenheid biedt, eens
aan de feiten zelf te demonstreeren,
hoe, niet de booze wil van bepaalde vrij
zinnige personen, maar het vrijzinnig
beginsel als zoodanig, zoodra het
onbelemmerd en vrij werken kan, noodza
kelijk en onweerstaanbaar de Christelijke
basis van ons volksleven ondermijnt, en
onze, slechts uit de werking van het Chris
telijk beginsel geboren vrijemaatschap-
p ij verslaaft onder het juk van een p a g a-
nistisch Staatsdespotisme.
De redenen, die de heer Treub voor zijn
uitsluiting opgeeft, ziju twee in getal, en
hebben de eigenaardigheid, dat zij elkaar
uitsluiten öf de éébe, of de andere is
niet oprecht gemeend.
Hier volgen zij:
le. Voor zoover de ouderdomsrente
ook aan bedeelden zou worden toegekend,
zou dit tengevolge hebben, in de eerste
plaats, dat ten aanzien van de ouden
van dagen, die door kerkelijke of parti
culiere instellingen worden ondersteund,
die instellingen zouden worden terugge
drongen en haar werk door een onder
steuning van Staatswege, buiten de or
ganisatie van de armenzorg om, souden
zien overgenomen. Het is bekend ge
noeg, dat hiertegen bij velen in
den lande prineipieele bezwa
ren bestaan.
2e. Verder zou het er toe leiden dat
de gelden, die voor ouderdomsrente wa
ren bestemd, ten deele ten goede zou
den komen aan kerkelijke, particuliere
en burgerlijke instellingen van weldadig
heid. Zulk eene bedekte subsidie
aan deze instellingen, hoe nuttig haar
werkkring ook moge zijn, mag van de
ouderdomsrente niet een uitvloeisel zijn.
Toch heeft de ervaring, opgedaan met
art. 869 der Invaliditeitswet, dat ook voor
bedeelden geldt, reeds bewezen hoe noo-
dig het is te voorkomen, dat de gelden,
welke tot steun der behoeftige ouden
van dagen zijn bestemd, wegvloeien naar
terreinen voor welke die bevloeiïng niet
is bedoeld.
Men behoeft geen bijzonder aandachtig
lezer te zijn, om aanstonds te bemerken,
dat ook dit deel der Memorie een «product
der omstandigheden» is, en dat beide mo
tieven, zooals de volksmond het pittig uit
drukt, op elkaar slaan, als een tang op een
varken.
Door de ouderdomsrente ook aan de ker
kelijk bedeelden toe te kennen, heet het
in het eerste argument vromelijk: «wor
den de «kerkelijke en particuliere instel
lingen teruggedrongen ennatuurlijk,
nietwaar, eer de heer Treub zou willen
medewerken, eene kerkelijke instelling te
rug te dringen Zoo iets begeert een
vrijzinnige nooit! Dit eerste argument heeft
dus den schijn van uit liefde voor de
kerken te zijn ingegeven, en lijkt bestemd
om de rechterzijde te paaien.
Doch het tweede argument luidt precies
andersom. Dit is blijkbaar bestemd om de
minder kerklievende elementen ter linker
zijde gerust te stellen.
«Denk eens aan,» fluistert de heer Treub
hen in, «uitkeering aan de kerkelijke
bedeelden zou schrikt niet de kerk
ten goede komen! Het zou eene bedekte
subsidie aan de kerken zijn!! Gruwe
lijk!!!»
Voelt ge het inmg-grappige? Eene maat
regel, die tegelijkertijd de kerken «zou te
rugdringen» en hen zou «ten goede komen»
die tegelijkertijd eene subsidie zou zijn, en
«prineipieele bezwaren» bij de gesubsidi-
Hotrl Restaurant
Gedempte Boerensteler 63A, 63K
Direct nabij de Hoofdsteeg,
f 1.25, f 1.50 en f 1.75
Tel. No. 10595. Aanbevelend,
8let door ceder aanbevolen adres.
eerden zou wekken!2)
In trouwe, de kerken schijnen toch won
derlijke instellingen te zijntot nog toe ziju
zij heeft de heer Treub gelijk waar
schijnlijk wel de eenige zich met de lief
dadigheid bezig houdende instellingen, die
tegen versterking hunner middelen, en ver
lichting van den omvang hunner taak «prin
eipieele bezwaren» schijnen te koesteren
Maar om tot den ernst terug te keeren:
welke van deze twee elkaar uitschakelende
motieven voor de uitsluiting der bedeelden
het kerk-lievende of het kerk-vijandige is
nu, bij den heer Treub, het ware?
