ütttirevolutïonair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. I Uit de Pers. FEUILLETON. In den Levensstrijd. Uit de Tweede Kamer. Zaterdag 16 November 1912. 10e Jaargang. w No. 967. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen Franc» per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. L1TT00IJ Az. te TER NEUZEN. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters wor-den naar plaatsruimte berekend. -5» l INOEZONOEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTI&4 TE BEZOROEN BU DEN UITQEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. Minister Talma. De Haagsche Kroniekschrijver der liberale N. Gron. Courant geeft het volgend getuigenis van Minister Talma Hoe men ook over de invaliditeits- en ouderdomsverzekering, die de Kamer nu vier weken heeft bezig gehouden en, nu men gisteren aan de artikelen is begonnen nog wel een onafzienbaar aantal zittingen in beslag zal nemen, moge denken, niemand zal betwisten dat de heer Talma zich kranig heeft gehouden. Ik weet wel dat de Minister, door zich in zijn antwoorden aan de 24 sprekers zeer te beperken, den schijn op zich geladen heeft dat hij er zich met wat algemeenheden van wilde afmaken, sterk in zekerheid, dat hij toch de rechtsche meer derheid, op een enkele uitzondering na, achter zich zou vinden bij de eindstemming, doch het mag, als men onpartijdig wil oordeelen, niet uit het oog worden verloren dat, na de zeer langdurige voorbereiding in 't commisso riaal overleg, ten slotte alleen te strijden viel over de principieele vraag verplicht verze kering of staatspensionneering hetzij dan zonder meer, of als aanvulling van 'n vrij willige verzekering met staatshulp. En over die kwestie is de heer Talma allerminst heengeloopen, maar na den strijd, deswege vier weken ongeveer tusschen de sprekers van rechts en links gevoerd, viel er zelfs voor den Minister niet heel veel over te zeggen. Bij de artikelen, bij de uitwerking van zijn plan, komt 't er voor den heer Talma op aan de regeling zoo goed mogelijk te maken en reeds gisteren heeft hij getoond waar het maar eenigszins doenlijk is, bereid te zijn tot 't doen van concessies. In elk geval, ik heb de onverzwakte belangstelling, en den ernst, waarmee de bewindsman vier weken het debat gevolgd heeft en de opge wektheid, waarmee hij, toen 't eindelijk zijn beurt was om zich in de discussie te mengen vooral ook bij zijn repliek werkelijk ge waardeerd. Menig ander zou er, afgemat door het bijna eindeloos gepraat, zich met wat groote woorden hehben doorgeslagen maar de heer Talma heeft zich kalm ge houden en vol-overtuiging tot een verdediging van zijn stelsel bepaald en 't principieel ver dedigt. Of men het er mee eens is, doet niet ter zake en behoeft niet te beletten hem de eer te geven, die hem toekomt als 25) door ZELANDIA. Toen Steven den noodlottigen houw had toegebracht, was Bram, gelijk we weten, zon der een kreet te slaken, neergestort. Zeker was hierop de toestand van dronkenschap, waarin hij verkeerde, als ook het onverwachte en hevige van den aanval niet zonder invloed geweest. Bronders voelde zich door 't voor gevallene plotseling gansch ontnuchterdhad hij zich op Steven willen werpen, het was hem niet mogelijk geweest, dezen te grijpen Steven was in een oogwenk buiten zijn hereik en in de duisternis verdwenen. Wat stond hem nu te doen? De hulp der politie in gaan roepen Hoe gaarne hij het anders ook uit vijandschap tegen Steven gedaan had, thans had hij ge gronde reden, deze als het eenigszins mogelijk was, er buiten te laten. Intusschen kon Bram daar niet blijven. Zijn woning bevond zich juist in dit gedeelte der stad. Met veel moeite wist hij Bram, die al spoedig wat bijkwam in huis te krijgen. Een dokter werd ontboden de wonde onderzocht en voor niet-gevaarlijk hard werker. Vooral bij de artikelen zal hij zijn kracht moeten toonen. Nu, hij is nog volstrekt niet vermoeid. Toen ik hem gis teren, na de zitting ontmoette en vroeg of hij niet doodvermoeid was, antwoordde hij mij „in 't geheel niet, ik gevoel me integen deel met den dag frisscher voor 't werk en hoop het vooral als 't gaat zooals heden, tot een goed einde te brengen". Dat wil toch iets zeggen na een campagne als die van de laatste wekenmen moet daar respect voor hebben. Kibbelen. In het r.