Antirevolutionair
voor
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
In den Levensstrijd.
Uit de Pers.
Uil de Tweede Kamer.
No. 975.
Zaterdag 14 December 1912.
10e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f\,France
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. L1TTOOIJ Az, te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiên vóór uren op den dag der uitgave.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIE?"
ADVERTENTIÊN:
Van 1—4 regels 0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
saüy
Advertentiên voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Vergadering der Centrale.
Door de slechte weersgesteldheid kon de
vergadering op 30 November niet doorgaan.
Ze zal nu D. V. gehouden worden op aan
staanden Zaterdag, 14 dezer.
Dringend wekken wij de Bestuursleden der
aangesloten kiesvereenigingen op, getrouw op
te komen. Er dienen belangrijke besluipen
genomen te worden, waarbij zooveel mogelijk
allen dienen tegenwoordig te zijn.
De vergadering is voorts toegankelijk voor
alle leden der plaatselijke kiesvereenigingen.
Gelijk bekend is, wordt deze vergadering
gehouden in „Bethel" te Ter Neuzen. Aanvang
's midd. te 2 uur.
Wederom een ledige plaats.
Donderdag in den vroegen morgen overleed
de heer Jan Huijssen Johszn. in den ouderdom
van bijna 75 jaar.
Hij was van den aanvang af voorzitter der
Vennootschap „Luctor et Ernergo" en beeft
krachtig meegewerkt aan de oprichting en in
standhouding van ons blad.
Jarenlang heeft hij als lid en bestuurslid
der kiesvereeniging een werkzaam aandeel
genomen in onzen strijd. In verkiezingsdagen
was hij steeds op zijn post om lauwe kiezers
op te wekken, hun plicht te doen.
Als penningmeester der vereeniging voor
de Chr. Bewaarschool lieeft hij gedurende vele
jaren de belangen dezer nuttige inrichting
nauwgezet behartigd en zich mogen verheugen
in haar bloei.
Bovendien was hij lid van het Bestuur der
Chr. school in de Jozinastraat alhier, terwijl
hij ook andere scholen in den omtrek finan
cieel steunde.
In al die betrekkingen heeft hij zich steeds
met groote belangeloosheid gewijd aan hetgeen
hij zijn plicht en roeping achtte, zonder ooit
zich zelf op den voorgrond te plaatsen of eer
voor zich te begeeren.
Voorts was hij als grondeigenaar bestuurs
lid van onderscheiden polders.
Met hem is weder een bekend figuur uit
onze kringen heengegaan op nieuw ontstond
er onder onze vooraanstaande mannen een
ledige plaats.
V Bakzeil gehaald.
De redactie van het Terneuzensch Volksblad
heeft naar aanleiding van hetgeen wij voor
32) DOOK ZELANDIA.
De gedachte aan schuldbelijden was hem
vreemd gewordenzóó kon hij niet tot God
naderen. En nu dan Al zijn strijd in eigen
kracht was uitgeloopen op een smadelijke,
schandelijke nederlaag en het pad, waarop hij
de overwinning meende te gemoet te gaan,
had hem gevoerd in een afgrond van jammeren
Kon hij dan nu het hart omhoog heffen tot
God Kon de bekentenis van misdaad, en
welk eenhem van de lippenkon de bede
om vergiffenis rijzen uit dit hart Neen, deze
zonde was te groot, dan dat ze hem vergeven
werd.
En alléén zat hij daar met zijn loodzwaar
leed. Hij scheen in dien enkelen nacht jaren
ouder geworden.
Hij voelde zich diep ellendig. Nergens veilig.
Zonder hulp. Verstooten van de menschen.
Gescheiden van God.
De schrik, de vrees rees weer in zijn ziel,
als de watervloed, die alles dreigt te over-
stroomen. Hij tastte in den zak, werktuiglijk
zijn hand raakte den beitel aanhij trok hem
te voorschijner kleefde bloed aan. En op
een paar weken schreven over het schandelijk
stukje Het Jubeljaar toch begrepen, dat ze
in haar blinde partijdrift te ver was gegaan
en bakzeil gehaald.