Om dit te kunnen vaststellen hebben wij
ons rekenschap te geven van de klassieke
houding, die door de internationale
vrijzinnigheid van oudsher krachtens
hare beginselen en tendenzen tegenover de
Charitas der Christelijke Kerk wordt aan
genomen.
Het meest essentieele, waardoor de
nieuwere Christelijke maatschappij zich
van de antieke onderscheidt, is de vor
mende en vrijmakende kracht van de door
Christus geboden naastenliefde, en de
aanwezigheid van de, van den Staat onaf
hankelijke instellingen, die aan de opvol
ging van dat gebod haar ontstaan en voort
duren te daDken hebben.
Ook de antieke maatschappij kende vrije
vereenigingenmaar 't zij ze gewijd waren
aan de belangen van den handel, van een
vak. van een klasse, of zelfs van de religie,
hun fondament was, steeds, egoïstischeene
gemeenschap van belangen.
Wel werden ook in de antieke maatschap
pij soms wel eens zieken verzorgd; armen
gevoed; slaven vrijgelaten; woningtoestan
den verbeterd'); maar het motief dezer ver
beteringen was steeds het eigenbelang van
den despoot de angst van den heer-
schenden persoon of klasse voor het plebs,
dat men op deze wijze hoopte zoet te hou
den en aan zich te binden.
Eerst in oorspronkelijke Christelijke ge
meenten zien wij enkele op de ongeïnteres
seerde naastenliefde gebaseerde vereeni
gingen tot stand komen: de diaconieën,
de kring van Dorcas etc. en eerst
in de middeleeuwen, in de glansperiode der
R.-Kerk, zien wij door middel van de stich
tingen „om Gods wil", van godshuizen van
allerlei soort, het particulier initia
tief voor het eerst op uitgebreider schaal
de maatschappij vormen en hervormen Na
de Reformatie, toen in het Roomsche deel
der Christelijke Kerk eene tijdelijke verstar
ring van de Christelijke idee was ingetre
den, werd de leiding ran de „nieuwe maat
schappij" overgenomen door het Protestan
tisme en vormden de Calvinisten in Holland,
de Independenten in Amerika de eerste
waarlijk vrije maatschappijen in de histo
rie, in welke het levende hart van de bur
gerij klopte, en in welke de mechanische
bemoeiing van «den Staat» tot op een mi
nimum was gereduceerd.
Maar zoodra ook, in sommige landen, de
geestelijke bron van het particulier initia
tief het levende Christendom begint
uit te drogen, zien wij in die maatschap
pijen, de self-help der bevolking vermin-
2) Dit is natuurlijk ook feitelijk onjuist: wan
neer de rente werkelijk de Kerk van de verzor
ging der 70-jarigen zouden „terugdringen" be-
teekent dit, dat die vroeger door de Kerk bedeelden
door die rente van dé Kerk „onafhankelijk"
zouden worden: en in dat geval krijgt die Kerk
natuurlijk van die renten geen cent in handen,
en is dus van „subsidie" geen sprake.
3) Te Rome.
deren, en de maatschappij, langzamerhand,
terugzinken tot het peil van de paganisti-
sche staten der oudheid.
Vergelijk het gedesorganiseerde Frankrijk
van heden waar overheidspersonen pu
bliekelijk zich beroemen «de lichten des
hemels te zullen uitdooven met de Ver-
eenigde Staten van Amerika, wier macht
hebbers zich hunne belijdenis nog niet
schamenen gij gevoelt reeds, wat wij be
doelen.
