Hoe veilig is veilig genoeg? PROFIEL NEDERLAND BOVEN EN ONDER DE ZEESPIEGEL Jk' N\ j M 0 NRC HANDELSBLAD 7 MEI 1997 Waterkering Profiel is een themabijlage van NRC Handelsblaa die wekelijks verschijnt. INHOUD Zandsuppleties bij de duinen/ Dijkversterking bij de rivieren Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg Gevolgen voor milieu/ Gevolgen voor bedrijven/ Watersnood door de eeuwen heen Vomgevmg: W. Pondeis Groptiics: M. Boddoert en J. fiselier. Studio NRC H. Komende zaterdag wordt de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg geopend, die het Zuidhollandse riviergebied moet beschermen tegen extreem hoge waterstanden. De Deltawerken voor de Nederlandse kustverdediging zijn daarmee voltooid. Waterstanden zoals bij de ramp van 1953 zullen aan de kust geen probleem meer zijn. Elders in Nederland zijn de rivierdijken de afgelopen twee jaar zodanig versterkt dat bij waterstanden als in 1995 evacutatie niet meer nodig is. Over dijken en duinen. En over zand, veel zand. Waar ligt het punt waarop een dijk doorbreekt? Een nieuwe kaart met kansen op overstroming is in de maak, waarna de discussie over veiligheid opnieuw kan beginnen. HansSteketee Strandpaviljoen De Pi raat, aan de Walcherse noordkust ter hoogte van Oostkapelle, adviseert 'Frische Seezunge'. Een zachte koelte, waarop een vleugje friture mee- zweeft, beweegt loom de vlag. In het oosten blikkeren de pijlers van de Oosterscheldekering. Op het strand, de afgelopen winter met een metersdikke laag zand opgespoten om kusterosie vóór te zijn, zitten de eerste toeristen tussen bolderkarren en schep pende peuters. Dit is het weste lijk front van de Natte Oorlog. Er is vandaag geen nieuws. En als het aan Rijkswaterstaat ligt. zal dat voorlopig zo blijven. „Zeeland is veilig", zei konin gin Beatrix toen ze in 1986 de pij- Ierdam officieel in gebruik stel de. Nu zij komende zaterdag ook de Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg opent (door haar te sluiten), mag het héle zuidwesten van Nederland zich goed beschermd voelen. Bij de stormvloed van 1 febru ari 1953 kwamen bijna 2.000 mensen om, raakten 100.000 mensen dakloos en kwamen honderdduizenden hectares land onder zout water te staan. Dat mocht nooit meer gebeuren en dus werden vele honderden kilometers zee- en rivierdijk ver sterkt en verhoogd, aan zee tot maximaal twaalf meter boven nap ('Deltahoogte'). De zeega ten, met uitzondering van de toegangen naar Rotterdam en Antwerpen, werden afgesloten. Na 44 jaar is het Deltaplan voltooid. De zee lijkt getemd. Dat wordt onderstreept doordat de 'harde elementen' in de kust verdediging steeds frivoler zijn geworden. De eerste bouwwer ken, zoals de dam in het Veerse Gat (1961) en de Grevelingen- dam (1965), zijn niet veel meer dan een hoge stapel keien bedekt met asfalt. De Haringvlietslui- zen (1971) hebben al iets speels, terwijl de Oosterscheldekering, met zijn door de architect Wim Quist gestylede schuifmachine- rieën, bijna elegant is te noemen. En het ranke frame van witte buizen dat bij ontij over teflon gewrichten de Nieuwe Water weg kan inschamieren, mag zelfs wuft heten. Wie tijd heeft voor mooi móet zich wel zeker voelen van zijn zaak, zo luidt de boodschap die de ingenieurs uit dragen. Pas ergens in de tweede helft van de volgende eeuw, als de me- 4? N AAAAAA&Aa AAAAAAAA O '/.nr. AAAAAaA OIVoordivijk aan Zee ^Harderwijk \S^ Deventer "sa 0*^'* mersfoort Den Haag Goot Va, y Amersfoort 1 .'V O i VKUHI. AA- [adaal - c 'V':Q Arnhem ■~t Vj l'ccnendaal V- - i c A .'i i nn ent, "I psTV-t—. AAAA AAAAA !a llnringvilcldanl (197H Brouvrcradam (1972) Almelo Oldenzaal *- o HcngclQ-y A Doetinchem rA: O V Winterswijk 1- <u A. XJ rs Terncuze.n 960) V. NJ Roosendaal (1987)1 f^Bcrgcn op Zoom lom (1987)| Breda - - a O i, - V- p A 3D -- r\Helmond'. 