Natuurlijk kon ze het niet van zich verkrij
gen, eenvoudig het artikel te herroepen en
te erkennen, dat het niet aangaat, den ver
kiezingsstrijd, die ons wacht, te vergelijken
met de afwerping van het Fransche juk in
dagen als men zich opmaakt, om gezamenlijk
die afwerping feestelijk te herdenken.
Het heet nu, dat wij er meer in zochten,
dan er in bedoeld werd.
De schrijver is met Ter Neuzen niet eens
bekend en het artikel sloeg in 't geheel niet
op onze stad.
Het zal dan gediend moeten hebben, om
ergens in Groningerland de vrijzinnige kiezers
op te wekken, gelijk men in 18i3 het Fransche
juk afschudde, zich op dezelfde wijze in 1913
ook te bevrijden van het „clericale" juk in
Raad, Gewest en Land opdat 1913 een
vierdubbel jubeljaar worde
We wisten inderdaad niet, dat het Tern.
Volksblad in die verre streken zooveel lezers
telde en 't is niet onze schuld,dat wij bij
't lezen van bedoeld artikel in een plaatselijk
blad allereerst aan Ter Neuzen dachten.
Doch goed, de redactie verklaart thans, dat
het met onze stad niets te maken heeft en
dat is ons voldoende. De anti-revolutionairen
in Groningerland mogen dan voor zich zeiven
sp reken.
V Aangifte ter Inschrijving voor
de Militie.
Wij herinneren de in 1894 geboren manne
lijke personen er aan, dat zij zicli tussclien
1 en 31 Januari a. s. hebben aan te geven
ter Secretarie hunner gemeente ter inschrijving
voor de Militie.
Voor Ter Neuzen kan men dit doen op
eiken werkdag van 9 tot 4 uur. Des Zaterdags
tot 2 uur.
De bijzondere aandacht wordt er op geves
tigd, dat bij de aangifte ter inschrijving ge
legenheid bestaat om op te geven de reden
van vrijstelling, die de in te schrijven persoon
vermoedelijk zal kunnen doen gelden.
Voorts is het noodig, dat door of voor hen,
die elders geboren zijn, bij bet doen van de
aangifte ter inschrijving wordt overgelegd een
uittreksel uit het geboorteregister, welk uit
treksel op aanvrage kosteloos wordt verstrekt.
Men wordt dringend verzocht, zich zoo
mogelijk op een der aangegeven uren voor
het doen der aangifte ter Gemeentè-Secretarie
te vervoegen.
nieuw stond het schrikbaar visioen hem voor
den geest, dat hem huiveren deed, dat hem
schichtig de oogen deed opslaan en schuinspie-
dend deed rondblikken. Achter het huis liep
een sloot, hij slingerde zijn wapen, dat zijn
aanklager zou kunnen worden, er in. Maar
hij was daarmee niet van den drukkenden last
bevrijd, die hem neerboogo, kon hij zóo van
zich af slingeren zijn angst, zijn wroeging
De natuur was naden stormigen nacht weer
tot rust gekomen. Heerlijk gloeide het purper
op uit de kim en kleine vederwolkjes, hooger
aan den hemel bloosden in warme zonnestreeling.
De stille majesteit van den voorjaarsmorgen
oefende op den moeden zwerver weinig invloed
uitze vormde schril contrast met zijn eigen
onrust en gejaagheid.
Hij ging naar den slootkant en bette zich
de kloppende slapen met het koele nathij
streek de verwarde haren glad. Waar was
hij Achter zich, in het Westen, bemerkte hij
de vage lijn der duinrqenhij was er op aan-
merkelijken afstand van verwijderd. Hij moest
dus voort naar het Oosten de zonne tegemoet.
Leek het geen bespottinghij, de zon tegen.
Vóór hem uit liep een grintweg, tamelijk breed,
midden door de lage polderlanden, telkens ge
kruist door smallere, die er rechthoekig op
stonden.
Moest hij niet voort
V Beck tken van den heer Vor-
sterman van Oyen.
