Oraaan ter verspreidinq der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. Ie Jaargang. FEUILLETON. Bwiteiilandsch Overzicht. Uit het Buitenland. Uit het Binnenland. ABONNEMENT: B e r j_c h t. Een Dorpsvertelling O r - - - ,n.TPI,TrMTTrM ADVERTENTIE N. Met ingang van 1 October a.s. vervalt de gratis derde plaatsing eener adver tentie. De Administratie. V Opbieden tegen de socia listen V Socialistische wethouders. V Ouders en kinderen. INCIDENT IN EEN GEMEENTERAAD. Dit blad verschijnt DINSDAG- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. II. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - TELEFOON Nr. 20. Per drie maanden bij bezorging 1,—, Franco per post voor Nederland 1.10. Van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiön over twee kolom 6 cent per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiön tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. In een vorig nummer hebben we gewezen op het noodlottige van de methode der socialisten matelooze critiek en oneindig veel beloven. Daaraan nu doen wij niet mee. Het is juist de grootste oorzaak van het verval der liberale partijen, dat ze zich al meer en meer bukken voor de eischen der socialisten. Steeds meer bepalen de vrijzinnigen de richting van hun politiek naar de houding der roode neven. „Opbieden tegen de socialisten", is voor velen het kort begrip van alle politieke wijsheid. Reeds in 1908 schreef Mr. Treub deze schier profetische woorden „De kwaal van onzen tijd, het beschamende kwaad der democratie, wat haar verteert als een kanker, wat haar doodt, is de vrees, niet vooruitstrevend genoeg te schijnen." Inderdaad, velen zijn reeds als slacht offer van den kanker dezer valsche democratie gevallen en behoedzaamheid tegenover dezen geduchten vijand is meer dan noodig. Nooit kan of mag onze kracht liggen in het opbieden tegen de socialisten zelfstandig hebben wij onzen weg te bepalen. Daarbij hebben wij ons, evenzeer als voor een valsche democratie, te wachten voor een verkeerd conservatisme. Onze tijd toch roept om een krachtige sociale wetgeving. Daarbij moet onze partij een leidende rol spelen. En dat kan. Want, al huizen, gelijk in elke partij, ook onder de Antirevolutionairen uiteen- loopende elementen, meer of minder warm sociaal voelenden, wier oordeel over het tempo, waarin de sociale wetgeving moet worden uitgevoerd, ver schilt, toch is onze partij vanouds die der „kleine luyden." Dat karakter zal onze partij in de komende wetgevende periode niet ver loochenen. De practijk bewijst, dat als de soci's aan de regeering komen, er van hun schoone beloften niet veel over blijft. Dan verzetten de roode wethouders zich tegen de eischen der socialistische raadsleden. Amsterdam heeft het be wezen. Dezer dagen bleek het ook weer in de gemeente Leeuwarderadeel. B. en W. stelden voor, de salarissen der onderwijzers met 10700 gulden te verhoogen. De roode raadsfractie vroeg maar eventjes 82580 gulden. Dus ruim driemaal zooveel. Sommige salarissen zouden daardoor klimmen met meer dan duizend gulden. Tegen dat onzinnig voorstel stemde o.a. ook do socialistische wethouder Dekenga. Hij wenschte niet alles te slikken, wat de partijgenooten voor 9) DOOR ZELANDIA. stelden. Dat bleek ook, toen de heer Dekenga stemde tegen het voorstel der soci's om de verhooging terugwerkende kracht te geven. Veel beloven is gemakkelijk, maar doen is iets anders. De bekende, onlangs overleden schrij ver Petrus Rosegger, stelt in zijn „Das Buch von der Kleinen" de vraag: „Bemoeit ge u met uw kinderen,ouders? Tot het stellen van die vraag meent de schrijver recht te hebben, omdat er zoo ontzettend veel onopzettelijke ver- waarloozing gevonden wordt, zelfs bij ouders, die volgens hun overtuiging toch het goede voor hun kinderen zoeken. Bij ouders, die weten dat hun kind een eeuwige ziel heeft. De beslommering van den arbeid en van het dagelijksche leven belet hen, volgens hun opvatting zich aan hun kinderen te wijden. Zelfs van de hoogere dingen spreken ze weinig tot