Hntirmlutionair nieuws* en ifduertemieblad Zeeland. Gem eenter a a d. De Midd. C. en de H. B. S. te Ter Neuzen. FEUILLETON. De Russische veldtocht van 1812. Lit de Tweede Kamer. No. 903. Zaterdag 30 Maart 1912- 9e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op eestdagen. bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 14 regels ƒ0,40 Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van d iemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlföi TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags 1 uur op den dag der uitgave. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Verga dering van den Gemeenteraad is belegd tegen Dinsdag den a April 1912, des voormiddags te 10 ure. Ter Neuzen, den '29 Maart 1912. De Burgemeester voornoemd, A. VISSER, L° Burgemeester. Het ingezonden stuk gaf de Midd. Courant aanleiding tot dë volgende opmerkingen Mogen we even een nuchter feit in herin nering brengen, dat ons weer op het uitgangs punt van 't debat brengt De door ons als onjuist bestreden driestar in de „Standaard" begon met bet volgende zinnetje „Hoe men 't van liberale zijde er op toelegt om te morsen met 's lands geld, blijkt nu weer in Ter Neuzen." En alles wat daarop volgde, de heele driestar, diende ten bewijze van die vooropgestelde beschuldiging van een liberaal geldvermorsen. Maar als men zich dan herinnert boe ruim een jaar geleden, na de mislukking der van anti-revolutionnaire zijde gedane poging tot oprichting eener Christelijke H. B. S., de voor zitter van dat comité, die aan den heer Koel mans zeer goed bekend is, op de laatste vergadering van dat comité de verklaring aflegde: „Liever geen H. B. S., dan een openbare 1" wel, dan is er alle reden om wan trouwig te worden, wanneer de anti-revolutio nairen het nu voorstellen alsof de bezwaren tegen de openbare H. B. S. louter van finan- ciëelen aard zijn. Deze voorstelling noemen we onjuist. En als de heer Koelmans in ons hoofdartikel slechts twee beweerde onjuistheden wist te vinden, dan beeft bij door de boomen het bosch niet gezien, en de hoofdstrekking van ons betoog niet gevoeld, hoewel we meenen ons duidelijk genoeg uitgedrukt te hebben. De schrijver in de „Standaard" vergat zich (verhaald door een ooggetuige, wijlen den Kolonel der Genie A. KOOL.) (4 Na den overgang van de Niemen tot de aankomst van het Fransche leger te Wilna was een voorbeeldelooze regen gevallen. De paarden der armee gewend aan droog voer, zoolang als men in Duitschland was, kregen na den overgang op Poolsch en Russisch grond gebied bijna niets als groen voeder. Dit slechte voedsel, de zware regen en de modderige we gen, die het transport zoozeer bezwaarden, waren gezamenlijk oorzaak, dat er tusschen Kowno en Wilna duizenden van paarden waren gevallen. Toen ik dezen weg passeerde was bet stikkend warm weder en de ontelbare menigte paardenlijken waren in verrotting over- gegaan. Nooit in mijn leven zijn mijn reukzenuwen zoo gefolterd als op deze reis, die drie volle dagen duurde, gedurende welken tijd ik bijna geen mensch ontmoette, terwijl de weinige dorpen onder weg geheel verlaten en uitge plunderd waren. De stad Wilna naderende vond ik, op een half uur afstands van die stad, bet korps Beij- zelf een oogenblik, toen hij aan bet slot van zijn beschouwing over de fmanciëele zijde de belachelijke insinuatie lanceerde dat de leer aars de geknipte mannen zouden zijn om den liberalen of zelfs socialistischen propagandist te spelen. Maar toen liep blijkbaar de mond over van de vrees waar bet hart vol van was. Tegen de bedoeling in. Want de heele driestar was gebaseerd op bet fmanciëele betoog. Wat verder de eerste van die twee „on juistheden" betreft, merken we op dat we geen kritiek hebben uitgeoefend op de be wering van de „Standaard" dat Ter Neuzen klein is en achteruitgaat we weten maar al te goed dat bet zoo is maar wel op de voorstelling dat die gewenschte H. B. S. alleen bestemd zou zijn voor dat kleine Ter Neuzen, en op de totale negatie van bet uit de voor bereiding gebleken karakter van een school voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Ten opzichte van de tweede „onjuistheid" de verrassing van bet gemeer.tebesluit van 28 December, is de beer Koelmans bijna naief. Hij zegt dat men sedert het 11 Maart 1911 genomen besluit tot oprichting van een H. B. S. zoo goed als niets vernomen bad van de H. B. S. Kom, wil hij ons doen gelooven dat men in Ter Neuzen niets geboord had van de rede van den heer Vorsterman van Oyen in de Kamerzitting van 16 December, en van het toen gegeven antwoord van den minister, waaruit duidelijk bleek dat er zoo spoedig mogelijk een definitief besluit door den Raad van Ter Neuzen