Herdenkingsdiensten en kransieggingen ter nagedachtenis
Abnormaal
Steeds stijgen
Bezwijken
Beletten
Te pletter
Kortgene
Radioprogramma over watersnoodramp
Evacuatie
Veelbewogen
Rode Kruis
herdenkt
watersnood
Februari 1953
Ik vond die oude platen terug
en foto's uit de krant,
het is al weer zo'n tijd gelee
die grote watersnoodramp!
De dijken braken door die dag
de zee zij stuwde voort,
en beukte met 'n ferme slag
veel doden naar de hemelpoort.
1 Verdronken vee dreef doelloos
rond
'k zag mensen builend op de daken,
zij verloren alles, hun hele bezit
militairen moesten hun have bewa
ken.
Nu, dertig jaar later
is Zeeland er weer boven op,
1 heelt z'n land herwonnen
alleen de doden bleven bij God.
HANS WALRAVEN
NIEUWSBLAD V.D. BEVELANDEN VAN WUtNSDAU ze JANUAR11983
Watersnoodramp op Noord-Beveland
eiste zware tol: 52 slachtoffers
(door Menno de Bruyne)
KORTGENE - Dinsdag a.s is het precies 30 jaar geleden dat grote gedeelten van Zuid
west-Nederland getroffen werden door „de Waternoodramp". In verband hiermee zul
len er in de komende week tal van herdenkingsbijeenkomsten worden gehouden waar
een terugblik zal worden geworpen op de huiveringwekkende gebeurtenissen die
plaatsvonden op de eerste februaridag van het jaar 1953.
Op Noord-Beveland wordt te Kats ter nagedachtenis aan de slachtoffers een krans gelegd bij de betref
fende herdenkingsplaats op de begraafplaats aan de Noordlangeweg. Dat gebeurt om halfzeven. Een half
uur later zal in Kortgene een soortgelijke plechtigheid plaatsvinden. Daarna wordt er om halfacht in de
N.H.-kerk te Kortgene een herdenkingsdienst gehouden waaraan de muziekvereniging EMM haar mede
werking zal verlenen. Deze dienst zal worden geleid door ds. G. van Schuppen die van 1949 tot 1959 de her
vormde gemeente van Kortgene heeft gediend.
De watersnood van 1953
heeft in de gemeente Kortgene
52 slachtoffers geëist: 9 te Kats
en 43 in Kortgene. Wonder
baarlijk genoeg bleef Colijns
plaat gespaard. Wonderbaar
lijk, want de zware noordwes
terstorm die in de nacht van 31
januari op 1 februari over Ne
derland en de Noordzee „raas
de" zweepte het water met na
me in de Oosterschelde tot on
gekende hoogten op. De woeste
golven kwamen recht op de
noordkust van Noord-Beve
land aanrollen, terwijl Kats en
Kortgene veeleer in de luwte
van dit stormgeweld gelegen
waren.
Het verhaal van Colijns-
plaat In de rampnacht is wijd
en zijd bekend geworden. Ver
schillende artikelen zijn er
reeds over geschreven, en zelfs
verscheen er een boekje geti
teld „Houen jongens", ge
schreven door Karei Norel,
waarin het behoud van Co-
lij nsplaat in romanvorm aan
de lezers wordt voorgescho
teld. Op dit boekwerkje is ook
de momenteel door de Evange
lische Omroep uitgezonden
radioserie gebaseerd die han
delt over de ramp van 1953.
Dat verhaai begon op zater
dag 31 januari met onheilspel
lende voortekenen. Toen het
zaterdagavond laat laag water
behoorde te zijn stond het zee
water op een peil dat normaal
was voor hoog water! Bovenop
deze wilde watermassa moest
het water dus nog 6 uur lang
opkomen. Verschillende dor
pelingen die op de haven een
kijkje hadden genomen of die
langs de dijk hadden gelopen
waren ervan doordrongen dat
dit een abnormale situatie
was.
Al vrij vroeg in de avond
werden dan ook de nodige
voorzorgsmaatregelen geno
men. Zo werd ervoor zorg ge
dragen dat in de Oud-Noord-
bevelandpolder de duikers
werden dichtgedraaid waar
door het water niet meer van
de ene naar de andere polder
kon stromen.
