Antirevolutionair
voor
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
F,
No. 898.
Woensdag 13 Maart 1912-
9e Jaargang.
De overgave van Java.
De eerste Beginselen iler wereld.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnea Ter Neuzen f\,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op eestdagen,
bij den Uitgever D. H. LIT i'UülJ Az. te TER NEUZËN.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer 0^10.
Bij directe opgaaf var. driemaal plaatsing deüzdfvle mnkn»
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte ber-etoe»4
IN GEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER
tot 's
Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen
namiddags 1 uur op den dag
der uitgave.
Y Een korte nabetrachting.
Wat anders onze gewoonte niet is, hebben
we Zaterdag eens gedaan de openbare zitting
van onzen Raad bijgewoond.
We hadden ons in de laatste weken eenige
c-ritiek veroorloofd op hetgeen onze gemeente
lijke Overheid bad besloten ecne critiek, die
we zoover mogelijk zakelijk hadden gehouden,
maar die, naar wij en velen met ons meenden,
daarom niet te minder steekhoudend was.
Zekere nieuwsgierigheid dreef ons, om te
vernemen, wat de heeren op onze argumenten
hadden in te brengen.
Vooral van den woordvoerder uit de vorige
vergadering, die toen zoo leeiijk zijn mond
voorbijgepraat had, verwachtten we, dat hij
zijne fout herstellen zou.
Misbruik makende van zijne positie als
spreker in eene vergadering waar de door hem
bekladden zich niet mogen verweren aange
vuurd door de goedkeurende blikken van hen,
die, 't zon ons niet verwonderen, geheel
tegen zijn zin hem exploiteerden ten eigen
bate, had hij zich in ijdele opwinding woorden
laten ontvallen, die een man van karakter
zich over afwezigen niet zal veroorloven.
Thans zweeg de heer Drost.
Hij zweeg, toen de heer De Jager op zoo
kranige wijze zijn ijdeltuiterij aan de kaak
stelde
hij zweeg, toen de heer Dees, even glad
spreker als hijzelf, heel zijn kaartenhuisje, in
de vorige vergadering met zooveel zelfbehagen
getimmerd, met enkele krachtige volzinnen
omver blies
hij zweeg, toen de heer Wieland, beter
zaken-man dan hij, opnieuw waarschuwde
tegen de heillooze manier, waarop hij en zijn
partijgenooten onze gemeente financieel ten
gronde willen richten, om enkele vriendjes te
believen
hij zweeg, toen de heer De Bruijne zijn
eenvoudig-gemoedelijk, maar daarom niet min
der welsprekend verzoek tot de meerderheid
richtte, om den verstoorden vrede in onze
veste te herstellen
hij zweeg, toen het talrijk publiek mannen
van allerlei richting verwachtte, dat hij
als man van eer amende honorable zou doen
over de krenkende wijze, waarop hij in de
vorige vergadering zich óver tal van mede
burgers had uitgelaten.
Gevoelde de Voorzitter, in welk een penibele
positie de wejsprekende man aan zijn rechterhand
zich moest gevoelen, en vergat hij daardoor
in zijn verbouwereerdheid hem te vragen, hoe
(SLOT)
't Ivan verwondering wekken, dat een be
zitting als Java nog zoo lang behouden bleef
Reeds in 1795 was de oorlogstoestand met
Engeland ingetreden, en eerst in 1811 werd
ten slotte Java bezet.
Doch de verklaring is gemakkelijk te geven.
De Engelsche Oost-Indische compagnie had
haar handen vol in Ilindostan, dat zij bezig
was van de zee tot aan de bergen te veroveren.
Haar finantiëele toestand was zwak, en zoo
kwam het, dat zij jaren lang bleef opzien tegen
elke expeditie, die geld kosten kon, zonder
direct voordeel op te leveren. Bovendien had
den directeuren van ,t bewind onder Daendels
gehoord, die onder meer duchtige versterkingen
moest hebben aangelegd, zoodat de verovering
van het eiland niet zoo gemakkelijk gaan zon.
