Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
In den Levensstrijd.
No. 959.
Zaterdag 19 October 1912.
10e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dï'isdi g en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN.
d
Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Y De strijd begonnen.
Dinsdag ving de Tweede Kamer aan met
de behandeling van liet wetsontwerp voor de
Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering.
Naar men meldt wordt er gerekend op een
debat van vijf weken.
Als dit^ waar is, kan er nog een woordje
over vallen, eer het ontwerp in behouden
haven aanlandt.
De eerste spreker het lid voor Hoorn
gebruikte deze gelegenheid, om zijn eerste
rede uit te spreken. Niet minder dan drie
volle uren had hij noodig, om al de vellen
voor te lezen, die hij omtrent het ontwerp
had volgeschreven. Het moet een uiterst
saaie en vervelende rede geweest zijn, waar
mede deze bescheiden spreker zijn loopbaan
als Kamerlid begon. Zelffe de eigen vrienden
liepen weg, zoodat de Kamer bijna ledig was
toen hij eindelijk ophield.
Dat deze eerste spreker van links het ont
werp afkeurde, spreekt van zelf.
De tegenstanders van het tegenwoordig
ministerie hebben vooral twee aanmerkingen
op het voorgestelde.
De arbeiders moeten voor een deel de premie
zelf betalen en het pensioen is te gering.
Het zou moeten zijn Staatspensioen zonder
premiebetaling en dan een veel hoogere uit-
keering.
Nu is het altijd gemakkelijk zoolang men zelf
niet voor de middelen behoeft te zorgen, der
gelijke dingen den arbeiders voor te spiegelen.
Doch wij meenen, dat zij die beproeven het
voorgestelde wetsontwerp af te stemmen, daar
mede den arbeiders een slechten dienst be
wijzen.
Want ernstige menschen gelooven van al
die fraaie voorspiegelingen bitter weinig.
Niemand geniet in Nederland pensioen, of
hij heeft er jaarlijks voor betaald. Zijn premie
wordt eenvoudig afgehouden van zijn salaris.
En als wij om ons heen zien, zouden we
aeggen, dat ook de arbeiders wel in staat zijn,
een deel dier premie te dragen. Althans zoo
is het in onze omgeving.
Waar zou al 'tgeld vandaan moeten komen,
als de Staat alléén de kosten zou moeten
dragen
Jhr. De Muralt wist er we! raad op, zei hij
in 1909.
Gij allen zi]t arbeiders in dienst van den
Staatgij allen hebt recht op pensioen
riep hij hier den arbeiders toe.
Hoe kon hij hierop antwoorden.
Grootvader begreep hem nietGrootvader-
bekeek hem gansch verkeerd. Hij kon niet
inzien, dat, wat hij gedaan had, nu zóo erg
was En immers, het zou niet weer gebeuren
had hij dat gisteren niet reeds beloofd? Hij
zou zwijgen, maar door zijn daden toonen, dat
ze op hem aan konden
Grootvader bemerkte wel, dat zijn woorden
weinig invloed op Stevens hart maakten. En
Greet ontging het evenmin. Ze kon in Stevens
herhaling: ,,'t zal niet weer gebeuren," geen
enkel spoor van berouw zien.
Nauwelijks was de avondmaaltijd geëindigd,
of Steven begaf zich ter ruste. Maar den slaap
kon hij niet vatten. Zeker, grootvader en Greet
namen dat veel te hoog op; maar toch, in zijn
hart bedroefde 't hem, dat Greet door zijn toe
doen zóó van Duinoord wegraakte, want hij
hield wezenlijk veel van haar. Maar dan wierp
hij alle schuld weer op oom Barends, op Bram
op ieder behalve op zich zelf. Och, als het
maar een paar weken verder was, dan zouden
ze thuis wel zien, dat liij zijn beloften gehouden
had en het drukkende gevoel, dat hem nu bc-
En het geld och, dan drinken ik en
mijnsgelijken maar eenige flesschen champagne
minder.
Mooi gezegdom applaus uit te lokken.