Verder werden, later op de
avond, de vloedplanken in de
coupures (openingen in de dijk
die toegang geven tot de ha
ven, red.) geplaatst, iets wat
alleen gebeurde bij storm of
bij abnormaal hoog water. Zij
die verantwoordelijk waren
voor het beheer en onderhoud
van de dijken waren onafge
broken in touw om van de si
tuatie op de hoogte te blijven
en om zo nodig nog meer
maatregelen te kunnen ne
men.
Hoewel er in 1953 nog geen
dijkbewakingssysteem bestond
zoals nu, werd er toch een oogje
in het zeil gehouden. Daaraan
was het te danken dat al om 11
uur 's avonds in de Oud-
Noordbevelandpolder al die
maatregelen getroffen waren
die het gevaar tot een mini
mum moesten beperken.
Niettemin bleef het water
steeds stijgen en nam de wind
eerder in kracht toe dan af.
Even na middernacht stond
het eerste water reeds op de
haven. Langzaam maar zeker
kwam het water hoger en ho
ger en zware rollers beukten
op de dijken van de noordkust
van Noord-Beveland. Toen
duidelijk werd dat de situatie
kritiek aan het worden was
werd besloten de inwoners
van Colijnsplaat te waarschu
wen door de dorpsomroeper
met de omroepersbei door het
dorp te laten gaan.
Tevens werden de klokken
geluid, zodat iedereen wist dat
er gevaar dreigde. Veel man
nelijke inwoners van Colijns
plaat gingen daarop, midden
in de nacht, poolshoogte ne
men aan het eind van de Voor
straat, bij de coupure die toe
gang gaf tot de landbouwha-
ven. Daar verzamelden zich in
het nachtelijk duister talrijke
inwoners die het dreigende ge
vaar met elkaar bespraken.
Achter de vloedplanken was
het water inmiddels zo ver ge
stegen dat het zelfs door de
vloedplanken kwam sijpelen.
De golven beukten onophou
delijk op de dijk en nu en dan
werden schuim en water door
de storm over de dijk heen ge
blazen.
Alles leek er echter op dat de
vloedplanken het ondanks dit
hevige geweld zouden houden.
Totdat één van de omstan
ders bemerkte dat er in de
steunbeer, waarin de vloed
planken rustten, wat bewe
ging was gekomen: de steun
beer dreigde te bezwijken, Co
lijnsplaat dreigde ten onder te
gaan, of, zoals iemand later
schreef, „de dood hield zijn
voeten tussen de deur".
Wanneer de steunbeer wer
kelijk om zou vallen, dan was
het met Colijnsplaat gedaan;
dan zou de h ele Oud-Noord-
bevelandpolder vol water
stromen. Honderden mensen
en dieren dreigden in direct
levensgevaar te komen verke
ren. Het woest kolkende water
moest in staat worden geacht
wel vele tientallen huizen weg
te vagen, mensen en dieren als
weerloze slachtoffers met zich
meevoerend.
trachtten ze het vallen van de
steunbeer te beletten, terwijl
anderen zich haastten om ver
sterking te halen in de vorm
van zandzakken en balken.
Schouder aan schouder, als
een soort levende dijk, pro
beerden de aanwezige mannen
Colijnsplaat en de Oud-
Noordbevelandpolder voor een
ramp: „dé ramp" te behouden.
Daarbij kregen ze hulp van
wel heel onverwachte zijde en
wel van de zee. Het water dat
steeds was blijven stijgen was
op een gegeven moment zo
hoog gekomen dat de schepen
die in de haven aan hun tros
sen lagen te rukken boven op
de kade werden getild. Eén
van deze schepen werd door
het water zover in de richting
van de coupure gedreven dat
ze vast kwam te zitten op de
kade, ongeveer ter hoogte van
de coupure.
In deze positie fungeerde dit
schip als een soort golfbreker
vlak voor de bedreigde plaats
aan het einde van de Voor
straat. De zware woeste gol
ven die tot dan toe recht op de
te bezwijken coupure aanrol
den werden door dit schip op
gevangen; ze sloegen te pletter
op de romp van het schip.
Inmiddels hadden andere
dorpelingeri zakken gehaald
die op de haven met zand wer
den gevuld en tegen de vloed
planken werden geplaatst.