In 1809 kwam er echter verandering in 't
hij stemde over het voorstel om het fatale
besluit te schorsen
Waarlijk het was een armzalig figuur,
dat onze redenaar maakte, na pas 14 dagen ge
leden zoo'n hoogen boom opgetrokken te hebben.
Maar dat komt er van. als men zich laat
verleiden, tegen beter weten in en naar
we vermoeden, ook tegen eigen zin en wil
om de gemeenschappelijke kas te gebruiken
ten behoeve van een paar vrienden, die straks
ons zullen groeten en met onze geplunderde
kas laten zitten.
V Een onpartijdig Voorzitter.
Zaterdag heeft men in Neuzen's Raadzaal
weer kunnen zien, welke opvattingen de echte
vrijheids-mannen van den ouden stempel heb
ben omtrent de vrijheid van het woord.
De heer De Jager had het niet over afwe
zigen en drukte niemand het brandmerk van
minderwaardigheid op, omdat hij arm of min
vermogend is, gelijk in de vorige vergadering
de heer Drost had gedaan.
Hij sprak tot de acht mannen voor en naast
hem, die als se gedurfd hadden, in de gelegen
heid waren hem wegens zijn krasse beschul
diging de ooren te wasschen.
Hij had volkomen het recht, de meerderheid
toe te voegen gij maakt misbruik van uw
machtwant nooit en nergens wordt een
besluit, dat zooveel aan de gemeente zal kosten,
"genomen, vóórdat alle leden van den Raad
in de gelegenheid worden gesteld, de finan-
ciëele gevolgen te overzien.
Wat in geen enkele gemeente geschiedt,
heeft hier de meerderheid aangedurfd. Een
bedrijf, dat de heer Dees later zoo volkomen
juist aan de kaak stelde met de woorden
niet hier, maar in de zaal van „Pays-Bas" is
de zaak der II. B. S. beklonken.
Voor zulk eene behandeling van zaken is
de beschuldiging van machtsmisbruik volkomen
op zijn plaats.
Wat deed nu de Voorzitter?
Noodigde hij thans ook den tijdelijken Wet
houder uit, namens B. en W. het voorstel te
verdedigende meerderheid schoon te was
schen van de aangewreven smet en den be
schuldiger op de hem eigen „nette" wijze van
bescheid te dienen
Want die tijdelijke Wethouder doet alles
veel netter dan de heer De Jager.
Integendeel de Voorzitter gebruikt zijn
hamer en zocht daarmede den spreker tot
zwijgen te brengen. Zonder eenig succes
echter en terecht
Leg daarnaast nu eens, wat de Voorzitter
in de vorige vergadering wel „netjes" vond.
Protesteerde hij toen tegen de krenkende
wijze, waarop de heer Drost smaalde van de
228 minvermogenden „voor de waarde van
bewind van genoemde Compagnie, en plotse
ling ontwikkelde zich een groote ijver tot het
maken van veroveringen.
In 1810 werden Bourbon en Isle de France
op de Franschen veroverd. In den aanvang
van hetzelfde jaar hadden drie kleine Engel
sche fregatten de Molukken zonder slag of
stoot veroverd. Eveneens viel Menada op Ce
lebes de Engelsclien in handen geen enkele
soldaat of beambte bevond zich daar meer
alleen de Hollandsche vlag woei er nog
En toen ging het op Java los.
Lord Minto, destijds landvoogd inEngelsch-
Indië, een bekwaam en nobel man, leidde de
onderneming.
In Mei 1811 kwam hij te Malakka aan, waar
zich nu een Britsche vloot samentrok, die met
12.000 man landingstroepen aan boord, weldra
uitzeilde, en 3 Aug. het anker uitwierp in de
nabijheid van Batavia. Den 4en Aug, werden
zij zonder eenigen tegenstand op enkele mijlen
afstands van de hoofdstad ontscheept. Onze
schepen van oorlog waren de laatste jaren op
de reeden van Batavia en Soerabaja door den
vijand in den grond geboord, zoodat Janssens
niet anders overschoot dan de verdediging te
land, en hém is 't niet te wijten, dat deze zoo
het adres kunnen we hun aantal gevoeglijk
aftrekken van de 871
Men zegt, dat de heer Visser graag als
volksvriend poseert.
