Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 63. Woensdag 14 Augustus 1918. Ie Jaargang. F E U 1 L L E T 0 N. OMHOOG! Buitenlamlsch Overzicht. Uit het Buitenland. -Ü a nWDTITNTTF. 1M Dit blad verschijnt DINSDAG- en V R IJ D A G A O N D, den Uitgever D. II. LITÏOOIJ Az. te TER NEUZEN. ABONNEMENT: ,Per drie maanden bij bezorging f 1,—, Franco per post "'J uitgezonderd op Feestdagen, TELEFOON Nr. 20 voor Nederland 1.10. ADVERTENTIËN. Van 1-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee kolom 6 cent, per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract. Inzending van advétrtentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. V Ten afscheid. De blik, waarmee wij het kabinet- Cort van der Linden, als het aanstonds heengaat, nastaren, behoeft niet bepaald onvriendelijk te zijn. Dat het extra-parlementair was, was niet zijn schuld, maar die der liberalen en socialisten, die in 1913 onmachtig en onwillig waren tot regeeren. Vijandig tegen ons is het kabinet-Cort in den regel niet geweest. Zelfs toonde minister Cort van der Linden in de schoolkwestie, dat hij metterdaad bereid was, aan onze rechtmatige verlangens tegemoet te komen. Dat het kabinet verkeerde elementen in Qns volksleven heeft gebracht, is even wel niet te ontkennen. De theorie van den volkswil is een onding, bovendien nog leidend tot onverantwoordelijke almacht van de Regeering. De Kamer heeft heel wat van haar invloed verloren. Ook de rechtelooze wijze, waarop in crisis-aangelegenheden ons volk aan ambtenaren-willekeur is onderworpen, heeft onnoemelijk veel kwaad gedaan. Ernstige fouten zijn door het kabinet gemaakt, maar de verzachtende omstan digheden ontbraken niet. Ware in 1913 het ministerie-Bos Troelstra opgetreden, wij zouden er thans waarschijnlijk heel wat slechter aan toe geweest zijn, dan nu na het bewind van Cort van der Linden. Het straks aftredende ministerie is een kabinet, dat wij niet met vreugde hebben zien komen, en dat wij met gematigde vreugde zien verdwijnen. Alles saamgenomen is een vriendelijk afscheidswoord op zijn plaats, waaraan echter hettot weerziens, ontbreekt. We begeeren geen extra-parlementair kabinet terug. V Neutraliteit. In de Christenlijke Middenstander vonden we onderstaande rake opmer kingen over neutraliteit „Een van de merkwaardigste verschijn selen in ons „Christelijk" Nederland is zonder twijfel het zoogenaamde neutrale standpunt.' Vooral op het vereenigings- gebied en op dat der pers heeft die idee zich breed ontplooid en men mag gerust aannemen, dat zij zich ten volle heeft kunnen ontwikkelenals een idee de gelegenheid heeft gehad te toonen iets te kunnen, dan is het zeker de neutrali teit geweest. Ze heeft, om een moderne uitdrukking te gebruiken, zich geheel kunnen uitleven. Wij spreken met opzet van de neutra liteit als een idee. Want het is een begrip, een soort dogmahet is een soort theorie, die in ons volksleven is ingedrongen en waarmede langdurige proefneming is genomen. De neutraliteits-idee heeft, als andere begrippen, een ontwikkelingsgang beleefd. In verschillende vormen en op schier alle terreinen is ze opgetreden. Ze diende zich eerst als „godsdienst boven Geloofs verdeeldheid". Daarna is ze bekend geworden op onderwijsgebied in de neutrale school. Vooral op deze twee terreinen werd de dwaalgeest spoedig onderkend en door de getrouwe belijders in den lande moedig, zelfs ten bloede toe tegengestaan. Maar het langst en machtigst heeft ze zich gehandhaafd op het gebied der pers en der maatschappij. Een neutale krant gold vele tientallen jaren en helaas bij vele menschen nog, als het eigenlijke nieuwsblad. En in het maatschappelijk leven diende de neutraliteit zich aan als de ware maatschappijleer en werd als zoodanig schier onbeperkt gehuldigd. Wie organiseeren wilde, hief de banier omhoog van het „algemeen belang" en hij wist vooruit, dat zijn