Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. No. 91. Woensdag 20 November 1918. le Jaargang. De opkomst der Antirevolutionaire Partij FEUILLETON. Buitenlandse!! Overzicht. Uit het Buitenland. Uit het Binnenland. Een Dorpsvertelling Dit blad verschijnt DINSDAG- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen, Dij den Uitgever D. II. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - TELEFOON Nr. 20. ABONNEMENT: bij bezorging f 1,Franco per post voor Nederland 1.10. Per drie maanden ADVERTENTIE N. Van 1 4 regels fOAO. Voor eiken regel meer /'0.10. Handelsadvertentiün over twee kolom 8 cent per regel. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. i. Om de opkomst van onze partij recht te verstaan, is het noodig, eerst een korte schets te geven van den toestand van ons land en volk in de laatste helft der achttiende eeuw. Droeviger tijdperk in onze geschiedenis'is wel niet denkbaar. Uiterlijk voorspoed, schijn van vroom heid, vereering der „deugd"' konden niet bedekken innerlijke achteruitgang, Gods verzaking, voos bederf. De waarheid der Schrift was het uithangbord, waarachter men zich in de taveerne van eigen wijs heid een roes dronk aan het brouwsel eener valsche vrijheid. Ze was het zedig gewaad, waaronder verborgen werden" de mismaakte vormen eener goddelooze wijsbegeertede ge stolen vlag, waaronder de lading der Revolutie ons iand en het hart onzes volks werd binnengesmokkeld. Zooals r.u de socialist met slangen- sluwheid poogt ons volk onder de be- toovering van zijn stelsel te brengen, bewerend, dat bet zeer wel met liet christendom gepaard gaat, zoo werden ook tóen de gerechten der Revolutie op tafel gezet, bestrooid met, Schriftuur plaatsen, gesausd in bijbeltaal. Maar de uitkomst was met dat al be droevend. Ons volk gleed af van het vaste fondament, waarop de vaderen het onder bloed en tranen hadden gebouwd het ruilde zijn zinnebeeld van voorheen, de weerlooze maagd, vol ootmoed en gods vertrouwen het oog naar boven richtend, uit tegen de trotsche deerne, met speer en vrijheidshoed, die haar eigen weg vinden wil. Geheel en al wierp Neerland zich in de armen der Revolutie. Oranje werd verjaagdals zinneloozen danste men rond de vrijheidsboom. Roerend mocht men zingen den lof van het „Opperwezen" zalvend roemen de liefde van den Vader aller schepselen, maar het recht Gods werd vertreden en Zijn souvereiniteit miskend. Onder schijnvroom gebazel werd God onttroond en de menscli ten top van eer verheven. Uit den mensch kwam het gezag op de menschelijke rede werd op den rech terstoel verheven. De pilaren van recht en waarheid werden omgestooten. Dat was de Revolutie. En daaraan verpandde ons volk zijn trouw De Revolutie wierp ons in de armen van Frankrijk, dat ons zoo innig aan het revolutionaire hart drukte, dat ons vrije volksbestaan ons ontgleed. Wel bracht 1813 een ongedachte keer, en kregen we onze onafhankelijkheid terug, maar en vergeten we dat nooit onze van vreemden overlast bevrijde Staatsmachine blééf voortgaan op het revolutionaire spoor. Men verklaarde ronduit, dat de begin selen van de beweging van 1795 góed geweest waren, maar in de practische toepassing had men gefaald. De revo lutionairen van 1795 hadden in de roe keloosheid van hun opstandige jeugd den wagen van Staat in den modder gereden. Nu, op den harden weg teruggeheven, zou hij met bedachtzaamheid worden Vreemd mocht het voorzeker heeten, dat hij nergenï te ontdekken was in den omtrek der brandende schuurwat reden hield hem binnen Of zou de gedachte deed Kampman huiveren, zou hetzelfde hemelvuur, dat stal en schuur in de asch legde, soms ook den eigenaar hebben neergeveld? Want wat zou an ders den rijken Brandsen verhinderen, zich bij de anderen te voegen Slechts één oogenblik schoot deze ge dachte hem door het