Htttireoolutionair
©oor
nieuws- en /KMentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
De Russische veldtocht van 1012.
No. 916.
Zaterdag 18 Mei 1912.
9e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITF00U A te TER NEUZEN.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIE'J TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
V Bakkerswet.
Troelstra verweet onlangs de rechterzijde,
dat zij niets gevoelde voor de sociale nooden
van den minderen man. Natuurlijk stak het
groepje socialisten daarbij gunstig af wegens
zijn gloeiende liefde voor den arbeider.
Intusschen gaat het ministerie rustig voort
met het arbeiden aan de sociale wetgeving
en als de Tweede Kamer niet zooveel tijd
noodig had om aan de praatzucht te voldoen
aan welke ziekte niet het minst de socialisten
lijden zou er heel wat meer afgedaan
worden.
Op de eindstemming na is de Bakkersmet
afgehandeld, en straks begint de Kamer aan
de Ziektemet.
Of de Bakkerswet er bij eindstemming
komen zal, is nog niet zeker, doch wel waar
schijnlijk.
In elk geval zullen de heer Loliman cn zijn
geestverwanten er tegen stemmen, omdat zij
ineenen, dat de Staat zich met deze wet be
geeft op een terrein, waar hij niet komen mag.
Waarschijnlijk zullen eveneens -een doel der
Roomschen en van de liberalen tegenstemmen.
Doch verwacht wordt, dat het aantal voor
stemmers van rechts en links groot genoeg
zal zijn, om de wet er door te halen althans
in de Tweede Kamer.
Wat de Eerste Kamer betreft, is de uitslag
nog meer onzeker, en het gevaar voor afstem
ming nog grooter dan in de Tweede Kamer.
In elk geval is niet te verwachten, dat
minister Talma veel eer zal behalen met zijn
Bakkerswet.
Vooreerst al, omdat een groot deel van ons
volk weinig gevoelt voor sociale wetgeving
en meent, dat de Staat het sociale leven maar
aan zich zelf moet overlaten.
In de tweede plaats, omdat deze wet door
haar verbod van nachtarbeid een geheele
omwenteling zal brengen in een bedrijf, waarbij
men van ouds aan dien nachtarbeid gewoon
is. Onze volksaard zou zich wel geheel moeten
verloochenen, indien deze omkeering zonder
veel gemopper tot stand kwam.
Voorts zal ongetwijfeld het verbod van
nachtarbeid, ook voor den patroon in eigen
huis en werkplaats, in de oogen van velen
een inbreuk zijn op het recht, dat ieder in
eigen woning mag doen, wat hij verkiest.
Waartegenover staat, dat als men hem, die
alleen bakt, veroorlooft des nachts zijn werk
te doen, de wet zeer onbillijk zou werken
tegenover de groote broodfabrieken en de
Tusschen Wiasma en Smolensk, voor welker
poorten het 1ste legerkorps den lOen Novem
ber aankwam, had de ellende, door koude,
honger en slechte bekleeding, een graad be
reikt, die met geen pen te beschrijven is.
Niets is afgrijselijker dan de uitwerking van
den honger op den mensch. Nog zie ik dik
werf in mijne verbeelding de gruwelijke stuip
trekkingen, waaronder vele dezer ongelukkigen
stierven, en dan kwam ook vaak de gedachte
op, binnen enkele dagen komt de beurt aan
mij, want zulk een toestand is niet lang te
verdragen. Het Leger zag dus met blijde
hoop de aankomst te Smolensk tegemoet, on
zoo de beambten van de administratie beter
hun plicht hadden gedaan, zou dat korte op
onthoud veel goeds hebben kunnen uitwerken.
Den nacht van den lOden op den llden
bivakeerden wij langs de rivier de Dnieper.
De nacht was verschrikkelijk koud. Wij
ledigden de caisson van onzen staf en al onze
patroons, wier zaken zoo groot zijn, dat ze
met knechts moeten werken.
Daarbij zullen in de practijk gebreken aan
't licht treden, die een spoedige wijziging dei-
wet noodzakelijk zullen maken. Het maat
schappelijk leven is nu eenmaal zoo ingewik
keld, dat een wettelijke regeling van een of
ander bedrijf op groote bezwaren stuit, daar
met allerlei tegenstrijdige belangen moet ge
rekend worden. Dat heeft men reeds kunnen
zien aan den stroom van adressen, die vóór
en tegen de Bakkerswet bij de Tweede Kamer
is ingekomen.
