Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. Woensdag 9 Januari 1918. 1® Jaargang. De Nieuwe Tijd. FEUILLETON. OMHOOG! ABONNEMENT: Dit blad verschijnt DINSDAG - en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - TELEFOON Nr, 20. Per drie maanden bij bezorging f 1,—, Franco per post voor Nederland f 1.10. ADVERTENTIE N. Van 14 regels f0.40. Voor eiken regel meer 0.10. Handelsadvertentiön over twee kolom 6 cent per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. III. HET DOEL. Het nieuwe stelsel, dat uitkomst zou brengen uit al de misère van het meer derheidsstelsel, was de Evenredige Ver tegenwoordiging. (E. V.) De bedoeling daarvan is, zooveel mogelijk elke stem waarde te geven, mede te doen tellen. Bij het stelsel van E. V. worden b.v. de liberale stemmen in Limburg, de Roomsch-Katholieke in Groningen, de rechtsclie in een linksche streek en omgekeerd, meegerekend. De Anti-revolutionairen in Groningen en Drente helpen dan mee tot de ver kiezing van onze Kamerleden. Ook kleine partijen kan het nu gelukken een volksvertegenwoordiger van hun richting gekozen te zien. De S. D., die nu geen enkele afgevaardigde heeft, zal er dan zeer waarschijnlijk één of meerdere krijgen. Wellicht, of bijna zeker, zal dat het ontstaan van kleine partijen in de hand werken. Niet zoodra is er een groepje van ontevredenen in een partij, of fluks een eigen partijtje gesticht, over 't heele land propaganda gedreven, en 't moet al heel gek loopen, als niet de leider van zoo'n groep in staat gesteld wordt z'u gaven in de Tweede Kamer ten toon te stellen. Wel zullen dergelijke partyen spoedig weer aan invloed verliezen, en tenslotte weer verdwijnen, doch het verschijnsel zal zich zoo nu en dan herhalen. Onze volksaard is eenmaal zoo. Vooral ook de sterke macht, die de partijbesturen zich zien gegeven door het stelsel der E. V., zal dat werken van de splijtzwam bevorderen. Als marionetten te dansen op de be velen van enkelen, gaat in tegen het karakter van ons volk. Ook de protestantsch-rechtsche groepen zullen met die karaktertrek hebben te rekenen. Waar eenmaal besloten was, in beginsel het stelsel der E. V. te aanvaarden, daar moest worden gekozen uit verschillende systemen. We zullen die niet alle be handelen, noch ze vergelijken. Alleen met het voor ons thans geldende stelsel, vrucht van de werkzaamheden der Staatscommissie van 1913, hebben we te rekenen. Dat willen we nu nader uiteenzetten. IV. WAT ER VERANDERT. Een zeer groote verandering is deze de districten verdwijnen, en er komen 18 kieskringen voor in de plaats. Het verdeelen van het land in districten met ieder één of meer afgevaardigden, strijdt tegen het idee der E. V. Feitelijk zou héél het land één district, of wil men, één kieskring moeten zijn. Maar dat zou te veel practische De- zwaren meebrengen. Als elke partij eens 50 caudidaten stelde, en er waren 12 partijen, dan zouden op een stembiljet maar eventjes 600 namen prijken 1 Ter vereenvoudiging is daarom het land verdeeld in 18 kieskringen. Letten we er wél op, dat nu de Kamer- 55) „Geen wissels," weerde hij af. „Hoeft geen mensch zijn neus in te steken. Dank je. Hier, pak an," een briefje van duizend tusschen duim en wijsvinger Herman toestekend. „Gauw dan," haast te hij, toen hij Cato's nadering vernam In een ommezien was de portefeuille weer in den binnenzak gegleden en de banknoot in Hermans handen overge gaan. Stationswaarts stevende nu het drie tal. „Ja, meheer, drie trappen hoog. Ga u maar vóór," noodde Kareis hospita. Herman Bremer steeg op. Bij de derde trap weerde hij de ge