De Groninger Bondsdag. Binnenlandse!» Nieuws. Korte Berichten. Uit Stad en Provincie. In de Aarde en haar Volken wordt het. een en ander meegedeeld over een nieuw g e- vaar voor de vogelwereld. Zooals men weet, zijn de talrijke, langs de spoorweglijnen loopende telegraafleidingen een gevaar voor menigen vliegenden vogel. In donker of bij mistig en nevelig weer vliegen de vogels tegen de stijf gespannen draden en stooten dan den kop of breken vleugels of pooten, zoodat ze op den grond vallen en el lendig omkomen. Trots de jarenlange ervaring komt het altijd weer voor, dat patrijzen, fazan ten, snippen en ook kleinere vogels tegen de draden aanvliegen en er den dood vinden, al moet erkend, dat de vogelwereld zich al vrij goed aan het bestaan van de draden heeft ge wend, en dat het aantal ongelukken sterk is verminderd bij vroeger. Maar onlangs is voor de vogels een nieuw gevaar opgedaagd in de sterkstroomleidiugen, die in veel streken van een centrale uit ver over het land worden geleid, om steden, dor pen en gehuchten van electrische kracht en electrisch licht te voorzien. En tegen dien vijand kunnen de vogels niet op hun hoede wezen, omdat ze hem niet kunnen onderken nen en omdat alleen de aanraking der draden reeds het gevaar met zich brengt. De tele graafdraden worden door zeer veel vogels als zit- en rustplaatsen met voorliefde gebruikt in den zomer en den herfst ziet men bijvoor beeld de zwaluwen vaak bij honderden erop zetelen, zonder dat daar eenig gevaar in schuilt. Maar anders is het bij de stroomleidingen, die natuurlijk ook door de vogels graag worden opgezocht, vooral omdat die sterkstroomleidin gen nog .al hoog boven den grond loopen. Het zitten op den draad van de sterkstroom leiding is nu voor den vogel ook ongevaarlijk, maar in die leidingen liggen verscheiden dra den boven en naast elkaar en als de vogel twee van die draden ook maar voor een kort oogenblikje aanraakt, gaat de krachtige stroom door zijn lichaam en hij valt dood op den grond. Het'gemakkelijkst kan die aanraking van twee draden plaats hebben bij het op- en af vliegen. Komt de vogel aangevlogen, dan zet hij de pooten op den draad en slaat daarna dé vleugels te zameneen vleugelpunt kan dan licht den hooger gelegen draad raken, en het ongeluk is geschied; en juist zoo gaat het bij het opvliegen. Hoe groot het aantal der op die manier omgekomen vogels is, vertelt iemand in die Welt auf Reisen, die verleden zomer en herfst er waarnemingen over heeft gedaan in het jachtgebied van een vriend, waar een sterkstroomleiding door liep van de centrale te Eberswalde naar verscheiden dor pen en naar het keizerlijk jachtslot Hubertus- stock. Overal onder de leiding lagen doode vogels, de meeste in de nabijheid van de pa len, waar ze altijd zoo graag zitten. Men moest wel ontzet zijn bij het zien vau dien massa moord. Onder eiken paal lagen twee of drie, onder sommige ook vijftien tot twintig doode vogels. Onder één paal lagen alleen veer tien doode spreeuwen, drie kraaien en een buizerd. Zeer veel soorten van vogels waren vertegenwoordigd, vooral spreeuwen, kraaien en merelsendan merkwaardig veel torenvalken. Die valken, mooie vogels, die zooveel muizen verdelgen en dus voor den landbouw nuttig zijn, zullen stellig op den duur in een streek, waar een sterkstroomleiding door gaat, worden uitgeroeid. Vijf torenvalken werden onder drie palen aangetroffen, wat veel is bij de betrekkelijke zeldzaamheid van den vogel, maar verklaarbaar door de voorliefde van den torenvalk voor hooge punten, die een ruim uitzicht bieden. Natuurlijk wordt het gevaar, tweeden draad aan te raken, grooter, als de vogel groot is, en daardoor hebben de vinken en andere kleine vogels minder te vreezen. De kracht van den door het vogellichaam gaanden stroom is zoo geweldig, dat vaak de pootjes gebroken waren en uit het lid gerukt. Of de vogels in den loop der tijden het gevaar van de leidingen zullen leeren inzien en de draden zullen vermijden, is