De steunbeer werd door
zware balken gestut, zodat de
genen die met hun lichamen
het water hadden tegengehou
den zich geleidelijk terug kon
den trekken. Colijnsplaat was
van de ondergang gered.
Achteraf bezien is niet meer
vast te stellen wie als eerste
het initiatief heeft genomen,
maar op een gegeven moment
stonden enige tientallen om
standers tegen de steunbeer en
tegen de vloedplanken ge
leund. Door uit alle macht te
gen de steunbeer te duwen
Hoe anders was het in het
nabijgelegen Kortgene. Het
verhaal van de ramp in Kort
gene is enige jaren geleden op
papier gezet door de heer Jan
de Looff die in 1953 het hoog
GOES - Op 5 en 12 februari schenkt de Tros-radio
uitgebreid aandacht aan de herdenking van de
watersnoodramp die dertig jaar geleden diepe sporen
achterliet in Zeeland.
Het team van de Tros heeft diverse mensen
geïnterviewd uit onder andere Goes, Zierikzee, Yerseke
en Oosterland. De radio-uitzendingen beginnen telkens
om 11.33 uur. Het Nieuwsblad zal u nog nader over deze
uitzendingen berichten.
dorp Kortgene lag stroomde.
Enige tijd later bleek dat on
geveer op hetzelfde tijdstip
ook ten westen van het dorp al
polders waren volgelopen.
Door De Looff en diens zoons
zijn talrijke pogingen onder
nomen om daar waar mogelijk
mensen te redden uit het kol
kende water. Verschillende
van die pogingen zijn met suc
ces bekroond, en zij die gered
waren vonden allen onderdak
in het café van De Looff en in
café „Havenzicht", dat door een
broer van De Looff werd be
heerd. Deze twee cafés waren
immers de hoogste plaatsen
van het dorp. Mevrouw De
Looff en haar dochters namen
al deze slachtoffers liefdevol en
gastvrij in hun woning op; de
gewonden werden verzorgd en
van voedsel en kleding voor
zien.
Velen waren namelijk
slechts in nachtgewaad ge
kleed en moesten met bedde-
goed worden verbonden! In
die eerste nacht herbergde „De
Graaf van Buren" zo'n 53 per
sonen die vrijwel zonder uit
zondering al hun have en goed
in de golven hadden verloren.
ste, en daarmee tevens het
centrale punt van Kortgene
bewoonde, namelijk het café
„De Graaf van Buren". Dit ca
fé lag en ligt vlak bij de cou
pure die de toegang verleent
tot de oude landbouwhaven
van Kortgene.
Caféhouder De Looff had de
gewoonte na sluitingstijd al
tijd nog even naar het water te
gaan kijken. Zo deed hij dat
ook op de stormachtige avond
van de 31ste januari. Op de
haven aangekomen zag hij tot
i Ravage aan de Torendijk in Kortgene na de ramp.
zijn grote verbazing en schrik
dat het water zo hoog stond
dat het bijna over de kade
stroomde, terwijl het normaal
gesproken laag water behoor
de te zijn.
Toen een uur later bleek dat
het water van de Zandkreek
reeds half op de haven stond
wekte De Looff zijn buren en
z'n gezin om samen met hen de
vloedplanken in de coupure te
plaatsen. Tegelijkertijd zond
hij één van z'n zoons naar het
hotel „De Korenbeurs" waar
tal van gemeentelijke hoog
waardigheidsbekleders bijeen
waren gekomen om de ope
ning van het nieuwe gemeen
tehuis te vieren.
De aldus gewaarschuwde
havenmeester begaf zich di
rect naar de haven om zich
daar op de hoogte te stellen
van de situatie. Met de mede
deling dat het allemaal zo'n
vaart niet zou lopen vertrok de
havenmeester daarop weer in
de richting van „De Koren
beurs". De Looff, die van het
begin af aan de ernst van de
situatie volkomen heeft beseft,
liet vervolgens een van zijn
zoons de koster van de kerk
waarschuwen teneinde de
klokken te laten luiden.