hoofd het volgende stond hij reeds bij de huisdeur. De veld wachter van het dorp verscheen er te gelijkertijd. Wat wou-je gaan doen, Kampmam „Den boer zoeken". „Goed, we gaan samen. Heb je hier geen lantaren bij de hand; 'tiszoodon ker in huis en ik weet hier den weg niet" „Daar om den hoek van de deur hangt er meestal een; hier heb ik hem", en in 't volgende oogenblik had de veldwachter reeds licht gemaakt en drongen bejden gestuurd, de koppen der paarden met oranje gesierd maar liet aangezicht blééf' gekeerd in-du richting, waar liet dwaallicht eener valsche vrijheid glansde. Al hield een Oranjevorst de leidsels, en trok de tengels vast, toch gleed de wagen, voort op den weg der Revolutie. Eén man was er in ons vaderland, die niet meereed. Eén man, die niet offerde op het altaar der Revolutie, maar die het opnam tegen al de priesteren van den modernen Baal Die ééne man was Bilderdijk. Maar, hoewel geleerd als weinigen, was hij niet in tel. Hij was de laatste, de eenige tolk van 't domme volkje van de „nachtschool", dat, zich buigend voor zijn God, verzette tegen den geest der eeuw. Als dus te avond of te morgen Bilder dijk wegzonk in de groeve, dan was die lastige mond voorgoed gestopt. Daarom was 't ook zoo wijs geweest, om Bilderdijk, trots zijn EuVopeet^he vermaardheid, een leerstoel aan 's lands hoogescholen te weigeren. De verspreiding van de smet stof van Bilderdijk's leer werd nu door volkomen isoleering afdoende belet. Zoo meende- men. Maar God beschikte liet anders Te Leiden zochten zeer enkele jonge lieden den omgang en liet onderwijs van den eenzamen oude. Tien jaren lang groepte zich om Bilderdijk een kleine schare van discipelen, die zich laafden aan de overvloedige bron van zijn kennis en geloof. Daar kwamen Da Costa en Capadose, twee joden, die straks tot het ware Israël bleken te behooren daar kwamen Groen van Prinsterer en Elout van Soeter- woude daar kwamen ook de jonge graaf van Hogendorp, die zoo vroeg reeds tot zijn Heiland ging. In Bilderdijk» stille studeervertrek werden uit het oude tuighuis de wapenen eener christelijk historische staatkunde verstrekt, waarmee de jongeren straks, als de meester liuu wérd ontnomen, den strijd zouden voeren tegen de Revolutie en vóór het Evangelie. Het stille, Leidsche studeervertrek, waar Bilderdijk zijn lessen gaf, is de bakermat van de Antirevolutionairepartij. God, die 't al bestuurt, schonk ook toen de mannen, die in den strijd tegen de Revolutiebeginselen noodig waren. Bilderdijk, de strijdbare held, die gansch alléén des vijands sterkten be klom, voorop. Maar Bilderdijk was eenzijdig. Zijn afkeer van de beginselen der Revolutie, van haar Godverzaking en mefischver- heffing, maakte hem onbillijk en blind jegens het goede, dat de Revolutie ons ondanks haar verkeerde beginselen hoeft gebracht. Ter verduidelijking wijzen we even op de leerplichtwet. In beginsel blijven wij tegen deze wet gekant komt haar her ziening aan de orde, dan zullen we zoodanige wijzigingen bepleiten, waardoor ze op gezonder basis komt te rusten, maar we erkennen niettemin, dat voor het getrouwe schoolbezoek een.en ander gewonnen is, dat we niet graag weer zouden missen. Voor dit laatste nu, had Bilderdijk met betrekking tot de Revolutie geen oog. Hij was contra-revolutionair. Wilde ook de goede gevolgen van de Revolutie ongedaan maken. Bilderdijk hing aan de oude vormen. jjij kon met een grondwet, met verant woordelijke ministers en met een volks vertegenwoordiging niet overweg. Maar zie, nu beschikt God mi hem Da Costa De christen-dichter, die eerst in harts tochtelijke liefde en kinderlijke eerbied voor den grijzen meester nóg verder teiug wou dan hij, en het liberalisme zijn „Bezwaren tegen den geest der eeuw" in 't aangezicht slingerde, doch die straks den geest der eeuw leerde