flntirmlutionaii
ooor
nieuws- en üduertemieblad
Zeeland.
De financiëele zijde der zaak.
FEUILLETON.
Uit de Tweede Kamer.
No. 897.
Zaterdag 9 Maart 1912-
9e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnea Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LIT'fÜOIJ Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing denzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen
tot 's namiddags 1 uur op den dag
der uitgave.
Het hooghartig zwijgen, dat men in de eerste
weken dezes jaars, toen we onze artikelen
over de H. B. S. te Ter Neuzen begonnen,
hardnekkig bleef bewaren, is eindelijk toch
verbroken.
Men heeft ten slotte ingezien, dat het eigen
lijk toch al te gek is, een onderneming te
beginnen, die jaarlijks duizenden zal kosten
aan de gemeentekas, zonder vooraf zichzelf
en het publiek rekenschap te geven hoe groot
de som wezen zal, die men van de belasting
betalers zal moeten eischen.
De goedkoope verzekering, dat men daarbij
niet reageert op hetgeen partijblaadjes schrij
ven, nemen we natuurlijk gaarne aan. Dat
zou voor mannen, die z»o verbazend hoog
staan, ook niet passen. Zelf is men natuurlijk
geen partijmen heeft het monopolie van te
handelen in het algemeen belang. Alleen
maar men bepaalt ook zelf alléén, wat dit
algemeen belang is. En wie het daarmede
niet eens is, is een partijman. Dat is trouwens
de gemakkelijkste methode, om altijd gelijk
te hebben.
Intusschen hebben de lieeren gezien, dat
er ook anderen, dan schrijvers in partij
blaadjes hun hoofd schudden over de dwaze
onderneming, waarin men zich te kwader uur
door zijn holder-de-bolder-politiek gestoken
heeft.
En wat het ergste isterwijl men zich
verheft op de valsclie meening, dat men de
meerderheid der bevolking op zijn hand heeft
en daaraan het recht wil ontleenen, om
in dezen te beslissen wordt men van dag
tot dag duidelijker gewaar, dat dit een totaal
verkeerde meening is. Als de voorman der
heeren, die het gewaagde spel drijven, daar
omtrent eens wil ingelicht worden, laat hij
dan eens zijn mandaat ter beschikking der
kiezers stellen, dan zal hij eens zien, hoe sterk
hij staat.
Niet uit ons beginsel volgt zulk een proef
neming, doch op het standpunt waarop hij
zich blijkbaar zoo fier verheft„zoo lang de
Raad, Raad blijft, d. w. z. de meerderheid
der kiezers vertegenwoordigt" zou het zeer
aan te raden zijn, de proef eens te nemen,
of men werkelijk nog het recht heeft, zoo
boud te spreken. Want of de meerderheid
der kiezers het drijven van de meerderheid
in onzen Raad goedkeurt, is, op zijn zachtst
gezegd, zeer twijfelachtig.
De overgave van Java.
(18 September 1811.)
1)
't Was de tijd onzer vernedering
In 1810 had Napoleon, de oppermachtige
heerseher in Europa, met één pennestreek een
einde gemaakt aan het Koninkrijk Holland,
en de eertijds zoo machtige Republiek der
Vereenigde Nederlanden was opgelost in het
Fransche Keizerrijk.
't Was de tijd van nationalen jammer!
De handel was gebrokende vaart werd
onze koopvaardijvloot beletEngeland was
meester (er zee.
De groote handelsvermogen van voorheen,
die haar factorijen in drie werelddeelen had
en heerschappij voerde op den Oceaan, had
het moeten aanzien, hoe haar bezittingen de
eene voor, de andere na, in de handen van
den ouden, overzeeschen concurent overgingen.
Nu ons eindelijk vergund is geworden te
mogen vernemen, hoe B. en ^Y. zich voor
stellen, de uitgaven die de stichting der H.
B. S. met zich brengen zal, te dekken, zullen
we ons de vrijheid veroorloven, de Rekening
der heeren wat nader te bezien.