dienstige af. „'k Zal liet nou wel vinden, juf. Oef, je zou er hartkloppingen van krijgen." „Zooas meheer verkiest," luidde het leden der toekomst niet voor één der 18 kieskringen zitten. Dan zou men feitelijk in plaats van 100, 18 districten hebben gekregen. Neen, een kieskring heeft alleen be- teekenis voor de candidaatstelling en de stemming. Voortaan zal „de geachte afgevaardigde van Goes" b.v. tot de historie behooren. Een Kamerlid zal niet meer voor de belangen van zijn district opkomen, om de eenvoudige redenen, dat hij geen „eigen" district meer heeft. Een zeer waardevolle band tusschen kiezers en gekozenen vervalt dus. Een band, waaraan door ons steeds groote beteekenis is gehecht. Een bezwaar, dat we in dit verband willen noemen, is ook, dat de heeren Kamerleden steeds meer gekozen zullen worden uit de „centrum-provinciën", of althans na hun verkiezing naar Holland zullen verhuizen. De „rand-provinciën" zouden de schade daarvan zeker onder vinden. En dit bezwaar zal nóg grooter worden, doordat de partijbesturen zich een over wegende, schier beheerschende positie toeëigenen, bij de candidaatstelling. De gekozene zal dan al heel weinig band voelen met de kiezershun misschien, behalve bij name, geheel onbekend zijn. Toch moeten de partijen zorgen, dat de candidaatstelling niet te veel „van boven op" gebeurt. Dat zou de dood in den pot zijn De anti-revolutionairen in Zeeland moeten kunnen zeggen„Die candidaten zijn door ons gesteld en er door ons initiatief gekomenEen zeer verdienstelijk man, dien men in de Tweede Kamer geheel op z'n plaats acht, moet er, hoewel na overleg met het partijbestuur, gebracht kunnen worden. Worden ons de candidaten „opgelegd", en mogen wij alleen maar een hokje zwart maken, dan gaat de ambitie er spoedig af. Over de vraag, wie op de lijst zal staan, en waar zijn naam zal staan, moet de kieskring zelf beslissen. Natuurlijk mag hier overleg niet ont breken. Stel eens, wat wel niet ge beuren zou dat in alle 18 kieskringen de anti-revolutionaire partij dezelfde 10 namen op de lijst zette. Dan zouden er niet meer dan 10 verkozen kunnen worden. Nu zouden de personen zelf, en meer nog de pers daarvoor wel oppassen. Als bekend was, dat in 4 of 5 kieskringen b.v. prof. Diepenhorst op de lijst stond, dan zou men hem op de andere lijsten niet plaatsen. We denken, dat er in plaats van steeds dezelfde, eerder heel wat verschillende namen zouden komen. Locale grootheden misschien. En dan zouden, omdat de plaats op de lijst veel invloed heeft, misschien te veel van die plaatselijke en provinciale kopstukken gekozen worden. Ook is eenheid noodig, om in elke Kamerclub specialiteiten voor verschil lende onderdeelen te krijgen. Specialiteiten op 't gebied van onder wijs, landbouw, koloniën enz. Overleg is dus beslist noodzakelijk. Een groote verandering ondergaan ook de lijsten. Bij de tegenwoordige kieswet kunnen eigenaardig bescheid. „Dank u," spotte Herman. De krakende treden van de derde trap dienden hem nadrukkelijk genoeg aan. Karei opende op het gerucht de deur van zijn spaarzaam verlicht vertrek. „Wie daar?" onderzocht hij. „Goed volk, kerel, goed volk. Wat zoek jij het hoog, zeg Hij was onderwijl binnengetreden. Karei wees hem den eeuigen zetel, die, behalve zijn eigene, beschikbaar was. Het hinderde hem blijkbaar, zoo zijn armoede ten toon te moeten stellen. Dan was Hermans „pension" wat an ders. Alles even sjiek. Hij gromde wat van een verontschuldiging. „Geneer je niet, voor mij niet, hoor. 