de vraag, maal ais dat het geval wordt, zullen zeker de slimme kraaien de eersten zijn, die het gevaar ruiken en ervoor uit den weg gaan, zooals ze nu al de uitlokkendste lekkernijen niet aanraken als ze hebben gezien, dat een van hun broeders zwartrokken erdoor vergiftigd is geworden." Op Hemelvaartsdag hield de Gereformeerde Jongeli'ngsbond te Groningen zijn 24e Bondsdag. De morgenvergadering, die bestemd was voor de afdoening der huishoudelijke zaken, werd gehouden in de Zuiderkerk, die half gevuld was met de afgevaardigden der 400 vereenigingen, die vertegenwoordigd waren. Voor niet-afgevaardigden waren dan ook niet veel plaatsen beschikbaar. Na het lezen van Handelingen 1 en gebed, opende de voorzitter de vergadering met een welkomstwoord over het onderwerp „Gans- fort's exempel." Ds. Vonjtenberg wees er op dat, niettegenstaande de pers er voor gezorgd had om overal rond te bazuinen dat er in Groningen geen ruimte voor den Bond was, toch het aantal opgekomenen zeer groot is. De vergadering had ditmaal plaats in een niet onvermaarde stad van ons land, en wel in de derde koopstad. Dit is ook een historische plek. Reeds in de 15e eeuw leefde hier één der bekendste voorloopers der hervorming, n.l. Johannes Wessel Gansfort, door sommigen genoemd „Lux Mundi", dat is vrij vertaald „Vuurtoren." Reeds 450 jaar geleden heeft Gansfort te Groningen zijn jongelingsvereen. gehad, die zich toelegde op de studie der beginselen. Al was ze niet Gereformeerd, ze was toch reformatorisch. 'Gansfort's jongelingsvereen. liet in haar midden ook jongedochters toe. Ter rehabili tatie moeten we hier echter aan toevoegen dat deze jongedochters nonnen waren. Zelfs vinden we in dien tijd in het Fraterhuis te Zwolle de eerste sporen van een Vereni gingsgebouw. Spr. vestigde nu de aandacht op twee trekken, die hem getroffen hadden bij het aan schouwen van Gansfort's beeltenis, am. dat hij niet gansch onervaren was in liet verstand der tijden en dat hij een gezond mystieke levensovertuiging bezat. In deze beide trekken stelde de spr Gansfort als een exempel voor aan de Gereformeerde jongelingsschap. Spr. richtte tot de jongelingen de vermaning om toch ook te letten op de teekenen der tijden. Niet dat dit niet reeds geschiedt, maar er bestaat vreeze dat vele vereenigingen reeds tevreden zijn als hun namen op de ledenlijst sfaan, zonder gebruik te maken van alles wat de Bond hun aanbiedt. Men moet meer acht geven op de leiding die van den Bond uitgaat. Evenwel is er aan het letten op de teekenen der tijden een gevaar verbonden, nra. dat het geheele werk opgaat in koele berekening en dorre verstandsoverleggingen. Dit overkwam Gansfort niet, want hij stond onder de vreeze Gods. Hij bezat een gezonde mystieke levensovertuiging. Zoo moeten ook wij meer het mystieke gevoelen toonen. We móeten niet alleen geestelijke begrippen hebben maar ook geestelijk geloof. De godzaligheid is tot alle dingen nut,ook tot het tegenwoor dige leven. Klem u aan die godszaligheid vast, dan zal er kracht van u uitgaan, maar ook dan alleen. Wordt zóó Gansfort's exempel betracht, dan wacht u een eeuwige jeugd. Hierna werden de gebruikelijke telegrammen gezonden naar de Koningin, naar Dr. Kuyper en naar Mr. Heemskerk. Aan Dr. Knyper werd o. a. bericht, dat de Bond teleurgesteld was door zijn afwezigheid en hoopte op zijn aanwezigheid op het zilveren jubileum 1913. Van de 600 aangesloten vereenigingen waren er bijna 400 vertegenwoordigd. Het aftredend Bondsbestuurslid werd her kozen met 350 stemmen tegen 40 op Ds. C. Lindeboom van Gorinchem. Nu had de behandeling plaats der verschil lende voorstellen. Deze zullen we maar laten rusten, daar ze van huishoudelijken aard waren. Alleen vermelden we nog dat het voorstel van het Bondsbestuur om het zilveren jubileum op den juisten datum in 1913 te houden, ver worpen werd. Daarop werd aan het Bonds bestuur overgelaten om uit te maken, welke datum nu de beste is. Na afhandeling dezer zaken