hun kroost. „Ze hebben geen tijd." Daartegen merkt Rosegger nu het volgende op Er bestaan ouders, wien God elk jaar een kind geeftelk kind gedijt, en toch hebben zij er geen. Uw kind komt naar u toe. „Stil nu, mijn kind, ik heb het te druk." Na den arbeid komt het kind opnieuw in de buurt. „Ga nu aan je les beginnen, kindje weet, wat je opgegeven is". Na het schoolwerk ga nu naar buiten spelen I" 's Avonds komt het kind nog eens dichtbij. „Laat me nu met rustik ben al moe genoegmaak nu gauw, dat je naar bed komt 1" 'sZondags? „Maar onze vrienden zitten al op onze visite te wachten Vele ouders, die meenen hun kind iief te hebben, leeren nooit hun kind kennen. Zij gunnen zich daartoe geen tijd. Zij verzuimen hunne roeping ten opzichte van de grootste schatten, die zij bezitten. Ter wille van eigen rust en gemak zucht laten ze toe, dat hun eigen vleesch en bloed vreemd van hen blijft. Zulke ouders verwachten gewoonlijk alles van anderen, met name van de school. En toch is er zooveel, dat de school niet kan geven. Allernoodzakelijkst is het, dat het huisgezin aanvult, wat de school niet bij machte is te schenken. In het huisgezin moet de vorming van het gemoedsleven plaats hebben. Thuis moeten de kinderen leeren, wat liefde is „Wees wijs", zegt meester; „wees handig", zegt de kameraad; „wees vlijtig en ster k", zeggen school en leven; wees goed" dat moeten de ouders den kinderen doen voelen als heiligen ernst. Heins was iemand van opgeruimd lm meur. Zijn lied vergezelde meestal zijn arbeid en zeker zouden buren of voorbij gangers vermoed hebben, dat er iets bij hem haperde, indien zij wat lang* zijn gezang niet hoorden. In zijn werkplaats, die waarlijk niet al te ruim was, zag het er altijd zinde lijk en ordelijk uithij was daarenboven een man van zijn woord en de klanten konden er vast op aan, dat wanneer hij eenmaal beloofd had een karweitje af te makeD, zij het ook op tijd afgeleverd kregen. Tot dusver was het hem altijd gelukt vrij van schuld te blijven, al had dat ook vaak veel moeite gekost en hij had goede hoop, nu de kinderen wat grooter werden en de oudsten ook een handje hielpen uitsteken, langzamerhand eens te kunnen gaan denken aan de aflossing der hypo theek, die op zijn huisje stond. De vredesnota van Oostenrijk-Hongarije is ook door de andere entente-staten thans beantwoord. En natuurlijk in denzelfden geest als Amerika. Dat kon trouwens ook moeilijk anders. Toch zal de nota, waar we gelooven, niet geheel zonder invlooed blijven. 'De vredes- vrienden in de landen der geallieerden zullen Prompt had hij elk jaar de rente be taald en bovendien, de burgemeester, die de houder van de hypotheek was, zou het er hem toch niet lastig om maken. De burgemeester stond immers algemeen bekend als een zeer welwillend man, en had de nood nu eens te hard genepen, dan geloofde Heins stellig, hoewel hij hoopte, dat het nooit noodig zou wezen, wel uitstel te zullen krijgen. We treden op een ochtend van een der eerste Januari-dagen zijn werkplaats bin nen en vinden hem ijverig aan den arbeid. Toch rust af en toe de hamer even in de hand en schijnt hij ergens over na te denken. Ze bebben gisteravond nog eens ver gaderdboer Donker en Kampman en hij, om nóg eens de zaak te bespreken van de stichting eener school, maar het is en blijft een moeilijke zaak. Kinderen zouden ze wel hebben, al was het dan ook niet een zeer groot getal, maar de financiën Ze hadden gerekend, gecijferd, maar telkens stuitten ze op dezelfde be zwaren. Eindelijk had boer Donker ge zegd we moesten eerst maar eens rond gaan bij dezen en genen en zien hoevèr we het sturen, misschien valt het mee En zoo was dan afgesprokenvan avond niet 'nalaten, er bij bun propaganda op te wijzen, dat de centralen een bewijs hebben gegeven van hun geneigdheid tot den vrede. En het volk in de middenrijken zal in de onverzoenlijke houding der vijanden een ocg- zaak zien van volhouden tot het uiterste. Voor de leiders in de centrale landen zal het nu gemakkelijker zijn het volk te bewegen tot nog