genomen moest worden De. couranten hebben daarvan toch uitvoerig melding ge maakt. Maar wat ons in de „Standaard" bet meest ergerde, was de algeheele weglating van al betgeen er vroeger reeds besloten was. Iemand die de feiten niet kende, moest uit dien drie star den indruk krijgen, dat er door de liberale meerderheid zoomaar in eens een voorstel tot oprichting was aangenomen. En die voorstel ling blijven we daarom ergerlijk onjuist vinden. Het was verstandiger geweest als de meer derheid in den Raad niet zóó overhaast te werk was gegaan. Maar we zien niet in, wat dat aan den uitslag veranderd zou hebben, en meenen daarom, en ook wegens bet reeds genomen besluit van 11 Maart, dat dit feit veel te dik wordt opgeblazen. De kwestie wordt daardoor niet beheerscht. Ten slotte nog twee korte opmerkingen We hebben nog nooit gehoord dat een ge meente, die veel behoefte heeft aan meer vertier, de kans afwijst een H. B. S. te krijgen, omdat ze zoo arm is. Zouden die nu zoo goed koop verkochte buizen niet in waarde stijgen, eren onder den generaal Wrede, sterk 30,000 man. Nog nooit had ik een dergelijk impo sant militair schouwspel gezien. De Beijeren behoorden tot de beste troepen van bet Groote Leger. Nabij de poort van Wilna zag ik Kei zer Napoleon, met een groot gevolg te paard, die de Beijersche troepen ging bezichtigen. In Wilna, alwaar ik een redelijk goed kwar tier bij een rechtsgeleerde kreeg, bleef ik twee dagen en bezichtigde, als naar gewoonte, bet merkwaardige der stad, in het bijzijn van mijn vriend van Rhenen, officier der Artillerie, dien ik aldaar vond en dien ik, daar bij in Rusland gebleven is, voor het laatst van mijn leven zag. Voor een der publieke gebouwen, alwaar een feest voor de bevrijding van Polen gevierd was geworden, stond een groote geschilderde trans parant. Napoleon in zijn gewone jagersuniform treedt uit de wolkeu en reikt aan bet Konin krijk Polen, eene liggende vrouw, de hand, om baar te helpen opstaan. Die goede vrouw had beter gedaan om maar te blijven liggen, want aan bare verwachting werd door den man uit de wolken in het geheel niet voldaan. Het 1ste korps had den weg naar Minsk ingeslagen. Door de ondervinding geleerd, dat op den weg, dien het Leger genomen had, niets voor het dierlijk leven te verkrijgen was, zoo reisde ik liever over de dorpen, twee of drie uren rechts van den grooten weg. Daarbij bevond ik mij zeer goed, daar ik eenig goede kwartieren heb aangetroffen. Doch was ik als een heel leeraarspersoneel in Ter Neuzen huisvesting moest zoeken En over de geringe verwachting van leer lingen van buiten af nog ditHeeft de beer Koelmans wel eens gehoord van den Duitschen minister, 'die, lang geleden, bezwaar maakte tegen den aanleg van een spoorweg van Berlijn naar Potsdam, omdat de diligence slechts twee personen per dag vervoerde Geldt voor een school van dezen aard niet zeer sterk, dat de gelegenheid de genegenheid schept Red. Het volgend antwoord werd hierop ter plaatsing aangeboden Mijnheer de Redacteur, Veel ruimte zal ik niet noodig hebben, om al was bet slechts beleefdheidshalve een enkel woord tot bescheid te geven op uwe opmerkingen naar aanleiding van mijn stuk. Vast stAat het dus onder ons, dat in de driestar van „De Standaard" niet werd ge smaald op de kleinheid van Ter Neuzen, zooals door U was beweerd. En wat de andere „onjuistheid" betreft, omtrent bet bij verras sing doorjagen van het besluit, volgens U „was het verstandiger geweest als de meerderheid in den Raad niet zoo overhaast te werk was ge gaan." Ik twijfel er geen oogenblik aan, „De Standaard" zal dit met U eens wezen en U gaarne uwe bewering, dat bet „bij verrassing doorjagen" eene onjuistheid was, cadeau doen. De door U „aan den muur genagelde onware voorstellingen" (zie uw eerste stuk) zijn dus al spoedig weer van den muur gevallen. Dat komt, M. d. R„ omdat U te hard geslagen had. Wie iets aan den muur wil nagelen, moet zachtjes kloppen, anders gaat het nageltje krom Thans zoekt U uw kracht in het verdacht maken van ben, die tegen het onverstandig besluit opkomen. Zijn er daaronder, die uit beginsel tegen eene openbare H. B. S. zijn, dan gelden hunne bezwaren tegen de finan- tiëele zijde der zaak niet. Al zijn de argumenten door ben aangevoerd zóó steekhoudend, dat niemand, letterlijk niemand, de verdediging van het onzinnig besluit op zich durft nemen al zijn er in de gemeente tal van mannen van verschillende richting Roomscb-katbo- beken en liberalen die de principiëele be zwaren niet deelen, doch - evengoed als wij van oordeel zijn, dat onze arme gemeente zich ruïneert met deze dure stichting al werd het overhaaste besluit, volgens den voorsteller zelf, genomen „om iets