m Hntirevolutionair uoor nieuws- en Hduertentieblad Zeeland. FEUILLETON. De Katacomben te Valkenburg. No. 948. Woensdag 11 September 1912 10e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—. Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES 1 TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. V Vergadering der Centrale. Zaterdag 14 dezer, des namiddags te '2 ure hoopt de Centrale Antirev. kiesvereeniging in het Locaal „Bethel" te Ter Neuzen te verga deren. Mogen we de Bestuursleden der aangesloten kiesvereenigingen dringend opwekken, deze vergadering bij te wonen 't Is zoo, voor sommigen is het een minder geschikte dag. Doch kiest men een anderen dag, dan zijn weer andere leden verhinderdT Men moet in dezen elkaar maar een beerie toegeven. Er moeten op deze vergaaering belangrijke zaken besproken worden, waarbij wij elkaar hard noodig hebben. Laat niemand zich onttrekken, maar elk zich beijveren, om voor de algemeene zaak te doen, wat hij kan. Zouden we ook mogen rekenen op de komst der broeders uit Axel Wij herinneren er voorts nog aan, dat ook gewone leden der plaatselijke kiesvereenigingen toegang tot deze vergadering hebben. V De weergesteldheid. Er zijn menschen en hun aantal is niet klein die beweren, dat alles in de natuur gaat volgens vaste wetten, waaraan God noch menscli iets kan veranderen. Dat het rader werk der natuur van zelf loopt evenals een opgewonden klok en dat alles in stipte regel maat en orde, volgens de wet van oorzaak en gevolg afloopt zonder eenige stoornis of onregel matigheid. Hoe komt het dan toch, zouden we dezulken willen vragen, dat het eene jaar in weersge steldheid zooveel verschilt met het volgende? Wij gelooven in de voorzienigheid Gods. Hij alléén regeert; naar Zijn welbehagen zendt Hij ons droogte in 't eene jaar en over vloedige regens in een ander. En omdat we Hem erkennen, als den Gever van alle goeds, is ook in deze dagen onze verwachting van Hem en niet van de zooge naamd eeuwige wetten der natuur. Daarom zouden we in deze treurige dagen eene vraag willen doen aan de Raden onzer Kerken in deze streek. Als in onze jeugd langdurige droogte alles deed versmachten, of aanhoudende regens den oogst dreigden te vernietigen, werden we 3 Wie alleen maar, onder de bekoring kan komen van een echte ruïne, uit wier verweer de steenen de historie tot hen spreken, mist den rechten smaak aan deze herinneringen der oude Christelijke Kerk. Wie echter indringt in de edele gedachte die de heeren Diepen bij dit grootsche werk heeft geleid, zal, om met Prof. Pijper te spreken toestemmen „dat niets meer in staat is zoo te boeien, dan liet leven van het oudste Christendom, toen de besten en edelsten van ons geslacht Jezus Christus beleden en toen de oude beschaving van Rome en Griekenland gelouterd, geadeld en verheven werd door het Evangelie". Vooral in een tijd als de onze, waarin het ongeloof met zijn ontkenning van alle dogmata en zijn ontzenuwende verwarring de vijand blijft, waartegen de Christenen hebben te strij den, is een bezoek aan die stille Katacomben met haar vele herinneringen aan den geloofs strijd der eerste Christenen zoo aanbevelens waardig. Niet een ieder nu is het gegeven, te tijgen naar de stad aan den Tiber werwaarts men vroeger niet toog om er alleen de voetstappen van Caesar en Cicero, maar ook die van Petrus samengeroepen tot eene ure des gebeds, om God te smeeken, dat Hij zijn oordeelen mocht afwenden. Zou het thans ook niet goed zijn zulk een biduur te houden Er wacht nog zooveel op den akker op in zameling. En als God het niet verhoedt, komt daarvan weinig of niets terecht. Wij gelooven immers nog, dat God het gebed hoort En al is het, dat Hij niet onmiddellijk geeft, wat wij van Hem vragen, zulk een biduur is de rechte gelegenheid, om als voor Zijn aan gezicht ons zelf te onderzoeken, of ons leven wel zóó is, dat we de verhooring des gebeds van Hem mogen verwachten. Het jaar 1911 was een jaar van ongekenden voorspoed het geld is bij hoopen ons land binnengestroomd. Is het toen in de kassen van kerken en scholen ook merkbaar geweest, dat er zooveel werd gewonnen Heerscht er onder ons de geest der broe derlijke liefde, die zich beijvert om^grieven weg te nemen en alles te vermijden wat den vrede verstoren kan Is de eere Gods op elk terrein des levens voor ons de eerste vraag en de hoogste wensch Wij vragen slechts en achten ons niet ge rechtigd, er het antwoord op te geven. Doch wel zijn we van gevoelen, dat het in deze dagen, nu aanhoudende regenstroomen dreigen een algemeene ramp te veroorzaken, voor ieder die bidden geleerd heeft, zaak is, zich deze