Hntirmlutionair voor nieuws* en Advertentieblad Zeeland. FEUILLETON. In den Levensstrijd. Buitenlandscli Overzicht. Binnenlaiidsch Nieuws. No. 955. Zaterdag 5 October 1912. 10e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen 1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTüOU Az. te TER NELZEN. 1 Inzending van advertentiSn v66r uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzetfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. NOEZONPBN STUKKEN TE RICHTEN AAN DB REDACT.E; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES, TE BEZOBOEN BIJ DEN UITGEVER Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. V Altijd de oude kwaal. Er moest te Utrecht een professor benoemd worden in het Staatsrecht in plaats van pro fessor De Louter. De minister benoemde daartoe, buiten de voordracht der rechtsgeleerde faculteit om, Jhr. mr. B. C. de Savornin Lobman, een nog jongen man, die de rechtsclie beginselen is toegedaan. Dit laatste maakt hem natuurlijk voor zulk een gewichtig ambt totaal onbekwaam en ongeschikt. Het zijn alleen vrijzinnige geleerden, die voor zulk eene benoeming in aanmerking kunnen komen. De linksche bladen, met de groote iv. R. Courant voorop, zijn dan ook dadelijk be gonnen met hun hooge afkeuring over dit besluit van den minister uit te spreken. Zooals men ziet, de heeren aan de linksche zijde laboreeren nog altijd aan bun oude kwaalniemand is bekwaam, dan wij en onze vrienden. En 't is geen wonder, dat ze alles op haren en snaren zitten, om toch dit ministerie maar te doen vallen. Het gaat nu toch een beetje anders dan vroeger thans heeft ook een niet- vrijzinnig man kans op een rijksbetrekking. Daar was vroeger geen denken aan. We wenschen de heeren der linkerzijde van harte beterschap toe, doch 't is te vreezen, dat deze lang zal uitblijven. Ze lijden aan eene verouderde kwaal V Het doorzichtig spel. Dinsdag is de Tweede Kamer weder met haren arbeid in openbare zitting begonnen. Natuurlijk behoorde tot het eerste werk de regeling der werkzaamheden voor de eerstvol gende maanden. De nieuwe Voorzitter stelde voor op 15 October te beginnen met de behandeling van het wetsontwerp voor de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering. Dit ontwerp wil aan arbeiders die te oud worden om door den arbeid, hun brood te ver dienen, of ook, indien ze door gebreken niet meer in staat zijn om te werken al hebben ze nog niet den leeftijd bereikt, die bun recht geeft op pensioen, een ondersteuning ver schaffen. Men zou denken, dat heel de Kamer dit voorstel met instemming zou begroet hebben. Reeds veel te lang wachten de arbeiders op een dergelijke regeling. 19) Toch kwam 'tal weer heel anders uit. De geheele linkerzijde verzette er zich tegen, dat bedoeld wetsontwerp zoo spoedig in be handeling zou worden genomen. Duys, Treub, Goeman Borgesius en Patijn deden om 't zeerst hun best, om de zaak nog wat te verschuiven. Met allerlei argumenten men had nog geen tijd gehad, de zaak te onderzoekenvroeger was er gezegd, dat de Ziekteverzekering voorop moest gaaner zouden honderden amende menten komen en die moeten eerst overwogen worden, enz. enz. De ware reden v'an het verzet verzwegen de heeren echter. Die is, dat er onder dit ministerie aan geen sociale wetgeving mag gedaan wórden. Men heeft 't volk trachten wijs te maken, dat dit Kabinet niets uitvoert al bewjjst de stapel wetsontwerpen, die op behandeling wacht, tot de heeren veelpraters en tijdver- morsers zich eens beteren zonneklaar, dat 't niets dan laster is. Als Juni weer in 't land komt, mag er geen sociale wet in 't Staatsblad staan om dan natuurlijk te weeklagen over de onmacht der rechterzijde. Het spelletje is zóó doorzichtig, dat een verstandig mensch er zich niet door zal laten bedotten. De rechterzijde heeft dan ook het voorstel van den Voorzitter, zonder veel woorden te verspillen aan al de praatjes der linksche heeren, aangenomen. Zonder buitengewone omstandigheden komt dus op 15 October het wetsontwerp in behandeling. Dat noemt men nu wel misbruik van macht, maar ieder weet wel, op welke waarde men zulke dikke woorden schatten moet. „Trek er je maar niets van aan, hoor Gree,' klinkt 't in eens van zijn lippen ,,'t Is een lage kerel, die een wees vertrapt en dan nog wel „Maar wat is het dan toch vraagt Greet opnieuw. Ze raapt den verfrommelden brief op van den grond en als op haar„mag ik geen afwijzing volgt, strijkt de kreuken zooveel doen lijk glad en tracht te lezen. 