In de practijk zullen zich dus al spoedig
tal van leemten en gebreken bij deze eerste
ling voordoen, die zeker velen de Bakkerswet
zullen doen verwenschen en minister Talma
allesbehalve zullen prijzen voor zijn werk.
Een en ander gaf ons aanleiding om de
vrees uit te spreken, dat minister Talma door
weinigen zal geprezen worden om zijn arbeid
op dit gebied.
Daar tegenover sStaat, dat ook een groot
deel van ons volk overtuigd is dat de toestand
van den bakkersknecht met zijn gedwongen
nachtarbeid en dikwijls overmatig lange ar
beidstijden voor een karig loon, dringend een
wettelijke regeling eischt.
Velen zijn er van overtuigd, dat de Staat
tegenover deze economisch zwakken verplicht
is in te grijpen en een wettelijke regeling van
het bedrijf voor te schrijven. Gaat de Staat
echter dezen weg op, dan weet men wel, waar
men begint, doch 't einde is nog van verre
niet te zien.
Want wat van toepassing is op het bakkers
bedrijf, geldt van zoovele bedrijvenhet
laatste woord zal dus vooreerst nog wel niet
gesproken en geschteven zijn over de sociale
wetgeving.
Intusschen is bepaald, dat de Bakkerswet
eerst in werking treedt een jaar na hare
afkondiging. Men krijgt dus ruimschoots tijd,
zich op deze ingrijpende verandering voor te
bereiden.
Altijd indien zij in beide Kamers wordt
aangenomen, wat we nog zoo zeker niet achten.
De Zendingsstudie-Raad.
Het eerste Jaarverslag is verschenen van
den Zendingsstudie-Raad. Het begint met het
doel van dezen Bond uiteen te zetten, waarvan
gezegd wordt
„In den ruimsten zin van het woord ge
nomen, beteekent Zendingsstudie de Zending
te leeren kennen, zoowel om haar aldus beter
te kunnen leiden en besturen, als ook om haar
daardoor beter te kunnen liefhebben en steunen
met gaven en gebed. Dus een tweeledig doel.
genie-officieren kropen daarin, het deksel
slechts met een kier openlatende. Zoo ver
schrikkelijk was onze toestand geweest, dat
wij dien nacht, in vergelijking met de laatste
14 dagen, comfortabel doorbrachten. Toen
wij 's morgens den wagen verlieten, zagen
wij de lijken van eenige sappeurs om de bivak
vuren. De ongelukkigen, zooals ook de be
diende van kapitein Lagrange waren dien
nacht bevroren.
Den llden kreeg de staf der Genie een
vrij goed kwartier in de stad. Daar werd
uitdeeling van vleesch, brood, beschuit en rum
gedaan. Wij hadden de overblijfsels van onze
zaken bij ons en het oponthoud te Smolensk,
ofschoon de koude zeer streng was, herstelde
eenigszins onze uitgeputte krachten. Aangezien
de uitdeelingen aan het Leger niet regelmatig
geschiedden en aan de magazijnen geen genoeg
zame wachten waren geplaatst, zoo werd de
groote voorraad levensmiddelen door de aan
rukkende uitgehongerde troepen geplunderd,
en daardoor ging ook de hoop verloren om
te Smolensk te blijven.