werd de Morgen vergadering gesloten. De Middagvergadering werd ingezet met het zingen van Psalm 24 4 en 5. Daarna ver kreeg Prof. Dr. W. Geesink het woord tot het houden zijner rede over„De geestelijke stroo mingen van onzen tijd en de Jongelingschap." Deze spr. ving zijn rede aan met te zeggen dat het zijn doel was om de verhouding tus- schen de twee deelen van zijn onderwerp aan te geven. Een nadere omschrijving van den Geref. Jongelingsbond zou spr. zijne hoorders maar sparen. Anders was het met het andere deel, dat voor elkeen niet even duidelijk is. Het beeld is ontleend aan de zee. Zeestroo- mingen vormen een niet onbekend natuur verschijnsel. Daarmee wordt bedoeld een strooming in het water der zee, die in een door bepaalde toestanden voorgeschreven richting gaat. Zoo zijn er nu ook stroomingen in de wereld vau ons geestesleven. Hiermede wordt niet bedoeld het geestelijke leven, maar in 't alge meen het bewustzijnsleven, dat den mensch onderscheidt van het dier. Deze geestelijke stroomingen komen voor op de 4 gebieden, n.m. godsdienst, zedelijkheid, wetenschap en kunst. Godsdienst is de bewuste verhouding tus schen mensch en God. Zedelijkheid is de verhouding van mensch tot mensch (op het terrein van Kerk, Staat en Maatschappij). Wetenschap is de kennis der noodzakelijke gronden en oorzaken van het voor ons kenbare. En kunst is het aangeboren vermogen van het oog der ziel, om waar God dit gelaten heeft, de schoonheid in deze verzondigde en vervallen wereld ziet, en de vaardigheid der hand om dit uit te beelden in hout of steen, met allerlei kleuren en schakeeringen. Op dit vierderlei gebied nu vertoont zich overal de strooming van het subjectioisme. Subject is onderwerp, dat wat kent, terwijl hetgeen gekend wordt, het object is. Het uitgangspunt, van waaruit ge redeneert, be paalt voorloopig de richting waarin ge gaat en al naarmate ge nu van uzelf uit redeneert of van, hetgeen ge kent, zi]t ge subjectief of objectief. Subjectieve waarheid is dus hetgeen gij voor waar houdt, omdat het met uw denken al of niet overeenstemt. Objectieve waarheid daarentegen is hetgeen waar is, onverschillig of het al of niet met onze gedachten overeenstemt. Zal nu wat waar is ook voor u waarheid zijn, dan moet de objectieve en de subjectieve waarheid bij u één zijn. In alle „ismen" ligt iets verkeerds en daarom is het eigenaardig dat de richting van thans aangeduid wordt als subjectivisme. Spr. ging nu na hoe het subjectivisme zich vertoont op vierderlei gebied. Op Godsdienstig gebied wordt het zwaarte punt verlegd van het object naar het subject, van God naar den mensch. Omdat men niet gelooft aan de H. Schrift en het vleeschge- worden woord, acht men een weten van -wat God is, onmogelijk, en stelt men zich tevreden met een eigengemaakt Godsbegrip, waardoor de tegenstelling tusschen valsclie en ware religie wegvalt en het Boeddhisme vereenigd wordt met het Christendom. Op zedelijk gebied vinden we hetzelfde ver schijnsel. Het subjectivisme wil van geen wet weten die van boven gegeven wordt (Theonomie) maar het wil zelf de wet geven (Autonomie). Men moet dan geen kwaad doen, omdat dit het geluk van anderen of van zichzelf in den weg staat. De beslissing ligt voor hen de menschelijke rede. Doch op die lijn stroonnng m eindigt de Autonomie in de Auto-bandiet. Hiermede houdt ook verband de op gebied van wetenschap en kunst. Hierbij wordt gehuldigd de stelling van het weten om het weten en de kunst om de kunst. Scheiding wordt gemaakt tusschen wetenschap en openbaring. Men houdt voor waar datgene waarvan men het tegendeel niet kan bewijzen. Het subjectivisme komt vooral uit in de be weging der tachtigers. Daar de Gereform. jongeling nu medeleeft het geestesleven onzer eeuw, staat ge midden in deze strooming. Hierbij loopt ge echter ligt gevaar om buiten den koers uwer be stemming te raken. Daarom moet al meer Gods Woord het kompas, het geloof des harten de drijfkracht en de gehoor zamende wil