Hntirmlutionair ooor nieuws* en jldoertentieblad Zeeland. FEUILLETON. In den Levensstrijd. Uit de Tweede Kamer. Binnenlaudsch Nieuws. No. 965. Zaterdag 9 November 1912. 10e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnea Ter Neuzen ƒ1,—. Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing denzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. -. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËH TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. V Politieke Lijntjestrekkers. Met de behandeling van de Invaliditeitswet gaat het, zooals werd verwacht. Inplaats van spoed te maken, neemt men van links bijna zonder uitzondering de gelegen heid te baat, om obstructie te voeren. Natuurlijk onder het mom, van het algemeen belang voor te staan. 't Lijkt wel, of een algemeene ramp staat te wachten, indien nu eindelijk eens den ouden of invalieden arbeider het recht op pensioen of rente wordt geschonken. Ofschoon de zaak al jaren aaneen aan de orde is, beweren de linksche agitators, dat thans met de behandeling een afjakker-systeem wordt gevolgd. Men heeft, zoo heet het, immers nog geen voldoenden tijd gehad, om de zaak te bestu- deeren. Als dat werkelijk waar is, komt de liefde tot de arbeiders, van welk artikel genoemde heeren het recht van alleenverkoop wel schijnen te bezitten, toch in een zonderling licht te staan. Als ze nu waarlijk nog niet op de hoogte zijn, dan wordt het toch werkelijk meer dan tijd, dat op hun gebazel en getreuzel niet meer worde gewacht. Dan mag toch rechtmatig de vraag worden gedaan, of de behartiging van de volksbelangen hun langer mag worden toebetrouwd. Het is echter voor ieder duidelijk, dat deze bewering van den linkschen kant, een praatje is voor den vaak. Dit blijkt immers zonneklaar, daar tegenover de voorstellen der regeering andere regelingen worden aangeprezen. De zaak is dan ook feitelijk deze, dat men, wat 't ook koste, in geen geval de regeling thans voorgeslagen, wil aanvaarden. Dit christelijk ministerie mag zulk een wet niet tot stand brengen. Dat zou de kansen voor de linksche con centratie kunnen schaden. Zoo offert men van links met de grootste schaamteloosheid het volksbelang op aan de politiek. Uren en dagen aaneen vermorst men met langwijlige redeneeringen. Duijs houdt het record, maar er zijn er, die hem dicht bij streven. En wat is nu het opmerkelijke bij dit alles Tweeërlei. Wat de liberalen aangaat, dat ze zoo opeens 24) door ZELANDIA. Stevens lang verkropte ergernis komt los. Al is hij tegen die beiden niet opgewassen, hij wil hun speelbal niet langer wezen. „Wat is eren dreigend fonkelen zijn oogen ter wijl hij instinctmatig de hand slaat aan den beitel, als wil hij zich verdedigen. „Wat er is, zou jij niet weten zeggrinnikt Bram. „Ik, wat „Wel, wie er ingebroken heeft!" 't Is, als begrijpt Steven nóg niet, waarvan ze hem bestichten. „Wat moet ik weten?" „Nee maar, je houdt je goed hoor't zal je toch niet helpen, maat." En weer klinkt het sarrend lachen uit beider mond. 't Wordt Steven al wonderlijker om 't hart. 't Bloed stijgt hem naar 't hoofd. „Zeg óp, dronkelapI" en zijn hand houdt den beitel, thans te voorschijn gehaald, stevig omkneld. „Kijk 's. Hein, hij heeft er nóg een." „Wat „Een heitel." zulk een hartgrondigen afkeer hebben gekregen van alles, wat maar in de verre verte naar dwang zweemt. Want dat is toch zeer opmerkelijk. Weg met de aanhangige wetsontwerpen, klinkt het liberale koor, want hier wordt (7tu(in</verzekering voorgestaan. Dat roepen nu diezelfde heeren, die in hun politiek zich steeds als de grootste voorstanders van dwang deden kennen. Die de christenouders dwongen hun kinderen te zenden naar de openbare schoolde mannen van den vaccinedwangvan den \eerdwang enz. Is liet spel niet doorzichtig als glas? Het tweede opmerkelijke verschijnsel is waar te nemen bij de sociaal-democraten. Deze verklaren zich tegen de voorstellen der regeering, want zij zijn voor Staatspensioen. Evenwel, de heele sociaal democratie buiten Nederland is tegen Staatspensioen. Maar, omdat rechts in Nederland er nu ook tegen is, (ofschoon op gansch andere gronden zijn de socialisten in Nederland er net vóór. Zeer terecht is daarop door Mr. Rutgers (a.-r.) en later, wat nog veel onaangenamer voor de heeren was, door den heer Treub (vrijz.