Van Mosaisk tot Smolensk bestond de dienst
der genie het meest in het verbranden der
bruggen over kleine riviertjes en beken, nadat
de achterhoeden voorbij waren. Dit gaf ons
dan nog al gelegenheid ons eens goed te
kunnen verwarmen. Doch de demoralisatie
In dit verband hebben wij alleen het oog op
het tweede doel. Nu is de gedachte: „be
langstelling en liefde voor de Zending, door
kennis van de Zending" haast zoo oud als de
Zending'zelve. Maar nieuw zijn het breeder,
voller verschiet door de Zendingsstudiebewe-
ging aan deze grondgedachte verleend, en de
practische verwezenlijking ervan (zooals wij
die Ihans kennen in den Zendingsstudiekring
en aanverwante werkzaamheden), die zij ons
gegeven heeft. Het doel is niet alleen meer
in het algemeen een beetje Zendingsbelang
stelling gaande te maken maar men beoogt
zeer beslist het Zendingsbesef en het Zen-
dingsleveu te wekken en te kweeken, zoodat
de gemeente, harer roeping waarlijk bewust
geworden, zich aangorde tot de»groote taak,
die haar allerwege wacht. Men bedoelt in
één woord de Zendingsopvoeding der ge
meente. Daarbij wil men nu meer stelselmatig,
meer ordelijk, tewerk gaan, dan tevoren het
geval is geweest. Alleen zou kunnen de be
schikbare tijd en krachten zoo intens en
vruchtbaar mogelijk gebruikt worden. Daartoe
wordt zorgvuldig nagegaan, op welke wijze
de «tudie het beste ingericht kan worden, en
welke wijze van behandeling het meest doel
treffend is. Dit vereischt mede hulpmiddelen,
die bepaald voor dit doel vervaardigd zijn.
Het verschaffen van het noodige materiaal
is aldus een der hoofdbestanddeelen van het
werk. Daarbij moet men zich nauwkeurig
rekenschap geven van de eischen, die, mede
in verband met het verschil van leeftijd en
ontwikkeling, aan aard en samenstelling dezer
hulpmiddelen gesteld moeten worden. Ten
slotte tracht men door samenkomsten en be
sprekingen de beste wijze van behandeling
en studie te bevorderen en personen daarin
te bekwamen, terwijl men eindelijk in het
algemeen het werk in de aangegeven banen
tracht te leiden en te ontwikkelen."
Wat organisatie en karakter betreft, hier
van wordt o. a. gezegd
„De oprichting was het gevolg van het ini
tiatief van vijf personen. Natuurlijk kwam
het alles daardoor, dat de tijden er rijp voor
waren, en waren die vijf personen ten slotte
slechts de werktuigen, de dragers van iets, dat
veel verder en dieper reikte. Een objectieve
beschouwing van de ontwikkeling dezer be
weging dwingt tot de erkentenis, dat dit niet
louter menschenwerk is, maar dat God de
zaken leidde, en dat Hij ze deed geworden,
zelfs zoo, dat we ons verwonderen moesten.
De oprichting ging echter buiten de corpo
raties om, en aldus bestaat er officieel geen
verband met de verschillende corporaties en
zendende kerken. Officieus echter staan wij
met hen op zeer goeden voet, en wint de Z.
was zoo groot, dat de bevelen vaak niet
konden worden uitgevoerd.
Te Smolensk werden de achterstallige sol
dijen aan ons in goud uitbetaald, met een
voorschot van twee maanden, waardoor onze
beurzen goed waren voorzien en wij gelegen
heid kregen om de geroofde eetwaren van
anderen te kunnen koopenf Want nog 200
uren gaans moesten worden afgelegd, alvorens
wij de Weichsel zouden bereiken. Daar ik
wel vooruit zag, dat de wagen van onzen staf
ook vroeg of laat zou verloren gaan, pakte ik
het best mijner overgebleven zaken in een
klein vai s, dat ik op mijn laatste paard lag.
Onderweg had ik met mgn laarzen veel ge
sukkeld. Mijn pelslaarzen, waarvan ik reeds
vroeger gewaagde, waren na eenige dagen
marcheerens zonder zolen. Voor 80 francs
kocht ik een paar oude laarzen van een rijdend
artillerist, doch deze waren mij te nauw,
zoodat ik ze hier en daar moest opensnijdea.
In Smolensk kreeg ik voor 20 francs een paar
nieuwe soldatenschoenen en had ik ook nog
eens gelegenheid mij behoorlijk te scheren en
te verschoonen, waarbij ik voor de koude een
tweede hemd aandeed. Ook zult gij onder
mijne papieren eene kaart, op linnen geplalkt,
vinden, welke een gedeelte van het oorlogs-
tooneel in Rusland voorstelt. Deze wikkelde
ik om het lijf en hetzelfde Rusland, wat mij
S.R. gaandeweg hunne waardeeiingen belang
stelling. En wij willen hier met nadruk ver
melden, dat het ons schier nimmer ontbroken
heeft aan hulp en samenwerking, hoe vaak wij
die ook vroegen. Het is een aangename plicht
hier onze erkentelijkheid daarvoor uit te spre
ken.