Doch toen de spreker eenige weken later
een propaganda-vergadering te Zierikzee be-
belegde voor Staatspensioentrof het ons, dat
ook de arbeiders 10 cent intree moesten be
talen, om de kosten goed te maken.
Die onkosten waren anders met eenige
flesschen champagne gemakkelijker te betalen
dan pensioen voor de arbeiders
Een ernstig man als mr. Treub vindt dan
ook, dat Staatspensioen zonder premiebetaling
niet veel meer is dan boerenbedrog, uitge
vonden door „politieke slimmelingen".
En wat de te lage uitkeering betreft, is
het zeker verstandig, dat de minister voor-
loopig niet te hoog mikt.
Is de wet eenmaal in werking en blijkt het,
dat 's Lands middelen een hoogere uitkeering
toelaten, dan zal dit zeker niet uitblijven.
Wij vertrouwen dan ook, dat de meerder
heid in de Tweede Kamer ondanks de al te
doorzichtige bestrijding der tegenstanders met
het ontwerp van minister Talma zal meegaan
en de wet weldra in 't Staatsblad zal komen.
We zullen in de eerstvolgende weken nog
gelegenheid hebben onze lezers op de hoogte
te houden van de discussies.
Dat de tegenstanders al het mogelijke zullen
doen om te beletten, dat vóór Juni 1913 deze
zaak geregeld wordt, is duidelijk.
Dan zou het bij de verkiezing natuurlijk
zijnziet ge wel, dat deze regeering niets
doet voor de arbeiders
Toch gelooven we niet, dat deze toeleg ge
lukken zal.
Y Knaleffect.
't Zet al mooi in.
Zooals men weet, is het wetsontwerp be-
betreffende Ouderdoms- en Invaliditeitsver-
zekeking in de Tweede Kamer aan de orde.
De eerste sprekèr was de heer De Jong
(afgev. voor Hoorn).
Die mijnheer is unie-liberaal.
Wil echter ook met plezier voor vrijzinnig
democraat fungeeren, als dat profijtelijk mocht
blijken.
Hij hield ook een „rede."
Natuurlijk legen het wetsontwerp.
En eindigde met een zware kanonnade.
Hoor slechts
de wet van Minister Talma is anti
sociaal, en anti-nationaal, is een stelsel van
onrecht en daarom anti-christelijk. Sociale
bevrediging zal het ontwerp niet brengen en
wij zullen het blijven bestrijden."
zwaarde, zou verdwenen zijn.
Steven bevond zich inderdaad op een ge
vaarlijken weg.
Te gevaarlijker, omdat hij er zich zelf niet
van bewust was.
Het was hem dubbele verlichting toen hij
den volgenden morgen weder zich naar zijn
arbeid kon begeven.
Het werk zou hem wel afleiding geven en
hoe minder hij nu thuis moest wezen, hoe
aangenamer het hem was.
Op het werk ontmoette hij, gelijk van zelf
spreekt, Hein, die bij denzelfden patroon in
dienst was, en die hem sinds Zaterdagavond
telkens zocht aan te klampen. Steven toonde
zich echter in 't geheel niet toeschietelijkin
tegendeel, hij bleef hem met opzet uit den
weg en antwoordde hem niet op zijn praatjes.
Maar moeilijker werd zijn toestand, toen den
volgenden dag ook Bram zich op het werk
vertoonde. Er moest meer volk komen, wilde
de aannemer op tijd klaar zijn en zoo lukte
't Bram in gezelschap van Steven te komen.
Ilij had vast besloten dezen niet meer los
te laten. Hein zou helpen, daar kon hij op
rekenen. En tegen beider invloed zou Steven
immers niet bestand zijn.
Toen het schaftijd was, zocht Steven een
stil plekje om zijn middagmaal te gebruiken.
Bram nuttigde dit altijd in een herberg, dus
zou hij rustig kunnen zitten. Ditmaal echter
De heer De Jong had met het laatste maar
moeten beginnen. Dat had de zaak heel wat
kunnen bekorten en de argumentatie zou even
sterk zijn gebleven.