-dem.) de aandacht gevestigd. Óok liier hetzelfde spel. Dat echter, door eendrachtige samenwerking en energieke volharding van rechts, volkomen moge mislukken. Z. Zitting van Woensdag G November. Nadat de conclussie van de commissie in zake het adres-Bordewijk is aange nomen, worden de algemeene beschouwingen over liet wetsontwerp tot verzekering van arbeiders tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom voort gezet. De heer De Klerk (U.-L.) hervat zijn Dinsdagavond onderbroken repliek. Hij komt nog eens op tegen de bewering, dat staats- pensionneering politiek bederf is en hij noemt het ook onjuist, dat de armbesturen voor de ouden van dagen zorgen kunnen. Spr. betoogt dit nader en bestrijdt ook de kritiek van den heer Treub met betrekking tot de hooge kosten der staatspensionneering. De heer T r o e 1 s t r a (S. D. A. P.) wijst er op, dat de heer Nolens niet meer van plan is aan de replieken deel te nemen en de lieer Aalberse zijn rede wil terughouden, omdat de debatten zoo lang hebben geduurd. Hij meent „Ja, die andere heb jij zeker gestolen hé Steven heeft alle bedachtzaamheid verloren, Zijn vermoeden spreekt hij als zekerheid uit. „Gestolen? gestolen? Wie weet er meer van stelen zeg, jij ot ik En Bram duwt zich in dronkemanskoppigheid tegen Steven aan. "Ik van stelen „Ja jijdaar pas heb ik je andere beitel gezien, hoor. Maar ik heb 'm niet. Ze hebben 'm gevonden op den geldlessenaar van je oom op Duinlust. Ik zag er den veldwachter mee uit 't huis komen't was de jouwe, zeg ik je „Wou je zeggen, dat ik heb ingebroken, dat ik gestolen heb sist het van Stevens trillende lippen. „Wie anders, schijnheilige bedrieger" 't Is, als spatten in Stevens hersens vonken omhoog zijn oogen flikkeren van woedeen met een stem, heesch van opwinding, schokt liet over zijn lippen; terwijl hij dreigend de vuist verheft „Durf datnóg eens zeggen" „En waarom niet," smaalt Bram. „Zeker, en 't heele dorp zal 't morgen weten, dat je" Hij kan niet verder spreken. Stevens linkerhand grijpt hem naar de keel. „Zwijg 1" krijgscht hij. „Voor jou!" en Bram rukt zich los. „Voor jou Gemeene dief. 't Woord besterft hem op de lippen. nu, dat het een eisch van parlementaire wel- voegelijkheid is, den heer Patijn te waarschu wen. Aangezien de beraadslaging een abnor maal verloop neemt, dient spr. een motie van orde in, om de debatten tot na de pauze te schorsen, in welken tijd men dan de leden kan waarschuwen. De motie wordt verworpen met 38 stemmen tegen 1 stem, nadat eenige leden de vergadering verlaten hadden. De voorzitter verdaagt nu wegens on voltalligheid de vergadering tot 1 uur. Na hervatting van de vergadering van de lieer Troelstra zijn repliek aan, waarbij hij de sprekers van rechts laat liggen, aange zien deze bij het algemeene debat den strijd schijnen te hebben opgegeven, zegt hij. En zoo richt spr. zich tegen den heer Treub, die zich zijns inziens te bapg heeft gemaakt, dat staatspensioen verslappend zal werken eti loonsverhooging tegenhouden. De lieer Troel stra bestrijdt den lieer Treub uitvoerig en geeft dan z ij n uitlegging van verschillende tegen hem gebezigde citaten. Spr. zegt dan, dat ook bij het staatspensioen door instelling van een commissie, zooals de lieer Tydeman had opgemerkt, een pijnlijk vernederend onderzoek vermeden kan worden en plaatselijke willekeur en bureaucratie kunnen worden ontgaan. Hij 'zou in deze medezeggingschap aan de vakvereenigingen willen geven. Spr. bestrijdt nog eens het beginsel van verzekering voor ouderdomszorg op verschil lende gronden. Hij betoogt nog, dat de socia listen tegen de ouderdomsverzekering zijn, omdat zij het bedrijf niet willen belasten met iets, waaraan het geen schuld draagt en omdat de ouderdomsverzekering geen beteekenis heeft voor de organisatie en het zelfbestuur der arbeiders. Hij meent dat de heer Treub geen overwinnaar is gebleven, doch dat zijn strijd tegen de sociaal-democraten moest dienen om zijn politiek harakiri te bedekken. Wat de vrijzinnige concentratie aangaat, reeds n u is het z. i. gebleken, dat de zaak van het staatspensioen bij die centratie niet volkomen vertrouwd is. De behandeling van het ontwerp betreffende invaliditeits- en ouderdomsverzekering werd voortgezet. De heer Duys keurde in het ont werp nader af het gemis aan bedrijfsclassifi- catie naar het gevarenrisico en het totaal gemis aan een streven naar verbetering der volkshygiëne. Nadrukkelijk kwam spreker tegen den aandrang door bankdirecteuren s de heeren Borgesius en Lohman op den minister uitgeoefend om risico-overdracht toe op als Buiten zich zelf van woede heeft Steven hem op 't eigen oogenblik een woesten houw met den beitel toegebracht Zonder een kreet te slaken stort Bram neer. Stevens beitel is met bloed bevlekt. Kletterend valt het vreemdsoortig wapen op de steenen. Hein Bronders tracht zich op Steven te werpen. 