Natuurlijk nemen we dankbaar nota van de
erkentenis, dat onze Rekening „eendeels niet
zoo ver bezijden de waarheid" was.
„Niet zoo ver" 't is zooalleen onze
Rekening was wat te Jaag. We hadden er
gerust een groote duizend gulden bij kunnen
doen, doch zouden dit wel gedaan hebben,
als men ons had aangevallen. Dan was het
nog tijds genoeg.
Vast staat dus dit blijkt uit de rekenin
gen van „bevriende" en „minder bevriende
zijde" dat, als de minister zeg f 7500 subsidie
geeft en de berekening der schoolgelden niet
tegenvalt, uit de gemeentekas er jaarlijks 7500
gulden zal moeten bijgepast worden.
Nu kan men gaan tooveren, zooveel men
wil: sommige burgers hooger aanslaan, de
procenten verhoogen of wat ook het feit
blijft toch altijdvoor rente en exploitatie
der school hebben de belastingbetalers jaar
lijks 7500 gulden meer op te brengen dan
tot nu toe.
Doch en ziehier de weergalooze slimheid
der heeren men kan die 7500 gld bij, een
H. O. van ruim 30,000 gulden vinden zonder
verhooging van lasten.
Men heeft namelijk al degenen, die men
vast krijgen kon, zóó hoog opgevoerd in den
H. O. en in de opcenten op het personeel,
dat er niets meer bij kan en als we de
heeren gelooven willen ook niets meer bij
behoeft. Misschien een percent of tien, maar
och, dat is in de oogen van mannen als de
heer Drost maar een kleintje 1
Doch behalve deze zuchters onder te hooge
lasten, heeft men tot hiertoe een zekere groep
ingezetenen ontzien en hun geldbuidel be
waard als een appeltje voor den dorst.
Thans zal men deze gespaarde burgers eens
aanspreken zij zullen met dit jaar te be
ginnen reeds een 4000 gld. meer moeten be
talen en straks volgt de rest. En uit die
hoogere opbrengst zal men de II. B. S. betalen.
We zullen voorloopt» deze redeneering maar
voor zoetekoek opeten, doch hebben dan toch
een vraag te doen.
Als waar is, dat deze laatste groep tot
hiertoe te weinig belast is geweest is het
dan niet zoo klaar als de dag, dat al de
anderen tot hiertoe te veel betaald hebben
in de gemeentelijke huishouding Zou het dan
niet billijker geweest zijn, deze meerdere op
brengst te besteden aan ontlasting van hen
die hard om vermindering van lasten ver
langen
Doch hoe men het ook moge verbloemen,
deze dwaze redeneering verandert niets aan
het nuchtere feit, dat jaarlijks een 7500 gulden
zullen besteed worden ten bate van een zeer
Even, in 1802, een zonneschijntje
Bij den vrede van Amiens werden al onze
bezittingen teruggegeven, op Ceylon na
Maar de vreugde duurde kort
In 1803 ontbrandde de krijg tusschen Enge
land en Frankrijk opnieuw, waar wij ons niet
buiten houden kónden, en nu was der bood
schappers van kwade tijdingen geen einde
Zóó kort had de vrede geduurd, dat ons'
staatsbewind sommige bezittingen nog niet
eens uit handen der Engelschen teruggenomen
had ze werden nu natuurlijk kort en goed
gehouden. En de andere vielen wederom den
vijand in handen.
In 1806 ook de Kaap de Goede Hoop, al
had gouverneur „anssens zich met oud-Holland-
sclie taaiheid tegen de overmacht verzet, zoo
lang hij kon, en toen in 1810 „ter vereenvou
diging" Napoleon Holland bij Frankrijk inlijf
de, was van ons rijk koloniaal bezit alleen het
eiland Java overgebleven, om van de enkele
eenzame posten op Soematra en in de Moluk-
.ken nu niet te spreken. i
Met Java had Napoleon groote plannen.
't Is genoeg bekend uit de geschiedenis, hoe
klein aantal bevoorrech de ambtenaren
hierbij inbegrepen in /aats .an ten alge-
meene nutte te worden gebruikt.