meerdere en zwaardere offers. Het gaat immers thans om het bestaan van liet vaderland, dat de vijanden bedreigen. Uit Weenen wordt thans gemeld, dat Oostenrijk zijn aanbod handhaaft, ook al 'slaat de vijand de uitgestoken hand af. Dit beteekent, dat de centralen tot den vrede bereid blijven, misschien zelfs wel een stap verder doen. Een heel verschil dus met 1917, toen de Duitsche regeering plechtig aan de wereld verkondigde, dat na het toenmaals afgeslagen vredesaanbod geen nieuw zou volgen, maar dat men zou wachten tot de tegenstanders moegestreden, den vrede zouden vragen. En clan zouden de voorwaarden zwaarder worden. Geheel anders dus dan nu. Het aanbod blijft nu onverzwakt gelden. Zelfs heeft een Duitsch blad ons verteld, dat de mogelijkheid niet buitengesloten is, dat voor het begin van de wintercampagne een wapenstilstand voor 3 maanden tot stand komt. De Zwitsersche regeering zou dan zijn bemiddeling verleenen. Wat er waar is van dit bericht weten we nog niet. Maar wel lijkt het jons schier ondenkbaar, dat men als 't krijgsbedrijf een poosje gerust heeft, het volgende jaar opnieuw een zee van ellende en jammer over Europa zou uitstorten. De maanden van wapenstilstand zou men dan maar moeten bezigen voor onderhande lingen In Duitschland gaat von Cappelle heen. Deze is staats-secretaris van marine en voorstander van den onbeperkten duikbop- tenoorlog. In zijn plaats is benoemd Behnke, van wien als eenige openbare uitlating bekend is, dat de duikbootoorlog de belangen der neutralen niet moet schaden, de levens der opvarenden van koopvaardijschepen (ook van vijandelijke) moet ontzien en het volkenrecht niet móet aantasten. Een meer gematigd man dus. Nu dateert deze uitlating wel van 1915, maar niet alleen laat de censuur deze op merking door, doch Wolff vertelt ze zells met ophef. Een bewijs, dat een nieuwe periode van den duikbootoorlog zal worden ingeluid. Bovendien valt het optreden van Behnke samen met een geschil over den duikbootstrijd met Spanje- Zijn eerste zorg zal dus wel zijn. op te passen dat de duikbootoorlog voering ook nog niet dit land bij Duitsch- lands vijanden voegt. Als in de lijn wordt voortgewerkt, mag men wel niet dadelijk de opheffing van het versperde gebied verwachten, maar toch wel, dat onschuldige visschers, bij het uitoefenen van hun vreedzaam bedrijf, door dolle duik bootkapiteins worden vermoord. Duitschland wil op vrede aansturen, en de benoeming van Behnke is in zoover een stap in die richting, als zij geschikt is, om tenminste nieuwe oorlogsverklaringen te vermijden. Dit mag niet zoo heel veel schijnen, maar het duidt toch op een groote verandering, want in 1917 heeft Duitschland zich door zijn vernielenden duikbootoorlog de oorlogsverklaring van Amerika op den hajs gehaald. Toen had men nog zulke groote verwachting van de resultaten, dat men er een oorlog met Amerika voor over had. Thans heeft men er niet meer de vijandschap wn Spanje voor over. Dit wijst op een grootere vredesgeneigdheid, èn op een tegen valler van de resultaten van den duikboot oorlog. Op de fronten wordt verwoed gestreden. In Frankrijk bieden de Duitschers geduchten tegenstand. Door tegenaanvallen houden ze de geallieerden op, wier vooruitgang de laatste dagen dan ook weinig te beteekenen heelt. Is hier dus de positie der Duitschers iets verbeterd, op de overige-fronten staat het er slechter met hun bondgenooten voor. Bij Saloniki zijn de geallieerden tot het offensief overgegaan. De Engelsch-Fransche legers zijn er versterkt met Serviërs en Grieken. Over het voorloopig resultaat kunnen de geallieerden tevreden zijn. De Bulgaren moesten hun stellingen over een lengte van 70 mijl ontruimen. Ze verloren 5000 gevan genen en 60 kanonnen. De Serviërs zijn 30 mijl vooruitgerukt, terwijl de Bulgaren in wanorde over de vlakte in de richting van de Tsjerna wijken. De Bulgaren geven in bedekte termen hun tegenslag toej Als ze nog verder terug moeten, begint het er kwaad voor hen uit te zien, om nog maar niet te spreken van de ramp, die