HtttïreDOlutïonair Door nieuws- en Jldoertentieblad Zeeland. I FEUILLETON. In den Levensstrijd. Uit de Pers. Uit de Tweede Kamer. No. 971 Zaterdag 30 November 1912. 10" Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden Binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing denzeWëe athrar- tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte be 1 INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIË&I TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. V Vergadering der Centrale. Wij herinneren Bestuursleden onzer Kies verenigingen aan de vergadering der Centrale op Zaterdag 30 dezer, 's nam. 2 uur in „Bethel" te Ter Neuzen. Leden van kiesvereenigingen hebben mede toegang tot deze vergadering. V De uitslag in Ommen. Opnieuw is het aandeel der Chr. Histo- rischen in Ommen met behulp der vrijzinnigen gelukt, den candidaat der onzen, mr. Van de Vegte, te weren. Mr. Bichon van IJsselmonde, die zich zelf aanbood als candidaat, werd met groote meer derheid verkozen. Dat men zich aan den linkerkant verkneu kelt over dezen broedertwist in onze gelederen, spreekt van zelf. Men mag hun deze vreugde niet al te kwalijk nemen. Men is zich iinks maar al te goed bewust, dat men met eerlijke middelen de ovorwinning niet meer behalen kan. Daarom heeft men zijn best gedaan, in Ommen het vuur van den kerkdijken hartstocht aan te blazen en 't is ditmaal gelukt aan de coalitie een slag toe te brengen, die allicht nog verdere gevolgen hebben zal. „Ommen geeft hoop', roept de Midd. Courant reeds triomfantelijk uit. „De hoofdmacht der antirevolutionairen wordt gevormd door de afgescheidenen" voegt het er smadelijk bij. Dat het de Gere formeerden niet bij hun wettigen naam noemt maar met een scheldwoord aanduidt, teekent de gemoedsstemming der redactie. De Ned. Hervormden op te zetten tegen de Gerefor meerden kan misschien ook in eigen omgeving nog een voordeeltje bezorgen. Toch heeft 't blad met beminnelijke vrij moedigheid steeds anderen voorgehouden,dat kerk en godsdienst buiten de politiek moeten blijven. Intusschen durven wij de Midd. Courant wel voorspellen, dat als straks het Ned. Hervormd lid voor Middelburg, de heer Blum, moet af treden, de gesmade „afgescheidenen" tot den laatsten man in 't vuur zullen gaan. Al de kwaadstokerij van het liberale blad zal niet baten. Daarvoor heeft de heer Blum reeds te zeer het hart onzer antirevolutionaire „afgescheidenen" gestolen al was 't alleen- maar door zijn pakkend woord op de laatst gehouden vergadering van het Provinciaal Comité. 28) DOOK ZELANDIA. Dat hij zoo voorspoedig zou zijn, het bewijs stuk der schuld zelfs in handen zou krijgen, het onwederlegbaar bewijs, neen, dat had hij zich toch niet voorgesteld. En nu, 't schijn baar onmogelijke is hem gelukt. Wat die oude Harmsma opspeelde Wel ja, die fijne bedrieger. Maar hij zou ondervinden, dat ze tegen hém, Bras, niet waren opgewassen. Eigenlijk kwam er nog iets bij. Bras kon de Harmsma's niet zetten, 't Was al een voor ingenomenheid van ouden datum. Harmsma had Bras wel eens op zijn plicht gewezen, als deze zijn tijd doodde met praatjes te maken met leegloopers, terwijl de kwajongens voor hun baldadigheid schade veroorzaakten aan schip en tuigage. En dat had Harmsma op zijn gewone, driftige manier dan gedaan, in ongezouten zeemanstermen. Zoo had Bras Harmsma eigenlijk nooit goed kunnen zetten. Niet, dat hij hem ooit gezocht had, och nee maar 't was hem