Bijvoorbeeld op deze manier
„Wij zullen het ontwerp blijven bestrijden,
want het komt van Minister Talma
Minister Talma maakt deel uit van het chris
telijk ministerie en het is een uitgemaakte
zaak, dat van zulk een ministerie niets goeds
te wachten is."
Nu kleedt de heer De Jong zijn conclusie
echter een beetje aananders liep het te veel
in den kijk.
Hij maakt zich zelfs bezorgd over het chris
telijk gehalte van de wet.
't Is bepaald roerend.
Wie echter nuchter de zaak bekijkt, kan
onmogelijk inzien dat een regeling, die aan
ouden van dagen een pensioen, maar, wat van
nog oneindig grooter belang is, die aan inva
liden d. w. z. aan werklieden, die niet meer
in staat zijn hun brood te verdienen, een
wekeljjksche uitkeering waarborgt, anti-sociaal
zou zijn.
Want dit is juist het fijne puntje; de inva
liditeitsverzekering is in het wetsontwerp feite
lijk de hoofdschotel.
Dit blijkt zeer duidelijk uit de Duitsche
cijfers.
In 1909 werden in Duitschland, krachtens
de wet, toegekend ouderdomsrenten en inva-
liditeitsrenten.
Eu hoe waren nu de cijfers? De officieele
Tegenovë'r 115,000 invaliditeitsrenten, ston
den slechts 11.000 ouderdomsrenten.
En ofschoon dit nu den liberalen heeren zoo
goed bekend is als ons, laat men dit geheel
buiten beschouwing.
En men bazelt maar door.
Heeft de heer De Jong nu echter iets beters,
iets christelijkere, iets dat nationaal, dat soci
aal is
Zeker, zegt hij, ik ben voor staatspensioen.
Stel nu eens, dat dat in allen ernst gemeend is.
Want daar mag voorloopig nog wel een
vraagteeken achter blijven staan.
Zoo schreef bv. de heer Dr. V. de Waerden
„Voor wie de spreekwoordelijke scharrel-
politiek de liberalen sinds jaar en dag heeft
meegemaakt, moest het toch duidelijk zijn,
dat men hun betuigingen ten gunste der
Staatspensionneering in de eerste plaats te
zien heeft als verkiesingsmanoeuvres."
Dit zegt niet een tegenstander, maar een
groot voorvechter voor staatspensioen!
Maar laat ons den heer De Jong nu eens
ernstig nemen.
scheen Bram van zijn gewoonte af te wijken.
Al spoedig zetten Bram en Hein zich in
Stevens nabijheid neer.
Een flesch, door Hein meegebracht, werd
telkens aangesproken en eindelijk onder een
grap ook Steven aangeboden.
Een donkere blik en minachtend gebaar
was het eenig antwoord van dezen.
Dit wekte echter in niet geringe mate den
spotlust der twee op.
„Wel broertje, nog altijd boos sarde Bram,
„Zeker 't resjs van de bui van Zaterdagavond
„Je begrijpt, wat een preek hij heeft moeten
aanhooren Bram," komt Hein er tusschen.
„Denk eens aan jongen zoo'n zedige zus en
zoo'n heilige grootvader 1"
Steven voelt zich in staat 't een of ander
stuk gereedschap het tweetal naar het hoofd
te slingeren, 't Bloed kookt spoedig bij hem.
En nu vooral, want hun spreken pijnigt hem
in dubbele matezijn val wordt hem in her
innering gebracht, zijn zuster en grootvader
zijn 't mikpunt hunner lage spotternij.
Maar niettemin houdt hij zich kalm, al kost
het groote moeite. Zoo vlug mogelijk veror
bert hij zijn middagmaal. Danken zal hij nu
maar niet't mocht hun spotlust te meer
prikkelen. Snel staat liij op, en zonder een
woord te sprekep, verwijdert hij zich uit deze
omgeving.
Hij moet immers oppassen, dat hij niet op-
Dan had hij nog geen recht zóo te spreken.