het roer van het levensscheepje worden. Hiertoe is vooral het vereenigingsleven naai de idéé van onzen Bond bevorderlijk. Naar aanleiding dezer schoone rede werden enkele vragen gesteld. O.a. vroeg een der debaters naar aanleiding van de zinsnede, dat er in alle „ismen" wat verkeerds zit, wat er dan wel voor verkeerds zat in het „Cal vinisme", welke vraag natuurlijk een daverend ipplaus verwekte. Prof. Geesink antwoordde hierop, dat er geen regel is zonder uitzondering, maar toch zich zit er ook aan „Calvinisme" een bij smaakje, omdat het eigenlijk niet goed is den naam van een mensch te verbinden aan een godsdienstige richting. Maar we zijn hier wel toe genoodzaakt, omdat Christelijk en Gereformeerd gebruikt worden voor verschillende stroomingen. Ondertusschen was van Dr. Kuyper een tele gram ingekomen dat de belofte inhield, op het zilveren jubileum in 1913 de feestrede te zullen uitspreken. Na de theoretische rede van Prof. Geesink, kregen we nu een practisch referaat van den heer D. L. Harms van Zaandam, over „de Openbare Leeszaal en de Jongelingsvereeni- ging-" Deze spr. wees allereerst op den tegen- woordigen stand dezer kwestie. De Openbare Leeszaal heeft in den laatsten tijd veel stof opgejaagd. Daarna zette spr. het karakter der ieeszalen uiteen en wees op hun voor- en nadeelen, en op de leeszalen als logisch gevolg van de vrijzinnige levensbeschouwing. Spr. legde er den nadruk op, dat de Jongel. Vereen, zorgen moeten een Bibliotheek te hebben, die aan Jongelingen gelegenheid biedt om zich in de goede richting te ontwikkelen. Hierna hield Prof. L. Lindeboom van Kampen een opwekkende slotrede over het onderwerp „Door het Hierop werd de vergadering door Prof. Lin- boom met dankzegging beëindigd. In de avondvergadering sprak Ds. K. Fernhout van Utrecht over het onderwerp „Geestdrift." Op 26 Juni a. s. zal te 's Gravenhage een groote Zendingsdag gehouden worden in den prachtigen dierentuin aldaar. Ds. Netelenbos, missionair predikant, zal o. m. daar ook het woord voeren. Weldra zal te Scheveningen de strand- zending weer begonnen worden. Deze bestaat uit het verspreiden van tractaten en boekjes, ook in de yreemde talen. Het vorige jaar zijn er tusschen de 60- en 70,000 tractaten enz. verspreid. Een der Geref. predikanten uit Scheveningen en Den Haag, benevens nog een drietal heeren, vormen het staand-comité. Het Congres der Sociaal Democratische Partij heeft een motie aangenomen, eischende kostêlooze staatsziekenzorg en heeft besloten ter bereiking van dit doel tot het voeren van een revolutionnairen strijd voor algemeen kies recht. Aan den bekenden beeldhouwer Louis Vreugde te Haarlem is de vervaardiging op gedragen van een monumentale reuzenvaas, bestemd voor een der openbare pleinen van 's Hertogenbosch, waar in 1913 ter gelegen heid van het 100-jarig bestaan der Koninklijke teeken- en schilderschool groote feesten zul len worden georganiseerd. Dit monument is een geschenk dat de Ver- eeniging ,,'s-Hertogenbosch belang" te dier ge legenheid aan het gemeentebestuur zal aan- bieden. In Gibraltar zijn 4 Duitsche matrozen ge vangen genomen, omdat ze tegen het verbod van den schildwacht op een om militaire re denen afgesloten gedeelte van de rots wilden klimmen. Een van lien, die al op den muur geklommen was, is tot 5 pond boete of een maand gevangenis veroordeeld. Te Chorley (Engeland) lagen de vorige week een zestig menschen ziek, sommigen ern stig, aan ptomaïue vergiftiging, vermoedelijk een gevolg van het eten van varkensvleesch. Er is in Louisiana wederom een dijk door gebroken waardoor 5000 personen in gevaar verkeeren. Zes negers zijn verdronken, Vijf- en-twintig steden zijn door de inwoners ver laten. Het gouvernement is verplicht aan 140.000 ongelukkigen, die door het wassende water uit hun woonplaats verdreven zijh levens middelen uit te deelen. Rome, 18 Mei. Volgens de Messagero zijn er 2300 Turksche soldaten met 4 batterijen in handen der Italianen gevallen. Rhodos, 