onderscheiden van den joop der eeuw. Da Costa gevoelde hèt later, hoé de meest democratische republiek op anti revolutionaire leest geschoeid kan zijn, terwijl daarentegen een alleenheerscher weg kan gljjden in 't moeras der Revo lutie. Op de beginselen komt het aan. Een grooter aantal kiezers maakt den staat niet revolutionair, 't Komt slechts aan op de beginselen die in 's lands weiten tot uiting komen. Da Costa voelde het en sprak het uit.' Maar Da Costa was dichter. Hij liet ons het strijdlied „Zij zullen ons niet hebben, de goden dezer eeuw'' na, maar een program van actie opstellen kon hij niet. Hij vocht als geharnast ridder tegen don geest zijner eeuw, maar veld heer, die een leger vormt en drilt, was hij niet. Dien man schonk God ons in Groen van Prinsterer. De vader der Antire volutionaire partij, zóó mogen we Groen noemen. Hij wekte de partij uit den doodsslaap, waarin ze verzonken lag; hij bracht haar tot [de kermis van haar schoon historisch verleden- Hij bracht toe, wie bij haar hoorde en zuiverde uit, wie van terzijde ingeslopen was en niet bij haar behoorde. De opkomst der Antirevolutionaire partij is Gods werk, maar Groen van Prinsterer was daartoe het instrument in Zijn almachtige hand. het vertrek binnen, waarin Brandsen gemeenlijk sliep. Nauwelijks hadden ze echter de deur geopend of, geholpen door het helle schijnsel van de hooge vuurzuilen, die uit (le brandende schuur opstegen en dat door het geopende raam naar binnen viel, ontdekten zij den boer, languit lig gende op den grond voor het venster. Hun eerste gedachte was. dat Pauwen- hofs eigenaar door den bliksem was ge troffen een nader onderzoek bewees echter de onjuistheid er van. Brandsen leefde en geen spoor was aan hem -waar te nemen, dat wees op een getroffen zijn door den bliksem. Kampman maakte licht, door de lamp die in liet vertrek hing op te steken. Op de tafel stond nog het ijzeren geld kistje. „Laten we hem te bed leggen en den dokter halen", stelde de veldwachter voor. Zoo geschiedde. Met hun beiden leg den zij Brandsen te bed, waarna Kamp man zich naar buiten spoedde, oni den dokter te halen. Weldra was deze er Een vluchtig onderzoek bracht den waren stand van zaken spoedig aan 't licht. „Een aanval van beroerte" luidde dok ters uitspraak. „Kan hier niemand bij neemt 'nog een rustig en kalm verloop. De soldaten- en arbeidersraden hand haven allerwege de orde, en gaan plun dering zooveel mogelijk tegen. Toch moeten we ter beoordeeling van den toestand in Duitschland niet ver geten, dat de berichten, die naar hier worden overgezonden, alle onder de censuur staan van de arbeiders- en sol- datenraden. Deze verbieden de verga deringen van de anarchistische elementen Zoo aarzelen de revolutionairen niet, om de zoo gesmade middelen der bur- geilijke partijen censuur, belemme ring van 't vrije woord en steunen op de bajonetten der soldaten bezigen tot handhaving van hun macht. Dat er in Duitschland, betrekkelijk althans, zero weinig ongeregeldheden voorvallen is te danken aan de discipline en organisatie, die den Duitschers in 't bloed zit. Wellicht óók aan het feit, dat de revolutie nog in haar beginsta dium verkeerd. De historie geeft keer op keer te zien, hoe na-korten tijd de roeriger elementen de macht in handen krijgen, en de revolutie [steeds bloediger en verschrikkelijker wordt. En laten we nooit vergeten, dat zelfs een tamelijk vreedzame omwenteling als tot dusverre Duitschland doormaakte, een revolutionaire, dus een onwettige, zondige daad is. Niet het verlies van menschenlevens en de onordelijke tooneelen bij onlusten ziju 't alleen, die ons tot bestrijding van de revolutie nopen. Veelmeer is 't de geest, die tot dergelijke uitspattingen leidt. De geest uit den afgrond de geest van verwerping van alle gezag. En bet verzet tegen