Welnu, dan is in de bewuste vergadering
de aap leeiijk uit de mouw gekomen en heeft
't volk kunnen zien, hoever zijn liefde gaat.
Hij liet toe, dat de heer Drost bij anderen
allerlei lage motieven veronderstelde, waar zij
zijn tegen een gemeentelijke H. B. S.
Die geheel onware en alleen uit onkunde
voortspruitende onderstelling vond de Voor
zitter blijkbaar wel fatsoenlijk, want de heer
Drost kon ongehinderd door spreken.
En wat hoogst „netjes" en het non plus
ultra van fatsoenlijkheid was? Toen de schit
terende redenaar in deze sierlijke woorden
een afwezigen burger hoonde (thans drukken
wij eens met vette letter)
Kijk, zulke woorden aan liet adres van een
afwezig burger, v^n wien voorts met al de
overigen de beminnelijke onderstelling werd
geuit, dat particuliere en partijbelangen den
doorslag gaven, vond onze Voorzitter „netjes."
Ze klonken als muziek in zijn ooren.
Ze streelden zijn fanatisme, zoodat hij zijn
aangenomen rol van allemansvriend vergat.
Maar toen de heer De Jager op eerlijke
wijze, in hunne tegenwoordigheid, terwijl hun
voorvechter Goliath aan zijn rechterhand
zat, desnoods gereed om dien David aanstonds
met huid en haar te verslinden toen De
Jager hem en zijn partijgenooten volkomen
terecht verweetgij misbruikt uw macht, en
bij u gaat macht boven recht toen was
deze spreker volgens den heer Visser niet
netjes, niet fatsoenlijk.
Is dat niet een onpartijdig Voorzitter?
De heer Van den Hoek is geen vriend
van ons daar hebben we het niet naar
gemaaktdoch hiervan zijn we zekerliet
zou dezen oud-wethouder en tijdelijk burge-
gemeester niet zijn overkomen, op zoo onge-
aste wijze het vrije woord aan banden te
eggen.
Donderdag 7 Maart des avonds te halfzeven
ure trad in de Geref. Kerk te Ter Neuzen voor
eene belangstellende schare van toehoorders
op de Weleerw. Heer Ds. R. van der Kamp
van Sliedrecht teneinde in het belang der
Geref. Jongelingsver. „Onze hulpe zij in den
slecht afliep.
Had hij maar een van Napoleons paladijnen,
een Ney, een Murat of zoo iemand aan't lioofd
der troepen gehadMaar Jumel, de opper
bevelhebber, was, met verlof, een „lummel,"
vau wien Janssens naderhand aan Napoleon
schreef, dat de man „het had weten klaar te
spelen, om zich te Cheribon te laten gevangen
nemen
Bij de lafhartigheid voegde zich het verraad
Het versterkte kamp te Meester Cornelis, waar
het Fransche-Ilollandsche leger zich had terug
getrokken, werd na een hevig bombardement
den 26en Augustus door 't verraad van een
Fransch sergeant ingenomen 6000 man vie
len den Engelschen als krijgsgevangenen in
handen.
Lord Minto vaardigde nu een proclamatie
uit, waarbij Java tot een Engelsche bezitting
werd verkiaard.
Tóch gaf Janssens het nog niet op
Met het overschot van zijn leger week hij
naar Midden- en Oost-Java.
De keizer van Soerakarta en de sultan van
Djokjokarta stonden hem met inlandsche hulp
troepen bij maar wat zou ,t haten.
De Engelschman zette er nu vaart achter.
naam des Heeren" eene rede te houden over
bovengenoemd onderwerp.
Nadat gezongen was Psalm 119 5, ging
ZEerw. voor in gebed. Daarna zette hij het
doel van zijn optreden in enkele woorden uit
een. Met bereidwilligheid had hij de uitnoo-
diging der J. V. aangenomen, ter wille van de
oude banden, die hem aan deze streek ver
honden, maar niet minder om het belang van
de zaak zelf.