't Gaat haar als grootvader. Ze weet niet, hoe ze 't heeft ze begrijpt nietmaar ze voelt, hoe het bloed haar naar 't hoofd stijgt en hoe een paar brandende tranen zich in haar oog hoeken dringen. Een opschrift droeg de brief niet. Botweg luidde 't „Na de schandelijke behandeling, mij door je dronken broer aangedaan, wil ik je niet meer in mijn huis zien. Ik duld niet, dat je er nog éen voetstap zet. Ik begin in te zien, dat ik mijn gunstbetoon te ver heb ge dreven ik had moeten bedenken, dat ik Tweede Kamer. Dinsdagavond hebben de meeste partijclubs van de Tweede Kamer vergaderd. De afdeelingen voor de Staatsbegrooting waren nog Woensdag aan de algemeene be schouwingen. Leidens ontzet. Opnieuw werd gisteren de heriijneringsdag van het ontzet door Leiden's ingezetenen feestelijk herdacht. Als naar gewoonte werden in den vroegen morgen door een 600tal zan gers en zangeressen in den tuin van het Laboratorium tegenover het standbeeld van Van der Werff gewijde en vaderlandsche lie deren gezoDgen. Gelijktijdig werd een stadsuitdeeling gehou den van haring en wittebrood aan 3900 vrou wen, en tabak, pijpen, bier en koffie aan 3623 mannen. Het soc.-dem. Dagblad „Het Volk' bestond Dinsdag 127a jaar De partijgenooten daartoe door het blad zelve aangespoord, zorgden voor een practisch cadeau, en wel een der beste cadeaux, n.l. de laatste 14 dagen ruim 3000 nieuwe abonnés aan te brengen. Op het redactie-bureau kwam een reuzentaart van „De Dageraad" met bijschrift„Iets zoets na veel zuurs en bitters." Het gebouw van de Tweede Kamer. Naar verluidt zouden de plannen tot ver bouwing van de Tweede Kamer met een gevel aan de Kapelsbrug voorloopig hijven rusten en zou een plan van ruimer en grootscher uitbreiding van het gebouw der yolksvertegen- woordiging in studie genomen zijn. van zulk slag volk niets anders te verwach ten had. Ik sluit hierbij een biljet van tien gulden in voor schadeloosstellingje hoeft niet te probeeren terug te komen. Alle moeite zal vergeefs zijn. Onthoud goed dat alles nu tusschen ons uit is. F. Barends." Is het wonder, dat Greet na de lezing op een stoel neervalt en het hoofd in de beide handen verbergt. Kwam nu alles gelijk Was het Zaterdag nog niet genoeg geweest Had ze dat verdiend zóo te worden belee- digd? 't Was éen warreling van gedachten. Wat had Steven gedaan? Moeders eere en vaders naam te schande gemaakt. En op haar viel de beleediging terug als een mokerslag op haar ziel. Wat zouden de men- sclien in het dorp ervan denken, als ze hoor den, dat Greet niet meer op Duinoord mocht komen Zou het haar den harden strijd niet dubbel zwaar doen wegen? Hoe moest ze in de behoeften van 't gezin voorzien? En dan die harde woorden in den brief, die schampere uitdrukkingen, dat beleedigend slot vooral. „Trek het je niet aan Groet," herhaalde grootvader. „Jij hebt geen schuld en die ellendige rijkaard hoeft nog niet op ons te OORLOGSGEVAAR. Aller oog is in deze dagen naar den Balkan gericht en men vraagt zich angstig af, of we nu dan toch werkelijk aan den vooravond van den grooten Balkanhrand staan, die al zoo lang is voorspeld, zoo lang gevreesd of gehoopt en zoo lang door de diplomatie der greote mo gendheden verhinderd De reeks van onrust wekkende berichten over den toestand wordt met den dag grooter en steeds ernstiger is de inhoud er van, al is er dan ook een enkel lichtstraaltje in den donkeren nacht. Men houde echter bij de lezing steeds twee zaken in het oogten eerste dat men zich altijd herinneren moet, dat het niet voor de eerste maal is, dat men voor een oorlog op den Balkan vreestvier jaar geleden, na de in lijving van Bosnië door Oostenrijk en de on af hankelijk verklaring van Bulgarije stond men ook aan den vooravond van een oorlog. Meer dan eens was de lucht in het Zuidoosten van ons .werelddeel als met electriciteit geladen men is daar gewoon als met vuur te spelen. Maar ten andere bedenke men ook, dat Bulgarije de kinderschoenen ontwassen is en thans eenigen kans ziet om een droom te ver wezenlijken. Het is bekend, dat van den oorlog van 1876 af Bulgarije zich heeft voor bereid op de afrekening met den Turk, den indringer uit Azië en veroveraar uit vroegere eeuwen, onder wiens ijzeren juk het Bulgaar- sclie volk 'eeuwen lang heeft gezucht. Voor die afrekening heeft Bulgarije zich offers ge troost en het verlangt de resultaten van alle moeite en arbeid te zien. Aan pogingen om een botsing te voorkomen ontbreekt het niet. De mogendheden zitten trappen, al zijn we arm," en in de oude oogen komt een gloed van haat en zijn vuist balt zich in onmachtige woede. „Stil grootvader, 't is moeders broer." „Zwijg er van, kind, en pleit er niet voor. 