Maar niet alleen tusschen verschillende
Staten onderling doet zich het verschil ge
voelen: ook binnen de grenzen der afzon
derlijke Staten, brengt de antithese van
christianisme en antichristianisme diepe
verschillen te weeg in de maatschappelijke
kracht, die door verschillende groepen des
volks wordt betoond.
Inderdaad: het moge nog zoo schoon
zijn te spreken over de eenheid der natie:
het feit, het nuchtere feit valt nu eenmaal
niet te loochenen, dat, im groszen und
ganzen, ons volk uiteenvalt in twee helf
ten, waarvan het eenehet Christelijke
in de vrije maatschappij voor ande
ren zich inspaDt, schept, doet, terwijl
het andere niet doet, zich «door den
Staat» laat verzorgen, en zich intusschen
onledig houdt met op hen die doen te
smalen 4).
Nu zij vooropgesteld, dat de Christenen,
die doen, daarvoor geen aanspraak op
dank kunnen of mogen maken, want zij
doen dit slechts in eenvoudige gehoor
zaamheid aan het gebod van hun Meester.
Maar dat neemt het feit niet weg. In
dien gij vraagt, wie den strijd hebben aan
gebonden tegen den dranktegen den opium
tegen de ontucht; wie de eerste scboleu
voor haveloozen; voor de bedaagde onge-
letterden; voor de blinden hebben opge
richt; wie de reddingshuizen voor geval
lenen en verwaarloosden stichttenwie
huu eigen ziekenhuizen, hun eigen
scholen, hun eigen oudeliedentehuizen
stichtten; wie ten slotte voor het belang
van den inlander in de Oost; voor den
neger in de West niet hebben gepraat,
maar zichzelf, lijf en ziel en geld hebben
gegeven, dan behoeft gij om het ant
woord niet verlegen te zijn.
En wanneer gij vraagt, welke houding
door het vrijzinnig volksdeel en zijn pers
tegenover al deze daden aanvankelijk werd
en soms nog wordt ingenomen
(voordat het, laat meest en traag, de hand
soms méé aan de ploeg slaat dan moet
uw antwoord luiden: eene houding van
botte spot; gepaard meest met ver
dachtmaking van de motieven, waarom dit
gedaan weid in dezen zin, dat voor het
ware, altruïstisch motief, een leelijk ego-
istisch (machtsbegeerte, vroomheidsbetoon,
etc.) wordt in de plaats geschoven.
Een der gebieden nu waarop zich het
verschil tusschen het doende en het
niet doende, het zelfstandige en het
onzelfstandige volksdeel het kenmerkendst
openbaart, is wel dat der armenzorg.
4) Natuurlijk maken wij hier geen absolute
scheiding. Ook in de kringen van hen, die zich
zelf geen belijdend Christen, geen Christen zelfs
willen genoemd zien, werkt de Christelijke idee
zoo lang en diep door, en wordt dus nog veel
echte en heerlijke daadwerkelijke naastenliefde ge
vonden. Maar het feit is niet te ontkennennaar
mate een volksgroep dieper ontkerstend is, is zij,
als geheel sociaal egoistischer.
'k Wist dat ik 't had.
Maar 'k had er in jaren niet naar om
gekeken ocher gaan zoovéél van die ge-
schriftjes door ra'n vingers, na de eerste
kennismaking worden ze bij hun soortge-
nooten opgeborgen, komen met de jaarlijksche
schoonmaak even voor den dag om ontstoft
te worden en staan dan weer .tot er
eens 'n bijzondere aanleiding komt, om ze
ter hand te nemen.
Die aanleiding nu was er.
Als 't eenigszins kan, houd ik geregeld
de lezing bij van de Gids, ons oudste
maandschrift, waarin wel zeer zelden een
artikel voorkomt, dat ónze beginselen we
tenschappelijk verdedigd, maar dat toch,
ondanks zijn hoogen ouderdom, 't lezen
waard blijft.
Daar stond iets treffends in.
De nieuwe hoofdcommissaris van politie
te Amsterdam, de heer Roest van Limburg
voor dezen te Rotterdam in dezelfde be
trekking werkzaam, is een sympathiek man,
die de «kleine luydemeen goed hart toedraagt.