-k. Huisgezin lezen wij het volgende Dit doet men in de anti-revolutionaire en de christelijk-historische pers over en naar aanleiding van Ommen. Standaard en Nederlander zijn elkaar den mantel aan 't uitvegen. In wat forscher toon nog gaan schrijvers van ingezonden stukken in die bladen el kander te lijf. Het verleden en de toekomst worden er bij gehaald. Zoo vertelt een christelijk-historisch heer in de Nederlander, dat de anti-revolutio nairen in Medemblik in 1909 gezegd hadden, dat zij op Borgesius zouden stemmen indien er een christelijk-historisch candidaat werd gesteld. En een anti-revolutionair heer vertelt in de Standaard, dat de anti-revolutionaire partij in Ede, aan welke de haar toekomende zetel op schandelijke wijze ontfutseld is, zich nimmer bij een, christelijk-historische candidatuur zal neerleggen. Men moet zoo maar doorgaan. Tot groote stichting en vreugde van de tegenpartij. En tot bevestiging en steviging van de rechtsche coalitie. Nog nooit zullen we er zoo kwaad hebben voorgestaan als in 1913. De vereenisrde linkerzijde tegen ons, de Bronsveldianen tegen ons, de nieuwe Chris- telijk-Sociale partij tegen ons. En als we nu in de eigen gelederen flink oneenigheid aankweeken, wel, dan bereiden we de tegenpartij een even gemakkelijke overwinning als ons zelf een smadelijke nederlaag. En dan kan men in 1913 met de weder- zijdsche verwijten opnieuw beginnen. Zou men niet verstandiger doen met alle polemiek verder te staken en geen woorden te bezigen, geen verklaringen af te leggen, waarvan het intrekken straks boven de kracht van den zwakken mensch gaat Er is beter werk te doen dan te kibbelen. verklaard. Ook Bram wilde tot eiken prijs de politie er buiten houdenhij voelde, dat zijn eigen veiligheid mee op het spel stond. De dokter was zoo vriendelijk den gewonde op diens dringend verzoek naar de woning zijner moeder te vervoeren. Maar dit alles kon in oen dorp geen onbe kende zaak blijven. Ofschoon niemand er het rechte van wist, gaf ieder er toch zijn meening over ten beste. Och, men verwonderde er zich nu juist zoo sterk niet overhet was immers algemeen be kend, dat Bram in den laatsten tijd vooral zich gansch niet gedroeg gelijk behoorde, 't Was altijd een doeniet en deugniet geweest en medelijden vond hij dan ook hitter weinig j zijn moeder zooveel te meer. Een enkele, heel nieuwsgierige wendde deelneming en belangstelling voor en zocht de weduwe op maar bleef even wijs. 't Eene nieuws verdrong dien morgen het andere. Steven Harmsma was gisterenavond niet thuisgekomen. Heel laat was Greet nog naar 't dorp geweest, om te informeeren, teneinde raad als ze was. Ze had bij vrouw Sanderse aangekloptBram was immers op 't zelfde karwei Maar haar smartelijke onrust vond geen stilling Bram was dien dag thuisgebleven Zitting van \yoensdag November. Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering. De Kamer zet de artikelsgewijze behandeling van het ontwerp - Invaliditeits- en ouderdoms-verzekering voort. Aan de orde zijn de stemmingen over de op artikel 19 voorgestelde amendementen. Zij worden alle verworpen. Het artikel komt in stemming en wordt aangenomen bij stemming van rechts tegen links plus den heer Van Idsinga (C.H.) Art. 21 betreft de uitvoering van de wet. De heer P a t ij n (U. L.) beeft daarop een amendement voorgesteld, strekkende om de uitvoering van de verzekering van den voor zitter van den Raad van arbeid over te brengen op het bestuur van dien Raad. Hij licht dit toe, met een betoog van de wenschelijkheid, de uitvoering van de wet op te dragen aan de arbeiders zeiven, en niet aan een ambtenaar alleen. Het ontwerp, zegt hij, miskent vol komen het beginsel van zelfbestuur. Als subsidiair amendement, stelt dezelfde afgevaardigde een amendement voor, waarin precies hetzelfde wordt voorgeschreven, als in het ontwerp wordt gedaan, maar in be woordingen die ruiterlijk voor hare bedoeling en strekking uitkomen. Het ontwerp doet, alsof er zelfbestuur wordt gegeven. Spr.'s amendement doet uitkomen, dat dit niet zoo is, en is dus klaarder en waarachtiger, dan het ontwerp. De heer Schaper (S. D. A. P.) verdedigt een amendement, dat ten doel heeft, aan het bestuur van den Raad van arbeid meer macht te geven, dan in het ontwerp daaraan wordt toegekend. Nu komt de heer Treub (V. D.) aan de beurt, met een amendement, dat bedoelt, tot zijn recht te doen komen, dat de uitvoering van de wet zal berusten bij de R: len van arbeid zeiven, voor zoover zij niet hunne be voegdheden overdragen aan de besturen of de voorzitters daarvan. Dit amendement be toogt spr. gaat dus verder, dan de andere amendementen, die de uitvoering slechts bren gen aan het bestuur van den Raad van arbeid. De heer Rutgers (A. R.) bestrijdt alle amendementen. Werkzaamheden, dan van uur tot uur moeten worden verricht, kunnen z. i. niet worden gedaan door een college, dat niet steeds bijeen is. De Minister van Landbouw, enz. bestrijdt de amendementen. Hij betoogt, dat de uitvoering van de wet zeer zal worden vertraagd, wanneer niet een groot deel van de