toch niet ongevallig, dat hij op déze wijze hem nu eens beet had. Hij gunde 't hem van harte. Bras was een dier lage zielen, die zich kun- A1 de triomfkreten der vrijzinnige pers, even min als de broedertwist in Ommen, verande ren niets aaff het nuchtere feit, dat verreweg het grootste deel van het Nederlandsche volk niets meer moet hebben van de zoogenaamd vrijzinnige- beginselen. De linkerzijde moge misschien door verdeeld heid in de rechtsche gelederen een voordeeltje behalen of zelfs in 1913 nog eens de meerder heid krijgen voor een korten tijd, het zal haar niet veel baten. Ze zal alleen kunnen regeeren, mits ze gaat waar Troelstra haar heenleidt en daardoor des te eerder haar val bewerken. Ons Nederlandsche volk houdt van de vrij heid en van gelijk recht voor allen. Die vrijheid en rechtsgelijkheid durft de vrijzinriige partij niet aan. En daarom zal er, zelfs na tijdelijke vooruit gang, onvermijdelijk een dieper val volgen. OMMEN. Zie hier eenige stemmen uit de pers der rechterzijde over de verkiezing in Ommen. D e (r. k.) T ij d schrijft De beteekenis dezer verkiezing reikt natuur lijk over de grenzen van het district heen, maar zij zal eerst later kunnen worden vast gesteld. Immers het is na Ede, maar nu nog meer na Ommen duidelijk geworden, dat op de leiding der Christelijk-Historische partij bij verkiezingen niet meer te rekenen valt en dat bij de nu volgende afspraken hierop dient te worden gerekend. Ook de liberale partijen zullen dat ongetwijfeld doen. Dat zij zich zeiven daarmee in de grootste verlegenheid brengen schijnt daar niet te hinderen. Het (r. k.) Centrum: De zwakke aanbeveling, welke op het laatst het hoofdbestuur en het hoofdorgaan der christelijk historischen voor den anti-revoluti- onnairen candidaat ten besté gaven, heeft ook slechts een zwakke uitwerking gehad. De tegenstander, die thans mr. Van der Vegte den zetel betwistte, kreeg maar 126 stemmen minder, dan baron Mackay op 28 Oct. Die stemmen kwamen echter niet ten goede aan den anti-revolutionnairen candidaat die er om tien n^. evenveel kreeg als bij herstem ming maar bleven eenvoudig onuitge bracht Vermoedelijk maken die goede honderd de ,ern uit der C. H. krachten in het district, rwijl de overigen zich om organisatie en dis cipline weinig bekommeren en met niet minder jjver stemmen op een man als den heer Bichon van IJsselmonde, die geheel den indruk maakt van een politieke „wilde" te zijn, dan op een nen vermaken in andermans leed die meenen, dat anderer val hun eigen verhooging is. Spoedig heeft hij Duinoord bereikt en schelt aan. Keetje, die de deur opent, is onthutst over de verschijning van den veldwachter, die heel gewichtig doet en haar gelastmijnheer Barends een oogenblik belet te vragen. Bras wordt in liet kantoor binnengelaten en neemt tegenover den rijken reeder een onder danige houding aan. Hoe verschilt deze Bras van den Bras van zooeven. „Wel informeert Barends na korten weder groet. „Ik heb een gewichtige ontdekking gedaan, zegt Bras met een zegepralend gezicht. „Me dunkt, dat je daar dan allereerst mee bij den burgemeester behoort te zijn", klinkt 't hoog. „Of heeft die je gestuurd?" Inderdaad heeft Bras in zijn ijver zijn supe rieur maar geheel uitgeschakeld. „Ja.nee.meneer Barendsmaar als u even hooren wilt, ik ben den dief op 't spoor „Had 'm dan gepakt." Meneer Barends is in geen opgeruimde stemming; een euvel, dat hem en zijn huisgenooten meermalen ^welt. „Dat kon ik niet, meneer. De dief is ge vlucht. Maar ik weet, wie 't is." Barends wordt nieuwsgierig. Want hij heeft zich wel gehouden, of de diefstal hem eigenlijk candidaat als baron Mackay. Dit is een der belangrijkste kanten van deze verkiezing. En de vraag rijst daarbij vanzelfof deze gesteltenis der C.