't Is jouw schuld niet." „Och, nog een paar maand, en dan is, hoop ik, 't ergste geleden, 'k Zal me er wel door zien te slaan, 't Is een lamme boel, maar 'k kan 't niet ge beteren." „Nog een paar maand, zeg-je Geen kwestie van; je rukt hier zoo gauw mo gelijk uit." „Ja, maar je „Daar kom ik nou juist voor. De ouwe 40 kiezers in één district voor de Kamer verkiezingen een lijst indienen, waarop niet meer dan één naam mag sta,an. Voortaan kunnen 25 kiezers een lijst aanbieden, waarop ten hoogste 10 namen mogen voorkomen. In den kieskring Zeeland kunnen dus 25 liberale kiezers een lijst indienen met de namen van 10 liberale heeren er op. Iedere partij heeft dat recht, en maakt daarvan ook gebruik; want de hemmen in Zeeland verkregen, tellen mee voor 't gelieele land. Als er dus straks 12 partijen lijsten indienen in den kieskring Zeeland, en op lijst komen eens gemiddeld 5 namen voor, dan krijgt de kiezer een stembiljet met (12 X 5 60 namen er op, thuis. De gewone dag, waarop de candidaat stelling voor de Tweede Kamer plaats heeft, is de voorlaatste Dinsdag in Mei. De 25 kiezers, die de lijst onderteeke nen, moeten binnen den kieskring wonen. Dezelfde kiezer mag niet meer dan één lijst onderteekenen. Bij de inlevering van de lijst, kunnen de 25 onderteekenaars schriftelijk een gemachtigde en diens plaatsvervanger aanwijzen, die bevoegd is, om de lijst te verhinden met andere lijsten. Door het hoofdstembureau (in eiken kieskring één) wordt nu bij loting het nummer van elke lijst op het stembiljet bepaald. Stel het geval, dat in den kieskring Zeeland 12 lijsten worden ingediend. Het hoofdstembureau gaat dan hij loting elke lijst een nummer geven. Valt bijvoorbeeld op de lijst der*aiiti- revolutionairen het nummer 1, dan komt die lijst bovenaan op het stembiljet. Wordt voor de Unie-liberale lijst nummer 2 getrokken, dan komen de namen der candidaten van de Unie-liberalen onder die der anti's. Het stembiljet vertoont dus voortaan groepjes van namen. Alle anti's staan bij elkaar, alle christelijk-historischen eveneens, enz. De namen van zoo'n groep zijn niet alphabetisch gerangschikt, maar staan in de volgorde, die de onderteekenaars gewenscht hebben. Op het stembiljet mag niet zooals n sommige andere landen de naam der partij boven elke groep van namen staan. De kiezer moet zelf maar zoeken» Dat kan in het begin tot heel wat verwarring aanleiding geven De Economische Bond. Zoo nu en dan duikt er in ons goede landje eens weer een nieuwe partij op. Vergi-sen we ons niet, dan hebben we het al tot het respectabele aantal van 13 gebracht. Waar nu de Economische Bond (E. B.) kort geleden is opgericht, ligt het voor de hand, dat we er een artikel aan gaan wijden. Te meer, waar uit de nieuwsbladen blijkt, dat zeer invloedrijke personen hun steun hebben toegezegd, en zoo hier en daar reeds van instemming met de bedoelingen van den E. B. wordt gehoord. Al zullen we nog wel eens weer over den E. B. moeten schrijven, vooral, als straks het weekblad van den Bond heeft afgeschoven, royaalnou, je mag het wel weten, duizend pop; 'k had de helft amper noodig deze reis, maar 'k dacht aan jou en bij hém kan het er af." 