bij een voortgezet succes der geallieerden den centralen bedreigen zou, als hun verbinding met den Balkan afgesneden zou worden. Ook in Palestina zijn de Engelschen door het front der Turken gebroken, waarbij hen 3000 man in handen vielen. Kwaad is hierbij voor de Turken, dat opgestane volks stammen de terugtochtswegen bedreigen. Zooals onze lezers zich zullen herinneren, schreven de Duitsche bladen over het plan, om op het Westfront tot de verdediging over te gaan, en dan op de Oostelijke fronten het geluk te beproeven, teneinde zoo de entente te verzwakken. Als de Duitschers zoo iets willen, moeten ze er vlug bij zijn, want het gaat hun bondgenooten niet voor den wind. De griep in Spanje. LONDEN. De „Daily Telegraph" d.d. Dinsdag uit MadridDe minister van binnenlandsche zaken deelt mee, dat. de Spaansche griep in vele deelen des lands opnieuw haar intree heeft gedaan, maar ze nu een ernstiger karakter draagt dan den vorigeu keer en er reeds verscheiden sterfgevallen voorgekomen zijn. De re geering en de gezondheidsdienst maken bekend, dat het ongewoon droge weer de epidemie begunstigt. In ettelijke dis tricten zijn de scholen en andere open bare instellingen geslbten. Noodkreet van Duitsche arbeiders. Naar de „Vorwarts" meldt, hebben het bestuur der Duitsche sociaal-democrati sche partij en de commissie uit de vak- vereenigingen tot den Rijkskanselier een open brief gericht inzake het voedings- vraagstuk, waarin de toenemende onte vredenheid, die uit alle deelen van het Rijk en uit de meest verschillende volks lagen wegens de onvoldoende levensmid delenvoorziening in bittere klachten en eischen tot uiting komt, besproken, en de aandacht der Regeering op de hoogst bedenkelijke omstandigheden, waaronder breede lagen der bevolking tegenwoordig gedwongen zijn te leven, gevestigd wordt. De levensomstandigheden, zegt de open brief, worden steeds moeilijker de poli tiek der Regeering, om door prijsver- hoogingen de productie te prikkelen, heeft als een schroef zonder einde gewerkt en geleid tot een prijsstijging van alle le vensmiddelen. De langdurige ondervoe ding brengt niet alleen een verhoogd sterftecijfer der kinderen en ouden van zouden ze er een aanvang mee maken. Dat hield onzen schoenmaker bezig. In zijn gedachten ging hij de rij eens na van degenen die opgezocht moesten wor den en dan schudde hij opnieuw het hoofd. 't Kón nietboer Donker moest dat immers zelf inzienhij was nog maar pas in de gemeente, maar zou wel gauw ontnuchterd wezen. En toch, dan kwamen hem weer die woorden in de gedachten ons ontbreekt de moed des geloofs I Zoo had Donker gesproken en ja, Heins kon het zich niet ontveinzen, dat daar eigenlijk de schoen bij velen wrong, ook wel een weinig bij hem In elk geval, en hij vatte den hamer weder op en lustig klonken zijn slagen door het propere vertrekje, ze zouden het plan niet opgeven, vóór ze al het mogelijke hadden beproefd en zonneklaar bewezen was, dat het niet kon. Want het was geen onwil bij Heins. Vurig begeerde hij naar een voorrecht, waarvan hij met zijn groot gezin het ge mis zoo merkbaar voelde. Moed gehouden dus maar. En het volgende oogenblik klonk zijn lievelings psalm, terwijl hij naarstig zijn arbeid voortzetteLaat dagen mee, een algemeen lichamelijk verval volgt er uit, en een verbetering der voedingstoestanden moet plaats heb ben, wil men de volksgezondheid niet voorgoed nog ernstiger nadeel doen lijden. Nadat er vervolgens op gewezen is, dat de toestand in plaats van beter steeds slechter wordt, besluit de brief aldus: De Regeering is met de stemming der bevolking niet onbekend deze stemming mag haar ook niet onverschillig zijn. Er is geen twijfel aan, dat wij een toestand tegemoet gaan, die noodlottig moet wor den, als de Regeering niet eindelijk be sluit, met alle begunstiging van de be langen der producenten te breken en met de levensbehoeften van het volk rekening gaat houden. Een proclamatie van Hindenburg. De „Berliner Zeitung a. M." maakt de volgende bekendmaking van veldmaar schalk