groots te ook getuige, welk een nadeel de zoogenaamde marodeur der korpsen het platte land aandoen. Men was echter reeds begonnen om door mobiele kolonnen, die de provincie doortrok ken, deze achterblijvers op te vangen. Te Minsk, eene stad van 11,000 zielen, van wie 10,000 het jodendom belijden, hield ik rustdag en reisde toen naar Borisow. Bijna de geheele streek tusschen Minsk en Borisow, een afstand van 13 uren, bestaat uit dennen- bosschcn. Nooit zag ik grooter en'zwaarder dennemastenzij waren op korte afstanden van elkander opgeschoten en bij de hevige zomerwarmte kon men in de dichte bosschen nauwelijks ademhalen. Het 1ste korps, deze wouden passeerende, alwaar slechts één breede weg is doorgebouwen, bad tusschen de boomen de bivaks betrokken en door de vuren waren de boomen in brand geraakt. Tijdens mijn doormarsch waren er reeds vele dezer zware boomen nabij den wortel zoover weggebrand, dat eenige dwars over den weg waren gevallen, hetgeen voor menschen en Eaarden, maar vooral voor wagens, een groote elemmering opleverde. Deze branden ver meerderden nog de hitte in de bosschen, doch in den nacht was de aanblik der menigte vuur- strepen langs de stammen eene verrassende, doch eigenaardige sooit illuminatie. Te Borisow passeerde ik het door de Russen aangelegd bruggenhoofd, dat onverdedigd door bon verlaten was. De bezichtiging dezer wer- doen, zonder op de linantiëele zijde der zaak te letten" er zijn onder de protesteerenden menschen, die uit beginsel een Openbare II. B. S. af keuren en dus men behoeft met hunne finantiëele bezwaren niet te rekenen. Zij mogen betalen en stil zijn. Zulke lieden hebben van gemeente-finantiën geen verstand. Ik had gedacht, M. d. R. dat we dit ver ouderd standpunt thans wel overwonnen hadden en dat althans de redactie van de Middelburgsche Courant zich daarop niet meer zou willen plaatsen. U waart toch niet één van de twee passa giers uit de diligence van Berlijn naar Pots dam Voorts: inderdaad hadden we kennisge nomen van de fameuse redevoering des heeren Vorsterman van Oyen met zijn 180 leerlingen en de gloeiende belangstelling van ben, die er jaarlijks nog geen duizend gulden voor over hebben ik heb er U in mijn vorig stuk nog aan herinnerd, toen U die redevoering hadt vergeten te noemen. Doch in onzen Raad had men sinds 11 Maart niet meer over een H. B. S. gesproken en op 28 Dec. stond dit punt niet op de agenda vandaar mijne naïeveteit. Leegstaande buizen bewoond te krijgen, als we aan de bewoners zelf jaarlijks een 7 A 8000 gulden uit eigen zak moeten toegeven, vinden we bier een middel, erger dan de kwaal. En bij U, in Middelburg En eindelijk, waarom zocht U de voor beelden, om er mij mee dood te slaan, zoo ver Ja ik bad van dien Duitschen minister wel eens geboord. Doch waarom zoekt U het voorbeeld niet wat dichter bij buis Wilt U om aan te toonen, dat de gele genheid de genegenheid schept ons niet even mededeelen, hoeveel rente de millioenon aan de prachtige dokken te Vlissingen besteed, reeds hebben opgebracht Met beleefden dank voor de plaatsing, dw dw. dr. H. ÉOELMANS. Ter Neuzen, 28 Maart (912. Vergadering van Woensdag 27 Maart. De behandeling van de moties-Arts en -Ter Laan wordt voortgezet. De eerste spreekt de wenschelijkheid uit van een verbooging van bet minimum der onderwijzerssalarissen ken gaf mij de overtuiging, dat de Russen hunne veldwerken zeer goed wisten in te rich ten. Al bet houtwerk was overdreven net bewerkt; bij voorbeeld de punten der palis saden waren kegelvormig en volkomen glad. Te Borisow vond ik den kapitein ingenieur Evers (tegenwoordig generaal-majoor) bezig om de door de Russen verbrande brug aldaar, die over de naderhand zoo vermaard geworden Beresina ligt, te herstellen. Het garnizoen van Borisow bestond uit bet gewezene Hol- landsche jagerregiment lichte infanterie. Het was door vreemde recruten voltallig gemaakt, waarvan zeer vele waren achtergebleven. Dit regiment moest tot straf achterblijven en mocht de eer niet hebben den veldtocht mede te maken. Welk eene onrechtvaardige behan deling tegen degenen, die bij bun vaandel ge bleven waren. Later is evenwel dit regiment toch opgemarcheerd tot bij Moskou bet beeft bij den terugtocht vele blijken van dapperheid gegeven en is bij' Krasnol bijna geheel dooi den vijand vernield. Hier zjj aangeteekend dat deze in 1836 ge schreven voorstelling van een deelnemer aan den Russischen veldtocht geheel overeenkomt met de door den luitenant-generaal F. II. A. Sabron in 1910 uitgegeven „Geschiedenis van bet 33ste Regiment Lichte Infanterie (liet Oud- Hollandsche 3de Regiment Jagers), onder Keizer Napoleon I." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1