die revolutieidee zal iil onze krachten vragen. Oók in ons vaderland. is als in ons land de beweging geëindigd met een nederlaag voor de socialisten. Ook daar stond de regeering sterk op haar stuk, krachtig gesteund door de rustige elementen. De algemeene staking die reeds be gonnen was, is afgeloopen. die reeds worden voorbereid zullen wel spoedig beginnen. Naar men zegt te Versailles bij Parijs. Ondertussclien doet de entente haar best, ter bestrijding van de revolutie in de. centrale rijken, deze van voedsel te voorzien. Een wijze daad. De voorwaarden van den wapenstil stand worden uitgevoerd, 't Duitschc leger ontruimd Beigië en Frankrijk, waar de bewoners met. gejuich de eigen legers ontvangen. Toch'dreigt er strijd en wrijving. In België tusschen Vlamingen en Walen in Servie zendt de regeering een leger uit tegen de Italianen ter bescher ming van de Zuid-Slaven. Servië heeft namelijk een begeerig oog geslagen op de oostkust van de Adriatische zee, die Italië wenscht te maken, tot een Itali- aansche binnenzee. Als de heele wereld niet zoo oorlogs moede was, zou een strijd tusschen de overwinnaars over de buit niet onmoge lijk zijn. Geve God, dat spoedig alle wapenge weld moge rusten voor langen tijd, en dat de vrede aan Europa welvaart en rust hergeve. hem komen en waken „Als er niemand anders is, dan zal ik het doen", was Kampmans antwoord. En zoo geschiedde. Een van de knechts kwam eveneens naar binnen. Samen zouden ze blijven, tot andere hulp kwam opdagen. De morgen vond Kampman nog aan de legerstede. Door het geopende venster gleden de eerste zonnestralen naar binnen, maar verduisterd door de rookkolommen, die van de puinhoopen .opstegen. HOOFDSTUK XVI. Verandering. We zijn drie weken later en treden opnieuw de woning op den Pauwenhof binnen. In de bedstede ligt boer Brandsen, nog steeds niet geheel hersteld van den aanval in dien sclirikkelijken nacht, of schoon het alles nog boven verwachting is gegaan. Wel is aan hof en have veel materieele schade geleden en de bijnaam „rijke" Brandsen heeft veel van zijn volle kracht verloren toch is de bewoner van den Pauwenhof niet tot armoe vervallen het ijzeren geldkistje, dat hij in dien hangen nacht zoo angstig had bewaakt tot liet laatste oogcublikje toe, bergde WEENÈN. (Wolff.) De Raad van State nam een wetsontwerp aan, waarbij Duitsch-Oostenrijk tot republiek en tot bestanddeel van de Duitschc Republiek verklaard wordt. ROOSENDAAL, 15 November. Duitsclie troepen hebben Antwerpen ont ruimd. In Brussel zijn er nog enkele, die morgen aftrekken en vervangen worden door cavalerie van de geallieerden. Bel gische regimenten komen Dinsdag in Brussel. De koninklijke familie zal hare intrede in de hoofdstad Vrijdag doen. Van de Scheldeforten en op de torpe- dobootcn te Antwerpen waait de mode vlag. BERLIJN. In Brussel werd een sol- datenraad opgericht. De regeering en de commandant hebben zich onder den sol- datenraad gesteld. De voltrekking heeft een algemeen, ordelijk verloop gehad. Op het bestnurs- gebopw van de hoofdregeering waait de roode vlag. BERN, 14 November. In de heden gehouden slotzitting van de bondsverga dering kondigde de bondsraad aan, dat het algemeene stakingscomité beeft me degedeeld, dat liet onvoorwaardelijk de algemeene staking herroepen heeft (groote bijval). De bondspresident vervolgde dan De geweldige druk is geweken. De Zwitser- sciie democratie verheft vrij en fier het hoofd. De bondsraad dankt de eedge nootenraden hartelijk voor hun groot vertrouwen en werkzame ondersteuning in de zware crisis, brengt dank ook aan liet leger (bijval). De president van den nationalen raad sloot de zitting met de bemerking, dat het iand door de houding der autoritei ten voor een burgeroorlog gespaard ge bleven is. Met bet oog op punt 7 van de voor waarden