'k Heb er es over gedacht, maar wanneer zal ik het je kunnen terugge ven Ik geloof „Jij gelooft niks. Jij neemt an watje noodig hebt, en wat ik missen kan Want e, es kijken," hij haalde zijn zwaar gouden horloge uit den zak, 't is nou negen uur hé? Nou, 'k ben een paar uurtjes op de soos geweest, nadat ik pa en zus heb weggeloodst. Mijn schuld heb ik voldaan, nog wat gespeeld Wat denk je, er zijn alweer haast een paar honderd pop gevlogen. Verloren au die Bruin, weet je wel, dien kleinen dikkert, 'k mag een grieksch testament wezen, als de vent niet valsch speelt, die dronkaard. Maar jou help ik graag weet je, wat ik vanmiddag zei, hé Vandaag help ik jou morgen jij mij." Karei glimlachte bij het denkbeeld dat hij dien rijken Bremer ooit zou kun nen bijspringen. „Ja, jij lacht, je weet nooit, hoe 't loo pen kan in de wereld. Maar zeg, ben jij nou met driehonderd pop uit den verschijnt, toch willen we thans reeds enkele zaken op den voorgrond stelten. I. MATERIALISTISCH. In de eerste plaats blijkt uit den geheelen opzet, dat de Bond een puur- materialistisch karakter draagt. Slechts voor het stoffelijke komt men op. Met hoogere, geestelijke beginselen houdt men zich niet op. „Het program van den Bond",aldus minister Treub in de onder zijn leiding gehouden vergadering „is geen recept voor de eeuwigheid, maar voor den tegenwoordigen tijd." En met zoo'n eenzijdig materialistisch program zal men in zee Ons volk, toch al te veel aan de eeuwige beginselen van Gods Woord ontwend, zal men op deze manier be-, arbeiden. Men wil niet inzien, dat grenzenlooze verwildering zich van de volksmassa moet meester maken, als men het gees telijke spijze onthoudt. Als men het volk leert, alleen en uitsluitend op te komen voor materiëele belangen, dan predikt men, gewild of ongewild, de revolutie. Dan zijn gebeurte nissen, als zich nu in Rusland afspelen niet te voorkomen. Wij menschen hebben aan het stoffe lijke niet genoeg. Wij zijn eeuwige wezens. Uit ziel en lichaam bestaande, hebben we naast de stoffelijke ook geestelijke behoeften. Zelfs gaan deze laatste voorop, zooals ook de ziel méér is dan het lichaam. Maar niet alleen verwildering, ook verarming brengt het slechts-oog hebben voor de stoffelijke belangen. Hoe arm, hoe ongelürkkig is de mensch, die op het goed zijn betrouwen stelt, die niet anders heeft dan zijn stoffelijk bezit. Dat geld zal hem ui 't sterven niet baten daarvoor koopt hij zijn ziel niet vrij. Zeg zelf, lezer, of ge genoeg hebt aan het stoffelijke, als ge staat aan de groeve uwer gelieven, als ge ligt op uw doodsbed, als de moeiten des levens u dreigen te verpletteren. Of ge geen recept noodig hebt voor de eeuwigheid Gij, die eeuwig zijt En immers, de dokter schrijft geen recept voor een doode, maar voor een levende. Gij hebt niet straks, maar nu, terwijl ge nog leeft, die hoogere beginselen noodig. 4 Die moeten stuur en richting geven aan uw leven. Ge zoudt u arm, o zoo arm voelen, als ge uw God niet luidt,. De schatten der wereld zouden u dat gemis niet kunnen vergoeden. „Want wat zal 't den" mensch toch [baten, Al gewon hij goud en goed, En hij leerde niet kennen, Noch de kracht van Jezus' bloed Neen, met een partij, die slechts oog heeft voor de materiëele zijde des levens, kan geen christen meedoen. Die wil op elk terrein des levens opkomen voor de eere van zijn Koning. Die behoort eerst te zoeken de dingen brand „Drie „Ja, méér zou ik niet kunnen missen vandaag, maar „Nee maar, zóó bedoel ik't, niet. Na tuurlijk, met twee zou ik 't wel durven wagen." „Geen gekheid. Je neemt driehonderd pop van me. 