Naar de M. C. uit goede bron verneemt,
heeft de heer Vorsterman van Oyen aan het
bestuur van de vrijz. kiesvereeniging te Oost-
burg medegedeeld, dat hij, wegens zijn verge
vorderden leeftijd en tevens wegens zijne nog
steeds toenemende werkzaamheden op 't gebied
van den landbouw en de paardenfokkerij hij
de verkiezingen van 1913 niet ïeer wenscht
in aanmerking te komen, noch voor het lid
maatschap der Tweede Kamer, noch voor dat
van de Provinciale Staten in Zeeland.
VERZORGING VAN OUDE LIEDEN.
Men schrijft aan de Rotterdammer
In de gisteren, Dinsdagavond, gehouden
vergadering van den Raad der gemeente Hil
versum kwam opnieuw in behandeling het
verslag der Raadscommissie in zake de door
den heer B. W. Blijdenstein aldaar aange
boden schenking van f 50,000 ten behoeve van
een inrichting bestemd voor de Verzorging
van oude lieden, die niet of niet geheel in
eigen onderstand kunnen voorzien. Aan deze
aanbieding was verbonden de voorwaarde, dat
de gemeente aan de schenking minstens een
gelijk bedrag zou toevoegen.
De Raadscommissie tot onderzoek benoemd,
adviseerde de wenscbelijkheid, dat een der
gelijke inrichting zou worden opgericht en in
stand gehouden voorts om een bouwplan te
doen opmakten en dit den heer Blijdenstein
ter beoordeeling aan te bieden en eindelijk
eerst definitief te besluiten tot oprichting,
wanneer mag worden aangenomen, dat van de
kosten van grond, opstal en installatie samen
niet meer dan f 80,000 ten laste der gemeente
kas zullen komen.
De heer Wichers Wierdsma (lib.) bestreedt
dit voorstel wegens de hooge kosten, en de
waarschijnlijkheid dat de inrichting voor een
groot deel ten bate van omligggende gemeen
ten zou dienen. Hij willde den heer Blijden
stein doen verzoeken een som te bestemmen
ten bate van een school voor achterlijke kin
deren. De heer Bruist (Chr.-liist.) bestreed
het voorstel eveneens op financiëele gronden.
Het werd echter krachtig verdedigd door de
heeren Mr. Hingst (v. d.), Mr. Mendels (s. d.)
en den Wethouder van Publieke Werken, den
lieer II. Nieuwenlmizen (r. k.)
Ten slotte werd het voorstel der Commissie,
waarover ook op 24 September reeds een uit
gebreide discussie plaats vond, met 13 tegen
4 stemmen, die van de heeren J. Peet (r.-k.),
A. Bruist (c.-h.), Andriessen (r.-k.) en Mr.
Wichers Wierdsma (li)).) aangenomen.
Zou men hem zoeken? Hem achtervolgen?
Voorwaar hij had geen tijd te verliezen ver
der moest hij, altijd verder. H sneed van
een knotwilg een dikken stok hij had behoefte
te leunenzijn beenen weigerden bijna den
dienst't was de angst niet slechts, die ze
zwaar maaktehij voelde zich uitgeput door
honger en dorst. In zijn zak rond hg eenige
centen 't was het luttele zakgeld, dat Greet,
de goede trouwe zuster hem eiken Zaterdag
avond had opgedrongen.
Zou hij het wagen straks in ginds dorp een
broodje te koopen, zou het niet al te gevaar
lijk zijn? Werktuiglijk liep hij maar voorl,
zich reppend zoo veel hij vermocht. De zon
was al hooger gestegen en op n weg ver-
oonden zich telkens groepjes óeiders, die
zich naar den arbeid begaven. Als hij in hun
nabijheid kwam, minderde hij zijn spoed, om
geen argwaan te wekken, en toch keek menigeen
ter sluiks m, wanneer men hem voorbij was
zoo schuw was zijn blik, zoo vreemd zijn ge
laatsuitdrukking.
Hij kwam ~bij het dorp, maar meed het.
Hij durfde er niet doorsloeg een zijweg
in, die er om heen leidde, en terwijl hij dreigde
neer te storten van ontbering en vermoeienis
zette hij onverdroten zij» marsch voort.