voor den wapenstilstand, waarin de uitlevering van 150.000 wagons en 5000 locomotieven wordt geëischt, zullen velen zich hebben afgevraagd, over hoe veel wagons en locomotieven Duitschland tegenwoordig eigenlijk beschikt. Naar het „Berl. Tagebl." van welingelichte zijde verneemt, hebben alle Duitsclie spoorwegmaatschappijen te samen onge- eer 800.000 goederenwagons en 35.000 locomotieven. genoeg schatten om zijn bezitter nog al tijd oen man „in goeden doen" te doen zijn. En tegenover de materieele schade, door den brand aangericht, staat de geestelijke winst, die werd behaald. Want de Brandsen, dien ge hier, lang zaam herstellende op zijn legerstede aan treft is een gansch ander man, dan dien ge de laatste maal ontmoettet. De stilte van het ziekenvertrek, de gedwongen rust heeft bezinning, heeft inkeer ge bracht. Of neen, zóó mogen wc het niet zeggenGod heeft den boer neergewor- gein alleen om hem weer op te richten, niet alleen in lichaamlijken zin, bovenal in geestelijke beteekenis. Een groote verandering heeft bij Brand sen plaats gegrepen de leeuw werd een lam, de spotter een bidder, de vervolger een vriend en metgezel. De gebeden en vermaningen eener vrome moeder waren niet vruchteloos geweest, en het zaad, in tranen gestrooid, droeg toch nog heer lijke vruchten. Bevreemdt het u, dat ge thans Kamp man vindt aan de ziekensponde 't ls stil in het vertrek. Zoo pas hebben woorden van berouw en een bede om vergiffenis geklonken uit. denzelfden mond, die nog zoo kort Troelstra beeft op het Congres der S. D. A. P., dat zich tegen het beginnen van een revolutie verklaarde, omdat er thans geen kans is die te winnen, ver klaard, dat hij te ver gegaan is, en zich vergist heeft in ons volk, dat hij rijp waande voor de revolutie. Gelukkig! Doch laat ons nu den strijd krachtiger dan ooit voeren voor de Awfi-revolutio- naire beginselen HULDE AAN II.M. DE KONINGIN. Gisterenmorgen was geheel de Resi dentie in feeststemming. Op liet Malie veld brachten tienduizenden een spontane hulde aan de Koningin, die op liet terrein verscheen per rijtuig, wat bij oogen- blikken door soldaten werd voortge trokken. Te Amsterdam wilde Wijnkoop als vertegenwoordiger van don soldatenraad, in het Binnengasthuis de gewonden be zoeken van de onlusten voor de cavale rie kazerne. De Directeur weigerde den toegang, daar hij een soldatenraad niet. wilde erkennen en nog minder een ver tegenwoordiger er van. geleden hoonde en spotte. Is het wonder, dat ook Kampman hier klein onder wordt De woorden ontbre ken hem, om uit te drukken wat in zijn harte omgaat. Wat hier is geschied, gaat zijn begrip, ziin stoutste verwachtingen, zijn vurigste beden verre te boven, zoo als dat immers altijd liet geval is met liet werk des Heeren. Vergeten en ver geven zijn al die ruwe bejegeningen, hem vroeger door Brandsen aangedaan en zijn ziele kan slechts juichen in de goe dertierenheden des Heeren. „Wilt ge nu weer bij me terug komen, Kampman „Zeker baas", luidt het antwoord. „Alles is thans vergeten en vergeven. Laten we niet meer spreken, over wat vroeger is gebeurd. Als de H'eere u ge heel en al weer heeft hersteld „Als Hij dat zal willen doen en mij zoo een onverdiende gunst wil betoonen, zal ik in Zijn kracht vee.l goedmaken, wat ik heb bedorven", zegt Brandsen. „Haal van onder de bedstede dat ijzeren kistje eens te voorschijn", vervolgt hij tot Kampman; „het sleuteltje zult ge vinden aan een spijkertje ter zijde van de deur". (Wordt vervolgd). 23) DOOR ZELANDIA. De revolutie in Duitschland In Zwitserland De vredesonderhandelingen, Duitsch-Oostenrijk bij Duitschland. Ontruiming van Antwerpen en Brussel. Te Antwerpen. Te Brussel. Dc revolutie in Zwitserland bezworen. Hoeveel waggons en locomotieven heeft Duitschland.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1