En dan de wijze van aflossing, die is eenig
mooi. Als heeren Gedeputeerde Staten daar
voor geen respect hebben, begrijpen wij er
niets meer van
Toch zullen we eerst de officiëele mede-
deeling van de goedkeuring moeten lezen, voor
we gelooven zullen, dat het leeningsplan in
derdaad goedgekeurd is.
We beginnen met in negen jaar zoo goed
als niets af te lossen, maar daarna zullen we
ons beteren en met reuzenschreden naar het
einde van onze schuld snellen.
Men zou evengoed in een huisgezin kunnen
zeggen we maken in den zomer schuld voor
alles en nog wat, doch dat geeft nietwe
zullen in den winter niet eten en kunnen dan
al ons geld besteden, om die schuld af te doen.
Natuurlijk zullen we na die negen jaar niets
meer noodig hebben, zoodat we al het geld,
dat vrij komt, alléén kunnen gebruiken ten
bate van de aflossing voor de II. 13. S.
waarvan we verwachten, dat ze jaarlijks uit
de gemeente ongeveer 8 nieuwe leerlingen
(zegge acht) zal trekken.
Bewoners van een paar straten vroegen
onlangs om een waterleiding uit het kanaal
naar bunne straat. Zoo iets kost te veel geld.
Van de klok zullen we ditmaal maar niets
meer zeggen.
Als straks eens de jarenlang gevraagde ver
andering aan spoor en loskaden aangebracht
wordt en als daarbij geschiedt wat inderdaad
voor Ter Neuzen een levenskwestie is, dat n.l.
de exploitatie aan de gemeente komt zou
het dan niet hoogst gewenscht wezen, dat onze
gemeente over eenigszins ruime geldmiddelen
had te beschikken
In plaats van op al zulke dingen het oog
te vestigen en daarvoor de zuinigheid te be
trachten, zit men zich blind t staren op een
inrichting, die slechts aan zeer enkelen ten
goede komen.
En als men dan een 3-jarige H. B. S. bezit,
wat heeft men dan nog
Laat men daarover eens deskundigen raadplegen,
want als mij het zeggen, zal men ons toch
niet gelooven.
Daarvoor wil men nu beslag leggen op alle
beschikbare midtielen, terwijl de ware levens
belangen onzer gemeente worden verwaarloosd.
Wij kunnen moeilijk aannemen, dat de Raad
bij zijn besluit zal volharden.
Dit is wel duidelijk, als de Raad zijn plan
doordrijft, handelt hij tegen het belang en
tegen den wensch van het overgroote deel
der gemeente.
Op het standpunt van de meerderheid een
onverklaarbare handelwijze.
in de laatste jaren zijner heerschappij al zijn
streven er op gericht was, om Engeland te
treffen in zijn zeehandel en zijn koloniaal be
zit.
Een vloot van beteekenis had Frankrijk niet
meer zij was bij Trafalgar voorgoed vernietigd.
Slechts te land kon de doodelijke stoot wor
den toegebracht vandaar het plan, om door
Rusland heen, zoo mogelijk de Engelsche be
zittingen in Indië te bereiken.
Daarnaast echter kon den Engelschen handel
veel verlies berokkend worden door de kaap
vaart, die dan ook door Napoleon op allerlei
wijze aangemoedigd werd. Die kaapvaarders,
met name in verwijderde eeën, hadden echter
schuilplaatsen noodig, waar ze nun buit van
de hand konden doen en zich in tijd van nood
bergen konden.
Java was daartoe uite f geschikt. Vandaar
dat Napoleon ook dadel maatregelen nam,
om dit overblijfsel van Hollands koloniën te
behouden en te gebruiken. Daendels, die er
vier jaren lang als despoot had geheerscht
die veel misbruiken weggebezemd 'had, maar
zich ook aan wet noch regel had gestoord die
'tls toch een zonderlinge historie, heel de
geschiedenis onzer toekomstige II. B. S.
Een tachtigtal ingezetenen zenden op een
goeden morgen een adres en de Raad doet
dienzelfden dag, wat gevraagd wordt.