't Is dezen, of een bloedroode nevel hem omringtof duizenden handen zich naar hem uitstrekkenof vele krijschende stemmen hem in de ooren klinken „Moordenaar Verbeeldt hij 't zich, of roept iemand het werkelijk Een ontzettende angst vermeestert hem. Zijn hart dreigt stil te staan, zijn adem te stokken Als door duizend furiën vervolgd, wendt hij zich plotseling om en ijlt met woeste vaart van de noodlottige plaats weg Vergeefs is dien avond het wachten in de duinwoning. HOOFDSTUK XV. Gissingen. De beroering in het visschersdorp is den volgenden morgen buitengewoon. is in de sociale verze- een goudmijntje echter te laten. Dat stelsel kering een parasiet, voor particuliere maatschappijen. De heer Savornin Lohmann verklaarde vóór het ontwerp te zullen stemmen, omdat hij dit bij nader inzien in het landsbelang acht. P^och in noch buiten de Kamer is invloed op spreker uitgeoefend. Een staatspensionneering als in Engeland zou een ramp voor het land zijn. De heer Patijn verdedigde tegenover professor Treub Het staatspensioen als een zegen voor het volk. De beraadslagingen worden voort gezet. Aan Vacature te Ommen, de „N. Whnsch Ct." wordt gemeld, dat van Christelijk-historische zijde vermoede lijk de heer W. J. M. Engelberts, Ned. Ilerv. predikant te Amsterdam, vroeger in Den Ham, candidaat zal worden gesteld voor het lidmaat schap van de Tweede Kamer. Het „Hbl." heeft naar aanleiding van dit bericht, zich tot Dr. Engelberts gewend. „Hij deelde ons schrijft het blad mede, dat hem van een voornemen tot candidaatstelling niets bekend was. De heer Engelberts her innerde ons er aan, dat hij in 1905 de candi daat van Christ. Historischen en liberalen was geweest bij de periodieke verkiezingen van dat jaar. (De heer Van Alphen, a.-r., werd toen met 4111 stemmen gekozen, op Dr. Engelberts werden 3078 stemmen uitgebracht). „Over het eventueel aannemen van een candidatuur wenschte Dr. Engelberts zich absoluut niet uit te laten". Wij herinneren ons nog schrijft de Rott. dat Dr. Engelberts bij de periodieke Kamer verkiezingen in 1905 zich krachtig tegen het samenwerken met de roomsch katholieken ver zette. In Amsterdam werd door de liberalen daarvan gretig gebruik gemaakt. Deze lieten toen door verschillende districten groote recla me-wagens rijden, die strooibiljetten tegen de coalitie candidateu verspreidden, en waarin Dr. Engelberts den liberalen candidaat aanbeval. Als liej; bericht van de „N. Winsch. Ct." thans slechts een gerucht is, doch dat straks juist zal blijken te zijn, dan raken de Ommen- sche Christelijk-historischen alzoo nóg verder van de wijs. Eerst wilden zij geen antirev- candidaat, omdat h. i. een man als Baron Mackay beter de belangen der Herv. Kerk zou behartigen dan een antirevolutionair. Straks gaan ze dan nóg verder en wjillen een beslist anti-coalitieman candideeren. Ommen, Ommen Wat moet daarvan „kommen |Weldra Er is dan ook wel reden toe. Nog nauwelijk bekomen van de ontdekking, dat op „Duinoord" was ingebroken, hoort men allerlei wonderlijke geruchten omtrent Bram Sanderse. Heel laat in den nacht is deze met een rijtuig thuis gebracht tot groote onsteltenis zijner moeder, die reeds in de doodelijke on gerustheid verkeerde. En in welken toestand verkeerde Bram. Een tamelijk diepe wonde in den rechterschouder had iiem veel bloed doen verliezen. In de stad voorloopig ver bonden, had men hem, op zijn eigen aandringen, naar huis vervoerd. De wonde bleek niet levensgevaarlijk en wanneer alles een geregeld verloop had, zou hij er nog goed afkomen. Het had echter weinig gescheeld, of het wapen had edele deelen geraaktnu was zich rustig houden en de wonde tijd geven te genezen het eenigste, wat hem door den geneesheer werd gelast. Hoe had hij deze verwonding opgeloopen Had hij in zijn dronkenschap ruzie gezocht en was een snijpartij het gevolg geweest? Wie was dé dader? Deze vragen, hem door den dokter gedaan, waren door Bram zeer verward beantwoordop de laatste was hij het antwoord geheel schuldig gebleven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1