18 Mei. Er zijn 750 Turksche ge vangenen, 29 officieren met kanonnen en schiet voorraad naar Italië ingescheept. Saloniki, 17 Mei. Bij een gevecht, dat in de stad Ipek geleverd is, heeft de artillerie een wijk van de stad gehavend. Tal van vrou wen en kinderen kwamon om. Achthonderd rebellen, die bij Istok zijn sa mengetrokken, leveren den troepen hevig slaag. Albaneezen komen uit afgelegen dorpen den rebellen hulp verleenen en verhinderen het aanrukken van versterkingen. De troepen lateD de bruggen over de Witte Drina springen. De Albaneezen uit Kossovo trekken gewa pend tegen Dremza op. De wali van Saloniki heeft ontslag genomen en de stad onverwacht verlaten. Konstantinopel, 17 Mei. Naar luid van be richten uit gezaghebbenden bron, zijn de Al baneezen in de streek van Ipek en Diakova verstrooid. Staking Londensche sjouwers. Londen, 20 Mei. Tengevolge van een ge schil over het gebruik van ongeorganiseerde werklieden besloten de sjouwerlieden in de haven van Londen te staken. 6000 man legden hedenmorgen den arbeid neer. De geheele handel in de haven wordt daardoor bedreigd. TER NEUZEN, 21 Mei 1912. Zaterdag kwam alhier in de nieuwe haven binnen en meerde aan de ponton Hr. Ms. op leidingsvaartuig Van Goens. Het uit de op varenden gevormde muziekkorps gaf dien avond en Zondag- en Maandagavond eene uit- oering. Hedenavond zal door hen een muzikale wandeling door de stad gemaakt worden. Zaterdag werd alhier in het „Hotel Centraal" door het bestuur van den calami- teuzen polder Nieuw Neuzen aanbesteed lo. Het herstel, de vernieuwing en het onderhoud tot 30 April 1913, van de aarde-, kram-, rijs- en steenglooiingswerken (raming f 9403). Hiervoor werd ingeschreven door de heeren R. Verschelling voor f12500, J. P. de Vos voor f12230, J. de Bree Fz. voor f11820 en Jac. van Drongelen te Hoek voor f11760. 2o. Het verhoogen en verzwaren van den zeedijk van den polder tusschen de dijkpalen 41 en 49, over eene lengte van 733 M. (ra ming f20614). Hiervoor werd ingeschreven door de heèren J. P. de Vos voor f21600, Job Wolfert te Hoek voor f 21500, R. Verschelling voor f 20900, J. de Bree Fz. voor f20800, M. Jacobs te Goes voor f20695 en J. van Drongelen te Hoek voor f20597. Beide werken zijn, met machtiging van Gedep. Staten, aan den laagsten inschrijver gegund. Sluiskil. Alhier is door de gemeente- en rijkspolitie Donderdag een moordenaar gevat. Het bleek een persoon uit Lokeren te zijn, een fabrieksarbeider, oud 24 jaar, wiens aan houding door de Belgische justitie verzocht was, wegens moord. In een café in de Blik- straat, werd hij gearresteerd. Op hem werd bevonden eenige zeer scherpe messen, eenige sieraden en f 130.— aan Nederlandsch geld. Dit geld had hij te Axel gestolen. De werk man v. O. wonende aan den Armendijk aldaar, kwam bij zijn thuiskomst tot de ontdekking, dat er gedurende zijn afwezigheid bij hem was ingebroken. Door liet verbrijzelen van een raam had men zich toegang tot de woning verschaft. De dader had het hondje van v. O. in de kast opgesloten, en daarin een kruikje jenever van zichzelf achtergelaten. Bij onder zoek bleek, dat de spaarduitjes, ten bedrage van ongeveer f 130, van den man verdwenen waren, alsmede eenige sieraden van de vrouw. Omtrent den moord op de 27-jarige vyouw Everaart, wier man des morgens om 6 uur naar zijn werk gegaan was, kan men mee- deelen, dat om 7 uur de twee kinderen van Everaart blootvoets en in hun hemdje al weenende bij een buurman kwamen binnen- loopen al snikkende zeiden ze dat Peet Ver meulen moeder gedood had. De buren gingen zien. Een onbeschrijfelijk schouwspel deed zich voor in de keuken van Everaart. Daar lag de moeder dood, badende in haar bloed. De politie werd verwittigd en een dokter ge haald, die slechts den dood kon constateeren. De keel was doorgesneden, het hoofd ging slechts met een weinig vleesch aan het lichaam, de buik was op een lengte van 30 centimeter

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 2