'enray Ihoven/^0 ,r- ■SS - 2 AC. n Venlo v - I I Gebieden lager dan 1 m N.AP I 1 Gebieden hoger dan 1 m NAP Zandsuppletie lussen 1991 en 1996, één duin 1 miljoen m' zand Verhoging rivierdijken in uil voering of in voorbereiding Verhoging rivierdijken voltooid Dijken en dammen gebouwd in het kader van Deltaplan, met tussen haakjes het jaar van voltooïng Overige dijken en dammen Plaats met meer dan 10.000 inwoners /Maastricht?^ chanische schakels in de zeewe ring op middelbare leeftijd ra ken, kruipen de ingenieurs weer achter hun tekentafels. Zeker, periodiek opspuiten van stran den als buffer voor kustafslag is symptoombestrijding. En inder daad, de recente ontdekking dat vierhonderd kilometer zeedijk met verkeerde stenen is bekleed, was onwelkom, evenals de meer dan een miljard gulden die nodig is om het ongedaan te maken. Maar zulke maatregelen vallen vooralsnog in de categorie 'groot onderhoud". De nieuwe landaanwinnings projecten waarvoor en waarte gen Nederland zich nu warm- loopt een tweede Schiphol voor IJmuiden, een 'kustlocatie' bij Den Haag en een tweede Maasvlakte bij Rotterdam hebben weinig meer te maken met de mythische strijd tegen het water. Of, zoals Siggi Weide- mann, de Nederlandse corres pondent van de Süddeutsche Zei- tung, zich vorige week in Inter mediair afvroeg: zijn die grands travaux langzamerhand niet „al leen maar Spielerei Nu hoeven spel en het weren van de zee elkaar niet uit te slui ten, zoals iedereen weet die wel eens bij vloed een zandkasteel heeft gebouwd. Maar er zit iets in: er moet wel heel wat gebeu ren willen de wereldkampioen schappen brandingsurfen nog in Utrecht worden gehouden. „Een stormvloed als in 1953 geeft geen problemen meer", zegt ir. Richard Jorissen, onder zoekscoördinator waterkerin gen bij Rijkswaterstaat, ont spannen. „Misschien ontstaat hier en daar wat schade, juist aan bekledingen, maar die water stand bijna vier meter boven nap aan de kust kan nu veilig worden gekeerd." Van bodemdaling onder meer door gas- en waterwinning en een verdere stijging van de Noordzee met een halve meter hoeft voorlopig ook niemand wakker te liggen. Want „dat zit met een ruime marge verdiscon teerd in de huidige hoogte van onze waterkeringen", zegt zeespiegelspecialist drs. T.A.M. de Groot, hoofd kustonderzoek bij de Rijks Geologische Dienst (rgd). „Als de aardatmosfeer opwarmt, zal het zeewater uit zetten. Maar het ziet er niet meer naar uit dat Antarctisch ijs zal smelten en aan de waterstand zal bijdragen. Eerder omgekeerd: door veranderende luchtstro mingen zal aan de Zuidpool juist meer waterdamp in ijs worden vastgelegd, denken wij nu." Het Intergovernmental Panel on Climate Change (ipcc), een vN-organisatie, schatte zeven jaar geleden dat de zee in de vol gende eeuw gemiddeld 66 centi meter zou stijgen. De laatste schatting, van vorig jaar, is 49 centimeter. „Naarmate onze prognoses beter worden, neemt onze angst voor zeespiegelstij ging af', zegt De Groot. Aan het oostelijk front van de Natte Oorlog liggen de za ken minder bestemd. Ook na de hoge waterstanden van Kerst mis 1993 en februari 1995 tasten de verdedigers nog in het duister over de ware aard van de aanval. 