Te ijveren hebben we met alle gaven en
en talenten, die de Hemelsche Vader ons ge
schonken heeft, als voorzichtige menschenkin-
deren hebben we ons niet blind te staren op
onzen eigenen tijd, maar ook reeds eenigermate
vooruit, in de toekomst te leven. Nu moge
die toekomst voor ons nog een gesloten boek
zijn, en kunnen we ons ongetwijfeld veilig weten
in de hand des Heeren, en daarmee de eere
van Jezus Christus, dit neemt niet weg, dat
eenmaal de belangen der kerk toevertrouwd
zullen worden aan onze jongelingen, zoodat
hun het recht toekomt, onderwezen te worden
en toebereid te worden tot de Heilige oorloogen
des Heeren.
Vandaar, dat ZEerw. thans de aandacht van
de aanwezige broederen en zusteren wenschte
te bepalen bij „De eerste beginselen der wereld."
Op den eersten klank een eenigermate vreemd
onderwerp.
Echter vertrouwde ZEerw., dat het wel
spoedig helder worden zou, wanneer men wist,
dat genoemde uitdrukking liet eerst door den
heiligen apostel Paulus is gebruikt in zijn brief
aan de gemeente te Colosse. Allerlei kette
rijen waren in die gemeente ingeslopen, dis
harmonie verdeelde wat bijeen behoorde, ge
heel verkeerde toestanden werden er aange
troffen. Vandaar, dat de apostel zich gedrongen
gevoelde, de Collessensen nadrukkelijk te wij
zen op de antithese tusschen de wereld en
Christus en hun waarschuwend toeriep
Ziet toe, dat niemand u als eenen roof ver-
voere door de philosophic en ijdele verleiding,
naar de overlevering der menschen, naar de
eerste beginselen der wereld, en niet naar
Christus" (Col. 2 8.)
Eene vermaning, die ook thans nog tot elke
gemeente des Heeren dient gericht, omdat liet
dreigend gevaar ook heden ten dage onder
ons is openbaar geworden. Weliswaar bestaat
het voor velen oogenschijnlijk niet.
Echter zal men wijs doen, notitie te nemen van
des apostels vermaning, ook al kunnen vele
belijders geen goed antwoord geven op de
vraag, wat nu eigenlijk pliilosophie is. Die
zich van de zaak zou afmaken met jte zeggen,
dat pliilosophie of wijsbegeerte ver boven zijn
bereik ligt en bijgevolg geen gevaar voor hem
oplevert, zou in geen geval handelen naar de
vermaning van den apostel, of liever, naar die
van den den Heiligen Geest. Epafras en
Archippus, voorstanders van de gemeente te
Niet ver van Samarang had Janssens zich
met het overschot zijner troepen verschanst
den 16en September werd ook deze stelling
door de Engelschen stormenderhand veroverd.
De Javaansche hulptroepen bleken bloode
parade. Soldaten, die op 't eerste schot uit
eenstoven. Janssens zelf wist nog met weinige
getrouwen door den vijand heen te slaan en
trok zich terug op 't slot te Salatiga.
Alle hoop op redding was vervlogen. De
vijand zat hem op de hielen en Janssens be
gon eindelijk van capituleeren te spreken.
De voorwaarden waren bijster hard. Een
en andermaal trachtte Janssens verzachting te
krijgen, maar er was geen keusMet tranen
van spijt in de oogen teekende hij en daarmee
was het laatste spoor van het Fransch-Hol-
landsch gezag verdwenen.
„Iladde ik honderd goede soldaten overge
had," schreef hij den volgenden dag aan den
opperbevelhebber der Britsche troepen, „ik
zou me stellig aan zulke harde voorwaarden
niet hebben onderworpen." Maar hij
had ze niet meer! Zóó was het smadelijk ein
de der Hollandsch-Fransche heerschappij in
ons schoon ïnsulinde,
(Timotheüs)
Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave.
*9»
(18 September 1811.)
(2
„Ja er is zelfs een tegenstander, die, het volie
gewicht van zijn ambt en maatschappelijke positie
in de schaal leggende, met vette letters in bladen
van verschillende richting laat drukken, dat hij is
tegen een Gemeentelijke, maar vóór een Rijks H. B. S.
Zulks wordt den volke kond gedaan als een oor
spronkelijke gedachte uit een helder brein in een
gelukkig oogenblik ontsproten."