Onder die 80 zijn er zes leden van den
Raad zelfvan de 74 die overblijven, zijn er
vijf ongetrouwde heeren, die natuurlijk een
vreeselijke behoefte hebben aan een II. B. S.
van de overige 69 zijn er 9 heeren, die tot
hiertoe te vergeefs op den ooievaar hebben
gewacht, en sommigen reeds zóó lang
Van de andere 60 zijn er 13 wier kinderen reeds
te oud zijn, om naar eene H. B. S. te gaan.
Dan zijn er onder de 47 overigen 5 rijksambte
naren, die terecht kunnen zeggenzoo zie je
mij, en zoo zie je mij ,niet. Van de resteerende
42 zijn er, die, indien ze hun kind of kinderen
naar een H. B. S. zenden, zeker geen gebruik
zullen maken van een driejarige, tenminste
niet als ze hun verstand gebruiken.
Omtrent dit adres zou dus, zonder iemand
te krenken, eene redeneering a-la-Drost geheel
op zijn plaats zijn voor de waarde van het
adres kunnen we van de 80 onderteekenaars
gevoeglijk minstens de helft aftrekken.
Als de Raad dit adres ontvangt, denkt hij
echter aan geen schifting.
Maar als straks meer dan tienmaal zooveel
ingezetenen vragendoe niet, wat ge hebt
voorgenomen, gaat men op de meest krenkende
wijze aan 't sorteeren en uitzoeken, wie al
dan niet mogen meepratend
En dan noemt men zich toch nog voor
standers van de leer der volkssouvereiniteit
Vergadering van Woensdag 6 Maart.
De heer Troelstra (S. D. A. P.) voort
voor de eerste maal het woord in het debat
over het bouwwetje. De aanvallen van den
heer van der Molen op den vader en op de
partij van spr. geven hem daartoe aanleiding,
llij wijst hierbij op de noodzakelijkheid, die
er voor de rechterzijde bestaat om den s«hool-
strijd gaande te houden. Hij waarschuwt om
zich daartoe niet te leenen. Wel moet men
alle middelen aangrijpen ter bestrijding van
den geest der bijzondere school, al legt men
zich neer bij de subsidieering. Het volkson
derwijs moet daartoe verbeterd worden en de
arbeidersklasse ontwikkeld.
De minister van bihnenlandsche
zaken (de heer Heemskerk) antwoordt op
de klacht, als zou hij niets ter verhooging
van het peil van het onderwijs hebben gedaan,
dat ter linkerzijde, behalve bij den heer
Troelstra, niet gebleken was van het bestaan
van meer wenschen dan te dezen opzichte bij
de regeering tot uiting gekomen zijn. Hij
beroept zich voor het uitblijven van onderwijs
verbeteringen op de hoofdtaak der regeering
sociale wetgeving en de kostendekking.
zich bij Europeaan en inlander een schat van
haat vergaderd had Daendels werd op
meest vleiende wijze teruggeroepen, en Jans-
sens, die de Kaap tot het laatst verdedigd had,
werd in zijn plaats aangesteld.
April 1811 kwam de nieuwe landvoogd te
Batavia aan.
Lang zou zijn bewind niet duren. Geen
menscli ter wereld was onder deze omstandig
heden in staat, de kolonie te behouden Enge
land beheerschte de zeeën. Java zélf was
uitgeput. Gereed geld werd er bijna niet ge
vonden. Papieren geld van 30 rijksdaalders
was niet meer dan 20 francs waard. De
Europeesche bevolking verlangde om van ,t
Ilollandsch wanbestuur verlost te worden, en
de inlanders gloeiden inwendig van haat.
Eén stoot en met het Fransch Hollandsch
gezag op Java was 't gedaan. Die stoot werd
in den nazomer van 1811 gegeven den 18en
September teekende Janssehs het verdrag van
overgave.
De Engelsche vlag woei dan toch eindelijk
boven de stichting van Jan Pieterszoon Coen.
(Slot volgt).
Inzending van advertentiën'vóór uren op den dag der uitgave.