poging slagen zóu. Want het belang is immers neu traal, het kent geen godsdienst of poli tieke kleur. Om het belang konden alle burgers zonder onderscheid zich vereeni- het waagde daartegen maken, werd met een hoon bejegend, die niet te brengen is. Want de man die, we zeggen nog niet eens wensch- te te tornen aan, maar slechts eenige be denkingen opperde tegen de neutraliteit in zoo'n vereeniging of bond, die alle vakgenooten of het geheele dorp omvat, werd gezegd het algemeen belang tegen te staan. Maar feitelijk bruischte daarom de woede zoo op, omdat het heilige huisje der neutrale zóne werd aangerand." Jammer, dat de neutrale pers onder ons christenvolk nog zou onberekenbaar veel kwaad doet. Menigeen meent er geen kwaad aan te doen, wanneer hij de christelijke bladen niet steunt, doch z.g. neutrale bladen leest. Kome er meer liefde tot de christelijke pers. Meer waardeering voor haar arbeid. Onze partij kan er slechts voordeel van ondervinden. gen. En wie bedenking te minachting en onder woorden 105 In haar harden verpleegstersdienst had ze Dr. Van Meeden eenige malen ont moet, die zich als jong geneesheer pas had gevestigd. Haar overgegeven, plichtgetrouw wer ken had zijn aandacht getrokkenin de korte gesprekken die ze hadden gevoerd, wanneer beider onderscheiden taak hen samenbracht, had hij met vreugde be merkt, dat zij éénsgeestes warenhij had in haar iemand ontmoet, die hem verstond in zijn opvatting van zijn werk een arbeiden om 's Heeren wil, uit drang van Christus' liefde, een zich geven, ge heel uit de reinste beweegredenen. Op merkzaam had hij haar gadegeslagen de gelegenheid vaak gezocht, haar te ontmoeten. Ze was er van geschrokken, toen hij haar het ja woord vroegzij, de vrouw te worden van een man ais Dr. Van Meeden En toch was er iets onbeschrijfelijk heerlijks in het vooruit zicht liet te zijn! Want oprechte liefde V Minister Posthuma's beleid door hem zelf veroordeeld. Jeneinde in den melknood te voorzien en toch ook voldoende vetten te ver krijgen, heeft de Minister een karnverbod uitgevaardigd. Het maken van boter is dus verboden. Dat wil zeggen, men mag alleen boter maken als men zich verbindt zeer be paalde voorwaarden na te leven, nl dat de gemaakte boter bij de Rijksinzameling wordt ingeleverd, behoudens een zekere hoeveelheid, die aan den producent (melkleverancier) gelaten wordt. Immers Minister Posthuma schrijft „Ik heb het wenschelijk geacht „laatstgemelde bepaling te treffen, „welke den producent in een eenigs- „zins bevoorrechte positie plaatst, „omdat zij mij het beste middel toe scheen om te prikkelen tot het „inleveren van het overige deel der „productiealleen langs dezen weg „zou m.i. het frauduleus achterhou den van boter kunnen voorkomen „worden." Toch wel een verstandig man, die dit ordonneert, zou men zoo zeggen. Het is eene menschkundige overwe ging, die ongetwijfeld een bewijs is van den praktischen blik, dien de steller heeft. Het is de stelling van Minister Pos thuma. Maar, zoo vraagt men, hoe is. het dan toch mogelijk, dat hier blijk gegeven wordt van een goed inzicht bij de boterinzameling, terwijl dat ontbroken heeft bij de graaninzameling De minister stelt zich voor op die wijze het best de boter te kunnen inzamelen. Waarom, zoo vragen wij, heeft zijne Excellentie dat dari ook niet voor het graan overwogen Zelfs niet na herhaal de waarschuwing en op herhaald verzoek Deze door den minister gepubliceerde maatregel is de meest krasse veroordee ling van zijn beleid in zake de graanin- zameling. verlangt naar vereeniging. Ze had veel tegenwerpingen gemaakt, hoofdzakelijk er op doelende, dat zij van lagen stand, van burgerlijke, o zoo eenvoudig-burger- lijke afkomst was. Maar waar zijn de hinderpalen, die de echte liefde niet uit den weg ruimt Ze waren gelukkig in eikaars bezit. Was het wonder, dat Dr. Van Meeden, die al spoedig een tamelijk drukke prac- tijk had, er naar verlangde haar als zijn vrouw in zijn huis te leiden Het was daar zoo eenzaam; reeds zoo lang; van zijn vijftiende jaar af was hij reeds wees En kón ze dan weigeren Karei en Cato namen oprecht deel in haar geluk. Eenige malen hadden ze Betje met Van Meeden reeds ontmoet en die kennismaking had hun in de over tuiging versterkt, dat die twee volkomen bij elkaar pasten. Maar het geluk der anderen was Kareis niet. Stil en teruggetrokken bleef hij. Met bezorgdheid sloegen Cato en Betje hem vaak gade. Waar moest dit op uit loopen HOOFDSTUK XXXIV. 