werkzaamheden door den voorzitter worden verricht. Laat men de afdoening van de en was in 't geheel niet op het werk geweest, en bovendien, ook hij was nog niet thuis gekomen. Drie zeer gewichtige gebeurtenissen maak ten nu het onderwerp uit van de verschillende gesprekken, die door de buurvrouwen in el- kaars huis of aan de deur, door de leegloopers op de kade, door de ambachtslieden op het werk gevoerd werden de inbraak op „Duin oord", Ikams verwonding en Stevens verdwij ning. Maar niemand bevroedde, dat tusschen deze drie gebeurtenissen een after nauw ver band bestond. De politiemacht van het visschersdorpje kon niet talrijk genoemd worden de reeds bejaarde veldwachter vertegenwoordigde ze <*eheel alleen En er bestoud ook weinig beho fte aan uit breiding behalve diverse boodschappen voor den burgemeester waren zijn ambtelijke bezig heden zeer gering. Trouw was hij op zijn post, om toezicht te houden op de jeugd, bij het in- en uitgaan der dorpsschool, en voorts kan men hem meestal vinden op de kade, waar hij de meest vriendschappelijke gesprek ken voerde met hen, die daar op alle uren van den dag te vinden waren. Nu echter gevoelde hij zich meer in zijn element. Had hij niet den burgemeester vergezeld zaken over aan de Raden van arbeid of hunne besturen, dan zullen er ernstige verzuimen geschieden. Het ontwerp laat de gelegenheid, om aan goede Raden van arbeid veel invloed op den loop van zaken toe te kennen. Volgen replieken, waarin de minister het artikel wijzigt in den geest van het amen dement-Schaper. De heer Nolens (R. K.) verdedigt nu het gewijzigd regeeringsartikel. De heeren Rutgers en Schaper repliceeren. Laatstgenoemde en de heer P a t ij n trekken hunne amendementen in. De heer Treub brengt de redactie van zijn amendement in overeenstemming met die van het gewijzigd regeeringsartikel. Over de beteekenis van het amendement-Treub en liet regeeringsartikel ontstaat daarna een zeer langdurig, verward debat. Het amendement-Treub wordt ten slotte verworpen. Daarna wordt het regeeringsartikel zonder hoofdelijke stemming aangenomen, aldus de N. R. Ct. Zitting van Donderdag 14 November. De Kamer zet de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp tot regeling van de Inva liditeits- en ouderdomsverzeke ring jvoort. Aan de orde is artikel 25, betreffende den algemeenen maatregel van bestuur, welke zal moeten worden uitgevaardigd omtrent rente- kaarten, renteboekjes, enz. Hierop heeft de heer Treub (V.-jD.) een amendement voor gesteld, waardoor de zegelplakkerij ter vol doening van de premiën zal komen te ver vallen. De heer Treub vervolgt zijne toelich ting van dit amendement. Hij zet heden de uitvoerbaarheid van het door hem ontworpen systeem van de betaling van de premiën uiteen. Spr. vestigt er ook de aandacht op, dat in zijn stelsel de veelvuldige strafbepalingen komen te vervallen, die in het plat stelsel van het ontwerp noodig schijnen te zijn. Spr. verklaart vervolgens, hoe in zijn stelsel op eenvoudige wijze de noodige controle verkregen wordt. De heer Duys (S.D.A.P.) verdedigt een amendement, strekkende om aan de genees- heeren ook bij de uitvoering van deze wet een beroep op hun ambtsgeheim toe te laten. De minister van landbouw, enz. neemt het amendement-Duys over. Hij verklaart zich tegen het amendement van den heer Treub, en verdedigt het zegel- plak-betalingsstelsel. Men kan de zegelplak kerij niet missen, meent hij. Het stelsel-Treub moge zeer weinig strafbepalingen- hebben, bij diens bezoek aan Duinoordhet proces verbaal daarvan had hem heel wat arbeid ver schaft en de gedachte was bij hem opgekomen, dat zich thans een goede gelegenheid voordeed, zijn scherpzinnigheid te doen blijken mocht het hem gelukken den dader op te sporen, hoezeer zou hij bij zijn dorpsgenooten in aan zien rijzen en de gunst verworven van den rijken reeder Hoe evenwel den draad te vinden. Er was geenerlei bewijs van den daderslechts de beitel kon een zeker spoor geven. Reeds her haalde malen had hij dien beitel in handen gehad, bekeken en betastmaar het was en bleef een beitel en niets meer. Daar schiet hem eensklaps een gedachte door het hoofd. Zeker, zóó moet het zijn het kan niet anders. De zaak wordt hem zoo duidelijk als de dag. Steven Harmsma moet de dader wezenzijn beitel is het, daarvan zal hij zich spoedig over tuigen zijn plotselinge verdwijning op den eigen avond, dat de diefstal ontdekt is, heft den laatsten twijfel hij hem op. Hij zal de Harmsma's opzoeken en het volle licht zal hij in deze duistere zaak weten te ontsteken. (Wordt vervolgd.) Inzending van advertentlCn vóór aren op den dag der uitgave.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1