-H. fractie zich bepaalt tot Ommen, of ook buiten het district wordt ge vonden Eenige zekerheid zal dienaangaande verkre gen moeten worden. Het (r. k.) Huisgezin: Behoeft het gebeurde te Ommen van invloed te zijn op de coalitie Neen, vermits het hoofdbestuur der Chris telijk-Historische Unie partij heeft gekozen vóór mr. Van der Vegte, tegen den heer Bichon. Dat zijn woord zoo weinig invloed had in het district is te betreuren, zijn goede trouw staat boven verdenking. Men kan de Unie niet aansprakelijk stellen voor hetgeen een districtsorganisatie misdoet. Van de anti-revolutionnairen kan niet ver langd worden, dat zij het volgend jaar genoe gen nemen met het voldongen feit en Ommen als christelijk-historisch bezit erkennen. Maar van de Christelijk-Historische Unie kan evenmin worden gevergd wat boven baar krachten gaathet verdrijven van den heer Bichon. Voor de samenwerking zal het het beste zijn, het nieuwe Kamerlid als een politieken .wilde" te beschouwen en bij de zetelsver- deeling Ommen buiten rekening te laten. Natuurlijk kan men ook de zaak op de spits drijven en zich onverzoenlijk tooncn maar wie de samenwerking in 's lands belang hoofdzaak acht doet zulks niet en leent aan de st^m der wijsheid het oor. De (r. k.) Gelderlander: Maandag reeds hebben wij doen uitkomen, dat deze uitslkg onzes inziens niet van in vloed mag zijn op het al of niet voortbestaan der Coalitie. Zeker, het is overbekend dat niet de christelijk-historischen het meest hechte cement der Coalitie vormen. De disci pline zit er bij hen zoo weinig in, dat zelfs een totaal wilde bij hen de voorkeur heeft, boven een uitmuntenden coalitie-candidaat. Maar de hoofdaandacht moet hier vallen, niet op de houding der christelijk-historischen in Ommen, maar op de houding der christelijk- historische Unie en die van het Provinciaal Bestuur, die beide de candidatuur Bichon hebben afgekeurd, aldus aan het behoud der Coalitie den voorrang gevend boven eenig partijgewin. Waar dus bij de voormannen de ernstige wil voorzit, om de Coalitie te handhaven, zouden wij het onverantwoordelijk vinden, die Coalitie, welke alsnog zeker veei redenen van bestaan heeft, te gaan verbreken omdat er in 't geheel niet veelbeteekenend voor kwam wat scheelde hém 'n honderd gulden meer of minder. Maar toch wil hij wel eens graag weten, wie in het dorp de brutaliteit heeft ge had, dat van hem, den dorpspotentaat, te ont vreemden. „Wie dan?" De heele ontvangst valt Bras geducht tegen. Hij had zich voorgesteld, dat mijnheer Barends vol belangstelling zou zijn, hem als 't ware met vragen zou bestormen en zie nu aan, 't lijkt wel of hijzelf in verhoor wordt genomen. Toch bemerkt hij, dat nu Barends' nieuwsgierigheid is gaande gemaakt. En hij geniet van die kleine overwinning, als hij antwoordt„Steven Harmsma uit de duinen." Bras ziet, hoe mijnheer Barends van kleur veranderthij leest heftigen toorn in de oogen van den reeder, die scherp op hem gericht zijn. Hij begrijpt niet, welke pijnlijke wonde zijn woorden hebben geslagen. Want dat hebben ze gedaan. Vooreerst, dat hij nu door zijn zusterszoon, die hem kort geleden