en dergelijke vragen te stellen. En wij meenen, dat het op den weg der kerken ligt, door het samenroepen tot een biduur openlijk getuigenis af te leggen, dat wij de afwending van het gevaar, dat ons bedreigt, nog altijd van God alléén verwachten. V Op sleeptouw. Telkens en telkens blijkt 't weer, dat de liberale partij onmachtig is, zelf de leiding der zaken in handen te houden. Ze laat zich voortdurend weer op sleeptouw nemen door de socialisten. Wel heeft ze af en toe van die bevliegingen van zelfstandigheid. Maar die zijn van zeer voorbijgaanden aard. De geschiedenis is daar, om de waarheid dezer bewering te staven. Herinner u slechts de groote spoorwegsta king in het voorjaar van 1903, toen het wel scheen, dat anarchie zou zegevieren over het wettig gezag. en Paulus na te treden. Hoe loffelijk is het dan, het belangrijkste dier gewijde plaatsen aanschouwelijk vopr te stellen en er juiste in lichtingen over te geven, Wat anderen in plaatwerken en boeken nasporen is nagestreefd in steen. Eu het is gedaan met Nederland- schen ernst en volharding. Aanzienlijke kapitalen van goud en zilver, nog grootere van geestkracht, studie en liefde volle toewijding hebben de heeren J,an en Karei Diepen zich getroost voor een prompt van de werkelijkheid afgeziene wedergave dier geheimzinnige gangenstad van uitgeholde tuf- aarde, onder de Romeinsche Campagna voor de Kerk gegraven als haar eerste gevangenis. Ieder kan thans in het kunstig aangelegde complex van schachten en doodenkapellen te Valkenburg afdalen, om te aanschouwen, hoe in haar moeilijkstpn tijd de begraven Kerk der martelaren en belijders leefde éèr zij klim men mocht naar het licht. Wie aan de Katacomben te Valkenburg een bezoek wil brengen, ga er niet enkel heen om zijn nieuwsgierigheid of zijn zin voor historische herinneringen te bevredigen. Wevreezen.dat hij dan niet geheel voldaan zou terugkeeren. Eerst dan zal hij bevredigd die onderaard- sche gewelven verlaten, als hij iets heeft ge voeld van het edele streven der heeren Diepen, om die „oude doodenstad der Christenheid even kunstkundig als pretentieloos in den mergelgrond van het Valkenburgsche bergland- De schrik sloeg ook den liberalen om het hartaanvankelijk steunden zij eendrachtig het kabinet-Kuyper in zijn maatregelen, om aan het „anarchistisch avontuur een einde te maken. Maar toen het meest dreigend gevaar was afgewend, viel een groot deel der liberale partij de regeering af. Ze moesten de roode neefjes te vriend houden. Het beleid der regeering werd aan allerlei kritiek onderworpen en men liet zich door Troelstra c. s. op sleeptouw nemen. Een ander voorbeeld levert ons de kiesreclit- quaestie. Van algemeen kiesrecht moesten de liberalen niets hebben. Hoogstens kon men zich vinden in een blanco-artikel, met de bijbedoeling, althans wat de oud- en unie-liberalen betreft, slechts te bewerken, dat een technische herziening der kieswet kon plaats vinden, echter zonder kiesrechtuitbreiding. Zóó stond het in de jaren van 1901 tot 1905. En thans De meest verstokte conservatief-liberaal be looft heel grif, als het gaat om wat stemmen van de socialisten te kunnen bekomen, dat hij mee zal ijveren voor algemeen kiesrecht. Opnieuw lieten de liberalen zich op sleeptouw nemen. En thans is het weer hetzelfde. De roode Dinsdag gaat niet door. Ten minste in zooverre niet, dat de bur gemeester van Den Haag weigerde de noodige toestemming te geven tot het houden van een betooging. En wat ziet men nu weer gebeuren Het „Handelsblad", het liberale Amsterdam- sclie orgaan, het veile beursorgaan", zooals het van socialistische zijde werd genoemd, het Handelsblad valt nu de socialisten bij. 't Is een schande, die betooging te verbieden. De vrijheid wordt aangerand. Want ziet ge, 'tgaat tegen 1913. En Het Handelsblad begrijpt zeer goed, dat het dan den steun der socialisten zeer noodig zal hebben. Dat Handelsblad schreef wel in Dec. 1900 Is het inderdaad niet treurig, dat ernstige menschen hun tijd verbeuzelen met nog vrien delijkheden te zeggen aan het adres eener dergelijke onmogelijke richting (n.l. de sociaal democratie Ja, dat is inderdaad meer dan treurig. Toch beijvert het Handelsblad zich, dit thans te doen. Opnieuw liet het liberalisme zich door de socialisten op sleeptouw nemen. Z. schap te copiëeren". Voor een wijle zich het lijden dier eerste Christenen in te denken, hun geloofsmoed en geloofstrouw te bewonderen, zoo al niet te benijden, tot zich zelf in te keeren om in zijn binnenste een antwoord te geven op des Meesters vraag: hebt gij mij evenzoo lief?" ziedaar de vruchten, die een bezoek aan de Valkenburgsche