Naar wat ik er zoo van las een model van
'n chef. Die zijn agenten niet slechts als
«nommers» kent, maar hen ook als men
sehen eert. En die ook het «lagere volk»
in zijn lijden en strijden, dragen en dulden,
verstaat.
Wél een verschil met voorheen. Bijvoor
beeld met den regententijd.
Toen de «schout» sprak van het ge
meen», van de «kerels» en de «wijven»,
waaronder hij met den sterken arm orde
houden moest, met hellebaard en snap
haan .een tijd, die in 1765 wel voorbij
héétte, doch daarom niet voorbij was.
De heer Roest van Limburg dan heeft
bij zijn vertrek uit de Maasstad een artikel
geschreven over «Arm dam», dat hij
uit den aard zijner betr.. beter kende
dan menigeen, 'n artikel i. oop ik, veler
oogen opene moge voor d sociale nooden
der «lagere klasse», in t ize groote ste
den en daarbuiten.
De schrijver is niet onzer één.
Zijn oog, dat voor de stoffelijke nooden
des volks geopend is, schijnt blind voor
de geestelijke worsteling van ons chris
tenvolk.
Doch dat blijve thans rusten.
Hij heeft rondgekeken in de straten en
gangen en stegen der Maasstad, waar het
„volk" woont. En hij heeft zich verbaasd.
Hij stond verbijsterd. Hij geloofde zijn
oogen niet
Dat is bij velen net zoo.
Meermalen, in gesprek met mannen die
voor Kerk en School en Zending véél doen
en daarmee tot in bizonderheden op de
hoogte zijn, is 't mij opgevallen, dat zij
absoluut niet wéten, hoe een groot deel
van ons „lagere volk" leeft en woont en
werkt eu tobt en sterft.
't Is bij hen geen hartheid.
Neen, zij wéten 't eenvoudig niet.
En daarom hoop ik, dat zij 't oor te
luisteren zullen leggen, als mannen van
gezag, die niet op geruchten afgaan, maar
spreken van wat ze zagen, ons mededeelen
hoe droevig de sociale positie van een groot
deel des volks nog is.
Let eens op dit ééne.
Hoe dat arme volk vaak woont.
In datzelfde Rotterdam, waarvan de
schrijver spreekt, wonen nog thans 30.000
menschen in een «woning» van één
kamer. En meer dan 133.000 menschen
huizen in een woring van niet meer dan
twee vertrekken.
20 cent per Rege'wïjzeruo.
■texï-
„Ongelukkig zijn de armen ia
moest men ook op alle open',
aanplakken. Gij moet bloed hehi.
vige luchtpijpen en longen te heC TGA1
in staat stellen alle metmikrobei h' JyVer-
el •„rt-G'.Gnue-
stof te trotseeren.
'eren
Is de tering niet om zoo te 4?er
putting van het bloed, het natuif
der bloedarmoede? Om de teric'fj
komen is rijk bloed een eerste i pn. t-, \ar
heid. Het meest practische mi'R A..,ki; y Vv 'jC(
zwakke borst te beschermen, is JTAVIl. "'S k'
ren een rijk bloed tedoen strooi 'encfe. .4.
komt de groote hoeveelheid levip'Giage'i'f V;
de Pink Pillen zijn gered. Dez& "ogd<)
ben in der daad de merkwaardig;^ -W;.
van het bloed niet langs een o:*t
onmiddelijk met iedere gift te i—-—
Zij genezen dan ook duizenden aWT «d?
bloedarmoede, bleekzu^ gêaetnr.-Ati®'k.
en alle ziekten diefete^ tin
bloed tot oorsprong! N l<J "'c *7
•ha7!en>aa8 7paai>®V
'ere ai U (t
7304
f*®
-n 'h 3 tic
Verkrijgbaar a f 1,75 per doos.y,
zes doozen, aan het Generaal Dep,. i
Pillen: Dacostakade 15, Amste.y8^»^i
Goedereede en Overflakkee de i~
<S DOORNBOS te Sommelsd
goede .apotheken en drogisten Djl
iie
r-.y
'S
7\