Met man en macht werd er
aan gewerkt om de te evacue
ren personen met auto's naar
Wissenkerke, Kamperland en
Colijnsplaat te vervoeren. Dit
duurde tot het vallen van de
avond, toen het voor de auto
mobilisten te moeilijk werd
over de dijken en wegen te rij
den. Diezelfde dag was De
Looff er met een van z'n zoons
op uit getrokken om in Wis
senkerke de assistentie in de
roepen van een huisarts. De
dokter van Kortgene was n.l.
door het water onbereikbaar
geworden. Daarnaast haalde
hij water en brood voor de ve
le mensen die bij hem en bij
z'n broer de volgende nacht
zouden moeten doorbrengen:
zo'n 103 personen alleen al in
„De Graaf van Buren"! Al de
ze mensen vertrokken 's
maandags naar droger gele
gen oorden.
Toch bleef „De Graaf van
Een coupure die bewaard is gebleven ter nagedachtenis aan de ramp.
Het dorp Kortgene zelf liep
die nacht geheel vol water; ve
len waren dan ook gedwongen
de nacht en ook nog een groot
gedeelte van de komende dag
op zolders en daken door te
brengen. Met inderhaast ge
charterde roeibootjes werd op
de eerste februari getracht zo
veel mogelijk mensen uit hun
benarde posities te bevrijden.
Diezelfde zondag begon ook de
evacuatie van mensen naar de
drooggebleven gedeelten van
Noord-Beveland.
Buren" nog dagenlang het
centrale van en in Kortgene,
die in verband met het nog in
tact zijn van de telefoonver
binding van De Looff met de
buitenwereld, de voedseldrop-
pings en -uitdelingen en de
huisvesting van politieagenten
die tot taak hadden orde en
rust te handhaven en diefstal
te voorkomen. Heel geleidelijk
en na verloop van veel tijd
kwam het normale leven van
Kortgene weer op gang.
Wanneer De Looff na zoveel
jaren terugkijkt op deze zo
veelbewogen nacht van 31 ja
nuari op 1 februari, dan
schrijft hij aan het slot van
zijn relaas het volgende:
„Ik heb zelf alles gedaan wat
een mens kan doen tegenover
zijn medemensTekortko
mingen hebben we als mens
altijd. Het enige wat ik mezelf
verwijt is dat het niet in mijn
hoofd opkwam te denken: er
zullen misschien wel polders
inlopen. Was dit bij mij opge
komen dan hadden er geen 43
mensen hoeven te verdrinken,
want dan had ik ze allemaal
uit die polder op het droge ge
bracht. Dat verwijt ik mezelf
nog steeds. Helaas is dat niet
tot mij doorgedrongen. Verder
wil ik er niets meer aan toe
voegen. Vermoedelijk zal ik
nog wel het een en ander ver
geten zijn. Dit is het droevige
relaas en de zuivere waarheid
van de ramp in Kortgene", al
dus Jan de Looff in zijn boek
over de watersnoodramp.
ZIERIKZEE - Het Neder
landse Rode Kruis zal op 1 fe
bruari een bijeenkomst hou
den ter herdenking van de wa
tersnoodramp in 1953. Daarbij
wordt niet alleen op de inzet
van het Rode Kruis ingegaam,
maar ook op de nieuwe plaats
van het Rode Kruis.
De herdenking zal worden
bijgewoond door prinses Ju
liana en prinses Margriet. De
ze bijeenkomst vindt plaats in
de Gasthuiskerk van Zierikzee
en vangt aan om 13.30 uur. Er
zal ook een aantal sprekers het
woord voeren.
Na afloop van de herden
kingsbijeenkomst in de Gast
huiskerk zal in het stadhuis
van Zierikzee een fototentoon
stelling worden geopend.
Na nog een bezoek aan „De
Korenbeurs" te hebben ge
bracht verschenen er toch nog
mensen bij de coupure. Zij
waren De Looff behulpzaam
bij het vullen van de zandzak
ken welke tegen de vloedplan
ken werden geplaatst. De ove
rige gewaarschuwden sloegen
de raad van De Looff in de
wind, naar later bleek met
rampzalige gevolgen.
Zo rond een uur of drie half-
vier werden de in café „De
Graaf van Buren" verzamelde
personen opgeschrikt door het
geruis van water. De op on
derzoek uitgetrokken De Looff
stelde vast dat dit geluid ver
oorzaakt werd doordat het
zeewater van een ten oosten
van Kortgene ingebroken pol
der, in de polder waarin het Boerderij van Van de Linde in de Frederikspolder staat helemaal blank.
De Hoofdstraat in Kortgene was ook niet gespaard gebleven.