Hindenburg aan het veldleger openbaar De Oostenrijksch-Hongaarsche.Regee ring heeft aan alle oorlogvoerenden voor gesteld om tot het houden van niet bin dende besprekingen, gedelegeerden naar een neutraal land te zenden. De krijgs verrichtingen zouden daardoor niet wor den onderbroken. De bereidwilligheid tot den vrede is niet in tegenspraak met den geest, waarin wij den strijd voor het vaderland voeren. Reeds in December 1916 heeft de Keizer, onze opperste oor logsheer, met zijn bondgenooten den vij and vrede aangeboden. Herhaaldelijk heeft de Duitsche Regeering sindsdien uiting gegeven aan haar bereidwilligheid tot den vrede. Het antwoord uit het vij andelijk kamp was spot en hoon. De vijandelijke regeeringen hitsten hun vol ken en legers verder tot den vernieti- gingsstrijd tegen Duitschland op. Daarom hebben wij onzen verdedigingsstrijd voortgezet. Door onzen bondgenoot is nu een nieuw voorstel gedaan om besprekingen te beginnen. De strijd zal daardoor evenwel niet onderbroken worden. Voor 't leger geldt het dus ver der te strijden. Het Duitsche leger heeft, in vier zegevierende oorlogsjaren krach tig het vaderland beschermd en den vij anden onze onverwinlijkheid bewezen. Alleen daardoor dragen wij er toe bij, dat de vijandelijke vernietigingswil wordt gebroken. Strijdend moeten wij afwachten of de vijand het eerlijk meent en of hij ditmaal tot vredesonderhandelingen be reid is, of dat hij weder een vrede met ons afwijst en wij dien met voorwaarden moeten koopen, welke do toekomst van ons volk zouden vernietigen. ons alom Zijn lof ontvouwen „Goeden morgen Heinsklinkt eens klaps een stem. Heins staakt zijn gezang, terwijl hij den bezoeker aanziet, die dedeuroogen- blikkelijk achter zich heeft gesloten, want 't wintert nog maar steeds en niet weinig ook. Heins is min of meer verbouwereerd, want voor hem staat de burgemeester. Hij kan zich niet begrijpen, waaraan hij de eer van dit bezoek heeft te dan ken. Haastig staat hij op en biedt den ongewonen gast beleefd een stoel aan, terwijl hij diens vriendelijken morgen groet beantwoordt. ,,'t Is hier lekker", zegt de burgemees ter. „Beter dan buiten Heins". „Zeker, burgemeester, daar is 't nu niet pluis", antwoordt Heins, om toch iets te zeggen. „En je hebt het nog al druk „Gelukkig wel burgemeester, want er is heel wat voor noodig om zooveel mon den open te houden". „Nou, dat dunkt me ook wel, ofschoon ik er geen ondervinding van heb. Je weet, wij hebben geen kinderen. Maar, wat ik zeggen wou, zie-je kans om mijn paardentuig wat op te knappen 't raakt In de jongste Gemeenteraadszitting van Edam heeft naar de „Prov. Noordh. Ct." meldt, de voorzitter, de heer Calkoen, uit misnoegen over uitlatingen van den heer Plas, zijn ambtsketting op tafel ge gooid. Ondanks de pogingen van ver schillende leden om hem daarvan terug te houden, verliet hij de raadszaal, na de leiding aan den heer Sombroek te hebben overgedragen. Het incident was een gevolg van de vraag van den heer Plas of zekere voor dracht (voor een melkcontroleur) alpha- betisch was. Op het ontkennend antwoord wat versleten ik denk, dat er wel een nieuw gareel noodig zal zijn, zou-je daar voor kunnen zorgen denk-je „Dat zal wel gaan, burgemeester heel graag", is het antwoord. „'t Is nog al een karwei, maar ik wou het graag met een paar dagen in orde hebben", hervat de burgervader. „Dat is geen bezwaar't is winter en de avonden zijn lang". Heins berekent, dat er, aardig wat aan te verdienen zal zijn en wellicht kan hij nog op meer werk rekenen, als dit meevalt. „Nu, dat is dan afgesproken, je komt dan straks maar even aan, dan zal ik 't je wel wijzen, hoe ik 't hebben wil". „Best, burgemeester, dank u wel!" De burgemeester begeeft zich naar de deur. Als hij den knop al in de hand heeft, schijnt het dat hij zich bezint. „Da's waar ook! Dat zou ik nog ver geten, Heins. Ik heb iets van je hooren vertellen, maar dat zal wel niet meer dan een praatje zijn", zegt hij heel on- noozel. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1