In het bij de oprichting opgestelde program
ma werd uitgesproken, dat de Z.S.R. als be
ginsel van al zijn arbeid zou aannemen, dat
hij niet voor zich zeiven, maar voor de ver
schillende corporaties en kerken werkt. In
dien zin is de Z.S.R. allerminst een vereeni
ging, doch veel meer een bureau, dat werk
zaamheden voor en ten bate van anderen ver
richt. Zijn werkzaamheid gaat niet verder
dan het opwekken van het Zendingsbesef, van
verantwoordelijkheid en liefde jegens de Zen
ding. Het blijft aan elke corporatie, evenals
tot nu toe haar eigen propaganda te maken,
doei deze zal nu veel vruchtbaarder kunnen
worien.
Ir verband hiermede is het van het hoogste
behng, dat de Z.S.R. steeds in nauw contract
sta net de corporatiesj en de Z.R.S. heeft dit
begiisel bij al zijn arbeid zorgvuldig vastge-
houien. Om te beginnen werd het echter
het meest raadzaam genorrWid zelfstandig
te varken, geheel op eigen verantwoordelijk"
heid Alleen met de reeds in het voorgaande
geiKBinde bewegingen onder de Chiisten Stu-
dentm en in het N. J. V. werd een nauwe
sannnwerking gezocht en verzekerd. Dit
maalte het mogelijk den arbeid terstond op
een veel uitgebreider voet te verrichten.
Vooits is het steeds hel streven van den
Z.S.L. zooveel mogelijk door reeds bestaande
vereeuigingen en organisaties te werken.
De Z.S.R. stelt zich op algemeen, maar
positief Christelijk standpunt. Als grondslag
aanvaardde hij die der N.C.S.V. (Nederland-
sche Christen Studenten Vereeniging) t. w.
hetgeen uitgedrukt staat in de Apostolische
Geloofsbelijdenis. De geschiedenis, die de
grondslag der N.S.C.V. sedert het bestaan dier
Vereeniging reeds doormaakte, waarborgt ten
overvloede de beslist positieve opvatting er
van.
Vervolgens is de Z.S.R. zuiver intercorpora-
tioneel, zooals uit het bovenstaande ook reeds
volgt."
Wil men meer omtrent den arbeid vernemen
en zien wat door den Raad is gedaan, dan
verwijzen wij naar dit zoo belangrijke verslag,
waaruit wij ten slotte nog overnemen, wat
gezegd wordt van de vruchten van den arbeid
van den Raad.
„Welke vruchten kunnen nu reeds gezien
worden Aan den eenen kant nog niet vele.
Eerst wanneer na eenige jaren een geheele
zooveel koude en ellende deed uitstaan, diende
mij nu, in den vorm van een topografische
kaart, tot verwarming.
Den lóden November kregen wij bevel op
te breken. Voorzien van brood, meel en
brandewijn, verlieten wij tegen den avond de
stad en bivakeerden des nachts bij de sappeurs
van ons korps in het midden van een dennen
bosch. Het versch gekapte hout brandde
slecht. Het was guur, koud weder, vergezeld
van sneeuw. Eindelijk vielen wij in slaap,
doch wij bemerkten weldra, dat wij achter
de achterhoede van ons korps waren. Den
16en zagen wij op een uur afstands van
Krasnoi de Russische cavalerie dwars over
den weg staan, dien wij moesten passeeren.
Onze troep was te zamen geen 60 geweren,
doch vereenigden zich om ons een honderdtal
soldaten van allerlei natiën. Door de gelijke
exercitiereglementen, bij alle bondgenooten
ingevoerd, was het mogelijk in een oogenblik
deze soldaten tot een carré te formeeren en
commando's te geven. Onze paarden werden
in het carré genomen. En zoo marcheerden
wij rechts van den weg naar de bosschen aan
de Dnieper. Intusschen moesten wij de vlakte
over. Tot driemaal werd ons klein carré door
de vijandelijke cavalerie gechargeerd.
(Wordt vervolgd).
Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
(verhaald door een ooggetuige,
wijlen den Kolonel der Genie A. KOOL
16)