Ten eerste, omdat ouderdomspensioen niet
de hoofdbedoeling is van het ontwerp.
En in de tweede plaats, omdat bij invoering
van staatspensioen juist wat het dringendst
voorziening behoeft, verwaarloosd wordt, n. 1.
de verzekering tegen invaliditeit.
In de derde plaats, omdat, bij verwerping
van dit ontwerp, toch voorloopig invoering van
staatspensioen, onmogelijk zou blijken.
Wie worden dus, mócht de linksche opzet
slagen, de dupe
De arbeiders.
En de heeren, die zoo diep met hun nooden
heeten begaan te zijn, spannen alles in, om
hun de zoo noodige ouderdoms én invaliditeits-
rente te onthouden.
't Is te hopen, dat de rechterzijde zal door
zetten.
Trots al het jawaai en geschetter van links.
We hebben goede verwachting.
Die heele kanonnade van mijnheer De Jong
is slechts schieten met los kruit.
Z.
Y Arbeidswet.
De minister van landbouw, nijverheid en
handel heeft aan de Kamers van Koophandel
en Fabrieken toegezonden een ontwerp alge-
meenen maatregel van bestuur, als bedoeld
bij art. 6, tweede lid der Arbeidswet 1911
(Staatsbl. 319).
In het begeleidend schrijven deelt de mi
nister mede, dat het hem wenschelijk voor
komt het ontwerp, alvorens het aan de Ko
ningin ter bekrachtiging aan te bieden, aan
de opeiibare kritiek te onderwerpen. Opmer
kingen wacht de minister vóór 15 Nov. in
Het ontwerp is van den volgenden inhoud.
Artikel 1. In de hieronder genoemde ge
vallen mag een vrouwelijke persoon, die ge
huwd is, of die, ongehuwd zijnde, een huis
houding te verzorgen heeft en'van dit laatste
aan het hoofd of den bestuurder der onder
neming «heeft kennis gegeven, des Zaterdags
na 1 uur des namiddags in fabrieken en werk
plaatsen arbeid verrichten
I. Indien zij nimmer andere werkzaam
heden in de onderneming verricht dan het
reinigen van werktuigen, toestellen of gereed
schappen of van werklokalen
II. indien zij, door het hoofd of den be
stuurder der onderneming met de leiding van
of het toezicht op den bedrijfsarbeid is belast
III. indien zij werkzaam is in
a. een steenbakkerij en zij des Zaterdags
na 1 uur des namiddags geen anderen arbeid
verricht dan dien, bestaande in het van de
nieuw dwaasbeden begint. Maar 't kost hem
o, zooveel moeite. Hij voelt zich ook tegen
die beiden niet opgewassenwas het Bram
nog alleen, maar de laag gezonken Hein Bran
ders onziet zsch immers niet eveneens partij
tegen hem kiezen. Wat kan hij tegen hen
beginnen Hij is als het ware aan hun moed
wil en willekeur geheel overgeleverd.
Hij voelt zich dan maar zeer ongelukkig.
En opnieuw komt het bittere gevoel boven
het gevoel van opstand tegen Gods bestel.
Zoo gaat de week voorbij.
't Gelukt hem zijn vijanden tamelijk wel ge
regeld te ontwijken en met een zekeren trots
komt hij des Zaterdags op den gewonen tijd
thuis.
Maar Greet en grootvader bemerken toch
wel, dat hem iets schort. Met Em houdt hij
zich zeer weinig bezig en liefst is hij maar
wat alleen of houdt hij zich, alsof een of an
der boek hem geheel in beslas neemt.
Eigenlijk ziet hij tegen een gesprek op, bang
als hij is, dat het gebeurde op de een of
andere wijze er in betrokken zal worden.
Een nieuwe week begintvoor Steven brengt
de arbeid alleen afleiding en verlichting. De
knechts vinden zijn handelwijze zeer zonder
ling vroeger was Steven toch niet zoo in
zich zelf gekeerd.
(Wordt vervolgd.)
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
(21 dook ZELANDIA.
-rj'