Katacomben moet afwerpen. Dat daartoe deze schoone nabootsing van de geheimzinnige gangenstad onder de Campagne te Rome door den bezoeker in een bepaalde stemming moet bezocht, zfal dan ook be grijpelijk zijn. In zekeren zin toch geldt het ook hier„trek uwe schoenen van uwe voeten, want de plaats waarop ge gaan zult is heilig land Trouwens reeds de ingang van de Kata comben aan de zijde van Rotspark heeft den meer dan oppervlakkigen bezoeker iets te zeg gen. De gevel van zandsteen opgetrokken is een copie van den ingang der Damascus- Katacombe te Rome. Op het driekantige kan teel boven de deur ontdekt men allereerst het Christus-monogram (ae twee eerste letters van het Grieksclie woord Christos en daarnaast de Grieksche letters Alpha en Omega. Een lange trap, in vieren verdeeld, voert nu naar het inwendige. Vooraf komen we ech ter in een vestibule waar langs de beide wanden schilderingen rijn aangebracht, die be trekking hebben op 't leven, den dood en de V Op „Veldwijk." Vergeet nooit een van Zijn weldadigheden. Veldwijk. We gaan in onze gedachten een 40 jaren terug. We maakten, het was in den winter, een wandeling door Ermelo's bosschen. Daar stond destijds de vriendelijke villa „Veldwijk", gebouwd door en in eigendom van „den ouden heer Chevallier", vroeger wonende te Amsterdam. Hij was zeer bevriend met wijlen Ds. Witteveen en juist deze vriend schap bewoog hem het woelige Amsterdam te verlaten en het stille Ermelo als woonplaats te verkiezen, om veel te genieten van de vriendschap van den leeraar der Zendingsge meente, die „door de macht der bajonetten" uit de kerk was gezet. Het%waren gouden dagen die destijds in Ermelo doorleefd werden, dagen die van groote beteekenis zijn geweest voor de Zending en niet minder voor het werk van barmhartigheid onder ellendigen. Reeds in die jaren vond men in Ermelo iets van een Christelijke verzorging van krank zinnigen en zij, die een weinig kennen van Ermelo uit die dagen, weten hoe menige krankzinnige, of zooals Witteveen ze noemde, „bezetenen" in de Stichtingen van Ermelo opname vond. Weten ook hoe deze onge- lukkigen onder het oog van dezen gebeds man als lammeren waren. Een voorbeeld. Witteveen kreeg een schrijven uit Doorn, van den burgemeester, met verzoek om op name van een krankzinnige. Verzocht werd, dat Witteveen dezen man zelf zou halen. Omdat de man zoo woest was, stonden hem twee, destijds drie veldwachters ten dienste. Maar hiervan wilde Witteveen niet weten hij vertrok alleen met den patiënt en had hoegenaamd niets met hem te doen. Dat teekent Witteveen, den man die in zijn gebed voortdurend dacht aan „alle aange- vochte en bekampte zielen." Deze man des geloofs en des gebeds beeft verwacht, dat Ermelo ook voor „bezetenen" van beteekenis zou worden.. En wie in de laatste jaren dit vriendelijke Veluwsche dorp heeft bezocht, heeft duidelijk kunnen ontwaren, dat wat Witteveen heeft verwacht, in ver vulling is getreden. Daarvoor heeft de Heer de Vereeniging tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen willen gebruiken. In het klein begonnen, is de arbeid van de Vereeniging van zeer groote beteekenis geworden en van niet minder rijken aegen. Onder haar vleu gelen hebben duizenden een plekje gevonden, waar zij rustig konden verkeeren en verzorgd worden op een wijze, dié onzen lof verre te overwinning der martelaren, en ons in de ver- eischte stemming kunnen brengen, zoo we er nog niet in mochten verkeeren. Allereerst dan maken we kennis met de C a 11 i s t u s-k atacombe aldus genoemd naar den aarts-diaken Callistus, die door bis schop Zephyrinius in het jaar 203 tot beheer der van deze katacombe moet zijn aangesteld. Deze katacombe bestaat niet alleen uit ette lijke gangen, aan welks zijden men, drie of vier lagen hoog, de nissen vindt, waarin de lijken of de overblijfselen van martelaren werden begraven, maar ook crypten of kapellen, wier wanden ook wel dienden voor het uithollen van nissen, maar waarvan enkele ook voor het houden van godsdienstplechtigheden en de liefdemaaltijden werden gebezigd. Van deze crypten moet in de eerste plaats genoemd de Pauscrypte: de beroemde grafkapel der bisschoppen van Rome, door de r.-katholieke Kerk allen Pausen genoemd. Dat de Kerk toen nog geen Paus kende blijkt uit de letters die men achter enkele namen van de hier begravenen vond. Zoo trof men in Rome achter het woord Oerbanos (bisschop Urbanus) de letter E aan, de afkorting van 't Grieksclie woord „bisschop", achter denamen van andere begravenen weer letters, die insge lijks den titel „bisschop" inhielden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1