Groepjes schoolkinderen kwam hij tegen
hun blij stemgekwetter, hun dartelen en springen
Zitting van 11 December.
De algemeene beschouwingen
over de staatsbegrooting worden
hervat.
De heer Schaper (S. D. A. P.) wijst er
op hoe weinig onder dit ministerie is gedaan.
Alleen aan de schoolquaestie is iets gedaan
en verder kwamen de Armenwet en de Pand-
huiswet tot stand. Voor het volk is echter
niets verricht.
Ook ziet spr. verdeeldheid onder de rechter
zijde, maar tegen het conservatisme van den
heer Lobman komt toch niemand op. Op den
bijbel als grondslag is z. i. geen politiek te
voeren en hij wijst dan op de teekenen van
ontstemming in rechtsche kringen. Spr. somt
op, op welke punten de arbeiders teleurge
steld werden. Hij behandelt dan het verwijt
van obstructie en het absenteïsme en wijst
in dit verband op de vermindering van quali-
teit van de leden der rechterzijde.
Behalve voor de arbeiders, is, meent spr.,
ook voor ambtenaren, beambten en onderwij
zers niets gedaan. Hij komt hier tegen de
kindertoelage op, verwijt dan den minister
van waterstaat zijn houding tegenover de
spoorwegarbeiders en hekelt ook het verbod
van passagieren.
Spr. komt dan tot de zedelijkheidspolitiek
der regeering, de Loterijwet, de indiening van
een Zondagswet, de grondwetsherziening, en
de financiëele politiek, om dan de vrijzinnige
concentratie te kritiseeren. Het bedenkelijke
van deze concentratie zit voor hem in het
samengaan met de vrije liberalen. Met be
trekking tot de kfesrechthervorming is spr.
dan ook niet zeer gerust. Bovendien zou door
samenwerking van vrije liberalen met de
rechterzijde het amendementsrecht voor de
Eerste Kamer ingevoerd kunnen worden. Ook
op verzekeringsgebied loopen de meeningen
uiteen. Verder wijst het concentratieprogram
niet aan, hoe er nieuwe inkomsten gevonden
moeten worden. De sociaal democraten zullen
dan ook niet de hulptroepen voor de concen
tratie vormen zonder een interpretatie van
haar program zij willen geen linkerzijde met
een versterkte conservatieve groep.
Nadat besloten is ook Zaterdag te verga
deren, zegt de heer P a t ij n (U. L.) naar aan
leiding van de rede van den heer Schaper een
kort woord over het concentratie-program.
Hij wijst dan op den treurigen toestand van
de duinen op West-Schouwen en de onvol
doende tractementen der rijksambtenaren,
waarvoor hij een systematisch onderzoek noodig
blijft achten. Voor de lage loonen beveelt hij
intusschen een wintertoeslag aan, totdat de
hinderden hem en hij was blij, als hij ze ge
passeerd was.
Hooger rees de zon.
Steven kon bijna niet meer voort.
Hij was het dorp al lang voorbij eindeloos
ver en wanhopig recht bleef de weg zich uit
stekken.
Eindelijk zette hij zich neder ter zijde op
het gras. Hij kon niet meer. Als wezenloos
staarde hij den weg langs, keek, maar zag
nietluisterde en vernam nietsde vogels
jubelden boven zijn hoofdeen kar knoerpte
over den grintweg hij merkte er niets van. De
stok ontgleed zijn hand hij raapte hem niet op.
Zoo lag hij, half wakend, half droomend,
toen eensklaps een stem in zijn oor klonk en
een hand zijn schouder vatte.
Zijn eerste beweging was zich los te rukken
hadden zijn vervolgers hem gegrepen Maar
zijn beenen droegen hem niet ver en spoedig
lag hij weer.
„De jongen is doodop, Kris," klonk een stem.
„Dood-op, Mozart; zeker, dood-op."
„Heb-je honeer
Steven knikt toestemmend.
„En dorst Hier, drink 's." Een flesch met
water wordt hem voorgehouden. Gretig ledigt
hij die.
„Da's drinken, Gijs."
(Wordt vervolgd.)