't Is an jou goed besteed. Beter dan an mij. Dus afgesproken." Hij haalde zijn portefeuille 'te voor schijn. Achteloos lei hij drie banknoten op tafel. „Ik zal een schuldbekentenis schrij ven," zei Karei, 't Streed met zijn hoog moed het geld als een gift aan te ne men. „Schuldbekentenis 1 Geen denken an. In geen geval." „Dan neem ik ze niet." „Wat ben jij eerlijk. Nou goed, als dat je consciëntie ontlasten kan, ga je gang. Ik, Karei Randers, bekèn enz. Je weet wel. In de puntjes dan, hoor," schertste hij. Karei trok het inkstel naar zich toe en zette zich tot schrijven. „Wie liebhen we daar?" Nieuwsgierig keek Herman naar eon van Gods Koninkrijk. En dan heeft hij de belofte ook voor het tegenwoordige. II. DE SCHULD VAN DEN OORLOG? Minister Treub, die erkende, dat de Bond louter materialistisch is, voegde daaraan toe, dat dit de schuld is van den wereldoorlog. Die heeft de econo mische vraagstukken op den voorgrond geschoven. Nu is het waar, dat de oorlog ons in aanraking heeft gebracht met heel wat vraagstukken op economisch terrein. Maximumprijzen, distributie, beperkte bouw, enz. Ook heel wat economische vragen op landbouw-, handels-en industriëelgebied. Maar is daarom de les van dezen oorlog, dat voortaan de behartigibg der stoffelijke belangen nummer één moet zijn Zou dat de oorlogen doen ophouden? Zou dat geluk en vrijheid aan de mensch- beid brengen Ons dunkt, dat deze oorlog ons juist leert, dat nóch de enkele mensch, nóch de volkeren zonder geestelijke leiding kunnen. Alleen een terugkeer tot hot eenvoudig christelijk geloof kan uitkomst brengen. Ook op materieel gebied. Het Christendom sluit niet zijn ooge.n voor de behoeften van den lijd, maar wil ze vervullen zooals Gods Woord het ons leert. Het verzoent de tegenstellingen, slijpt de groote verschillen af, brengt tevreden heid en geluk. De Christelijke partijen komen op voor héél het volk. Waar hulp noodig is, moet geholpen. Geen stand mag bevoorrecht boven dn auderen. En ook de economische vraagstukken zullen door de rechterzijde niet worden verwaarloosd. Maar ze willen ons volk méér geven dan dat. En daarbij óók rekening houden met de lessen van den wereluodVlog. III. BESLIST VRIJZINNIG. „De Bond is onomwonden vrijxiiinig sprak Treub. Laten onze'menschen dat onthouden. Wie zich mee laat voeren m liet. zog van den E. B., bedenke dus, dat hij daarmee partij kiest voor het liberalisme. Wadt weer citeeren wc Treub „de E. B. wenseht niet, dat de Staat dienstbaar wordt gemaakt aan eonig godsdienstig streven." Do afgevaardigden van den E. B. zullen dus tegenstanders zijn van onze christelijke politiek. Laten we Ijet in óns oor knoopen. Ook als straks de propagandisten de deuren wijd zullen openzetten, en op het reclamebord schrijven: „Komt allen, er is voor personen van elk geloof plaats." Al zal men met mooie spreuken, als „Godsdienst is privaatzaak" en „Wij huldigen- een godsdienst boven geloofs verdeeldheid" u pogen te vangen, Iaat u niet verschalken door den lokkenden vogelaar. We weten he.t nu. men zal op den disch van den E. B. ons vrijzinnige spijze foto, dien hij achter een stapel boeken, inaar gedeeltelijk kon zien. „Een liefje Jij, dat wist 'k niet 'k Dacht Karei schoof de foto wat verder weg. Maar Herman had ze reeds gegrepen, schaterlachend, nu hij meende, een ge heimpje ontdekt te hebben. „Geef op." 't Klonl. zóó ontstemd, dat Herman er niets van begreep. Ook voelde hij er zich wel een weinigjo door beleedigd, „Nóu, nou, is dat zóó gemeend Mag ze niet gezien' worden?" Hij bleef de foto met de hand bedekken, Kareis sommatie weerstrevend. „Nee, Herman, toe," drong Karei, wat minder forscli aan. Herman begreep niet. „Toch even, effen kijken 1" Hij lichtte de hand op begreep nu nóg minder Kareis dringen. „Dacht ik een mooie jonge dame te zien, en 't Is inoeder," viel Karei ernstig in de rede. liet leek hem oen soort heiligschen nis. moeders portfet in de handen en onder de kritiek van iemand als Herman Bremer. (Wordt vervolgd.) VLAAN DOOR ZELANDIA. Nadruk verboden.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1