'Topafvoeren' zullen er opnieuw komen, maar hun frequentie kunnen deskundigen nog steeds niet voorspellen. De pessimisten zetten zich vanaf nu elke winter schrap. Maar het kan ook wel twintig jaar rustig blijven. „Er is geen geschikte statisti sche manier om op basis van honderd jaar waarnemingen van waterstanden extreme gebeurte nissen te voorspellen met een kans van eenduizendste per jaar", zegt onderzoekscoördina tor Jorissen. „Er zijn modellen, maar gebeurtenissen als de hoge waterstanden van 1993 en 1995 stellen die steeds bij", zegt de Nijmeegse hoogleraar milieuwe- derbobo's hun billen samen op de kreunende dijk van Ochten. Even los van de omstreden noodzaak om 200.000 Neder landers uit voorzorg te evacue ren, was '1995' in veel opzichten wel degelijk een 'bijna-ramp'. Na de topstand van 16,68 me ter boven nap bij Lobith en de topafvoer van 13 miljoen liter Rijnwater per seconde is het de vies daarom: better safe than sor ry. In totaal 600 kilometer rivier dijk is of wordt in rap tempo ver beterd volgens het 'Deltaplan Grote Rivieren'. Voor alle ver sterkte dijken wordt een strenge vijfjaarlijkse 'apk-keuring' inge voerd. En in Europees verband wordt gerekend aan het uitdie pen van rivieren of het aanbren gen van spaarbekkens om de af- voercapaciteit te vergroten. Maar tegelijkertijd ontdekken de ingenieurs dat ze een grijs ge bied betreden. „Er zitten nog veel onverwijderbare onzeker heden in het faalgedrag van wa terkeringen", zegt onderzoeker Jorissen. Generaties waterbou wers hebben zich afgevraagd bij welke waterstand een dijk nog bleef staan, maar hij wil juist het onzekere gebied verkennen tus sen de gegarandeerde 'ontwerp- waterstand' en het punt waarop een dijk doorbreekt. Dat is een schemerzone waar alleen kansberekeningen gelden: de dijk is dan niet meer gegaran deerd veilig, maar wordt ook niet opeens onveilig. Wat zijn de gevolgen van variaties in grond- sterkte, golfslag, stroming en wind? Hoe bereken je het gedrag van een dijk die sinds de Middel eeuwen tientallen keren is ver sterkt en als een Russisch pop petje in elkaar zit? Ómdat veel dijken een marge hebben, zal het punt waarop de dijk bezwijkt vaak hoger liggen dan het 'ontwerppeil'. Maar het kan ook lager uitvallen, bijvoor beeld als er zwakke schakels in een dijkvak of ringdijk zitten. Op grond van zulke berekeningen tekent Rijkswaterstaat nu een nieuwe landkaart van Neder land. Daarop staan geen veilige waterstanden, maar overstro mingskansen. Als die kaart er is, begin volgende eeuw, komt er een nieuwe discussieronde over de veiligheid van waterkeringen. Jorissen: „Dat wordt heel in teressant. Want een overstro ming is voor een deel act of God, maar de mensen moeten de veiligheidsnormen vaststellen. Moet je bijvoorbeeld overstro- mingsschade en -risico's verge lijken met andere risicovolle do meinen in onze samenleving, zo als chemische installaties, vlieg velden en verkeer? Hoe veilig vinden we 'veilig genoeg'? Welke schade en hoeveel mogelijke slachtoffers accepteer je bij wel ke kosten? Ik weet niet of het tot hogere dijken leidt, maar wel tot een beter risicobesef." Achter de Rijn-, Maas-, Waal- en Lekdijken zal het risicobesef in elk geval sterk afnemen, nu het Deltaplan Grote Rivieren vóór de winter van 2001 moet zijn voltooid. En ook Rotterdam kan bij storm en springtij rustig gaan slapen achter de kering in de Nieuwe Waterweg. Maar stel nu eens dat op een dag de omstandigheden van fe bruari 1953 samenvallen met die van februari 1995? Jorissen denkt even na. Dan zegt hij: „In Zeeland is dat geen probleem. En een waterstand van 3,85 me ter boven nap bij Hoek van Hol land betekent dat de Storm vloedkering in de Nieuwe Wa terweg onherroepelijk dicht gaat. Maar als je op dat moment óók nog een afvoer van dertien duizend kuub bij Lobith hebt, is het rendement van de Storm vloedkering vrijwel nihil. Dan loopt het bij Dordrecht zeer hoog op. Even rekenen: nee, tus sen Gorinchem en Dordrecht is geen dijk berekend op zoveel water via de achterdeur."

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1997 | | pagina 1