zoo smadelijk bejegende, werd bestolen maar in de tweede plaats, hoe, in verband met dit feit, de familiebetrekking, waarover hij zich zoo zeer schaamt, en die hem zoo hindert, weer het onderwerp zal worden van vele gesprekken. Wat knak voor zjjn trots, wat vernedering voor zijn hoogmoed. een groep onwillige christelijk-historische kie zers bestaat, welke blijkbaar den ernst van deze dagen met een grondwetsherziening in het zicht die de samenvoeging van alle christe lijke elementen vraagt, niet weet te onder kennen. Thans een scheuring ware de val van de Christelijke Regeering. En deze wacht nog veel christelijken arbeid. Deze gedachte moge sterker zijn dan de begrijpelijke gevoelens van wrok die bij de anti-revolutionairen zullen opkomen. De (a. r.) Rotterdammer: Ook thans liep Ommen mis. Hooge politieke beteekenis kan aan den uitslag niet worden toegekend. Daarvoor ontbrak in dezen kamp te zeer elk serieus element. Evenwel is daarom Bichon's victorie niet zonder alle beduidenis. Zij predikt de macht van den haat, van de verdachtmaking en politieke klaplooperij. Zitting van Woensdag, 27 November. De algemeene beraadslaging over de Indi sche begrooting worden voortgezet. De minister van koloniën (de heer De Waal Malefijt) dupliceert. Hij zegt o.m. dat hij de directe belastingen op het oog gehad heeft, toen hij zeide, dat de inlanders geen nieuwe lasten meer kunnen dragen. Spr. roert daarna de afschaffing van de gouverne mentskoffiecultuur, de zaak-Van der Linden, de Chineezenkwestie en de scholenbouw aan. Hij zegt, dat de regeering algemeene versprei ding van de desa-scholen wil, evenals naar voorgangster. De bevolking moet volle vrij heid hebben bij de keuze tusschen districts- en zendingsschool. Van inmenging in de be stuurstaak is, zegt de minister, ook geen sprake geweest, aangezien de ex-radja van Soemba, over wien men het gehad heeft, geen vriend van de zending is. De algemeene beraadslagingen worden nu gesloten. Aan de orde komt dan het wetsontwerp tot wijziging van de Indische begrooting voor het dienstjaar 1912. De heer Hubrecht (U.-L.) verdedigt het stelsel van aanbesteding bij de havenuitbrei ding te Belavvan en bij openbare werken in het algemeen. Hij deelt mede aan welke eischen die moet voldoen. Tevens oefent hij eenige kritiek. De minister zegt ook voor aanbesteding groote werken te zijn, doch niet als het aantal firma's te klein is. De heer Hubrecht repliceert. Dat moet voorkomen. Gelukkig, Bras, is regel recht naar hém gekomen. En met Bras zal bij 't licht klaarspelen. Evenwel, zijn voorzichtigheid verlaat hem niet. „Steven Harmsma, zeg je? En hoe weet je dat „Mijnheer herinnert zich, dat op den lessenaar een beitel werd gevonden Welnu, die behoort aan Steven." „Heb je bewijs „Zijn grootvader heeft hem herkend en dat ook gezegd." „Verder „Verder heb ik nog overtuigender stuk. U weet, dat uit den lessenaar, behalve eenig klein geld, ook tien biljetten zijn ontvreemd van tien gulden „Ja, welnu klinkt 't ongeduldig. „Eén ervan heb ik in beslag genomen ten huize van den verdachte. Hier is het," en bijna plechtig legt Bras het bewuste papiertje op de tafel. Meneer, Barends neemt het op, en bekijkt het nauwkeurig. Dan staat hij op, neemt een boekje met aanteekeningen uit een vak zijner schrijftafel en vergelijkt het nummer van het biljet met de genoteerde nummers van de verdwenen biljetten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1