't Is meer dan schandelijk Zeker, dat is het. Greet voelt het immers zelf zoo diep en toch is er iets, dat haar nog meer pijnt dan de beleedigende inhoud van den brief. 't Is de gedachte, dat haar broeders gedrag er de oorzaak voor is geweest. Wat Steven deed, ze kan het zelfs niet gissen, maar En weer vat ze den brief op en leest den aan- hef. O, moeders nagedachtenis bevlekt doorSteefs gedrag. WTant ze kent z'n bitterheid tegen oom Barends en ze verwijt 't zich reeds dat ze hem er niet ernstiger van heeft afgemaand. Waar zal 't met Steven eindigen, als hij zich steeds opnieuw door zijn hartstochten laat leiden als hij zijn zwakheid van karakter niet overwint Moedeloos blijft ze zitten. En de ziel van den oude is in opstand, in vollen opstand, 't Stormt daarbinnen bij hem. Gods wegen zijn hem te duister en als hij Greet daar ziet zitten, is het of zijn hart ber- sten Z3.1 „Kom Gree," beurt hij op, en hij herhaalt niet stil. De vertegenwoordigers van Frank rijk, Rusland en Engeland hebben andermaal stappen gedaan te Sofia, Belgrado, Athene en Cettinje, waarbij zij tot een vreedzame houding raden. Ook Sasonóf deed hetzelfde. Vandaar dat men alle hoop op het behoud van den vrede nog niet heeft opgegeven. Men hoopt derhalve, maar alle hoop wordt nog niet vervuld. Daar zijn bedenkelijke ver schijnselen en hier denken wij aan de houding van Rusland, waar het optimisme onverwacht is geweken om plaats te maken voor pessi misme. 'tls waar, het heeft met andere mogendheden aangedrongen op het behoud van den vrede, maar men vertrouwt de Rus sische diplomatie, die steeds op het vinken touw zit, ook nu niet al te zeer, en als men in sommige kringen te Berlijn de vraag be spreekt, wie toch eigenlijk wel achter de schermen zit in zake de Balkan-crisis, dan richt men terstond het oog over de Oostelijke grenzen naar de Newa. Niet zonder reden. Immers heeft Rusland in het Weichselgebied zijn leger gemobiliseerd. Dat wekt te Berlijn wantrouwen, maar ook te Weenen Oostenrijk heeft daarom te St. Petersburg laten vragen wat het doel is van de mobilisatie in het Weichselgebied. En hoewel Berchtold den toestand niet hopeloos acht, komt daar toch, al is het niet officieel, een bericht dat ons zegt, dat ook de Oostenrijksche regeering be sloten zou hebben, verschillende legercorpsen te mobiliseeren, daar zij vastbesloten is Oosten rijks rechten krachtig te handhaven. Alles hangt er nu maar van af, wat Turkije zal doen. Wat dienaangaande gemeld wordt, klinkt nu juist niet bemoedigend. In officieele kringen te Konstantinopel acht men de laatste bemoeiingen der mogendheden om den vrede te bewaren, deels niet ernstig gemeend en in ieder geval tevergeefs. Men is voorbereid op de opening der vijandelijkheden door verschil lende Balkan-Staten. De chef van den gene- ralen staf heelt bevestigd dat in den minister raad tot mobilisatie besloten is. Algemeen bespreekt men in de hoofdstad den ernst van den toestand er heerscht groote opschudding en de Beurs was Dinsdag in een pijnlijke stemming. Men gevoelt zoo het gevaar, dat men zoo aanstonds van alle zijden zal bespron gen worden, nu de hartstochten op den Balkan ontketend zijn en gehunkerd wordt naar het oogenblik, waarop men den ouden vijand te lijf kan gaan. In geheel Bulgarije toch heerscht een oor logszuchtige stemming en voornamelijk in de hoofdstad, waar troepen van strijdlustige, jonge mannen door de straten trekkenoveral hoort men vaderlandsche en oorlogsliederen. De mobilisatie is in vollen gang. dezelfde woorden van zooeven, „trek het je niet aan". Maar hij weet geen echte troost reden te vinden. De toekomst lijkt hem don kerder dan ooit. Na het gebeurde van Zater dag met Steven Ja, wat stond er ook in dien brief.En werktuigelijk strekt hij de hand er naar uit en zijn oogen zoeken. „Weet jij er van Gree, wat Steven heeft gedaan „Niets grootvaderoch, hij weet het mis schien zelf niet eens meer, maar ,,'t Is Steefs schuld," valt de oude uit. „Och, wat brengt hij ons in ellende," en hij werpt den brief met toornig gebaar weer weg. Een muntbiljet zweeft van tusschen de bin nenzijde op den vloer. Dit gezicht maakt zijn gramschap opnieuw gaande. „Een aalmoes wil hij ons geveneen aal moes, of we bedelaars zijn.en hij staat gereed het biljet in het vuur te werpen. Greets arm houdt hem tegen. „Nee, grootvader, we sturen het terug," zegt ze. 't Is diezelfde trots, als die in grootvaders harts woont, maar zij voelt fijner oom Barends moet zelfs niet kunnen denken, dat ze het geld hebben behouden. (Wordt vervolgd.) IlUddlUClö. DOOK ZELANDIA.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1