'tWas avond. Karei bevond zich alleen in huis. Cato was op bezoek bij Van Meeden Een nieuw offensief zijn de Engelschen begonnen. En wel ten Oosten van Amiens. De terreinwinst bedraagt ongeveer 3 K.M., op een enkele plaats zelfs 7 K.M. Reeds melden de Britten ons een winst van 7000 gevangenen en 100 kanonnen. Alzoo een gevoelig verlies voor de Duitschers. Zelfs, indien het hierbij blijft, wat echter niet te verwachten is. De Engelschen zullen wel trachten ver der door te stooten. Het lijkt ons niet onmogelijk, dat straks in den herfst de toestand ongeveer gelijk zal zijn aan dien in het verloopen voor jaar. Er is veel kans op, dat de entente al het door de Duitschers veroverde gebied terugnemen. Ze hebben nu reeds ongeveer de helft terug. Dan zijn al de stroomen bloeds vruch teloos vergotendan is een zee van jammer en ellende vergeefs uitgestort over het zichzelf vernietigend Europa. Want alle teekenen wijzen er op, dat de Duitschers geheel in de verdediging zijn gedrongen, wat gelijk staat, met een langzamen ondergang. Niet, alsof het nu reeds zoo ver is. Heel goed kunnen de Duitschers nog wel eens een offensief beginnen. Maar de kans op een militaire overwinning lijkt ons na de jongste nederlagen der Duitschers totaal verkeken. En is dit zoo, dan zal Duitschland op den duur het hoofd niet kunnen bieden aan de steeds grooter wordende over macht der entente. De verdediging moge dan heldhaftig, bloedig en langdurig zijn, ze is tot mis lukken gedoemd. De groote stokebrands tegen den vrede, zijn de Vereenigde Staten van Noord- Amerika. Herhaalde malen hebben de Centralen gepoogd, om de deur voor den vrede wijd open te zetten. Steeds was dan de eerste daad der geallieerde landen, die deur weer dicht te werpen. Niettemin was de toestand van de entente allesbehalve rooskleurig. Neer laag op neerlaag leed ze in Rusland en op den Balkan. Italië bracht slechts teleurstelling. En zelf kon de entente op het Westfront niet los komen van den loopgraven oorlog, welke al een slecht middel is om de beslissing te brengen. Wat gaf nu den geallieerden telkens den moed om elke poging om tot den vrede te komen, af te wijzen en elk verlangen daartoe in eigen landen te onderdrukken Zelfs na Ruslands aival. Voor het grootste deel moet dat toe geschreven worden aan Amerika. Reeds lang tevoren uitgesproken ententegezind, en dus slechts in naam neutraal, opgehitst door den dagelijk- schen stroom van Reuter-leugens, ging in 19l7 Amerika mee doen in den wereld oorlog. Dat was het, wat Frankrijk en Enge land den bijna verloren moed weergaf. Als redder in den nood haalde men Amerika in den ententekring binnen. ZeTfs verklaarden de eerste-ministers van Frankrijk en Engeland, Clemenceau en Lloyd George, dat men nog slechts van Amerika de overwinning verwach ten kon. Overduidelijk trad in deze uitspraak de afhankelijke positie, waarin Frankrjjk èn Engeland tot Amerika gekomen zijn, aan 't licht. Niet onjuist teekende de Neue Freie Presse deze positie aldus „De Engelschen en Franschen kunnen niet vrede sluiten. Zij zijn niet meer onafhankelijk. Wilson voedt hen, kleedt hen, zendt manschappen en, geld. Hij beschikt over oorlog en vrede. W7ilson is het beletsel voor den vrede, die na de wisselvalligheden van dezen zomer zich misschien eerder had kunnen door zetten dan vroeger." Ook in Engeland zelf zijn vooraan staande mannen, wien de oogen voor het „Amerikaansche gevaar" beginnen open te gaan. George Hunter, een van Enge- land's grootste scheepsbouwers en Loid Lee, de onlangs afgetreden directeur- generaal der levensmiddelen-productie, hebben er dezer dagen met klem op gewezen, dat Engeland geheel en al onder de macht van Amerika komt. Niettemin biijveu de verantwoordelijke mannen in Engeland en Frankrijk hun hoop bouwen op de hulp van Amerika. Zoo is de vredeskwestie in hoofdzaak een Amerikaansche kwestie geworden. En daar heerscht volgens alle berichten, die daar vandaan komen, een ware oorlogswoede, een dolheid, die nog stij gende is, en die vermoedelijk eerst nog zal moeten uitrazen, voordat de vrede rijp wordt. In de Nation leest een Amerikaansche professor den Engelschen zelfs de les over hun flauwhartigheid en oorlogsmoe heid. Zoo houdt Amerika het oorlogsvuur, brandend in een tijd, nu onder de lij dende volken der oude wereld de ellende en als gevolg daarvan de oorlogsmoeheid met den dag grooter wordt. En bij al zijn gepraat over volkerenbond, mensche- lijke rechten, democratie en vrijheid, ge bruikt Wilson zijn macht schier uitslui tend om den gruwel die de gansche menschheid teistert, te doen vooitduren, terwille van het toekomst-drogbeeld (vol kerenbond) dat de man zichzelf gevormd heeft. Over de Engelsche vloot geeft Reuter ons eenige inlichtingen. In 1914 bestond de vloot uit schepen met een tonnenmaat van 21/'3 en thans 6V2 millioen. Vóór den oorlog dienden er 146.000 man op de vloot en nu bijna 400.000. Tijdens den duur van den oorlog zijn over zee vervoerd (naar't front, met ver lof naar huis en terug, zieken en ge- hij zou haar over een paar uren gaan afhalen. Hij had nog wat kantoorwerk, dat hij gemakkelijk hier, thuis, afkon, te doen. 'tWas den laatsten tijd druk, maar als hij het eenigszins voor elkaar krijgen kon, nam hij zijn werk mee naar huis daar zat hij rustiger, buiten het onaan gename gezelschap van zijn collega. Maar het werk vlotte-niet. Meer dan ooit was hij de laatste dagen met zichzelven doende. En al spoedig kreeg de pen rust en liet hij het hoofd in de handen zakken. Zóó was het geen leven. Mocht ook door de drukte der dagelijksche bezig heden tijdelijk dat drukkende gevoel van troosteloosheid en hopeloosheid verdre ven, althans verminderd wezen, in de kalme omgeving van zijn klein gezin kwam het weer met volle zwaarte op hem neer. Hij zag zijn weg als een, die dóód moest loopen. Er was geen ontkomen aan den toorn Gods. Elke dag voerde hem zijn verdoemenis nader, was slechts uitstel van exécutiemaar onontkoombaar gewis naderde die Dag, de Dag des Toorns Hij zuchtte, gelijk hij het den laatsten tijd zoo dikwijls had gedaan. Voelde hij iiiet reeds het branden van wonden) 20 millioen soldaten, 2 millioen dieren en ongeveer 110 millioen ton voor raden voor leger en marine. Voorwaar cijfers om van te duizelen. En toch, hoe machtig en groot, kan de Engelsche vloot de beslissing niet brenKen^^fs niet^^iond met de vloten vafT^ffllWRf, Frffl^^k, Italië en Japan. De Duitschers hebben de Bocht van Helgoland zóó goed versterkt en ver sperd, dat de vijanden er op eerbiedigen afstand vandaan blijven. Ja sterker nog: uit vrees voor de duik- booten houdt Engeland zijn groote sche pen binnengaats. Het doet er niets mee. En toch bewjjst de groote vloot Enge land wel een goede dienst. Alleen het feit, dat de machtigste vloot der wereld gevechtsklaar en met stoom op, in Engelands havens ligt, boezemt den Duitschers wel zooveel respect in, dat ze het niet in hun hoofd zullen halen, een landing op de kusten van Groot- Bittannie te probeeren. En dat is Engeland al heel wat waard. Amerika en den oorlog. Generaal March verklaarde in de we- kelijksche bijeenkomst van de leger- commissie uit den Senaat, dat meer dan driehonderdduizend man in Juli waren verscheept, zoodat liet totaal 1,300,000 bedraagt. Doordat onlangs Amerikaansche afdeelingen met Britsche brigades waren samengesmolten, heeft generaal Pershing thans 1 millioen man onder zijn onmiddelijk bevel. Negen Amerikaansche congres-leden, die thans in Engeland zijn om de oor logsomstandigheden te onderzoeken, zeg gen in een verklaring De periode van Amerika's voorbereiding is voorbij. Arno- rika's eenige bezigheid is thans den oor log te winnen. Amerika heeft 20 mil lioen mannen van dienstplichtigen leef tijd. Ieder jaar worden meer dan een millioen jongelieden meerderjarig. Ame rika heeft de grootste industrie, gesteund door het grootste kapitaal ter wereld. Het kan, zoo noodig de bevolking van Frankrijk, Engeland, Italië en zichzelf voeden en tegelijk de legers van voor raden voorzien. In Europa zijn thans anderhalf mil lioen Amerikaansche soldaten en voor einde October zullen er twee millioen zijn. Bovendien worden er anderhalf niillioeu afgericht. lederen dag vertrek ken er tienduizend naar het gevechts front, zonder door de duikbooten belem merd te worden. Er zijn naar verhou ding minder Amerikaansche soldaten op den Oceaan omgekomen dan Duitsche soldaten bij het treinvervoer van Rusland naar het Westen. Er worden wekelijks 54,211 geweren uitgereikt en 5000 ma chinegeweren vervaardigd. De dage lijksche capaciteit der Amerikaansche fabrieken is 760,000 granaten. Er worden wekelijks een millioen handgranaten van allerlei model geleverd. Meer dan honderd werktuigen voor den loopgraven-oorlog zijn er uitgevonden. In het gebruik van vlammenwerpers en giftige en brandbare gassen heeft Ame rika groote vorderingen gemaakt, zoo dat de militaire leiders in Duitschland berouw zullen hebben over de invoering dien Toorn, daarbinnen in zijn hart 1 Weer overdacht hij zijn levensgang. Van zijn streven naar omhoog Moeders zachte drang om hem tot den Heiland te leidenhaar bidden vóór hem, haar bidden mèt hem toen, dien morgen, toen hij oom Van Dalem zou gaan bezoeken, toen hij den eersten stap ging zetten, die hem naar. zijn vurig hopen, omhoog zou voeren. Toén was al dat booze, dat hij nu verafschuwde, in zijn hart geweest; dat verzaken van zijn geloof, om te win nen dat wikken en wegen, wat het voordeeligst zou zijnte kiezen vóór of tegen den Heere dat beslist zich afwen den al spoedigdat bruut zich verzetten dat verachten van Gods lankmoedigheid dat tarten van Hemdat tegenstaan tegen alles intot op moeders sterfbed toe Moést hem dan nu niet de vloek tref fen Hij was verworpen Moeder, vader, zijn zuster, zijn eigen vrouw zelfs, zij waren behouden, voor hen was de zaligheid, de vrijheid, de blijdschap voor hem de verwerping En duizend stemmen schenen hem in dit oogenblik te beschuldigendood en verderf grimden hem aandichter bij waren ze nu en de hoonlach van satan klonk hem in de ooren. En terwijl hij in folterenden angst verging, omringden hem als wreede pijnigers, die nauw op hem aandrongen, de beschuldigingen van zijn geweten, de aanklachten van satan.... Als een, die in de engte gedreven, geen enkelen uitweg meer ziet en die op het punt staat den doodelijken slag te ont vangen, zoo gevoelde hij zich. Daar naderden ze dreigend, vast besloten tot zijn ondergang, de helsche demonen, waartegen hij weerloos was.... Hij hijgde naar ademalle hoop was afgesneden; dit werd het einde.... Klonk daar opeens, te midden van het prangen van dezen uitersten nood een zachte fluisterstem, die uitkomst beloofde. Wie was het, die dat woord in zijn ziel wierplees Met bevende hand greep hij naar zijn Bijbelopende hem Daar, wat vond hij daarwat trok zoo onweerstaanbaar zijn oog „de banden des doods hadden mij om vangen, en de angsten der hel hadden mij getroffe 1ik vond benauwdheid en droefenis". (Wordt vervolgd). VLAAN D DOOR ZELANDIA. Nadruk verboden.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1